(L-R) Governor of the Bank of Latvia Ilmars Rimsevics, Latvian Prime Minister Valdis Dombrovskis, Latvian Minister of Finance Andris Vilks and Estonian Prime Minister Andrus Ansip are seen during official greetings and the first withdrawal of the euro banknote event in Riga, Latvia, 01 January 2014. Latvia joined the Euro zone on 01 January 2014 becoming the 18th country to share the single currency union.

(L-R) Governor of the Bank of Latvia Ilmars Rimsevics, Latvian Prime Minister Valdis Dombrovskis, Latvian Minister of Finance Andris Vilks and Estonian Prime Minister Andrus Ansip are seen during official greetings and the first withdrawal of the euro banknote event in Riga, Latvia, 01 January 2014. Latvia joined the Euro zone on 01 January 2014 becoming the 18th country to share the single currency union. © EPA/VALDA KALNINA LATVIA OUT/LITHUANIA OUT/ESTONIA OUT

Via Letland reikt de macht van de Russische maffia tot in de top van de ECB [deel 2]

Parex, de Letse bank die gebruikt werd om obscuur Russisch geld te stallen, was de enige bank die door Letland werd gered tijdens de kredietcrisis van 2007-2008. Letland maakte zich in die tijd op om tot de eurozone toe te treden. Hoe is het Letland en de betrokken politici sindsdien vergaan, en hoe ontwikkelde de band tussen de EU, de ECB en Letland zich?

Dit stuk in 1 minuut
  • Nadat Letland had besloten om zwartspaardersbank Parex als enige bank te redden na de kredietcrisis, zit het land met een probleem: de staatsschuld loopt op, maar mag niet teveel stijgen wil het land tot de eurozone kunnen toetreden.
  • Op een geheime meeting in Riga in februari 2010 werd besloten dat Letland op een later tijdstip (te weten: na toetreding tot de eurozone) een groot aantal Parex-aandelen zou overnemen, tegen een vooraf bepaalde prijs. Die deal werd buiten de boeken gehouden.
  • De documenten over de deal doken in 2014 op, en minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem moest bekennen dat ze authentiek waren. Hij kon echter niet meedelen of andere landen in de eurozone ook zulke deals hebben gesloten.
  • De verplichting om dergelijke overheidsgaranties in de eigen boeken op te nemen, is in 2013 komen te vervallen. Het is daarom goed mogelijk dat Europese overheden veel omvangrijker garanties hebben afgegeven om hun banken bij te staan dan aan de buitenkant zichtbaar is.
  • Valdis Dombrovskis, de Letse premier onder wiens verantwoordelijkheid de geheime steun aan Parex werd geregeld, is inmiddels Eurocommissaris. Hij is onder meer verantwoordelijk voor het redden van financiële instellingen binnen EU.
Lees verder

De Letse staatsschuld steeg tussen 2007 en 2010 van 17 procent naar 42 procent, en het einde was niet in zicht. Veel jongeren begrepen dat hun overheid in de greep was van de Russische maffia en dat ze daarvoor moesten bloeden als ze in Letland bleven. De jeugd vertrok massaal naar steden als Amsterdam, Londen en Berlijn, en liet de oudere generatie achter met de schuld. Tussen 2007 en 2017 zakte de bevolking van Letland met 23 procent tot onder de twee miljoen. Al in 2010 was duidelijk dat de staatsschuld verder zou oplopen, al was het maar omdat de uittocht van de jeugd de economie verder in het slop hielp.

Op 24 februari 2010 is er een geheime meeting in een overheidsgebouw in Riga; er wordt besproken hoe de explosieve Letse overheidsschuld beteugeld kan worden. Investeringsbank Nomura is uitgenodigd om advies te geven. Verder aanwezig: de ECB, de Letse regering, het Privatization Agency (de Letse instelling die banken moet redden), en de EBRD, de European Bank for Reconstruction and Development.

De EBRD had in 2009 al voor 22 miljoen euro een kwart van de aandelen van Parex gekocht. Nu wordt in het geheim afgesproken dat Letland op een later tijdstip een groot pakket Parex-aandelen van hen zal overnemen, tegen een vaste prijs die nu wordt vastgelegd. Voorts wordt besproken hoe de Russische zwartspaarders binnenboord kunnen worden gehouden: als die hun geld niet langer in paniek opnemen, is dat goed nieuws voor de overheid die de failliete bank wil redden. Zo ontstaat een belangenverstrengeling tussen de reddende overheid en de zwartspaarders: beiden willen de schade van het faillissement van Parex beperken.  

