Chemours in Dordrecht.

Eén van de grootste milieuschandalen uit de geschiedenis maakt ook slachtoffers in Nederland. Lees meer

In de Verenigde Staten wordt de PFOA-vervuiling door het Amerikaanse chemiebedrijf DuPont omschreven als een van de grootste milieuschandalen ooit. Duizenden Amerikanen zijn ziek geworden door PFOA in hun bloed. Intussen hebben ook in Nederland claim-advocaten zich op de zaak gestort.

Follow the Money bracht in 2015 aan het licht dat er ook in Nederland sprake was van substantiële vervuiling rond de teflon-fabriek van DuPont in Dordrecht. Onze artikelen leidden tot Kamervragen en een groot onderzoek door het RIVM. Dat bevestigde onze analyse. Niet alleen werknemers, maar ook omwonenden in Dordrecht en Sliedrecht bleken jarenlang te zijn blootgesteld aan hoge concentraties PFOA, ook wel bekend als C8.

32 artikelen

In dit dossier onderzoeken we hoe vervuilende stoffen in de bodem terechtkomen, wie hier verantwoordelijk voor is en wie voor de kosten van sanering opdraait. Lees meer

Asbest, niet-biologisch afbreekbare PFAS, giftige metalen en andere schadelijke stoffen hopen zich op in onze grond en ons drinkwater. Voor veel gemeentes is verontreinigde grond een dure erfenis uit het verleden. Maar voor anderen kleeft aan diezelfde grond soms een lucratief verdienmodel.

In dit dossier onderzoeken wij hoe vervuilende stoffen in de bodem terechtkomen, wie hier verantwoordelijk voor is en wie voor de kosten van sanering opdraait.

43 artikelen

Chemours in Dordrecht. © Koen van Weel / ANP

Chemielobby zet vol in op ondermijning van Europees pfas-verbod

Europa wil alle pfas in één klap verbieden. Maar de lobby van chemiebedrijven komt daartegen in verzet: niet alle pfas zijn hetzelfde, de belangrijkste zouden veilig zijn. Dat klopt niet, zeggen wetenschappers.

Dit stuk in 1 minuut
  • Een rechter in Antwerpen veroordeelde chemieconcern 3M eerder deze week tot het betalen van een voorlopige schadevergoeding van 2000 euro aan een gezin met ‘abnormaal hoge’ pfas-waarden in het bloed. Dit bedrag loopt op wanneer bij de ouders of hun kinderen meer (gezondheids)schade wordt vastgesteld. Het gezin woont op een kilometer afstand van de 3M-fabriek in het Belgische Zwijndrecht. Volgens VRT NWS verwacht de advocaat van het gezin meer zaken: ‘Het hek is van de dam voor de duizenden omwonenden.’
  • Het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) werkt samen met de gezondheidsinstituten van vijf Europese landen (Nederland, Duitsland, Noorwegen, Zweden en Denemarken) aan een verbod op productie en gebruik van alle soorten pfas – met uitzondering van de stoffen die noodzakelijk zijn voor bijvoorbeeld computerchips en medische apparatuur.
  • De gezamenlijke producenten van pfas lobbyen intussen voor een veel bredere uitzonderingsregel. Zij willen dat het verbod níet gaat gelden voor de in economische zin belangrijkste groep pfas: de fluorpolymeren die we allemaal kennen van anti-aanbakpannen en regenkleding.
Lees verder

Nog nooit eerder is het gedaan: in één klap zoveel chemische stoffen verbieden. In februari kwam het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) namens de Nederlandse regering met het voorstel om álle pfas in de ban te doen. In een keer, om te voorkomen dat fabrikanten de ene soort zullen vervangen door een andere.

