© EPA / Hayoung Jeon

Wie echt linkse verkiezingsuitslagen wil, heeft een echt linkse pers nodig

Feest bij de PvdA: de partij van Spitzenkandidat Frans Timmermans haalde bij de Europese Parlementsverkiezingen bijna negentien procent van de stemmen. Maar was het ook een overwinning voor links? Welnee.

Daags na de Europese parlementsverkiezingen druipen de persstemmen weer van de zelfgenoegzaamheid. Vooraf werd gevreesd voor een rechtspopulistische, eurosceptische overwinning. Nu alle stemmen zijn geteld zijn blijkt dat mee te vallen (of tegen te vallen – het is maar net waar je staat): de commentaren klagen nog slechts over de politieke fragmentatie die de broodnodige hervormingen van de Europese instellingen in de weg zou staan. 

Ter illustratie neme men het hoofdredactionele commentaar van afgelopen dinsdag in de enige Europese (elite)krant die er bestaat: de Financial Times. De eerste zin luidt dat als de verkiezingen een examen zouden zijn geweest, het Europese project het dan met de hakken over de sloot zou hebben gehaald. Met een opgeluchte verwijzing naar het prachtige gedicht van W. B. Yeats uit 1919, ‘The second coming’, constateert de hoofdredactie van FT dat het midden het gelukkig heeft gered. ‘Het pro-Europese midden heeft stand gehouden, hoewel de centrum-rechtse en centrum-linkse partijen die het lang voor het zeggen hadden in het Europese parlement, die positie nu moeten delen met de Groenen en de liberalen.’

Het stuk eindigt met de conclusie dat het geringe verlies van de middenpartijen desalniettemin geleid heeft tot versplintering van het politieke landschap. Daardoor is de kans dat er de komende vijf jaar daadwerkelijk stappen worden gezet richting verdere integratie, vrijwel verkeken – een constatering die de krant overduidelijk betreurt.

Het is tekenend voor waar de media staan: Europese integratie is een zegen; het heeft ons vrede, veiligheid en welvaart gebracht; een almaar hechtere unie is het vanzelfsprekende einddoel van de Europese geschiedenis. Al was het maar om de geopolitieke gevaren van een oprukkend Azië en een isolerend Amerika het hoofd te kunnen bieden.

Vrijwel eenstemmig reproduceren zij de standpunten van het establishment. Of althans, waar het de EU-landen met handelsoverschotten betreft. Daar — in Denemarken, Nederland, Zweden, Finland, Oostenrijk en Duitsland — hebben de rechts- en linkspopulistische eurosceptische partijen het beduidend slechter gedaan dan verwacht. Alternative für Deutschland heeft niet weten te kapitaliseren op de nationale discussie over Merkels ‘Wir schaffen das’ uit 2015 en de politieke en financiële kosten die dat met zich mee heeft gebracht; de partij bleef op elf procent steken. In Denemarken kwam de Deense Volkspartij uit op een soortgelijk percentage. In Nederland verloren de twee grootste eurosceptische partijen, de PVV en de SP, hun zetels. De winst van Forum voor Democratie bleef onderwijl beperkt tot drie zetels.

Zoals zo vaak in de geschiedenis hebben de verliezers beter door hoe de wereld werkt dan de winnaars

Maar: in de landen met de handelstekorten — neem Frankrijk, Italië, België en het Verenigd Koninkrijk — zijn de establishmentpartijen weggevaagd door rechts-populistische eurocritici. In Italië heeft de voorman van de Lega Nord, Matteo Salvini, meer dan een derde van de stemmen binnen geharkt. In Frankrijk heeft Le Pen slim gebruik gemaakt van de onvrede van de gele hesjes over het neoliberale beleid van Macron en zijn uitgesproken eurofiele En Marche tot tweede partij gedegradeerd. In het Verenigd Koninkrijk is Farage’s Brexit Party er ondanks het schrikbeeld van de Brexit in geslaagd met bijna éénderde van de stemmen de grootste partij te worden — en Labour en de Tories tot bijrollen te veroordelen.

Zoals zo vaak in de geschiedenis hebben de verliezers beter door hoe de wereld werkt dan de winnaars. Al was het maar omdat zij er een belang bij hebben om dat te doorgronden, terwijl de winnaars er alle belang bij hebben om dat te verhullen.

Wat mij betreft roept het belangrijke vragen op over de rol van de pers bij het beïnvloeden van de electorale opinie. Je mag namelijk verwachten dat kiezers stemmen op basis van hun weloverwogen belangen. Wat zij echter als hun belangen zien, hoeven niet noodzakelijkerwijs hun werkelijke belangen te zijn. Bij het in lijn krijgen (of het uit elkaar laten lopen) van gepercipieerde en werkelijke belangen, speelt het publieke debat en daarmee de pers een cruciale rol.

