
Monetair econoom Edin Mujagic staat stil bij de zeventigste sterfdag van voormalig DNB-president Leonardus Trip, in zijn ogen de allerbeste president die onze centrale bank ooit heeft gehad. Het waren niet alleen zijn monetaire beginselen die Trip zo bijzonder maakten, maar ook de kracht waarmee hij aan deze principes vasthield.
Vandaag, 5 maart, is het precies 70 jaar geleden dat Leonardus Trip overleed, naar mijn mening de beste president die De Nederlandsche Bank (DNB) in haar ruim 200-jarige bestaan heeft gehad. Trip is de enige president van DNB die twee keer op die post heeft gezeten. Benoemd in 1931 en vertrokken in 1941 omdat hij de monetaire oekazes van de Duitse bezetter weigerde uit te voeren. Die wilde dat DNB actief mee zou doen aan de opheffing van de grens tussen de gulden en de Reichsmark. Gevolg hiervan zou zijn dat de monetaire dijk zou wegvallen die Nederland beschermde tegen de tsunami van ongedekte Duitse bankbiljetten. Dit zou niet alleen slecht zou zijn voor Nederland en de Nederlanders, het ging ook in tegen alles waar Trip voor stond: fatsoenlijk monetair beleid, gericht op de waardevastheid van het geld. Na Trips aftreden ging de monetaire Anschluss van Nederland uiteraard door, maar zonder Trips medewerking. Zijn principes waren hem heilig en hij vertrok nog liever dan dat hij zo’n beleid zou uitvoeren of zelfs gedogen, ook al was opstappen niet ongevaarlijk voor hem. Trip stapte niet alleen op, gedurende de Tweede Wereldoorlog had hij bovendien contact met het verzet en werkte hij aan een monetair plan voor na de oorlog.
Trip vertrok nog liever dan dat hij zo’n beleid zou uitvoeren
Zoals Trip gevreesd had, werd Nederland inderdaad overspoeld met waardeloze Reichsmarken. Waren er in maart 1941 83 miljoen in omloop in Nederland, aan het eind van dat jaar waren het er bijna 3,7 miljard. Overigens deed DNB haar best om de schade voor Nederland te beperken, iets waar de bank veel lof voor verdient.
Nieuwe tijden
Op 7 mei 1945, daags na de bevrijding van Nederland, keerde Trip terug op zijn post als president van DNB. Zijn monetaire blauwdruk voor na de oorlog, waar hij tijdens de bezetting aan had gewerkt, kon uit de lade worden gehaald. Weggezonken in zijn monetaire idealen terwijl hij aan zijn masterplan had gewerkt, ontging het Trip echter dat Nederland en de wereld ingrijpend waren veranderd — ook in monetair opzicht. Niets zou meer zo zijn als vóór de oorlog.
Trip wilde de gouden standaard terug en beschouwde stabiele prijzen en het onder controle houden van de geldgroei als heilige principes, evenals een onafhankelijke centrale bank. Het waren echter beginselen die lijnrecht stonden tegenover de ideeën van de nieuwe regering, met Piet Lieftinck als minister van Financiën. Deze pleitte voor waardedaling van de gulden, beschouwde te veel geldgroei niet als inflatoir en vond een onafhankelijke centrale bank maar lastig en ongewenst. Hij zorgde voor een wet die de regering de bevoegdheid gaf DNB op te dragen wat voor beleid de bank moest voeren. Op die manier werd monetaire financiering van begrotingstekorten mogelijk. Net als in 1941, kon Trip dit niet in lijn brengen met zijn ideaal van waardevast geld. Principieel als hij was, stapte hij opnieuw op.