Pfas zijn per- en polyfluoralkylstoffen, chemische substanties die in veel verschillende producten zitten vanwege hun water- en vetafstotende eigenschappen. Omdat ze allemaal persistent zijn – niet afbreken in het milieu en daar voor altijd aanwezig blijven – zijn ze een groot probleem voor de leefomgeving. Veel pfas hopen zich ook op in het lichaam, zijn mogelijk kankerverwekkend en veroorzaken schade aan het immuunsysteem.

Om die reden moet de Europese Unie deze hele familie van fluor-koolstofverbindingen vrijwel volledig verbieden, vindt de Nederlandse overheid. Het RIVM zorgde voor de wetenschappelijke onderbouwing van het voorstel voor een verbod, in samenwerking met de gezondheidsinstituten van Duitsland, Noorwegen, Zweden en Denemarken.

Pfas zijn volgens Chemours onmisbaar als bouwsteen in een transitie naar een duurzame wereld

Een historische stap, zegt Richard Luit, beleidsadviseur bij het RIVM. ‘Het is de eerste keer dat we dit zo grootschalig aanpakken.’ Duizenden chemicaliën vallen onder het voorgestelde verbod – het zogeheten restrictievoorstel – dat op zijn vroegst per 2026 moet ingaan.

Die breedheid komt mede voort uit angst voor wat het RIVM een regrettable substitution of ‘betreurenswaardige vervanging’ noemt. ‘Als je één gevaarlijk molecuul verbiedt, dan stapt de industrie gewoon over naar een vergelijkbaar molecuul, dat later ook schadelijk blijkt,’ zegt Luit. 

Dat gebeurde eerder. Nadat de eerste generatie pfas gevaarlijk bleek voor de gezondheid verving producent Chemours in Dordrecht de verboden pfoa door de zogenoemde GenX-technologie. Later werd duidelijk dat die stoffen opleverde die net zo goed schadelijk of kankerverwekkend kunnen zijn.

Uitzondering

Nu een totaalverbod in de lucht hangt, lobbyt de chemische industrie voor de uitzondering van één soort pfas: fluorpolymeren. 

Deze stoffen, een soort plastics, zijn de pfas die consumenten het beste kennen, zoals Teflon. Economisch gezien vormen fluorpolymeren een van de grootste groepen pfas. Ze worden gebruikt in talloze producten, naast pannen met anti-aanbaklaag ook in batterijen, computerchips, isolatiematerialen voor kabels, en medische apparaten. Onmisbaar voor onze moderne manier van leven en, zegt Chemours, onmisbaar als bouwsteen in een transitie naar een duurzame wereld.

De Fluoropolymer Product Group, de brancheorganisatie van de producenten, stuurde begin januari een brief naar de vijf Europese landen waarin ze een uitzondering eisen voor fluorpolymeren. 

Denise Dignam, topvrouw bij Chemours, dreigde in de Vlaamse krant De Tijd dat het chemieconcern uit Europa vertrekt als het verbod in 2026 in zijn volledigheid ingaat. ‘Je kan niet investeren in dingen die niet toegelaten zijn.’

Overgangsperiode

Fluorpolymeren vallen onder de pfas-definitie van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De Europese gezondheidsinstituten houden in hun voorstel voor een verbod die brede definitie aan. Het RIVM heeft voor producten waarvoor fluorpolymeren echt noodzakelijk zijn, zoals medische apparaten en computerchips, wel een uitzondering opgenomen: een overgangsperiode van twaalf jaar. 

Voor veel andere toepassingen is er volgens het instituut al een alternatief, of moet de ontwikkeling daarvan snel gaan. Over het algemeen geldt voor de gezondheidsinstituten: fluorpolymeren zijn net als alle andere pfas persistent en moeten daarom verboden worden. 

Maar dat is volgens Jean-Philippe Montfort, in Brussel een van de bekendste advocaten en juridisch adviseurs van de chemische industrie, ‘een simplificatie’. Montfort, partner bij advocatenkantoor Mayer Brown, wil niet zeggen welke bedrijven hij bijstaat, alleen dat het er ‘meerdere in de gehele keten’ zijn. In de Verenigde Staten vertegenwoordigt zijn kantoor de Amerikaanse multinational 3M in rechtszaken rond pfas. 

