
Een bedrijf het leven flink zuur maken en aan de onderhandelingstafel dwingen? Dat kan — gemakkelijk zelfs. U verzoekt de rechter ‘conservatoir’ beslag te mogen leggen en dezelfde dag nog is het spel op de wagen. Erg bang voor tegenmaatregelen of schadeclaims hoeft u niet te zijn, blijkt uit onderzoek van FTM.
- Nergens anders in Europa is het zo gemakkelijk om ‘conservatoir beslag’ te leggen op onder meer bankrekeningen, vastgoed, inventaris, voorraden en vorderingen, als in Nederland. Een onbewezen claim is genoeg.
- De rechter beoordeelt een aanvraag van een schuldeiser voor een beslag (beslagrekest) maximaal negen minuten. De schuldenaar wordt in de regel niet gehoord. Ligt het beslag er eenmaal op, dan kom je er heel lastig weer vanaf, want een kort geding tot opheffing is weinig kansrijk.
- De schuldeiser kan zo een bedrijf jarenlang platleggen en tot een schikking dwingen, ook als de claim die aan het beslag ten grondslag ligt, onterecht is.
- Veel advocaten, wetenschappers en andere critici bestempelen het beslagsysteem daarom als onevenwichtig: er zijn onvoldoende waarborgen voor de beslagene.
- Acht jaar geleden al heeft hoogleraar Ton Jongbloed de problemen uitgebreid in kaart gebracht, wat leidde tot strengere eisen aan het beslagrekest. Het aantal beslagrekesten is mede als gevolg daarvan gedaald — van ongeveer 15 duizend in 2010 tot rond 6000 vorig jaar. Desondanks zijn veel beslagen volgens Jongbloed nog steeds onterecht en zouden er strengere regels moeten komen om de beslagene te beschermen.
Nooit had Erik Snijder gedacht dat de verkoop van zijn bedrijfspand zou ontaarden in een veldslag van 14 maanden.
Voordat de schermutselingen begonnen, was de vastgoedondernemer – zoals wel vaker – in onderhandeling met een mogelijke koper. Dat duurde al ruim een jaar, maar veel schot zat er niet in. Over de verkoopprijs van rond de vier miljoen euro werden ze het maar niet eens.
Dus toen voorjaar 2017 een nieuwe gegadigde zich meldde, hakte Snijder snel de knoop door. Per e-mail liet hij de eerste belangstellende weten dat hij het pand aan een ander verkocht, iemand die wel de juiste prijs op tafel legde. Opgelucht zette hij zijn handtekening onder het contract.
Toen begon de ellende.
Daags na het e-mailtje legde de aspirant-koper 'conservatoir beslag' op de aandelen van de BV waarin het pand is ondergebracht. De koper beweerde dat Snijder al had ingestemd met de verkoop: op deze manier wilde hij de levering van het pand zekerstellen. Een netelig probleem diende zich aan: Snijder had met een ander getekend voor verkoop, maar kon niet leveren. Hoe nu verder?
Zure smaak
Dan druk je op speed dial voor je advocaat, in dit geval Georg van Daal. Die legde zijn cliënt uit dat een ‘opheffingskortgeding’ – een snelle procedure om het beslag eraf te krijgen – in de regel kansloos is; toch besloot Snijder, mede onder druk van de beoogd koper, het kort geding aan te spannen.
Van Daal betoogde in de rechtszaal uitvoerig dat partijen nog volop in onderhandeling waren en dat er daarom nog geen enkele verplichting tot levering was ontstaan. Van Daal: ‘Dit beslag was zo evident onterecht, dat we dachten een kans te maken.’
‘De tegenpartij produceert 90 pagina’s onzin en dat moet je allemaal weerleggen’
Maar de rechtbank oordeelde dat het beslag in stand bleef. Er was volgens de rechter namelijk een kans dat er wél een koopovereenkomst was. Snijder restte niets anders dan het afwachten van de reguliere procedure die de beslaglegger moet opstarten om zijn zin te krijgen. Om er maar vanaf te zijn, bood Snijder nog aan te schikken tegen betaling van 65 duizend euro — zonder resultaat.