Principes
Zijn aftreden betekende niet dat Trip niets meer met DNB te maken had. Op dezelfde dag dat hij opstapte, werd hij commissaris bij de centrale bank. Sterker nog, de andere commissarissen kozen hem onmiddellijk tot hun voorzitter, een daad die we met recht mogen opvatten als een soort impliciet protest richting Lieftinck en de regering. Overigens was het niet voor het eerst dat Trip commissaris werd bij DNB, en ook hierin is hij uniek: Trip is niet alleen twee keer DNB-baas geweest en twee keer opgestapt, hij is tot nu toe ook de enige DNB-president die na zijn vertrek commissaris is geworden. Zijn sterke principes hadden hem trouwens ook tot tweemaal toe — in 1918 en 1921 — belet om in te gaan op het aanbod om minister van Financiën te worden. Beide keren weigerde hij de prestigieuze post vanwege onoverkomelijke bezwaren tegen het geplande financiële beleid van de regering.
Degenen die pleitten voor waardedaling van de gulden noemde Trip valsemunters
Trip stond pal voor zijn principes en verloochende die niet. Voor deze koene monetaire ridder was elk beleid dat was gericht op het uithollen van de waarde van het geld moreel verwerpelijk en onfatsoenlijk, bijvoorbeeld omdat het inkomens- en vermogensverdeling in het land oneerlijk zou beïnvloeden. Hij vond zo’n beleid asociaal omdat de koopkracht die over een lange periode was opgebouwd, in één klap ongedaan zou worden gemaakt. Niets minder dan valsemunterij vond hij het. Vroeger stond daarop de doodstraf, iets wat Trip ongetwijfeld wist toen hij degenen die pleitten voor waardedaling van de gulden uitmaakte voor valsemunters.
Trip maakte als DNB-president de overgang van de gouden standaard naar het regime van zwevende wisselkoersen mee. Hij was een vurig voorstander van de gouden standaard vanwege de disciplinerende werking die ervan uitging: het was een mechanisme dat voor begrotings- en monetaire discipline zorgde, en voor stabiliteit. Het is door Trip dat Nederland als het allerlaatste land van de gouden standaard afstapte, eind september 1936.
Monetair gekkenhuis
Natuurlijk, elke overheid kan, in plaats van die opgelegde discipline van de gouden standaard, er zelf voor kiezen niet in het rood te staan. Trip had er echter weinig vertrouwen in dat dat zou gebeuren. En zelfs als Nederland het zou doen, achtte hij de kans groot dat andere landen het niet zouden doen. Dat zou ons land uiteindelijk hard raken vanwege onze economische afhankelijkheid van het buitenland.
De koopkracht van ons geld is behoorlijk uitgehold
Het afdanken van de gouden standaard zag Trip als ‘een experiment van conjunctuurbeïnvloeding waarmee een nieuw element van onzekerheid en ontwrichting zal ontstaan,’ iets wat van de wereld een ‘gekkenhuis’ zou maken. De beroemde Oostenrijkse econoom Ludwig von Mises oordeelde ooit dat waar de goudstandaard gepaard is gegaan met liberalisme, vrijhandel en kapitalisme, de moderne monetaire standaard die gericht is op aanhoudende inflatie hand in hand gaat met imperialisme, protectionisme en socialisme.
De waarschuwende woorden van Trip zouden profetisch blijken te zijn. Een monetair gekkenhuis is het inderdaad geworden. Sinds de gouden standaard in 1936 ten grave werd gedragen, zijn de prijzen meermalen over de kop gegaan. De koopkracht van ons geld is dus behoorlijk uitgehold, en overheden die niet structureel rood staan zijn op de vingers van één hand te tellen. Trip streed tegen het uithollen van de waarde van ons geld en tegen het op kosten van de belastingbetaler op de pof leven door politici en beleidsmakers. Hij stapte liever op dan zulk beleid te steunen.
Vergeten held
Dat iemand als Trip tegenwoordig zo goed als vergeten is — ik heb de proef op de som genomen en kwam erachter dat zijn naam ook onder DNB’ers en monetaire economen in Nederland zo goed als onbekend is — zegt veel over de tijdsgeest en maakt pijnlijk duidelijk waar de huidige generatie monetaire economen en centrale bankiers voor staat: precies het omgekeerde van de monetaire principes van Trip.
