Maidanplein in Kiev

Maidanplein in Kiev © MW2015

Hoe staat het met de mensenrechten in Oekraïne?

4 Connecties

Relaties

Europa Mensenrechten

Locaties

Oekraïne

Werkvelden

Politiek
73 Bijdragen

Lange tijd was het associatieakkoord ‘slechts een handelsverdrag,’ maar nu de PvdA, D66 en GroenLinks zich in de campagne rond het referendum mengen, komt er steeds meer nadruk op de politieke delen van het associatieverdrag. Bovenal zou het akkoord de democratie en de mensenrechten van Oekraïeners bevorderen. Het politieke gedeelte van het verdrag waaronder deze thema's vallen is al ondertekend in maart 2014. Iets meer dan twee jaar later stellen we daarom de vraag: Hoe staat het ervoor met de mensenrechtensituatie in Oekraïne?

'Ondanks dat ze me een spion van Poetin zullen noemen, zal ik aan iedereen die het horen wil zeggen dat ik weiger om voor het (Oekraïense) leger gemobiliseerd te worden en ik roep iedereen op om hetzelfde te doen. Ik ga liever de cel in dan dat ik mijn landgenoten moet doden. Aan deze hel (de oorlog in Donbas) moet een einde komen.’ Een maand nadat de Oekraïense journalist Ruslan Kotsaba deze uitspraken deed en online zette, werd hij gearresteerd. In februari 2015 wordt hij door de Oekraïense autoriteiten vastgezet wegens ‘landverraad’. Ruim een jaar later, zit Kotsaba nog altijd in de cel en hangt hem een mogelijke celstraf van 15 jaar boven het hoofd.

Rondom de arrestatie van Ruslan Kotsaba was het relatief stil. Iets wat volgens Volodymyr Chemerys ten tijde van Janoekovitsj ondenkbaar zou zijn geweest. ‘Een jaar lang een journalist vasthouden zou toen zeker hebben geleid tot verzet hiertegen vanuit de Oekraïense bevolking.’ De 53 jaar oude Chemerys is een mensenrechtenactivist van het eerste uur. Al in de jaren tachtig was hij politiek actief als mede-oprichter van de Oekraïense Helsinki Unie, een van de eerste perestrojka-organisaties in het land die opkwam voor onafhankelijkheid van Rusland. In Oekraïne staat Chemerys het beste bekend als één van de informele leiders achter het ‘Oekraïne zonder Kuchma’ protest in 2000 en 2001. Destijds trokken tienduizenden mensen naar het Maidanplein om het vertrek van president Kuchma te eisen, nadat aan het licht was gekomen dat hij mogelijk het bevel had gegeven voor de moord op onderzoeksjournalist Georgiy Gongadze.

Volodymyr Chemerys

We moeten concluderen dat de mensenrechtensituatie in Oekraïne, na de Euromaidan-revolutie, ontzettend is verslechterd

‘We moeten concluderen dat de mensenrechtensituatie in Oekraïne, na de Euromaidan-revolutie, ontzettend is verslechterd,’ aldus Chemerys. ‘In augustus 2014 zagen we hier al de eerste tekenen van. Het begon met een nieuwe wet die het mogelijk maakte om mensen dertig dagen in voorarrest te houden. Terwijl de Oekraïense grondwet heel duidelijk stelt dat een arrestant zonder aanklacht niet langer mag worden vastgehouden dan 72 uur’.

Daarna, in 2015, werd een serie ‘decommuniseringswetten’ aangenomen. Hierin zijn onder meer een verbod opgenomen op het tonen van communistische symbolen en het openlijk uiten van communistische sympathieën. De regering van Oekraïne liet er geen gras over groeien en gebruikte deze wet vrijwel direct om drie communistische partijen deelname aan de volgende verkiezingen te ontzeggen. ‘Los van wat je vindt van het communisme is deze wet in strijd met het Europees Verdrag voor de rechten van de mens’ zegt Chemerys met ernst. ‘Waaronder het recht op associatie en vrijheid van meningsuiting.’ Zijn zorgen over deze wet worden gedeeld de Verenigde Naties en de OVSE en mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International.