Veertien maanden later spint de fax: de langverwachte uitspraak van de rechtbank vindt zijn weg naar het kantoor van Van Daal. Het oordeel is niet mals: de rechter wijst alle vorderingen resoluut af en heft het beslag op. Natuurlijk is Snijder blij met de uitkomst, maar de stress en de hoge kosten van het geschil laten een zure smaak na in zijn mond: ‘De tegenpartij produceert 90 pagina’s onzin en dat moet je allemaal weerleggen. Dit heeft me meer dan 50 duizend euro gekost.’
Kortom: ook een onterecht beslag krijg je er niet gemakkelijk vanaf. Je moet als beslagene een kort geding aanspannen, met alle kosten van dien — 5.000 euro is zo ongeveer het minimumtarief, blijkt uit navraag bij advocaten. Dan zou je misschien verwachten dat in zo’n kort geding de beslaglegger moet aantonen dat er een gegronde claim is. Maar zo werkt het niet: in kort geding rust de bewijslast op de eiser, op de beslagene dus. Die moet stellen dat er onterecht beslag is gelegd.
Wie advocaten hierover spreekt, hoort nagenoeg unaniem dat het opheffingskortgeding als een no go wordt gezien. Advocaat Arnold Croiset van Uchelen (Allen & Overy), die decennia proceservaring heeft: ‘Dat eindigt te vaak in het voordeel van de beslaglegger. Als je verliest, sta je helemaal met de rug tegen de muur.’ En Diana Mensinga (Westland Partners): ‘Een opheffingskortgeding ben ik nog nooit tegengekomen.’
Dat zie je dan ook terug in de cijfers van de Raad voor de Rechtspraak: vorig jaar volgde er in slechts 6 procent van de beslagen een kort geding — ruim 400 procedures.
100 keer beslag gelegd, 99 keer toegewezen
Hoe lastig het is beslag eraf krijgen, zo makkelijk is het om het erop te leggen. In de la van Mensinga ligt een sjabloon voor het opstellen van een beslagrekest; daar is ze meestal een half uurtje mee bezig. Een afwijzing van een verzoekschrift heeft de raadsvrouw nog niet ontvangen: ‘De eisen zijn niet hoog. Als de rechtbank wat aan te merken heeft, krijg je een griffiemedewerker aan de lijn. Dan heb je altijd de mogelijkheid het verzoekschrift aan te passen.’ Reinier-John Koopman (Koopman Van Steijn Advocaten) treft ook altijd doel: ‘Ik heb 100 keer beslag gelegd en het is 99 keer toegewezen. Stelt niks voor; zo is het systeem.’
Als je vindt dat je nog iets te vorderen hebt, zoals een geldbedrag, en je krijgt ondanks aanmaningen niet betaald, dan kun je je tot een advocaat wenden. Die kan een verzoekschrift (beslagrekest) indienen bij de rechtbank, waarin staat om welke vordering het gaat en waarop je beslag wil leggen. Beslag is onder meer mogelijk op bankrekeningen, roerende zaken als de inventaris / voorraad, vastgoed en aandelen of effecten.
Ook moet de advocaat bewijzen meesturen, zoals facturen. Sinds 2011 moet de advocaat in het verzoekschrift ook de eventuele verweren van de beslagene vermelden, dat wil zeggen de betwisting van de vordering. Daarnaast moet de advocaat uitleggen waarom het beslag nodig is, waarom is gekozen voor beslag op genoemde goederen en waarom niet een minder bezwarend beslagobject mogelijk is (bijvoorbeeld beslag op een onroerende zaak in plaats van op een bankrekening). Zo zou de rechter moeten kunnen toetsen of het beslag niet te ver gaat.
Let op: dit is een éénzijdige, schriftelijke procedure, waarin de beslagene in de regel niet wordt gehoord. De rechter beslist op grond van de informatie die de beslaglegger aanlevert. De beslagene kan niet zijn zegje doen. Meestal dezelfde dag nog krijg je verlof tot het leggen van conservatoir beslag.