De Europese Centrale Bank (ECB) voert een beleid dat gericht is op én het uithollen van de koopkracht van de euro (namelijk streven naar 2 procent prijsstijging per jaar, jaar in jaar uit) én dat vooral op de noden van de overheden en politici lijkt te zijn afgestemd. Zo goed als alle monetaire economen in Nederland steunen dat beleid en als zij er kritiek op uiten, luidt deze vaak dat de ECB de koopkracht te wéinig wil uithollen. Slechts een handjevol Nederlandse monetaire economen, onder wie ondergetekende, ziet juist meer in de monetaire principes van Trip.
Omdat hij relatief kort aan het roer van DNB stond na de Tweede Wereldoorlog, krijgt Trip vaak veel minder aandacht en lof dan hij verdient. Onder hem verloor de gulden weliswaar behoorlijk aan waarde, maar dat kwam doordat de regering in 1936 het monetair beleid overnam van DNB. Dit gebeurde op voorstel van hemzelf, waarbij het wel belangrijk is te onthouden dat hij daarbij een heel ander idee had dan wat de regering uiteindelijk deed toen ze de monetaire teugels in handen kreeg.
Beste DNB-president
Jelle Zijlstra, Wim Duisenberg, Marius Holtrop, Willem Mees en Leonardus Trip vormen in mijn ogen de top-5 van de beste DNB-presidenten. Zijlstra vanwege zijn duidelijke keuze de Bundesbank te volgen toen het internationale monetaire stelsel uiteen viel en de gulden zijn anker verloor. Duisenberg komt ook in dit rijtje voor, ondanks het feit dat hij eigenlijk slechts een filiaalchef is geweest. Maar hij is wel de man geweest die aan het roer van de voorloper van de ECB stond én de ECB in haar eerste jaren aanvoerde. In die rol heeft hij het traditionele gematigde monetarisme dat Nederland kende, en dus de Bundesbank-lijn, tot modus operandi van de ECB verheven. Holtrop heeft het handboek van de Nederlandse gematigde monetarisme geschreven, dat in feite de monetaire handleiding is geweest voor alle DNB-presidenten na hem. Willem Mees is de president die DNB getransformeerd heeft tot een echte landelijk opererende instelling, die haar werkzaamheden behoorlijk heeft uitgebreid, de bank heeft opengesteld voor de buitenwereld, pal heeft gestaan voor waardevast geld en er niet voor is teruggedeinsd om in het landsbelang de rug recht te houden tegenover de politiek. Daarbij heeft hij het belang van het land voor dat van DNB laten gaan. Dat alles zorgt er in mijn ogen voor dat Mees, meer dan Zijlstra, Holtrop en Duisenberg, aanspraak mag maken op de titel Beste President van DNB. Maar niet meer dan Leonardus Trip.
Wat zou Trip denken van een beleid dat spaarders en gepensioneerden ongekend hard raakt?
Trip is de belichaming van het kenmerk van vele DNB-presidenten, namelijk streven naar waardevast geld en monetair beleid gericht op het beheersen van de geldhoeveelheid. Hij onderscheidt zich doordat die standpunten voor hem niet onderhandelbaar waren. Hij zou liever opstappen dan zijn principes verloochenen, en me dunkt dat in het licht van de monetaire actualiteit die principes belangrijker en relevanter dan ooit zijn.
Door dat alles is het niet Mees alleen, maar zijn het Mees en Trip die samen op de monetaire troon van Nederland zitten. Gezien het feit dat Trip veel meer met monetair beleid te maken heeft gehad dan Mees waardoor Trip meer invloed heeft gehad op de waardeontwikkeling van de gulden, en gezien zijn principes op monetair terrein, heeft Trip in mijn ogen net iets meer recht dan Mees op de titel beste DNB-president ooit.