‘Als gevolg van de wet zijn meerdere mensen op basis van hun politieke overtuigingen achter de tralies beland. Mensen zoals Alexander Bondarchuk, een prominente communist, die werd gearresteerd voor het verspreiden van artikelen en kranten die kritisch waren tegenover het regeringsbeleid. Mensen zoals Kotsaba. En er zijn vele andere voorbeelden’, aldus Chemerys. ‘We zijn bezig om een lijst samen te stellen met de namen van alle gewetensgevangenen. Maar het achterhalen van hun identiteit is een moeilijk proces. Vaak vermeldt de media enkel dát er een persoon gearresteerd is voor kritische uitlatingen. Dan begint onze zoektocht naar hun naam en de plaats waar ze gevangen worden gehouden.’

‘Er staan nu al 110 mensen op de lijst’. Chemerys staart even naar zijn lege kop koffie. ‘Het ergste is nog dat deze mensen in de Oekraïense media niet worden gezien als politieke dissidenten. Die eer is alleen voorbehouden aan extreemrechtse gevangenen. Maar die zijn niet opgepakt vanwege hun extreemrechtse gedachtegoed, maar vanwege hun gewelddadige acties; zoals het gooien van een granaat bij een protest bij het parlement (waarbij één dode viel) en de moord op de pro-Russische journalist Oles Buzyna. Dat is een wezenlijk verschil.’

In toenemende mate hebben mensenrechtenactivisten last van extreemrechtse groepen die publieke bijeenkomsten of protestacties verstoren

In toenemende mate hebben mensenrechtenactivisten last van extreemrechtse groepen die publieke bijeenkomsten of protestacties verstoren. Chemerys vertelt over een demonstratie tegen de stijgende prijzen van het openbaar vervoer in Odessa die compleet omsingeld werd door leden van de extreemrechtse organisaties Oberig en Automaidan. Ook de jaarlijkse herdenking afgelopen januari van de Russische mensenrechtenactivisten Stanislav Markelov en Anastasia Baburova in Kiev werd belaagd door meer dan vijftig leden van het omstreden Azov-bataljon. Chemerys: ‘De politieagenten stonden er gewoon naar te kijken. Veel van de aanwezige mensen durven nu uit angst niet langer de straat op.’ De toenemende en selectieve repressie door de overheid, in combinatie met een sterke aanwezigheid van extreemrechtse groeperingen maakt het moeilijk om een tegengeluid te organiseren.

Toenemende repressie

Uit onderzoek van het Center for Social and Labour research blijkt dat de voorbeelden die Chemerys aanhaalt onderdeel zijn van een trend. In 2009 begon dit instituut met het monitoren van protesten van de Oekraïense bevolking, met als resultaat een gigantische database waarin bijna 40.000 unieke protestactiviteiten zijn opgenomen. Naast informatie over de aard, grootte, duur en locatie zijn ook gegevens opgenomen over de reactie op de protesten. Deze reacties zijn gecodeerd als 'positief', bijvoorbeeld een verandering in wetgeving of het stopzetten van een ontwikkelingsproject, of 'negatief', zoals arrestaties, vervolging en andere vormen van repressie door de overheid en andere groepen.

De laatste rapportage over de periode april tot en met augustus 2015 laat zien dat er onder het nieuwe bewind meer repressie is tegen protesten dan in 2013, het laatste volle jaar dat Janoekovitsj aan de macht was. Het percentage van protesten waarop negatieve reacties volgden steeg over de gehele linie van 20 naar 52 procent. Reacties op protesten met een sociaaleconomisch karakter, bijvoorbeeld tegen stijgende tarieven of van ontevreden werknemers nam toe van 11 procent in 2013 naar 15 procent in 2015. Wanneer dergelijke protesten gecombineerd werden met kritiek op het politieke leiderschap — dus een demonstratie tegen een tariefstijging én de (lokale) machthebbers — verdubbelde het percentage protesten dat te maken kreeg met repressie.