Eigenlijk had Letland onderzoek moeten instellen naar de herkomst van dat zwarte geld, maar onder deze omstandigheden is dat niet opportuun. Een belangrijke les van de kredietcrisis: wanneer een overheid een specifieke bank de reddende hand reikt, ontstaat er een ongezonde relatie tussen beide. De overheid zal eventuele problemen rond de redding het liefst bagatelliseren, zeker ten overstaan van de kiezer. Het Europees recht verbiedt het redden van banken door overheden dan ook expliciet, een regel die tijdens de eurocrisis door bijna elk euroland is geschonden.

Hoe Griekenland toetrad tot de muntunie

Om lid te worden van de eurozone, moet de staatsschuld van een land onder de 60 procent van het nationaal inkomen liggen. Wordt dat niet gehaald, dan is er een uitweg: in het jaar waarin gestemd wordt over toetreding van een land tot de muntunie, moet de staatsschuld hard dalen, zodat het doel in zicht is.

Zo is Griekenland tot de eurozone toegetreden. Het land had in 2000 een staatsschuld van ruim boven de 100 procent, maar Goldman Sachs schoot financieel te hulp, in ruil voor inkomsten uit overheidsbedrijven in latere jaren. De Europese boekhoudregels zijn zo ingericht dat een staatsobligatie als overheidsschuld telt, maar een deal zoals Athene die met Goldman Sachs sloot, valt daarbuiten. De Griekse staatsschuld daalde derhalve, en het land kon tot de muntunie toetreden. Voor Goldman Sachs was de deal zeer lucratief: de overeenkomst met Griekenland leverde de bank honderden miljoenen euro op.

Een later jaar moest Griekenland via staatsobligaties geld lenen om aan de contractuele verplichtingen jegens Goldman Sachs te voldoen. De staatsschuld steeg zodoende weer; de eerdere daling was slechts optisch van aard geweest, en werkte maar tijdelijk. Het was het begin van de ondermijning van de euro.

Het contract met Goldman Sachs was een derivaat, specifieker: een optie. Tegen de tijd dat dit tot anderen doordrong, was het te laat: Griekenland zat inmiddels al in de eurozone.

Lees verder Inklappen

Voor Letland was de streefdatum voor toetreding tot de eurozone 1 januari 2014; het was belangrijk om de staatsschuld voordien niet te veel te laten groeien. Het aandelenbelang in Parex dat Letland zich had verplicht te kopen, zou echter voor meer schulden zorgen. Die verplichting moest dus uit de boeken worden gehouden. Maar hoe?

Nomura stelt op de bewuste meeting voor om de Letse overheid putopties met haar eigen geldschieters te laten afsluiten, waaronder de EBRD. De Letse overheid koopt dan tegen een vooraf afgesproken prijs een pakket aandelen in het failliete Parex van de EBRD over. Dat schaadt de financiële positie van Letland, want de prijs voor de aandelen is al vastgelegd, terwijl de waarde ervan op korte termijn vrijwel zeker zal dalen. Hoeveel precies is nog niet duidelijk: dat bedrag is immers ook afhankelijk van de bereidwilligheid van bestaande crediteuren om bij Parex te blijven bankieren en mogelijk schuld in aandelen om te zetten.

Nomura koos dus voor dezelfde techniek als Goldman Sachs eerder in Griekenland toepaste

De Letse overheid en de ECB, die samen trachten Letland in de eurozone te krijgen en de staatsschuld dus niet boven de 60 procent willen laten uitkomen, hebben nu alelbei een incentive om de Russische zwartspaarders binnenboord te houden. Alleen zijn dat voor een niet onbelangrijk deel criminelen. In de onstuitbare drang om tijdens de crisis de Europese muntunie groter te maken, worden ze gedoogd.

De koopverplichting van de Letse overheid om de aandelen Parex van de EBRD over te nemen, ligt in 2015; ver na januari 2014, wanneer Letland al tot de eurozone moet zijn toegetreden. Nomura koos dus voor dezelfde techniek als Goldman Sachs eerder in Griekenland toepaste. Vanwege de politieke gevoeligheid van de deal – waarbij een land stiekem een grote schuld op zich laadt om een bank te redden, en tegelijkertijd de euro in te voeren – willen de betrokkenen die geheimhouden. Het team van Nomura deelt tijdens de meeting een powerpoint van het voorstel uit, maar komt kopietjes tekort. Een kantoorklerk krijgt opdracht extra kopietjes te maken, hij vergeet het origineel uit de machine te halen. Via via belandt dat origineel een paar jaar later bij het platform 925.