Als monetair econoom en enorme liefhebber van (monetaire) historie vraag ik me af wat Trip van het huidige monetaire beleid zou vinden. Wat zou hij denken van een beleid dat de spaarder en de gepensioneerde, ja, de middenklasse, de lijm van elke samenleving, ongekend hard raakt? Ik denk dat hij het asociaal en moreel verwerpelijk zou vinden. En ECB-baas Mario Draghi? Die zou hij zien als de overtreffende trap van een valsemunter, denk ik zo.
24 Bijdragen
Doan HeartBeats1 3
Interessante 'Trip' (tour) de DNB.
Enkele vragen/ opmerkingen:
Heeft DNB nog wel iets in de 'pap' te brokkelen binnen de ECB?
Heeft de huidige 2e kamer het NL (ABP = ambtenaren & belastinggeld )
Aan EU/ ECB regelementen overgedragen?
Zo ja, wat zijn de risico's & kan dit nog teruggedraaid worden?
Zo nee, ...
Is het een idee om van het uitgestelde belastinggeld 1 of meerdere NL / EU fondsen te maken, die NL toekomst gereed maken?
Ik heb dit idee al eerder geopperd ooit in FD @ Neelie Kroes, die dit via Amsterdam Delta etc. heeft benoemd.
Een of meerdere fonds(en), zoals de Noren hun olie & gasopbrengsten verstandig hebben 'gespaard'.
Dit zou NL minder kwetsbaar maken voor de grillige escapades van Draghi en de EC. Minder stress om de Brexit, Grexit etc.
Wat zijn jouw gedachten hierover?
Hartelijke groet,
Doan
FYP@
#KansrijkNL
#HeartBeats1
Jan-Marten Spit 9
Het zou illustratief zijn om de historische ontwikkeling van de waarde per munteenheid te laten zien in grafiekvorm over de eeuwen heen
http://www.iisg.nl/hpw/calculate-nl.php
€ 1 000.00 van het jaar 2015 heeft een "koopkracht" van € 4.01 (fl. 8.83) in het jaar 1450
€ 1 000.00 van het jaar 2015 heeft een "koopkracht" van € 9.83 (fl. 21.66) in het jaar 1550
€ 1 000.00 van het jaar 2015 heeft een "koopkracht" van € 49.26 (fl. 08.55) in het jaar 1650
€ 1 000.00 van het jaar 2015 heeft een "koopkracht" van € 42.25 (fl. 93.10) in het jaar 1750
€ 1 000.00 van het jaar 2015 heeft een "koopkracht" van € 40.37 (fl. 88.96) in het jaar 1850
€ 1 000.00 van het jaar 2015 heeft een "koopkracht" van € 115.63 (fl. 54.81) in het jaar 1950
€ 1 000.00 van het jaar 2015 heeft een "koopkracht" van € 467.82 (fl. 1030.95) in het jaar 1980
€ 1 000.00 van het jaar 2015 heeft een "koopkracht" van € 703.12 (fl. 1549.48) in het jaar 1997
W. Van Den Broeck 5
Jan-Marten SpitJan-Marten Spit 9
W. Van Den BroeckW. Van Den Broeck 5
Jan-Marten SpitJan-Marten Spit 9
W. Van Den BroeckW. Van Den Broeck 5
Jan-Marten SpitPieter Jongejan 7
Jan-Marten SpitDit laat zien dat het algemeen prijsniveau in de periode 1650-1940 vrijwel gelijk is gebleven. De reële inkomens zijn met name na 1870 sterk gestegen. De inkomensongelijkheid nam tot 1970 af en daarna in combinatie met een sterk toegenomen inflatie (geldontwaarding) toe. Die relatie tussen inflatie en inkomens- en vermogensongelijkheid zou ik ook weleens in een grafiek willen zien. Misschien dat de schrijver die nuttige taak op zich wil nemen. Zo'n grafiek zou mensen de ogen voor de feiten kunnen openen.
Jan-Marten Spit 9
Pieter JongejanDoan HeartBeats1 3
Ik had ook nog een opmerking over de ESM. Dit is een zeer bedenkelijke constructie. Ongelimiteerde bail-out van fraude gevoelige/ failliete systemen?