Het meest voorkomende beslag is bankbeslag. Het beslag ligt dan op het saldo vanaf het moment van beslaglegging, ook al is dat saldo veel hoger dan de vordering. Geld dat nadien wordt gestort, valt er niet onder. Voor een beslagene is er een snelle manier om daarvan af te komen, namelijk het stellen van zekerheid in de vorm van een bankgarantie. Dat kost doorgaans een paar honderd euro. Een beslag op vastgoed krijg je op deze manier er niet af.
Na beslaglegging moet de beslaglegger binnen veertien dagen een 'gewone' procedure starten bij de rechtbank, waarin de vordering die aan het beslag ten grondslag ligt, kan worden getoetst. Doet de beslaglegger dat niet, dan vervalt het beslag.
Hoe kan het dat rechters zo makkelijk verlof verlenen voor iets dat zo ingrijpend kan zijn? Navraag bij de Raad voor de Rechtspraak leert dat voor het beoordelen van een beslagrekest door de rechter negen minuten staat (en 28 minuten voorbereiding door een griffiemedewerker), wat zij zelf ‘summierlijk onderzoek’ noemen. In die negen minuten bekijkt de rechter of het verzoek voldoende onderbouwd is. Vervolgens zet deze een stempel. Het is het gevolg van iets dat ‘outputfinanciering op basis van de gemiddelde behandeltijd’ heet.
Minister Dekker kondigde deze maand aan dat deze omstreden wijze van bekostiging van de rechtspraak op de schop gaat. Voorlopig blijft beslag voor schuldeisers en hun advocaten echter feest, want je kunt je (vermeende) debiteur snel in de hoek drijven en advocaten verdienen er goed aan. 'Als een vordering geïncasseerd moet worden', vertelt Mensinga, ‘geeft het druk – zoveel druk dat er snel een oplossing moet komen.'
'Meestal ga je maar wat regelen. Onder dwang doe je dus concessies die je eigenlijk niet moet doen,’ beaamt Van Uchelen. Met andere woorden: de beslagene wordt gedwongen een schikking te treffen, terwijl verre van zeker is dat de beslaglegger wel in zijn recht staat. Daarom is beslag zo’n populair pressiemiddel. De beslagene kan er weinig tegen ondernemen: als je niet schikt met de beslaglegger, moet je een procedure afwachten die zo twee jaar kan duren. Ondertussen blijft het beslag gewoon liggen. Veel bedrijven kunnen zich dat vanzelfsprekend niet permitteren. Als je wagenpark in bewaring wordt genomen, dan heb je als transporteur geen andere keuze dan in allerijl het hoofd te buigen.
Beslaglegger krijgt voordeel van de twijfel
Het zijn conclusies die acht jaar geleden ook al getrokken zijn in een (extern) onderzoek in opdracht van de Raad voor de Rechtspraak. De positie van de beslagene is verzwakt, concludeerden de auteurs, omdat ‘de beslaglegger het voordeel van de twijfel krijgt totdat het tegendeel – vaak jaren later – bewezen is.’
Belangrijkste oorzaak van de verzwakte positie, stelde het onderzoek, is dat er onvoldoende waarborgen zijn voor de beslagene. Die heeft namelijk alleen een weinig kansrijk kort geding tot zijn beschikking. De procedure om schadevergoeding te krijgen voor een onterecht beslag bestempelden de auteurs tot 'papieren tijger'. Opmerkelijk ook was de constatering dat het beslag in tweederde van de gevallen (mede) wordt gelegd als pressiemiddel, dus om de schuldenaar tot betaling of levering te dwingen.
‘Advocaten realiseren zich nu dat het wel enig hout moet snijden’
Maar alleen voor het uitoefenen van druk is conservatoir beslag niet bedoeld, zegt hoogleraar executie- en beslagrecht Ton Jongbloed (Universiteit Utrecht), mede-auteur van het onderzoek en een van de grootste kenners op dit gebied. 'Het is bedoeld voor de situatie waarin een schuldeiser vreest dat zijn schuldenaar verhaal of levering onmogelijk zal maken voordat hij zijn vordering kan verhalen of het goed geleverd krijgt.' Ergo: beslag is niet in het leven geroepen om partijen aan de onderhandelingstafel te dwingen. Er moet gerede angst zijn dat iemand geld of andere bezittingen wegsluist tot buiten het zicht van de schuldeiser.