De chemische industrie gaf jarenlang meer geld uit aan lobbyen dan elke andere sector

‘Fluorpolymeren vormen geen onaanvaardbaar risico,’ zegt Montfort. ‘Dat criterium is volgens Europese wetgeving wel noodzakelijk om tot een verbod te komen.’ De vraag is dus of dat stand kan houden. 

Anna Lennquist, toxicoloog bij de Zweedse organisatie ChemSec die zich inzet voor een strikt verbod, noemt dit een van de grote discussiepunten. ‘Wat ons betreft is het gevaar helder, zeker met het oog op persistentie. Er is geen goede reden om fluorpolymeren uit te zonderen.’

De chemische industrie is in Europa een machtige speler met diepe zakken. Jarenlang gaf de sector meer geld uit aan lobbyen dan elke andere bedrijfstak. Industrieclub PlasticsEurope, waaronder ook de brancheorganisatie van fluorpolymeerproducenten valt, heeft volgens het Europese transparantieregister een jaarlijks budget van tussen de 3,5 en 4 miljoen euro om te lobbyen.

Fluorpolymeren zijn niet als andere pfas, betoogt de chemische lobby. Deze plastics zouden volgens haar niet giftig zijn en niet afbreken tot giftige stoffen. Omdat de stoffen ‘inert’ zijn, dus niet reageren op andere substanties, zouden ze veilig zijn. Op een persconferentie in februari zei Nicolas Robin van de Fluoropolymer Products Group dat de nu voorgestelde restrictie voortkomt uit ‘emotie, niet uit wetenschap’.

Gevaren

Wetenschappers, het RIVM en milieuorganisaties spreken die argumenten tegen. Ten eerste is Teflon helemaal niet zo onschadelijk als de industrie zegt, aldus milieuchemicus en pfas-expert Jacob de Boer. ‘Het is inderdaad normaal gesproken niet toxisch. Maar bij hoge temperaturen, bijvoorbeeld als je een lege Teflon-pan te lang op een hoog vuur laat staan, komen er giftige dampen vrij.’ 

Je kunt van consumenten niet verwachten dat ze producten altijd op de ‘veilige’ manier gebruiken, zegt toxicoloog Lennquist. Bovendien ‘lekken’ producten met fluorpolymeren. Uit anti-aanbakpannen kunnen bijvoorbeeld andere pfas-soorten vrijkomen, schreven onderzoekers in 2020 in het wetenschappelijke tijdschrift Environmental Science and Technology.

‘De productie van fluorpolymeren is een van de grootste bronnen van pfas-vervuiling’

Martin Scheringer, coördinator van de denktank Global PFAS Science Panel en milieuchemicus aan het technologie-instituut ETH in Zürich, wijst erop dat ‘fluorpolymeren niet uit de hemel komen vallen’. Bij de productie komen veel schadelijke stoffen uit de schoorsteen. 

En dat is nu net het probleem, zegt ook pfas-expert De Boer. Zo bleek uit onderzoek van The Investigative Desk voor NRC dat de Chemours-fabriek in Dordrecht, waar deze stoffen worden gemaakt, volgens de vergunning van de provincie Zuid-Holland en de Dienst centraal milieubeheer Rijnmond (DCMR) bijna 60.000 kilo pfas mag uitstoten. 

Stoffen die al jaren problematisch zijn voor het milieu en de gezondheid zijn de bouwstenen voor wat de industrie omschrijft als ‘veilige’ stoffen. De productie van fluorpolymeren is volgens Scheringer een van de grootste bronnen van pfas-vervuiling in het milieu. ‘Dus het is nogal belachelijk dat we dat zouden moeten negeren omdat het materiaal zelf inert is.’