In 2014 publiceerde 925 de stukken; Pieter Omtzigt (CDA) stelde er Kamervragen over. Toenmalig minister van Financiën Jeroen Dijselbloem gaf onomwonden toe dat de documenten echt zijn. Omtzigt vroeg of er meer van dergelijke deals bestonden: welke geheime schulden had Letland nog meer, en waren er andere landen die soortgelijke deals met Europese instituten hadden afgesloten? Dijsselbloem moest antwoorden dat de EBRD hem geen inzage in die kwesties wilde geven, ook al was hij de voorzitter van de Eurogroep. Europese instellingen hebben namelijk het recht hun politieke baas inzage in de boeken te weigeren, als dat in het belang van de klant is – in dit geval: de Letse overheid en haar Russische zwartspaarders.

Uit de stukken blijkt duidelijk Letland voor een ‘put optija’ had gekozen, een putoptie. Eurostat, het CBS van de EU, had in 2009 een vernieuwde versie van haar handboek uitgegeven, waarin wordt uitgelegd hoe overheden moeten omgaan met dergelijke putopties. Bij zo’n constructie bindt de overheid zich aan een financiële last in de toekomst, teneinde een bank te redden. In de financiële wereld is het wettelijk verplicht om een transactie in de boeken op te nemen op het moment waarop het contract wordt gesloten, niet pas wanneer de afwikkeling ervan plaatsvindt. Logisch: wanneer u een hypotheek sluit die over tien jaar moet worden afgelost, dan heeft u nu al een schuld, niet pas over tien jaar.

In de antwoorden op Omzigts Kamervragen meldde Dijsselbloem dat deze verplichting om dergelijke overheidsgaranties in de eigen boeken op te nemen – vastgelegd in paragraaf 4.3 van het Eurostat-handboek, waaraan in de Kamervragen wordt gerefereerd – in 2013 is komen te vervallen. Die wijziging heeft mogelijk verstrekkende gevolgen. Deze wetten gelden namelijk voor alle Eurolanden. Het is goed mogelijk dat Europese overheden veel omvangrijker garanties hebben afgegeven om hun banken bij te staan dan aan de buitenkant zichtbaar is.

n Italië lijkt momenteel hetzelfde te gebeuren

De Letse kunstgreep speelt zich nu waarschijnlijk af in Italië, dat met een bankensector van circa 4.000 miljard euro het totale euroblok in grote problemen kan brengen. Aangezien de regels overal hetzelfde zijn, mag Rome dezelfde truc uithalen als Riga.

Rome wil banken kunnen redden met belastinggeld. In Italië zijn de aandeelhouders van banken, anders dan in de meeste andere EU-landen, relatief vaak kleine spaarders. Dat maakt het politiek opportuun om banken te redden. Duitsland wil juist dat Europa de regels over het redden van banken juist strikter zal naleven: dat betekent dat er geen belastinggeld naar banken mag gaan. De Italiaanse overheid heeft echter al een fonds opgezet, Atlante, met een complete juridische constructie.

Daarin is vastgelegd dat de overheid de banken garandeert, maar niet met hoeveel geld. Na een tumultueuze periode neemt de regering half december 2016 besluit om de banken redden, om te beginnen met 20 miljard euro. De koers van Unicredit springt met tientallen procenten omhoog, uitsluitend omdat beleggers nu weten dat de overheid de bank de reddende hand toesteekt. Italië draait nu op voor de kosten van slechte leningen, te weten krediet aan klanten die minstens negentig dagen niet meer hebben afgelost.

De zekerheid dat de Italiaanse overheid een verlies zal moeten nemen, moest oorspronkelijk bij de staatsschuld worden opgenomen. Sinds 2013 is dat niet meer het geval. De hogere koers van Unicredit en andere banken zou moeten corresponderen met een grotere schuld in het Italiaanse huishoudboekje. Ook andere media maken zich hier zorgen om: hoe zwaar zal de belofte om banken te redden op de Italiaanse staatsschuld drukken?

Lees verder Inklappen

Aangepaste regels zorgen voor geflatteerde cijfers

Om de deal tussen Letland, de EBRD en Parex boven water te krijgen, is bijzonder veel journalistiek werk verzet. Er zijn jaren verstreken tussen het vergeten kopietje in Riga met de plannen van Nomura en de uiteindelijke erkenning van Dijsselbloem dat een dergelijke deal inderdaad heeft plaatsgevonden. Maar waarschijnlijk is dit niet de enige in zijn soort.