Vreemd genoeg speelt dat nog altijd nauwelijks een rol in de huidige praktijk. Je hoeft vrees voor verduistering niet eens te betogen in een beslagrekest.
Buitenland gelooft zijn ogen niet
Nederland is hiermee een buitenbeentje: ‘Ik ken geen land In Europa dat ook maar in de buurt komt', zegt Jongbloed. 'In Duitsland bijvoorbeeld moet je een spijkerharde vordering hebben en aantonen dat er risico is op verduistering.’ Advocaat Koopman vertelt dat hij heeft gewerkt bij een financiële dienstverlener: ‘Daar kwam ik wel eens vertellen aan buitenlandse aandeelhouders hoe beslag hier werkt. Die snappen er niks van dat je een bedrijf zomaar lam kunt leggen. Ik kreeg het niet uitgelegd.’
Nu zou je wellicht denken dat het onderzoek en het grote contrast met het buitenland zouden leiden tot een grondige herbezinning, niet in de laatste plaats omdat er zoveel onterechte beslagen werden gelegd met zoveel collateral damage. Dat roept fundamentele vragen op, zoals:
- Waarom weegt het recht van de schuldeiser op verhaal zoveel zwaarder dan het grondrecht om vrijelijk over je eigendom te beschikken? Waarom krijgt de schuldeiser het voordeel van de twijfel?
- Welke ideologische keuzes gaan schuil achter de wijze waarop rechters verlof voor beslag verlenen?
- Waarom is er voor beslagenen geen recht om snel gehoord te worden door de rechter als de impact van (onterecht) beslag zo groot kan zijn?
- Waarom staan rechter toe dat beslag hoofdzakelijk verworden is tot pressiemiddel?
Maar tot grote wijzigingen kwam het niet, ondanks dat er in 2010 voor het eerst in tijden publicitaire aandacht kwam voor misbruik van het beslagrecht. Aanleiding voor het tumult was het juridisch geweld van Nina Brink (inmiddels Nina Storms) jegens Eric Smit, hoofdredacteur van dit medium. Storms, verbolgen over Smits publicaties, wist destijds vanwege onbewezen 'reputatieschade' beslag te leggen op Smits rekeningen, woonhuis en toekomstige royalty’s van de biografie die Smit over de zakenvrouw schreef. ‘Ons beslagrecht beloont degene die het brutaalst is’, zo schreef Van Uchelen in een opinieartikel in NRC Handelsblad. ‘Het wordt tijd dat de wetgever dit oppakt en ons recht meer in overeenstemming brengt met dat van de ons omringende landen.’
Na kamervragen over de kwestie schoof Minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin het probleem af op de rechters. In 2011 besloten zij de regels in de zogenoemde beslagsyllabus — een soort leidraad voor de rechterlijke macht — wat aan te scherpen. Een schuldeiser moet nu beter bewijzen dat hij of zij een vordering heeft (bijvoorbeeld met facturen), het eventuele verweer van de schuldenaar opnemen en aantonen dat het middel in juiste verhouding staat tot het doel (eis van proportionaliteit). ‘Zo kan je niet meer beslag leggen op een huis met een vordering van 100 euro’, laat een woordvoerder van de Raad van de Rechtspraak weten.
‘Het standaard formuliertje werkt nog steeds goed’
Mede door de wijzigingen is het aantal beslagen sinds 2011 stevig gedaald, hoewel lastig is vast te stellen in welke mate de aangescherpte regels daar precies de oorzaak van zijn. Van 15.444 beslagen in 2010, zijn we terug naar 5.986 beslagen in 2017. Ook de conjunctuur speelt bij de daling een rol: dankzij de aantrekkende economische groei na 2011 liep het aantal wanbetalingen en failissementen sterk terug. Daarmee stokte ook een belangrijke motor achter beslaglegging.
