Een goed gesprek over de Europese Unie komt maar niet van de grond. Follow the Money wil daar verandering in brengen. Samen met jou. Wat willen we met Europa? Dit dossier is een eerste aanzet voor een gesprek over een andere Europese Unie. Lees meer

Iedereen heeft er een mening over, maar een echt gesprek over de Europese Unie wordt nauwelijks gevoerd. En dat is jammer, want het voortbestaan van de Unie is niet zo vanzelfsprekend als het ooit was. Niet alleen de eenheidsmunt euro wankelt, het hele Europese project zelf dreigt als een kaartenhuis ineen te zakken. Het uiteenvallen van de EU zou enorme gevolgen voor elke Nederlander – en elke Europese burger – hebben. Die angst lijkt politici en beleidsmakers te verlammen. Discussies over de EU worden doodgeslagen met  apocalyptische visioenen, van zowel voor- als tegenstanders. 

Tegelijk is het duidelijk dat dit niet het Europa is waarvan gedroomd werd. Europese samenwerking blijkt in de praktijk vaak een ondoorzichtig spel van lobby's en achterkamertjespolitiek. De parlementaire controle daarop is gebrekkig. 'Brussel' is bijna synoniem geworden met bureacratie, spilzucht, gesjoemel, bemoeizucht, zelfverrijking en zelfs corruptie. 

Bij veel burgers in alle lidstaten leeft het gevoel dat de voordelen van de Unie niet langer opwegen tegen de nadelen. Dat zij in wezen niet zoveel aan de EU hebben en dat het een moloch is die over hun identitieit heenwalst. Een Unie die de economische voordelen vooral sluist naar grote ondernemingen. 'Een verzorgingsstaat voor multinationals', zoals onze columnist Christiaan Vos dat noemde.

Is het mogelijk om de EU op zo'n manier te hervormen dat niet grote, multinationale ondernemingen het meest profiteren van de Europese samenwerking –  maar de Unie de belangen van de Europese burger dient? Zo ja, hoe dan? En zo nee, hoe gaan we dan wél verder? Daarover willen we op Follow the Money samen met jou een constructief gesprek voeren. We willen dat doen met behulp van ons panel Europa, wat nu? Op die plek zullen we je onder meer vragen stellen en kunnen we het gesprek met elkaar voeren.

54 artikelen

Meer integratie betekent de ondergang van de eurozone

De euro bevindt zich in een existentiële crisis en de vraag wat er moet gebeuren om de eenheidsmunt te redden dringt zich dan ook steeds sterker op. Velen, onder wie Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz, pleiten voor verdere integratie van de eurozone. Edin Mujagic ziet echter verontrustende parallellen met zijn geboorteland Joegoslavië. Een waarschuwing uit het recente Europese verleden.

In mijn vorige column van zette ik uiteen waarom Joseph Stiglitz er in mijn optiek naast zit met zijn conclusie dat de euro alleen te redden is als de eurozone verder integreert. In het kort komt het erop neer dat voor een goed functionerende begrotingsunie enkele basisafspraken nodig zijn en dat de leden van zo’n unie zich aan die afspraken moeten houden. Doen ze dat niet, dan moet het centrum van de macht kunnen en willen optreden tegen de zondaars. In theorie is dat binnen de eurozone natuurlijk mogelijk. We hebben het dan echter wel over dezelfde landen die óók allerlei afspraken hebben gemaakt bij invoering van de euro om zich daar vervolgens veel vaker niet dan wel aan te houden, terwijl Brussel al die tijd deed alsof er niets aan de hand was.

Voor een goed functionerende begrotingsunie zijn basisafspraken nodig waar iedereen zich aan moet houden

Ook de voorzitters van de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Eurogroep, presidenten van de Europese Raad en de Europese Centrale Bank en veel economen vertellen al lange tijd dat verdere integratie (lees: een begrotingsunie in de eurozone) noodzakelijk is om de euro voor eeuwig levensvatbaar te maken. In dit vervolgartikel zal ik echter betogen dat verdere integratie in de eurozone niet alleen het verkeerde middel is, maar bovendien kan leiden tot de uitkomst die Stiglitz, Juncker, Draghi, Dijsselbloem, Tusk en vele anderen er juist mee willen voorkomen: het uiteenvallen van de eurozone.

Federalisatie

Zoals ik eerder heb geschreven, heb ik in mijn leven een soortgelijke crisis als de eurocrisis meegemaakt, inclusief de pogingen om die crisis te bezweren. Mijn geboorteland Joegoslavië was een federatie van zes soevereine republieken, die eind jaren ’80 in grote financiële en economische problemen kwam. In tegenstelling tot wat velen denken, zijn de problemen in Joegoslavië in de jaren ’90 niet alleen voortgekomen uit het feit dat de verschillende bevolkingsgrepen elkaar haatten. Financieel-economische problemen vormden het begin van het einde van Joegoslavië.

De relatief rijke noordelijke deelstaten Slovenië en Kroatië eisten veranderingen. Ze wilden meer autonomie voor de deelstaten, economische veranderingen en veranderingen op het gebied van de begroting. Joegoslavië was namelijk een begrotingsunie, en via de federale begroting vloeide decennialang veel geld uit het rijke noorden naar het straatarme zuiden (noord tegen zuid, dat klinkt bekend). Helpen deed het echter niet. Het zuiden bleef arm ondanks de enorme ontwikkelingshulp binnen de Joegoslavische federatie. Vandaar dat Slovenië en Kroatië een andere aanpak wilden.