Wat ik nu ga zeggen is niet gebaseerd op onderzoek, maar is afkomstig uit tien jaar binnenlands en buitenlands ramptoerisme over de binnen- en buitenlandse puinhopen van de Grote Financiële Crisis van 2008. Door mijn oogharen kijkend naar de media die ik volg – naast Nederlandse kranten ook de Belgische, Duitse en Britse pers – lijkt het erop dat je in landen met een handelstekort een eerlijker beeld krijgt van de zogenaamde sociaaleconomische zegeningen van Europese integratie  dan in landen met een handelsoverschot. In ieder geval vind je in die landen op de opiniepagina’s een breder scala aan standpunten en is de afstand tussen de standpunten groter.

Een paar voorbeelden. Waar de Financial Times bij monde van stercolumnist Martin Wolf constant kritische kanttekeningen plaatste bij het begrotingsbeleid van Dijsselbloem en co, werd de loopjongen van Schäuble door Volkskrant-journalist Peeperkorn bijkans heilig verklaard. Waar Duitse kranten de schuld voor de eurocrisis vrijwel unaniem bij luie Grieken, Spanjaarden en Portugezen legden, kon je in het Verenigd Koninkrijk veel sympathie voor de Grieken vinden en een diepgevoelde afkeer van Teutoonse zelfgenoegzaamheid.

En waar in Nederland regeringsverklaringen over de economische groei gedachtenloos worden gereproduceerd en de verdeling van de groei nauwelijks aandacht krijgt, is er in het Verenigd Koninkrijk en België juist veel aandacht voor toenemende ongelijkheid en de crisis in de kosten van het levensonderhoud die voortdurende loonmatiging en lastenverzwaring voor de gewone man en vrouw hebben betekend.

Dit is een weerspiegeling van het fenomenale succes van VNO-NCW

Twee dagen voor de Europese Parlementsverkiezingen publiceerde de Britse Guardian een longread over de groeiende ongelijkheden in de eurozone, als gevolg van de onbezonnen wijze waarop de Europese Commissie de eurocrisis te lijf ging. Kom daar in Nederland maar eens om.

Uiteraard is er in de Duitse en Nederlandse pers ook aandacht voor belastingontwijking, groeiende ongelijkheid, en groeiende onzekerheid onder werkenden. Maar de berichtgeving daarover blijft toch vooral hangen in incidenten en anekdotes. Voor structurele analyses van de machtsverschuiving tussen kapitaal en arbeid moet je in België en het Verenigd Koninkrijk zijn.  

Wat mij betreft is dit een weerspiegeling van het fenomenale succes van organisaties als VNO-NCW (en zijn Duitse tegenhanger). Deze partijen zijn erin geslaagd de belangen van hun achterban tot nationaal belang te bombarderen, en hun wereldbeeld via jarenlange hersenspoeling ook tussen de oren van politiek en journaille te doen belanden. Omdat de Nederlandse exportsector veel baat heeft bij euro en Europese Unie, heeft heel Nederland er baat bij. De burger incluis.

Het is een redenering die in het licht van hoge economische groei en stagnerende besteedbare inkomens evident onjuist is, maar die, doordat zij in de Nederlandse media en in de Nederlandse politiek nauwelijks weerwoord krijgen, geen vertaling vindt in het kiesgedrag van Nederlandse burgers.

En dan krijg je dus dit: de enige links-populistische partij van Nederland die opkomt voor de portemonnee van de gewone man en vrouw, verdwijnt uit het Europese parlement. Daartegenover staat een winst van maar liefst zes zetels voor de Partij voor de Arbeid. Een partij die weliswaar schermt met sociaaldemocratische waarden, maar al sinds het aantreden van Paars-I in 1994 heeft aangetoond er geen been in te zien om diezelfde gewone man en vrouw te offeren op het altaar van het grootbedrijf. Een partij die ideologisch zo’n leeg vat is geworden, dat haar campagne was opgebouwd rond een als politicus vermomde Bekende Nederlander die in de praatprogramma’s lekker onweersproken zijn opportunisme mocht etaleren. Stem Frans Timmermans!

Als je echte linkse uitslagen wil, heb je een echte linkse pers nodig, en dan heb ik het niet over het faux gauche van de identiteitspolitiek. Nee, dan heb ik het over een pers die is geschoold in kritische politieke economie. En die dus niet meegaat met de juichverhalen van het kabinet en zijn paardenfluisteraars bij banken, CPB en ministeries over economische groei, maar de cijfers kritisch tegen het licht van de geleefde ervaringen van kiezers houdt. Zolang we die onvoldoende hebben, hebben VNO-NCW en haar politieke belangenbehartigers – van D66 tot Forum voor Democratie – niets te vrezen.