Als reactie op de eurocrisis en de redding van banken door nationale overheden, zijn de regels voor het opnemen van de garanties door overheden in feite versoepeld. Dat maakt historische statistieken over staatsschulden slecht vergelijkbaar en zelfs onbetrouwbaar. Nederland heeft sinds kort weer een staatsschuld die vlak onder de vereiste 60 procent zit; daarmee zitten we weer op het niveau van 2008. Alleen is de manier waarop dat sommetje wordt gemaakt, inmiddels veranderd. Dat komt neer op je dieetcoach per mail verblijden met het nieuws dat je de helft bent afgevallen. Ergens in een voetnoot meld je wel dat je soms van meeteenheid wisselt, van ponden naar kilo’s of andersom. Kniesoor die daarop let.

Sinds overheden banken zijn gaan redden met belastinggeld, is de staatsschuld in de eurozone (de huidige negentien landen) uitgedrukt in procenten met de helft toegenomen. Na 2014 lijkt er een verbetering op te treden, maar die is tenminste gedeeltelijk optisch. Zowel de teller (de schuld) als de noemer (het nationaal inkomen) van de breuk ‘schuld als percentage van de economie’ zijn geflatteerd.

Dat geldt voor schulden, omdat garantstelling voor bankschulden sinds 2013 niet meer in de cijfers van de overheid worden opgenomen. Als de oude meetmethode was gehandhaafd, dan was de stijging van de staatsschulden in de grafiek veel steiler geweest. Hoeveel steiler zullen we waarschijnlijk nooit weten, aangezien elk inzicht in de schaduwboekhoudingen van overheden en banken ontbreekt – denk aan de Parex-deal.

Ook met het nationaal inkomen is iets bijzonders aan de hand. Vanaf 2014 wordt ook zwart geld bij de economie opgeteld. De gedachte erachter is dat bijvoorbeeld prostitutie en drugshandel kunnen worden belast. Daarmee worden dat mogelijke inkomstenbronnen om de staatsschuld te dekken, wat opname in de statistieken rechtvaardigt. Een overheid met veel schuld komt zo in de rare spagaat dat zij blij moet zijn als er veel georganiseerde misdaad op haar grondgebied plaatsvindt: al die criminele transacties verlagen immers het EMU-saldo. Het lijkt ongeloofwaardig, maar dit zijn officiële Europese rekenregels; vooral 1.29, 1.79 en 3.07 tot 3.09 zijn relevant:

Dit is een uittreksel; het hele document is hier te vinden.

Aangezien er zo eens in de tien jaar sprake is van conjuncturele neergang, is het wachten op de volgende recessie; terwijl de schulden van de vorige nog niet eens zijn afgelost. En de verbetering die sinds 2014 gaande lijkt te zijn, is slechts optisch: in absolute zin stijgen de Europese staatsschulden alleen maar. In het huidige tempo zitten we voor de Nederlandse verkiezingen van 2021 boven de 10.000 miljard euro. En dat cijfer is mogelijk niet volledig, omdat we niet weten welke garanties onze overheden hebben afgesloten.

Hoe verging het de hoofdrolspelers?

Letland is er nog steeds niet bovenop. Het niveau van 2008 zal de economie niet snel meer halen, al was het maar omdat jongeren het land massaal hebben verlaten. Sinds de onafhankelijkheid is de bevolking met 700.000 zielen geslonken; desondanks ligt de werkloosheid op 10 procent. De staatsschuld is dankzij de capriolen rond Parex naar 50 procent gestegen, maar het echte cijfer kennen we eigenlijk niet.

Kargins en Krascovickis, de twee bankiers achter Parex, zijn later door de rechter gedwongen een deel van hun bonus in te leveren. Verder is er weinig van ze vernomen. Rebecca Daniel van Nomura liet FTM eerder weten dat zij niets over de kwestie kwijt wil: ‘We are unable to comment on specific transactions or speak on behalf of our clients’. In een kort telefoongesprek opperde ik om Nomura in dit verhaal niet te noemen, als ze simpelweg schriftelijk of per mail hun betrokkenheid zouden ontkennen. Een zinnetje als ‘zulke dingen doet Nomura niet,’ had volstaan. Nomura maakte geen gebruik van die mogelijkheid.

