© ANP / Jerry Lampen

Ook onder landbouwminister Schouten regeert de status quo

Niet iedereen is enthousiast over het beleid van minister van Landbouw Carola Schouten. Hans Baaij, directeur van de stichting Varkens in nood, is een van haar critici.

Van alle ministers is Carola Schouten (ChristenUnie) van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid op dit moment de populairste. Ze komt daadkrachtig en eerlijk over. Op foto’s staat ze steevast afgebeeld als de stoere boerendochter die ze is. ‘Die zal wel verstand hebben van landbouw,’ is dan al snel de gedachte, ‘en als oprechte christen zal ze Gods Schepping, de aarde, de natuur en vooral de mens zeker beschermen.’

Schouten trad in oktober 2017 aan. Niet lang daarna publiceerde NRC onder de titel ‘Het mestcomplot’ over een enorme fraude met mest, waarbij sprake van georganiseerde misdaad, met talrijke tentakels in de bovenwereld. Gedupeerden waren de omwonenden (in Brabant en Limburg), de natuur en de dieren.

Minister Schouten toonde zich geschrokken. Haar schrik betrof evenwel niet zozeer het feit dat ons drinkwater gevaar liep, natuurgebieden naar de bliksem gingen en omwonenden ziek werden: nee, Schouten was bezorgd over iets anders. Ze vreesde dat de EU (als gevolg van de publicaties ) maatregelen een ontheffing voor het uitrijden van mest zou intrekken, wat zou leiden tot krimp van de veestapel. 

Pas tien maanden na de publicatie in NRC maakte Schouten bekend hoe ze de mestmaffia gaat controleren. In vakblad Boerderij (augustus 2018) valt te lezen dat registratie van goed gedrag stap één wordt in de aanpak van mestfraude: ‘Boeren en mesthandelaren kunnen vanaf september registreren dat ze met mest volgens de wet handelen en dit ook van leveranciers/afnemers verwachten.’ ‘[...] er komt een register van ondernemers die zeggen goed te handelen in de mestketen.’

De journalist van Boerderij is niet op zijn achterhoofd gevallen en vraagt aan minister Schouten: ‘Hoe gaat u voorkomen dat de grootste “boeven” als eerste het vinkje [van goed gedrag – red.] zetten?’ Antwoord van de minister: ‘We kunnen niet voorkomen dat mensen een vinkje zetten die niet aan de voorwaarden voldoen.’

Veel meer dan gepraat heeft het allemaal niet opgeleverd

Na bijna een jaar gaat Schouten dus de mestmaffia aanpakken door boeren en handelaren op vrijwillige basis en zonder enige controle vinkjes te laten zetten voor het eigen goede gedrag. De mestmaffia mag zelf beoordelen of ze zich aan de wet houdt.

Er wordt wel gewerkt aan certificering van de mestketen: die zal over één tot twee jaar klaar zijn. Lees: dat gaat deze kabinetsperiode niet meer lukken. 

Vrijwel iedere minister komt met een toekomstvisie, met een ‘stip aan de horizon’ en met plannen om de boerensector duurzaam te maken. Na de varkenspest (1997-1998), waarbij 10 miljoen varkens geruimd werden, zei minister Brinkhorst (D66) haast te hebben met de sanering van de varkenshouderij. NRC had koppen als ‘De nationale overbevolking met varkens, kippen en rundvee zal drastisch worden verminderd. Niet volgens het zoveelste zachte voorstel van de boerenlobby, maar met harde hand en binnen drie jaar’. En: ‘Brinkhorst zou boeren die de mest van hun bedrijf niet konden afzetten, hoge boetes willen opleggen.’

In 2003 zei minister Veerman (CDA): ‘[...] dat er de komende jaren iets moet veranderen. De levensomstandigheden voor dieren moeten omhoog, de milieubelasting door mest moet omlaag. En de Nederlandse veehouderij moet bovenal “hoogwaardiger” worden: weg van de massaproductie voor de laagste prijs, naar een profijtelijker en kleinschaliger productie van vlees, zuivel en kaas voor de geëngageerde en “bewust levende” consument.’