Aannemelijk is dus dat de scherpste kantjes er nu vanaf zijn. 'Een totaal uit de lucht gegrepen verhaal was vroeger genoeg voor de rechter', zegt Van Daal hierover. ‘Advocaten realiseren zich nu dat het wel enig hout moet snijden. Als het maar netjes Nederlands is en je doet er wat bewijsstukken bij, dan krijg je het gewoon.’
Schandvlek
Hoogleraar Jongbloed erkent dat zijn onderzoek impact heeft gehad, maar hij blijft kritisch. 'Veel is er niet veranderd, want de rechter toetst marginaal: is het een beetje onderbouwd? Het standaard formuliertje werkt nog steeds goed.' Hij pleit voor een veel strengere bewijsplicht en een standaard mogelijkheid gehoord te worden als je daarom verzoekt. Maar daar is binnen de rechterlijke macht volgens Jongbloed 'weinig prioriteit' voor.
Zo kon het dus gebeuren dat vastgoedman Snijder onverwacht met de beslaghamer op het hoofd kreeg geslagen, zonder dat hij kans heeft gekregen zijn eigen kant van het verhaal te vertellen. Een beoordeling van nog geen tien minuten was genoeg om iemand het recht te geven de tegenpartij het leven jarenlang zuur te maken. Advocaat Van Daal noemt het Nederlandse beslagsysteem daarom 'een schandvlek'.
Er is één rechter in Nederland die onlangs aan de bel heeft getrokken. Begin dit jaar wees de voorzieningenrechter Noord-Holland een verzoekschrift tot beslaglegging af en publiceerde de afwijzing — een zeldzaamheid. Leendert Saarloos oordeelde dat terughoudendheid past ‘door toenemende kritiek in de vakliteratuur op de wijze van verlofverlening in Nederland, zeker indien die wordt vergeleken met de wijze van verlofverlening in de ons omringende landen.’
Vooralsnog is Saarloos een roepende in de woestijn.
De naam Erik Snijder is gefingeerd om privacyredenen. De echte naam is bekend bij de redactie.
Dit is het eerste artikel in een serie over Nederland als paradijs voor schuldeisers. Wil je op de hoogte blijven? Volg Jan-Hein en krijg een seintje zogauw er een nieuw artikel van zijn hand verschijnt.
27 Bijdragen
Roland Horvath 7
2. Een ander principe: Niemand kan zijn onschuld bewijzen. Schuld heeft -fysieke- relaties met het bestaande en kan dus bewezen worden. Maar onschuld is afwezigheid van schuld, er bestaat dan niets wat dat betreft. En onschuld is dan ook niet te bewijzen. Dat geldt in het strafrecht maar ook overal elders.
Wat wel kan bewezen worden is dat men iets anders gedaan heeft, of dat men ergens anders was, dus dat men een alibi heeft. Maar dat is geen bewijs van het tegendeel, van de onschuld.
Ook in het burgerlijk recht: Als de klager 90 pagina's onzin verzonnen heeft, dat is daar per definitie geen bewijs van het tegendeel voor te geven.
3. De oorsprong van dat soort wettelijke onzin kan onachtzaamheid zijn bij de wetgever. Maar het is ook mogelijk dat zoiets het gevolg is van een mentaliteit. Dat er alleen over de armen te klagen valt. En dat de klager dus per definitie gelijk heeft. Of, waar er rook is, is er vuur.
MaartenH 10
Waarom zijn termijnen zo lang en kunnen procedures vaak eindeloos gerekt worden? Het lijkt er op dat zorgvuldigheid daar de reden voor is, maar vergeten lijkt te worden dat die langdurigheid gewoon tot onrecht en problemen leidt.
Rechtsgang wordt een lijdensweg, ook als je na verloop van soms veel te veel tijd in het gelijk wordt gesteld. Vaak een geval van operatie geslaagd, patiënt overleden, of tenminste onherstelbaar beschadigd.
Roland Horvath 7
MaartenHMaar wat nu gebeurt is geen rechtspraak meer.