Daarnaast is de repressie selectief. Dat blijkt als je de mate van de repressie door de overheid afzet tegen de hoeveelheid protesten met een gewelddadig karakter — waarbij je min of meer verwacht dat een overheid optreedt. Bijna twee derde van de anti-communistische protesten waren gewelddadig en in een kwart van de gevallen trad de politie op. Ter vergelijking waren 8 procent van de sociaaleconomische protesten gewelddadig en had 15 procent van de acties te maken met bepaalde vorm van repressie. Het meest extreme voorbeeld uit de database is de repressie van pro-separatische en federalistische protesten. Deze protesten gaan over een belangrijk onderdeel van de Minsk II-vredesovereenkomst dat moet leiden tot grondwettelijke garanties van zelfbestuur voor de oostelijke regio’s en waarvan de implementatie door de Oekraïense overheid keer op keer wordt uitgesteld: Een verbluffende 568 negatieve reacties (arrestaties, vervolgingen etc) per 100 protesten.

Wat de database laat zien is dat de ruimte voor afwijkende meningen en kritiek in de afgelopen jaren bepaald niet is toegenomen. Een ongemakkelijke boodschap die weinig populair is in Oekraïne. Volodymyr Ishchenko, een van de initiatiefnemers van het aanleggen van deze database vertelt hierover: ‘voor Maidan werd onze data altijd opgepikt door de media. Als we een persconferentie hadden stonden er een dag later wel honderd vermeldingen in de kranten, “protesten nemen toe” en dergelijke. Maar nu we kritische dingen zeggen over de nieuwe regering in Oekraïne wordt het over het algemeen helemaal niet opgepikt.’

'Als we nu kritische dingen zeggen over de nieuwe regering in Oekraïne wordt het over het algemeen helemaal niet opgepikt'

Ishchenko, werkzaam als lector sociologie bij het Polytechnische Instituut in Kiev, wijst er op dat het karakter van de protesten in Oekraïne door de jaren heen verandert. Waar het bij de Maidan-protesten vooral draaide om sociaaleconomische zaken, mobiliseerden mensen zich na de val van Janoekovitsj vaker voor een verenigd Oekraïne, ten behoeve van het leger en tegen Rusland (in de database gecodeerd als ‘ideologische protesten’) . Deze golf van nationalistische protesten duurde tot het einde van 2014, waarna ze licht afnamen. De reden hiervoor is volgens Ishchenko de slechte stand van de economie, ‘mensen begonnen toen duidelijk te zien dat ze niet de hervormingen kregen die ze verwachten, zoals stijgende lonen, een sterke munt, lagere inflatie, banen, dat soort dingen. Nu zijn sociaaleconomische protesten weer in opkomst, die dus precies gaan over dit soort materiële dingen.’

De protesten zijn, zeker vergeleken met Maidan een stuk kleiner dan voorheen, maar krijgen met meer repressie te maken. Volgens Ishchenko heeft dit alles te maken met het feit dat er georganiseerd moet worden binnen de context van oorlog. Iedereen die zich nu niet achter de regering schaart wordt al snel uitgemaakt voor ‘Kremlin-marionet’. Er vindt daarom volgens Ishchenko veel zelfcensuur plaats bij mensenrechtenactivisten. ‘De reactie verschilt van persoon tot persoon. Sommigen zijn a-politiek geworden en zeggen gewoon helemaal niets meer. Veel anderen zijn de naam mensenrechtenactivist niet meer waard en zijn eerder nationalistische activisten geworden.'