Dé oplossing voor de crisis was volgens Belgrado dat de federatie nog sterker moest worden

Belgrado, de Joegoslavische evenknie van Brussel, voelde daar echter niets voor. Sterker nog, dé oplossing voor de crisis was volgens Belgrado dat de federatie nog sterker moest worden door de autonomie van de deelstaten in te perken. Daarmee negeerde de regering de wil van de bevolking in de verschillende deelrepublieken om juist de andere kant op te roeien en het verzet tegen verdere centralisatie. Toen het de bevolking in de deelstaten duidelijk werd dat Belgrado niet wenste te luisteren, koos de ene na de andere lidstaat ervoor de Joegoslavische federatie dan maar te verlaten. Men wist dat de kosten hoog zouden zijn, maar het opblazen van de Joegoslavische unie viel te prefereren boven ongewenste totale federalisatie.

Strategisch terugtrekken

Kijkend naar de situatie in de eurozone van de afgelopen jaren zie ik parallellen met ex-Joegoslavië eind jaren ’80 en begin jaren ’90. Net als destijds in Joegoslavië, kiezen ook in de Europese muntunie veel lidstaten én Brussel ervoor om de economie niet te hervormen, maar in plaats daarvan de easy way out te nemen: het aanzetten van de geldpersen. Net als destijds in Joegoslavië worden de wensen van de lidstaten genegeerd en wordt samenwerking op allerlei gebieden doorgedrukt tegen de wensen van de bevolking in. Net als in Joegoslavië, ziet de politieke elite in de eurozone de vlucht naar voren als enige oplossing. De kans is groot dat die keuzes, net als in Joegoslavië destijds, juist het uiteenvallen van de eurozone tot gevolg zullen hebben — ironisch genoeg precies datgene wat men wil voorkomen.

Net als destijds in Joegoslavië kiezen ook in de Europese muntunie veel lidstaten én Brussel ervoor om de economie niet te hervormen

Als iemand die het beste voor heeft met Nederland én Europa doet dat vooruitzicht mij pijn. Samenwerking in Europa is broodnodig, in deze sterk geglobaliseerde wereld misschien wel meer dan ooit tevoren. En ja, dat betekent dat er gebieden zijn waarin die samenwerking veel verder zal moeten gaan, maar het betekent ook dat er gebieden zijn waar terugtrekking juist nodig is. Net als de beste generaals weten dat om een oorlog (in ons geval crisis) te winnen een strategische terugtrekking soms nodig is en artsen weten dat om iemands leven de redden een amputatie soms nodig is (de eurozone zou zonder Griekenland bijvoorbeeld een veel stabielere en goedkopere muntunie zijn) moet de euro-integratie worden gestopt om een kans te maken de euro te redden. Een begrotingsunie is in dat verband wel het laatste waaraan we nu behoefte hebben.

Gaat men echter door met het pushen en implementeren van een begrotingsunie in de eurozone terwijl de bevolking er niet op zit te wachten en er steeds meer weerstand tegen ontwikkelt, dan is het wachten op de dag dat een euroland zich terugtrekt en de muntunie in elkaar stort, ondanks de hoge kosten ervan op de korte termijn. Liever een pijnlijk einde dan pijn zonder einde, zeg maar.

De verkeerde weg

Tijdens het jaarcongres van de Joegoslavische Communistische Partij in 1988 ging op een gegeven moment Vinko Hafner, een lid van de Sloveense delegatie, achter de microfoon staan. Staand tegenover tientallen afgevaardigden uit alle deelstaten van de federatie, richtte hij zich tot één van hen, Slobodan Milosevic, de machtige leider van de delegatie uit deelrepubliek Servië. ‘Kameraad Slobodan, u bent de verkeerde weg ingeslagen, uw voorstellen zullen Joegoslavië vernietigen,’ zei Hafner. Milosevic was een groot voorstander van minder autonomie voor de deelstaten en van een nog sterker centrum. Ik parafraseer Hafner graag en zeg: ‘Dames en heren eurozone-politici en -beleidsmakers, u bent de verkeerde weg ingeslagen. Uw voorstellen om veel verder te integreren zullen de eurozone niet redden maar vernietigen.’

‘Kameraad Slobodan, u bent de verkeerde weg ingeslagen, uw voorstellen zullen Joegoslavië vernietigen’

Ik behoor niet tot diegenen die zouden jubelen als de Europese samenwerking crasht.  Als econoom ben ik een groot voorstander van een gemeenschappelijke munt en economische samenwerking in Europa omdat die, mits goed uitgevoerd, voordelig voor allen zouden zijn. Het is daarom dat ik zeer kritisch ben over de euro in al zijn facetten, van het beleid erachter tot de set-up van de muntunie en de verdere plannen ermee. Ik ben zeer kritisch, níet omdat ik tegen een gemeenschappelijke munt en economische samenwerking ben maar juist omdat ik ervoor ben.

Als de gemeenschappelijke munt in Europa ergens aan ten onder gaat, dan zal dat níet zijn aan het anti-eurosentiment maar aan het stelselmatig negeren van wat veel inwoners van de eurozone willen. Dat anti-eurosentiment komt namelijk niet uit de lucht vallen maar heeft, zoals alles, een oorzaak. En als de euro ten onder gaat, met waarschijnlijk gevolgen voor de Europese samenwerking op andere gebieden, dan bestaat er het gevaar dat de komende 50 jaar geen Europese politicus het aan zal durven om ook maar iets voor te stellen wat op een gezamenlijke munt lijkt. Persoonlijk zou ik dat betreuren. Een gemeenschappelijke munt, mits goed uitgevoerd, brengt enorme voordelen met zich mee. Ik ben ervan overtuigd dat deze eerste uitvoering ervan, de euro, niet meer levensvatbaar te maken is. Maar ik zie liever dat, met dat in het achterhoofd, een nieuwe poging wordt ondernomen (daarover meer in een volgende bijdrage) dan dat het project in elkaar stort.