Justitie heeft blijkbaar weinig of geen respect voor de burgers. Ook niet in hun hoedanigheid van verdachte. Er wordt, in NL en in BE, misbruik gemaakt van het voorarrest. Soms zitten verdachten jaren vast en worden dan vrij gesproken. Of toch veroordeeld want ze zitten toch al zo lang in de gevangenis: Kafkaïaans.
Terwijl er maar drie redenen zijn voor voorarrest: Ten behoeve van het onderzoek, bij gevaar van herhaling en bij gevaar van vlucht.
Guido Leenders 6
Wordt nog fraaier als partijen wederzijds beslag gaan leggen; soort vechtscheiding is het resultaat.
Als bedrijf kun je wel door doorlopend strategisch compartimenteren de risico's op discontinuiteit wat beperken, maar het enige wat onder huidig recht echt goed werkt is vermijden van zakendoen met partijen die een trackrecord hebben dat ze dit soort grappen uithalen.
Martin van den Heuvel 1 11
Guido LeendersIs het niet veel te gemakkelijk voor een besmet ondernemer om zijn onderneming onder een andere naam te registreren?
In "Kassa" of "Radar" was een online fietsenwinkel die niet leverde en niet terugbetaalde. Na onderzoek bleek dat hij meerdere online fietsenwinkels met diverse namen had.
Nu lossen wij dit probleem al van te voren op door naar de fysieke fietsenwinkel gaan, ook leuk voor de service, maar ja er zijn dus blijkbaar mensen die online prettiger vinden.
Jan Smid 8
Guido LeendersJan Smid 8
Harbers 8
Jan Smid[Verwijderd]
Martin van den Heuvel 1 11
[Verwijderd]Harbers 8
[Verwijderd]f. van Dam 6
Marcus de Regt 1
bps 12
Na het beslag werd een procedure binnen de procedure opgestart “om redenen van zorgvuldigheid”.
Na een jaar en € 35.000,- aan de advocaat verder, moest ik opgeven want het onvoltooide bedrijf moest voltooid voor het gezinsinkomen. We waren ervan afhankelijk. Ik kon niet verder.
Er werd € 140.000,- van mijn bankrekening afgepakt. Met € 35.000,- advocaatkosten en € 25.000,- financiering van gezinsonderhoud zonder inkomen uit eigen zak, was ik in 1 jaar ca. € 200.000,- kwijt, waar ik het bedrijf en inkomen mee had moeten voltooien.
Ik dacht: “Stik in dat geld. Ik verdien het wel weer terug als het bedrijf voltooid en operationeel is”.
Daarna vernam ik van de advocaat dat de rechter 'op het punt had gestaan' om de notaris maar eens te horen. Een notaris haalt namelijk geen hypotheek door in het Kadaster als de notaris er niet zeker van is dat alles afgelost en betaald is.
Het bedrijf is nooit voltooid. Voor de laatste 20% was ik nu op bankfinanciering aangewezen bij een solvabiliteit van 95% zonder bankschulden. In 2008 brak de kredietcrisis uit van banken die teveel improductief krediet hadden verstrekt en o.a. hefbomen om bubbels nog verder op te blazen. Ziek van krediet raakten banken in coma en bij de overheid op de intensive care aan het belastinginfuus.
Een paar jaar later werd ik met weinig schulden, maar niet liquide het faillissement ingetrokken en in de drie volgende jaren verder uitgekleed, misleid, afgeperst en uiteindelijk uitgekauwd weer uitgespuugd in 2015.
We zijn de klappen van de rechtbank en de toorn der magistraten van de ‘onafhankelijke rechtspraak’ wegens kritiek nooit meer te boven gekomen en leven nog steeds onder de armoedegrens.
f. van Dam 6
bpsbps 12
f. van DamIn 2004 werd een hypotheek afgelost op mijn oude bedrijfslocatie die werd verkocht en geleverd aan de koper.
Ik kocht zonder hypotheek een nieuwe locatie en had geld over voor een nieuwe opzet van bedrijf en -inkomen.
In 2007 werd van mij verlangd om de in 2004 afgeloste en doorgehaalde hypotheek nogmaals af te lossen onder dwang van conservatoir beslag op ál mijn bezittingen.