Veelzeggend is volgens Ishchenko de reactie op een recent uitgebrachte documentaire over extreemrechts in Oekraïne van de Franse onderzoeksjournalist Paul Moreira. ‘Nog voordat de documentaire was vertoond schreef een invloedrijke mensenrechtenorganisatie (de Karkhov Human Rights Group) al een kritiek en riepen ze op tot een boycot van uitzending. Mensenrechtenactivisten die oproepen tot censuur..’, Ishchenko vindt het zichtbaar moeilijk om te geloven. Ook de Oekraïense ambassade in Frankrijk kwam in het verweer en tegen de vertoning van de documentaire. Een petitie tegen de film werd ondertekend door tienduizenden Oekraïeners.

De oorlog in het oosten wordt soms op een volstrekt misplaatste manier aangehaald om boodschappen die niet bevallen geen kans te geven om gehoord te worden. Zo zei de burgemeester van Kiev, Vitali Klitschko de voormalig bokser die onlangs bij RTL Late Night mocht aanschuiven, in een poging om net als een jaar eerder een LHBT-mars in Kiev tegen te houden: 'Vandaag, terwijl de oorlog in het oosten van Oekraïne verder gaat, is het verkeerd om een massa-evenement te houden dat gemengd zal worden ontvangen in de samenleving. We hebben één vijand: militaire agressie in het oosten. Daarom vraag ik iedereen om de vijand niet in de kaart te spelen.' Zijn poging om de LHBT-gemeenschap nog even in de kast te houden totdat alles in Oekraine weer oké is strandde gelukkig, deels met dank aan een interventie van Poroshenko.

Oorlog

In het conflictgebied en daaromheen vinden de meeste mensenrechtenschendingen plaats. Het laatste rapport van de mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties uit maart 2016 is een ontluisterende opsomming van misdaden en schendingen die door beide partijen worden begaan. Zowel de Oekraïense nationale veiligheidsdiensten als de rebellen maken zich onder meer schuldig aan marteling, bedreiging, aanranding en detentie onder erbarmelijke omstandigheden. Veel burgers zijn hierbij het slachtoffer en de VN hekelt de gebrekkige aanpak van deze misdaden door de verantwoordelijke instanties. Ook meldt het rapport ‘serieuze zorgen’ over de mededeling van de Oekraïense autoriteiten dat het enkele fundamentele mensenrechten niet langer wil garanderen. Deze zogeheten derogatie geldt niet alleen voor het conflictgebied, maar ook voor steden als Marioepol of Kramatorsk die onder de controle van Oekraïne zijn. Het gaat hier onder meer om het opschorten van rechten als vrijheid van arbitraire arrestatie en detentie, vrijheid van beweging, het recht op privacy en een eerlijk proces.

De voorzitter van de Oekraïense mensenrechten commissie Oleksii Tarasov stelde de EU-lidstaten in september 2015 tijdens een bijeenkomst van de OSCE daarom de volgende vraag: ‘Belangrijke onderdelen van het associatieverdrag zijn gebaseerd op internationale en Europese mensenrechten, zonder enige uitzondering. Zullen deze landen de inwerkingtreding tegenhouden totdat de schendingen van mensenrechten en fundamentele vrijheden van miljoenen inwoners van Oekraïne beëindigd zijn? Of accepteren ze de Oekraïense positie van dubbele standaarden en gelden de eisen van de associatieovereenkomst niet voor diegene in de (oostelijke) regio’s van Donetsk en Luhansk?’ Tegen het eind van zijn pleidooi zegt Tarasov: ‘We hopen dat de internationale gemeenschap stopt met het negeren van de massale en systematische schendingen van mensenrechten en fundamentele vrijheden in Oekraïne’.

Handel en mensenrechten

De vraag van Tarasov is inmiddels beantwoord. Het associatieakkoord is al voorlopig in werking getreden en het grootste risico voor het verdrag, al is het beperkt, vormt het referendum op 6 april — niet de zorgen van de Europese Commissie op het gebied van mensenrechtenschendingen in Oekraïne.