Minister Gerda Verburg (CDA) publiceerde in 2008 haar Toekomstvisie op de veehouderij met de ambitie ‘dat over vijftien jaar de veehouders duurzaam werken.’ In 2023 dus. In 2009 werd dit gevolgd door de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij.

Veel meer dan gepraat heeft het allemaal niet opgeleverd.

Bovenstaande visies hebben met elkaar gemeen dat de uitvoering ervan niet bij de overheid ligt, maar bij de ‘maatschappelijke actoren’: supermarkten, boeren, ngo’s, exporteurs et cetera. De minister van LNV komt met een (vage) visie... en dan Moet Het Gaan Gebeuren!

Voor de nieuwe landbouwvisie hebben de ambtenaren kunnen volstaan met knip- en plakwerk

De aanpak van misstanden en de toekomstvisies van bovengenoemde (en andere) bewindslieden verraden naïviteit en een gebrek aan kennis van de sector. Ook minister Schouten heeft sinds kort een landbouwvisie: toen ze aantrad als minister van landbouw had ze geen ervaring met landbouw, natuur of voedselkwaliteit. Dat heeft ze gemeen met vrijwel alle andere bewindslieden op dit departement, dat vaak gebruikt wordt om partijpolitici een plek te geven. Dat Schouten boerendochter is, zegt weinig. Ikzelf ben zoon van een fietsenmaker, maar dat betekent nog niet dat ik geschikt ben als minister van Infrastructuur. Haar gebrek aan kennis maakt dat ze, net zoals vrijwel al haar voorgangers op het waanzinnig complexe landbouwdossier sinds 1998, voor haar informatie afhankelijk is van de ambtelijke top en van landbouwlobbyisten. 

Voor de nieuwe landbouwvisie van Schouten hebben de ambtenaren kunnen volstaan met knip- en plakwerk uit visies van vorige bewindslieden. De ‘stip aan de horizon’ van Verburg, uit 2023, is verschoven naar 2030. De duurzaamheid van Verburg heet onder Schouten ‘kringlooplandbouw’. En vanzelfsprekend moet iedereen meedoen: ‘niet alleen de boer moet veranderen, ook de banken, de voedingsindustrie, de supermarkten en de consument’. 

Maar natuurlijk is de overheid niet van plan om die kringlooplandbouw af te dwingen. Kenmerkend voor de passiviteit is dat sinds Schouten minister is de ChristenUnie nog maar in 3 procent van de gevallen voor diervriendelijke moties stemt; vóór die tijd was dit 31 procent.

Een journalist van vakblad Boerderijschreef een artikel over de landbouwvisie van Schouten met als kop: ‘Hoe dan? Is de sleutelvraag voor landbouwvisie Schouten.’ Een tweede journalist van Boerderij: ‘Schoutens visie: inhoudelijk erg zwak, maar politiek heel slim.’ Hij verbaast zich over het grote aantal clichés, de inhoudsloze boodschappen: ‘Nieuwe verdienmodellen zijn nodig. Ja, natuurlijk, maar welke dan?’ Verder vraagt Boerderij zich af waarom ‘zoveel verstandige en goed ingevoerde mensen zoveel lof toezwaaien aan zo’n zwak verhaal?’ Het antwoord is eenvoudig: LTO, Rabobank en de vleessector weten dat kritiek ze niets op zal leveren, hemelen mevrouw Schouten op en weten dat bij een minister met weinig ervaring op dit dossier slijmen een beter middel is dan de waarheid.

Mijn conclusie is dan ook dat minister Carola Schouten zich, alle misstanden ten spijt (fraude met mest, aantallen dieren, overtredingen van de wet op dierenwelzijn) volledig neerlegt bij de status quo. Ze creëert uitstel om afstel te krijgen (zie: mestderogatie) en weigert in te grijpen bij illegale activiteiten van de landbouwsector. Enorme aantallen gedomesticeerde en wilde dieren zijn hiervan de dupe, evenals omwonenden en de volksgezondheid in het algemeen. Voor de minister doet het er weinig toe. Of misschien heeft ze er wel geen weet van?