Ter info: https://youtu.be/Lf0O0sm664M
De Duitsers hadden destijds een kritische blik. Bij ons is dit 'geruisloos' in 2012 door 'de (huis-) kamer geloodst?
Team Juncker heeft recentelijk weer een oproep gedaan. Dijsselbloem vindt het 'doormodderen' van de EC (EU?) wel prima.
We mogen straks weer naar de 'stembus', maarja aan wie geven wij onze 'vrijheid' weg.
De meeste 'media' spelen het 'mooi weer' spelletje goed mee. Natuurlijk in de hoop dat de brave burgers hierin gaan geloven en weer gaan (lenen) geld uitgeven.
Wat voor ellende komt er aan, als men hier ook de geldautomaten gaat sluiten? (Zie Cyprus/ Grexit en recentelijk India).
Matthijs 11
Mij lijkt het veel logischer de hoeveelheid geld (/krediet) te laten afhangen van de hoeveelheid goederen en diensten die er mee geproduceerd worden. Zoals het nu gaat bij bankkrediet aan bedrijven.
(dat er veel te veel nieuw krediet gaat naar hypotheken/vastgoed is volgens mij een apart probleem)
Als er in een zekere periode 20% meer mensen de arbeidsmarkt op gaan en 20% productiever te werk gaan, is het logischer om daar 40% meer geld/krediet voor te hebben. Zoals met krediet "uit het niets" kan. Vast zitten aan een beperkte hoeveelheid klomp steen en daarmee sterke deflatie aanwakkeren en/of de groei beperken is niet iets wat je wilt volgens mij.
Anton Van de Haar 8
MatthijsPieter Jongejan 7
Anton Van de HaarBedenk dat bij een verwachte krimp van de bevolking de schuldenlast toeneemt en er dus een groter deel van het inkomen gereserveerd zal moeten worden voor schuldaflossing. Dus ook als de schulden niet te hoog zijn opgelopen (b.v. tot 50 à 60% van het BBP) zal de reële rente nog altijd omhoog moeten. Maar het saneren van te hoog opgelopen schulden kan het best plaatsvinden via een hogere reële rente in combinatie met een devaluatie. Goud heeft het voordeel dat het discipline afdwingt
W. Van Den Broeck 5
MatthijsEr zijn veel betere manieren om de prijsstabiliteit, zoals mijnheer Trip die verlangde, te bekomen.
piterkamp 4
Gouden standaard, en geld z'n waarde laten houden.
Kennelijk niet veel hersens, of niet in staat belangen af te wegen.
Duisenberg is helemaal lachen, in drie achtereenvolgende jaren in de 70er jaren was de inflatie zes, dertien en zeven procent.
Het kan ook zijn dat hij toen minister van financiën was.
Verder is Duisenberg de man van de uitspraak 'dat hij heel goed wist dat de politieke voorwaarden voor het functioneren van de euro niet vervuld waren'.
Het belette hem niet ECB topman te worden.
Ik denk dat hij blij mag zijn vroeg gestorven te zijn, overigens onder verdachte omstandigheden, het is hem bespaard te zien waaraan hij heeft meegewerkt.
Ik lees nu dat jij monetair econoom bent.
Wat zou dat zijn ?
Iemand die de pest heeft aan Keynes ?
En als je Trip zo bewondert, hoe kun je dan tegelijk opportunist Duisenberg bewonderen ?
Holtrop, die ik heb gekend, was inderdaad een man van formaat, net als Zijlstra.
W. Van Den Broeck 5
En ja monetair beleid kan inflatoir zijn maar zeker niet alleen omdat er teveel geld wordt "gedrukt", maar omdat er niet intelligent wordt omgegaan met de economie op basis van de sectoriele balansen.
Alsjeblieft stop deze auteur voor we nog meer van dit krijgen.
piterkamp 4
W. Van Den BroeckMaar het is natuurlijk van de gekke met veel kosten diep in Z Afrikaanse grond een waardeloos metaal de delven, je kunt er niets praktisch mee, om het dan diep onder fort Knox met veel kosten weer diep te begraven.