Dat lukte omdat ik nog geen inkomen had uit het nieuwe, nog onvoltooide bedrijf. Ik had toen nog jonge kinderen in ons gezin en moest verder om een inkomen te creëren.
Het was een vorm van afpersing met conservatoir beslag onder het oog van de rechtbank.
Ik vond het proces binnen het proces ook al zo vreemd, terwijl de notaris horen de kortste klap was.
Maar zo ontstond rond één zaak twee keer vonnis voor de rechtbank om te declareren en de advocaten hadden het er ook goed mee.
Zou er een Hoger Beroep uit voortkomen, dan levert dat arrest de rechtbank 10x zoveel op.
https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2259288-rechters-pervers-financieringssysteem-leidt-tot-creatief-boekhouden.html
Met de wetenschap van die perverse prikkels wordt civiel rechtbankgedrag traag, logisch en voorspelbaar.
Ik werd op valse gronden in faillissement getrokken. Er zou te weinig geld zijn. Na bekend worden van salaris bewindvoerder en kosten, bleek er wel voldoende geld.
In Hoger Beroep werd het faillietvonnis toch gehandhaafd, ondanks dat er in HB ook nog eens belangenverstrengeling van de curator boven water kwam, in strijd met Recofa-regels.
Dat is kassa. 1x faillietvonnis en 1x arrest.
Daarna gingen bij de Rechter-Commissaris alle remmen los.
https://www.ftm.nl/artikelen/hoe-een-ey-accountant-een-sleutelrol-speelde-in-de-zaak-henry-keizer#reactie40305
Je staat machteloos tegen onnodig zinloos juridisch geweld van de rechtbank, zowel als beslagene van conservatoir beslag en als gefailleerde. In beide gevallen ben je weerloos.
f. van Dam 6
bpsbps 12
f. van DamDaarom geef ik dat hier met mijn geval als nog een voorbeeld aan, in aansluiting op het artikel. Het gaat niet om mij en ik ben echt de enige niet.
Ik ben wel een van de weinigen die zich ertegen verzet en z'n mond open doet.
Ik zal er wel weer eens trumpiaans voor gepakt worden.
Ik ben verheugd met dit artikel van Jan-Hein Strop en hoop dat het aandacht krijgt in de Tweede Kamer voor wetswijziging, zodat het niet meer kan schaden en worden misbruikt.
Jacques De la Haye 8
Chantalle van goethem
bps 12
Chantalle van goethemAls dat zo is, dan is de advocaat van de beslagene door conservatoir beslag op o.a. ruime banktegoeden toch in verzuim, in gebreke, nalatig, incompetent, niet capabel om die oplossing te beroepen, of gewoon corrupt en misleidt hij/zij de cliënt om redenen.
De advocaten in het artikel van de auteur spreken zonder uitzondering van kansloosheid.
En welke partij moet het aanbod dan accepteren? De rechter of de beslaglegger?
Jan-Hein Strop 5
Chantalle van goethemdat de beslaglegger een bodemprocedure moet starten doet niet veel af aan het wezenlijk probleem: makkelijk erop, moeilijk eraf. via de bodem ben je zo twee jaar verder.
kort geding volgt in 6% van de zaken. dat eindigt volgens Jongbloed in 70% in verlies voor de eiser. zie ook de casus van het verhaal waarin een verre van harde vordering overeind blijft in KG.
Peter Dam 1
Jan-Hein Strop 5
Peter DamJongbloed stelde destijds dat in tweederde van alle beslagen het middel was ingezet om druk uit te oefenen. In 90% daarvan ging het volgens hem alleen om pressie, waarmee het beslag onterecht is.
Er zijn dus twee redenen dat een beslag onterecht kan zijn:
1) geen vordering
2) alleen vanwege pressie gelegd
Al met al schat Jongbloed dat minimaal de helft van alle beslagen onterecht is, nu er sinds 2011 maar weinig veranderd is en de eisen nog te licht zijn.
Nelleke Nieuwboer 3
Antonie Kerstholt 1
Ichtus 1