Pfas-loze productie

De industrie brengt daar tegenin de stoffen binnen enkele jaren te kunnen produceren zónder veel uitstoot van gevaarlijke pfas. 

Chemours moet vanaf 2030 zijn uitstoot met 99 procent terugbrengen. Maar dan blijft er nog bijna 2000 kilo uitstoot pfas over. Terwijl elke kilo pfas er een te veel is, volgens milieuchemicus Scheringer. Chemours zegt dat een emissie van nul onmogelijk is. 

Bovendien leveren fluorpolymeren ook problemen op in de eindfase van het product. ‘Omdat ze niet afbreken, gaan ze nooit meer weg uit het milieu,’ zegt Scheringer. ‘Daarom dragen ze bij aan het plastic-probleem.’ Uit onderzoek blijkt ook dat de stoffen afbreken tot kleine brokjes: microplastics, maar dan van pfas. Die brokjes worden zelfs gevonden in het sediment op de bodem van Noordelijke IJszee.

In Nederland belanden de meeste producten bij het gewone afval. Teflon-materialen worden niet apart gerecycled. Afvalcentrales verbranden op een temperatuur die niet hoog genoeg is om fluorpolymeren veilig af te breken. Daar komen mogelijk ook weer giftige pfas bij vrij, die in het milieu eindigen. 

De industrie zegt dat de verbranding van fluorpolymeren veilig kan, mits de correcte technieken gebruikt worden. Het probleem is dat dat te vaak niet gebeurt, waarschuwt het RIVM.

Richard Luit, RIVM

Het doel is om weg te gaan van de fluorchemie

Zo bleek ook uit onderzoek van het televisieprogramma Zembla dat het Vlaamse bedrijf Indaver, dat onder meer afvalstromen van Chemours verwerkt, gevaarlijke pfas uitstootte. Ook afvalverwerker ATM in Moerdijk stoot nog pfas uit. 

Veel is nog onduidelijk over de afvalfase, omdat er weinig onderzoek is gedaan. Maar het RIVM zegt zich er ‘grote zorgen’ over te maken. ‘De industrie is ook verantwoordelijk voor de eindfase van haar producten.’

De volgens Richard Luit ‘uitdagende’ discussie over de uitzondering voor fluorpolymeren wordt de komende maanden gevoerd bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen. Daar kijken werkgroepen naar de risico’s en sociaaleconomische effecten van een pfas-verbod, waarbij ook de industrie input levert. Daarna zullen in Brussel de Europese Commissie en de lidstaten zich over het voorstel buigen en een besluit nemen. 

De vraag is wie de industrie zal weten te overtuigen. Een succesvolle lobby voor uitzondering van de categorie fluorpolymeren zal in ieder geval de ambitie van het voorstel onderuit halen. ‘Het doel is om weg te gaan van de fluorchemie en een transitie in te zetten naar veilige alternatieven,’ zegt Luit. ‘Daarvoor moet je de héle groep verbieden.’

Het Forever Pollution Project

De auteur is lid van The Investigative Desk, een groep onderzoeksjournalisten die wordt gefinancierd uit donaties, subsidies, beurzen en honoraria. Geldschieters hebben geen rol bij of inhoudelijke invloed op onderzoek of publicaties (www.investigativedesk.com).

Het Forever Pollution Project, dat het Europese pfas-probleem in kaart brengt, is ontwikkeld door The Investigative Desk in samenwerking met journalisten van Le Monde (Frankrijk); Süddeutsche Zeitung, NDR, WDR (Duitsland); online tijdschrift Radar Magazine (Italië), Arena for Journalism (Europa) en andere media. 

Deze publicatie en het project zijn mede tot stand gekomen met financiële steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten, het Lira Auteursfonds Reprorecht, Journalismfund Europe en het fonds Investigative Journalism for Europe (IJ4EU).

Lees verder Inklappen