Wat we nodig hebben zijn verstandige politici en verstandige centrale bankiers, onder dat laatste versta ik geen dogmatische, zoals aan de ene kant inflatie opjagen, aan de andere kant krampachtig vasthouden aan een standaard van een waardeloos metaal.
Ook monetaire politiek is afwegen van belangen, vooral werkgelegenheid tegenover vermogens qua waarde in stand houden.
Dat was in de 20er en 30er jaren in Frankrijk de strijd.
W. Van Den Broeck 5
piterkamppiterkamp 4
W. Van Den BroeckGeld was toen in de meeste landen, alleen wij en Italië deden het slimmer, daar werd geld gemaakt, papiergeld, goud en zilver.
Daar kwam geen centrale bank aan te pas.
Zo nu en dan ging het ook goed mis, als de bankiers bij elkaar kwamen om onderling af te rekenen.
Lyon was een belangrijke afrekenplaats, met allerlei regels, onderling opgesteld.
Dan gingen er 'huizen' failliet.
De ontwikkelende economieën kampten in de rijd van Columbus met een tekort aan geld.
De ruileconomie belemmerde economische vooruitgang.
En goudstandaard voorkomt idiote geldschepping.
Maar ik ben het met je eens, als gouddekking nodig is om idiotie te voorkomen, dan hebben we idiote politici en bankiers.
W. Van Den Broeck 5
piterkamphttp://ritholtz.com/2013/10/how-columbus-caused-inflation/
piterkamp 4
W. Van Den BroeckMaar in hoeverre die inflatie er weer het gevolg van was dat het Iberische schiereiland op de gouden en zilveren lauweren ging rusten, en ging leven van import, dat is weer iets anders.
Adam Smith schreef in 1776 Wealth of Nations om uit te leggen dat je goud niet kunt eten.
W. Van Den Broeck 5
http://www.moneyandbanking.com/commentary/2016/12/14/why-a-gold-standard-is-a-very-bad-idea
Roland Horvath 7
Geld is er om ruilhandel te financieren. Oppotten/ sparen en gebruiken als rekeneenheid zijn slechts secundair en van veel minder belang. De hoeveelheid geld moet dus gelieerd zijn aan de -waarde van de- hoeveelheid transacties, die veranderlijk is. Een hoeveelheid goud, zilver, platina, uranium, ijzer of koffie en thee zijn dus ongeschikt als basis voor de hoeveelheid geld. Ze zijn niet of zeer moeilijk te veranderen. En meer nog, men moet er over beschikken: Wie geen goud heeft zou geen geld mogen uitgeven. De goudstandaard is de geschiedenis, het goud is gemuteerd in papier en in banksaldo's, maar het is geen conditio sine qua non.
Geld als ruilmiddel: Daaraan voldoet de euro niet en de politiek laat dat gebeuren. Het geld is nooit gelijk verdeeld in een muntzone ook niet in de eurozone, er zijn overschot landen als DE en NL en tekortlanden als de zuiderse EU staten, waar de euro's weg lekken en er geen geld is om transacties te betalen. Dat moet gecompenseerd worden door ten 1e een geldtransfer van overschot naar tekort landen via bedrijfslasten en inkomsten belasting. En ten 2e met een eigen munt in iedere eurozone staat zoals de Zwitserse combinatie van Franc en WIR sedert 1934. Makkelijk in te voeren, als banksaldo en jawel, als ouderwetse munten/ biljetten. Niet converteerbaar in andere valuta, niet naar het buitenland en zeker niet op de beurs. Om de eurozone staten ook op zichzelf te laten functioneren, om dingen te betalen die ver afstaan van het buitenland, om ruilhandel, die er nu is, te financieren. In NL is er sedert vorig jaar de Florijn.
piterkamp 4
Roland HorvathMaximaal, dus Draghi misbruikt z'n bevoegdheden.
Niemand gooit hem er uit.