© ANP / Martijn Beekman

Minister Schippers’ moeizame relatie met privacy

Minister Schippers wil dat verzameld lichaamsmateriaal door zorgverleners kan worden gedeeld met politie en justitie. Dat voorstel leidde tot hevige kritiek over Schippers’ omgang met privacy en het medisch beroepsgeheim. Die kritiek is Schippers niet vreemd: discussies over haar relatie met de privacy van patiënten lopen als een rode draad door haar bewindsperiode.

Momenteel is demissionair minister van Volksgezondheid Edith Schippers druk met haar werk als informateur van een nieuw te vormen kabinet. Een kabinet waar ze zelf geen deel van gaat uitmaken. Toch weet Schippers ook in de nadagen van haar ministerschap voor controverse te zorgen: haar nieuwste wetsvoorstel houdt volgens critici een flagrante schending van de privacy in.

Met dit wetsvoorstel, getiteld ‘de Wet zeggenschap lichaamsmateriaal’, wordt geregeld dat in de zorg verzameld lichaamsmateriaal — zoals bloed, urine of weefsel — gebruikt kan worden door politie en justitie. Dat geldt ook voor materiaal dat verzameld is voordat de wet in werking treedt.

Uiterst kritisch

Wanneer politie en justitie kunnen beschikken over miljoenen stukjes lichaamsmateriaal, wordt het voor deze instanties gemakkelijker om ernstige misdrijven op te lossen. Toch zijn partijen als Privacy Barometer, de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA) en artsenfederatie KNMG uiterst kritisch over het voorstel.

‘Dit is de moeder van alle slechte wetsvoorstellen’

Zo ziet Privacy Barometer het voorstel als een ‘inperking van het medisch beroepsgeheim’. Ook stelt de privacywaakhond dat in het voorstel nergens duidelijk wordt wat de noodzaak van deze verregaande bevoegdheid is.

Jeroen Soeteman, de voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten, verklaart tegenover RTL Nieuws: ‘Dit is de moeder van alle slechte wetsvoorstellen. Het is een veel te zwaar middel. Je weet niet wat er over tien jaar uit DNA te halen is. Straks wil je bij de overheid gaan werken en kijken ze even in de DNA-databank of ze jou wel willen hebben.’

Voorwaarden

Toch kunnen politie of justitie niet zomaar een greep doen op het verzamelde lichaamsmateriaal. In het wetsvoorstel noemt minister Schippers een aantal voorwaarden: zo mag er alleen materiaal van een verdachte worden gebruikt wanneer het gaat om een misdrijf waar een gevangenisstraf van 8 jaar of langer op staat. Ook moet het verzamelde materiaal het laatste redmiddel zijn om een zaak rond te krijgen. Tot slot moet een speciale commissie advies uitbrengen. Het is daarna vervolgens aan de rechter om op basis van dit advies te bepalen of het lichaamsmateriaal gebruikt mag worden.

Het is niet de eerste keer dat Schippers wordt bekritiseerd om haar omgang met privacy

Schippers werpt de kritiek over de inperking van het medisch beroepsgeheim van zich af: ‘de Hoge Raad heeft ook nu al heel duidelijk vastgesteld in welke uitzonderlijke gevallen het medisch beroepsgeheim in strafzaken doorbroken mag worden. De voorwaarden die de Hoge Raad op basis van bestaande wetgeving heeft vastgesteld zijn als het gaat om lichaamsmateriaal echter niet in de wet vastgelegd. Dit voorstel doet dat wel.’

Elektronisch Patiëntendossier

Het is niet de eerste keer dat minister Schippers wordt bekritiseerd om haar omgang met de privacy van patiënten. Zo strandde vlak na haar aantreden in 2011 het Elektronisch Patiëntendossier (EPD), een erfenis van haar voorganger Ab Klink, in de Eerste Kamer. Op 5 april 2011 stemde die unaniem tegen, onder andere vanwege twijfels over privacy en de veiligheid van het systeem.

Ondanks Schippers’ flinke nederlaag wist ze later dat jaar een private doorstart te forceren. De minister bleef het EPD onvermoeid verdedigden, met als belangrijkste argument dat het digitaal uitwisselen van patiëntgegevens tussen zorgverleners zou resulteren in efficiëntere zorg en minder fouten.

Als reactie hierop kende burgerrechtenorganisatie Bits for Freedom haar de Big Brother Award voor ‘Grootste privacyschender van 2012’ toe. De kritiek van Bits for Freedom had Schippers onder andere te danken aan de ‘verdere afbrokkeling van het medisch beroepsgeheim’.

 

Edith Schippers

Het medisch beroepsgeheim mag geen schuilplek zijn voor fraudeurs

Alle persoonsgegevens in één database

Een paar jaar later, in 2015, kreeg Schippers wederom een hoop kritiek over zich heen. In dit geval ging het om een wetswijziging waardoor zorgverleners bij het vermoeden van fraude verplicht zijn om medische dossiers te delen. Het wetsvoorstel kwam tot stand in samenwerking met de ministeries van Justitie en Sociale Zaken en had als uiteindelijk doel het bijeenbrengen van persoonsgegevens van burgers in één database. Schippers verdedigde het voorstel destijds door te stellen dat ‘het medisch beroepsgeheim geen schuilplek mag zijn voor fraudeurs.'

De database bevat een flinke lijst met gegevens, bijvoorbeeld over de zorgverzekering en persoonlijke bezittingen van een patiënt. Al die losstaande gegevens komen samen in een zogenoemd ‘Systeem Risico-Indicatie'. Van iedere burger ontstaat zo een profiel dat kan worden getoetst aan vooraf bepaalde risicoprofielen; zo kunnen afwijkende personen eenvoudig gefilterd worden. Op die manier kan fraude worden voorkomen en kan iemand bijvoorbeeld geen uitkering ontvangen voor een aandoening die hij of zij niet heeft.

In 2016 ontving Schippers voor de tweede keer de Big Brother Award

In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid onderzochten onderzoekers van de Erasmus Universiteit in Rotterdam de wet. Hun oordeel: ‘de bestaande wetgeving biedt voldoende ruimte om misstanden te bestrijden.’ De onderzoekers verwezen hierbij naar de Hoge Raad, die herhaaldelijk constateerde dat doorbrekingen van het beroepsgeheim beoordeeld dienen te worden ‘in de concrete omstandigheden van het geval.' Schippers legde de evaluatie van de Erasmus Universiteit echter naast zich neer.

Controle op fraude

Op 14 november 2016 ontving Schippers voor de tweede keer de Big Brother Award. Ditmaal vanwege het plan om zorgverzekeraars meer bevoegdheden te geven bij het inzien van medische dossiers. Door de controle op fraude zouden zij beter kunnen controleren of de gedeclareerde zorg ook daadwerkelijk geleverd is.
Hoe het nieuwste voorstel van de demissionair minister van Volksgezondheid er in de praktijk gaat uitzien, is nog niet duidelijk. Tot 23 juni kunnen belanghebbenden en geïnteresseerden suggesties en opmerkingen sturen via een internetconsultatie. Daarna is het de schone taak aan de nieuwe minister van Volksgezondheid om een besluit te nemen over dit omstreden voorstel.