Dat de mensenrechtensituatie in Oekraïne op meerdere vlakken is verslechterd laat zien dat het opschrijven van mooi klinkende voornemens in een verdrag op zichzelf niet voldoende is om mensenrechten en democratie te bevorderen. De geschiedenis toont aan dat vooruitgang op het gebied van mensenrechten en democratie eerst en vooral wordt afgedwongen door sociale bewegingen, vakbonden en andere georganiseerde burgers. Het is met dank aan dit soort groepen dat het overgrote deel van de verworvenheden die we anno 2016 zo vanzelfsprekend vinden zoals een 8-urige werkdag, het recht op vrije associatie of grotere gelijkheid tussen mannen en vrouwen, tot stand zijn gekomen. En juist aan deze groepen ontbreekt het in Oekraïne, wat voor een belangrijk deel te wijten is aan het nieuwe regime dat op een cynische manier het conflict inzet om onvrede tegen haar impopulaire hervormingen (of het gebrek hieraan) in te tomen.

Dat de mensenrechtensituatie in Oekraïne op meerdere vlakken is verslechterd laat zien dat het opschrijven van mooi klinkende voornemens in een verdrag op zichzelf niet voldoende is

De manier waarop in het Nederlandse debat mensenrechten en democratie worden ingezet voor een ja-stem lijkt dan ook vooral een goede manier om het verdrag aantrekkelijk te maken voor het Nederlandse publiek. Wie zou immers durven te beweren tegen dit soort zaken te zijn? In de lange geschiedenis van Europese handelsverdragen is er echter nog nooit om deze reden een handelsverdrag opgeschort. En dat is niet bij gebrek aan schendingen (zie bijvoorbeeld Vietnam, Colombia of Honduras waar onlangs twee milieu-activisten werden vermoord.  De enige uitzondering is Birma waar na de machtsovername door het leger in de jaren negentig bepaalde handelsvoordelen werden opgeschort, maar dat was vooral te danken aan een drie jaar durende strijd door de Europese vakbonden. Natuurlijk worden er zorgen geuit over dergelijke schendingen, en dat gebeurt ook in het geval van Oekraïne, maar als het er op aankomt staan mensenrechten altijd lager op de Europese prioriteitenlijst dan handel en investeringen. Dit wordt ook geïllustreerd met het gegeven dat alleen de handelsafspraken in Europese verdragen met andere landen bindend zijn. Bij mensenrechten en dergelijke gaat het om ‘intenties’ en ‘het vestigen van dialogen’

Het is voor Chemerys de reden waarom hij de Nederlandse bevolking oproept om nee te stemmen op 6 april. ‘Het zal anders door onze overheid gebruikt worden als "zie je wel, we gaan de goede kant op". Bij een nee zal de legitimiteit van de regering afnemen. Mijn hoop is dat we dan voor onszelf de ruimte kunnen creeëren om te praten over waar het land heengaat. En dan moeten niet de belangen van grote bedrijven en de oligarchen, maar mensenrechten centraal staan.‘

Over de auteurs

Platform Authentieke Journalistiek onderzoekt op Follow the Money de achtergronden van het associatieverdrag met Oekraïne, wat het precies inhoudt en wat de mogelijke gevolgen zijn voor zowel de EU, Nederland en met name Oekraïne zelf. Een deel van de kosten van dit onderzoek wordt gefinancierd door onze lezers die de crowdfunding-actie van Yournalism voor dit journalistieke project financieel hebben ondersteund. Heel veel dank daarvoor! 

Je kunt de journalisten Bas van Beek, Sophia Beunder, Jilles Mast en Chris de Ploeg nog steeds ondersteunen. Meer informatie over hun project en de journalisten vind je hier.

>> Maak dit onderzoek mogelijk en doneer

Lees verder Inklappen