De Letse premier onder wiens verantwoordelijkheid Nomura’s plan werd uitgevoerd, is inmiddels Eurocommissaris

De Letse premier onder wiens verantwoordelijkheid Nomura’s plan werd uitgevoerd, was Valdis Dombrovskis. Inmiddels is hij gepromoveerd tot Eurocommissaris, specifiek voor de euro. In die hoedanigheid is hij verantwoordelijk voor de ‘Capital Markets Union’, het Europese initiatief om kredietverlening aan Zuid-Europa weer op gang te laten komen. Voorts gaat hij over het redden van financiële instellingen in de EU, iets waar hij – dat moet gezegd – inderdaad ervaring mee heeft.

Omdat investeerders nog steeds bezorgd zijn over de hoge schuldenniveaus zijn ze terughoudend om krediet te verschaffen. Dombrovskis heeft daarvoor een oplossing: securitisatie van schulden, met een impliciete garantie van een overheid; maar ditmaal Brussel in plaats van Riga of een andere hoofdstad.

Securitisatie betreft het opknippen en verpakken van schulden, met als effect dat een eventuele koper niet precies ziet waarin hij zijn geld in investeert. Lehman Brothers was hierin gespecialiseerd, vlak voordat de bank omviel. Dombrovskis beschouwt securitisatie nu als een belangrijke techniek om Europese banken weer ‘stabieler’ te maken.

De man die president was van de Letse Centrale Bank, in de periode dat die vuilniszakken vol zwart geld van Parex aannam en Nomura’s plan invoerde, is Ilmārs Rimšēvičs. Omdat zijn land ondanks alle turbulentie is toegetreden tot de eurozone, heeft ook hij promotie gemaakt: hij zit nu in de Raad van Bestuur van de ECB.

Op 18 februari van dit jaar werd hij van zijn bed gelicht door de Letse politie, omdat hij in 2009 van plan zou zijn geweest om smeergeld aan te nemen. Het betrof 500.000 dollar, tijdens een reisje in het oosten van Rusland. Na 48 uur kwam hij weer vrij; hangende het onderzoek zijn hem reisbeperkingen opgelegd. De ECB reageerde ietwat verbolgen, want zo kan Rimšēvičs zijn werk als centraal bankier niet doen. Zijn collega’s, waaronder onze eigen Klaas Knot, vragen zich af of dit wel mag volgens het Europese recht: iemand beperkingen opleggen hangende een onderzoek naar corruptie.

Parex Banka is opgeknipt en bestaat nu uit Citadele, het gezonde deel, en Reverta, waarin alle bancaire rommel wordt afgewikkeld. Citadele heeft een Zwitsers dochterbedrijf, AP Bank in Zürich. Die presenteert zich als een Zwitsers-Letse bank, met een website in het Engels en Russisch: ’We combine Swiss banking know-how with a profound market understanding of the Baltics, Russia, and CIS countries.’

Screenshot van de website van AP Bank uit 2014. Inmiddels is de gearceerde tekst iets netter geformuleerd:

In order to help you optimise interest rates on deposits, our Fiduciary Service might be the ideal solution: we can place your funds on deposit in other banks globally, to find the best value for your needs. This service is offered exclusively in cooperation with foreign banks of outstanding credit rating, or within our banking group.

 

Citadele biedt Russische klanten de mogelijkheid om bancaire tegoeden aan te houden, die via AP Bank in andere Europese landen worden uitgezet. Via de Zwitserse schakel kunnen ze transacties in contanten of effecten doen met bijvoorbeeld een bank uit Amsterdam, die anders hadden geleid tot een melding volgens de regeling ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

Dankzij de tussenkomst van AP Bank ziet een Nederlandse bank niet wie de echte begunstigde is: die ziet alleen de naam van AP Bank. De winsten gaan wel naar de zwartspaarder. Dat betekent dat Parex (of Citadele) eigenlijk gewoon doorgaat met wat ze al deden, namelijk het faciliteren van Russische geldstromen met een dubieuze herkomst. Intussen is Estland, het buurland van Letland, betrokken bij een soortgelijk schandaal (via Danske Bank) en heeft Letland zelf, in de vorm van de zojuist failliet verklaarde witwasbank ABLV, alweer een vergelijkbaar probleem binnen de landsgrenzen; en dat allemaal onder het aangescherpte toezicht van de EU op het bankwezen.

Een voorzichtige conclusie is daarom dat we niet bijster veel hebben geleerd, sinds 2008.