
Sinds het boek van Piketty in het Engels is vertaald is 'ongelijkheid' een allesoverheersend thema geworden in de internationale politiek. Zelfs bestuurders van de grootste centrale banken, de FED en de ECB, buigen zich over de kwestie.
Afgelopen vrijdag 17 oktober hielden zowel de baas van de FED, Janet Yellen, als ECB-bestuurder Yves Mersch -onafhankelijk van elkaar- een lezing, waarin het begrip 'ongelijkheid' centraal stond. Yellen's speech was getiteld 'Perspectives on Inequality and Opportunity from the Survey of Consumer Finances', uitgesproken op een conferentie van de federale bank in Boston over economische ongelijkheid; de toespraak van Mersch was tijdens een conferentie in Zürich en ging over 'Monetary policy and economic inequality'. Sinds Thomas Piketty er in diens boek 'Kapitaal in de 21e eeuw' op wees dat rijken steeds rijker worden en de (inkomens-)ongelijkheid steeds groter, is dit een 'hot' geopolitiek thema geworden. Nu houden zelfs centrale bankiers zich ermee bezig.
Gelijke kansen voor iedereen belangrijker
Laten we eens met Yellen beginnen. Wat had die allemaal te vertellen? Om te beginnen constateerde ook zij, dat de inkomens- en vermogensverschillen tussen de 'happy few' en de rest ook in de VS enorm waren toegenomen. Ze verwees daarbij naar de niet onomstreden 'Great Gatsby Curve', die de (positieve) correlatie beschrijft tussen inkomensongelijkheid en intergenerationele sociale immobiliteit.Hoe groter de inkomensverschillen, hoe lastiger 'struggling for highlife'In gewoon Nederlands: hoe groter de inkomensverschillen in een land, des te moeilijker wordt het om op te klimmen op de sociale ladder. Yellen ontkent de inkomensverschillen in de VS niet, maar wijst er op dat die al enige decennia ongeveer hetzelfde gebleven zijn. Ze benadrukt liever de Amerikaanse waarde van 'gelijke kansen voor iedereen' : "Research also indicates that economic mobility in the United States has not changed much in the last several decades; that mobility is lower in the United States than in most other advanced countries; and, as I noted earlier, that economic mobility and income inequality among advanced countries are negatively correlated." Die 'gelijke kansen voor iedereen' worden in sterke mate beïnvloed door een viertal 'building blocks':
- De mate waarin kinderen, vooral in hun vormende jaren, toegang hebben tot hulpmiddelen;
- De mate waarin mensen toegang hebben tot betaalbaar hoger onderwijs;
- Het hebben van een eigen bedrijf;
- Erfenissen.
Inkomensverschillen VS flink toegenomen
Niettemin nemen de inkomens- en vermogensverschillen ook in de VS behoorlijk toe. Tussen 1989 en 2013 steeg het inkomen van de rijkste vijf procent met maar liefst 38% tegen 10% voor de rest. De vermogensongelijkheid was nog groter. Bezat in 1989 de top vijf procent 'slechts' 54% van alle rijkdom, in 2013 was dat gestegen naar 63%. Aan de onderkant van de inkomens is de situatie nog nijpender: maar liefst 62 miljoen Amerikaanse huishoudens hebben een vermogen van $ 11.000 of lager. Een kwart daarvan heeft zelfs nul of een negatief vermogen (dat wil zeggen een netto schuldpositie). Vooral na de financiële crisis in 2007 is die groep sterk gestegen. De top vijf daarentegen verdubbelde haar vermogen juist bijna: van gemiddeld $ 3,6 miljoen in 1989 naar $ 6,8 in 2013.Yellen: Ik bied geen oplossingen voor inkomensongelijkheidYellen's conclusie is dan wel weer uitermate teleurstellend: "I cannot offer any conclusions about how much these factors (die 4 'building blocks', red.) influence income and wealth inequality. I do believe that these are important questions, and I hope that further research will help answer them."
ECB: bewaken prijsstabiliteit enige mandaat
Dan was ECB-bestuurder Yves Merch in Zürich een stuk minder vaag. Hij begon ermee te zeggen dat het wel heel ongewoon is voor een centraal bankier om zich te mengen in de 'Piketty discussie', aangezien dat meer een politieke dan een monetaire aangelegenheid is. De reden waarom de ECB zich nu dan toch in die politieke discussie heeft gemengd is, omdat sommigen menen dat te grote inkomensongelijkheid de financiële stabiliteit kan bedreigen (Mersch betwist dat overigens, zich beroepend op diverse studies, onder andere die van Bordo en Meisner uit 2012). De ECB heeft volgens Mersch maar één mandaat: het bewaken van de prijsstabiliteit op middellange termijn (sic!). Niettemin is er een meer algemene reden voor centrale bankiers om zich druk te maken over de groeiende inkomensongelijkheid. Mersch: "More generally, inequality is of interest to central banking discussions because monetary policy itself has distributional consequences which in turn influence the monetary transmission mechanism. For example, the impact of changes in interest rates on the consumer spending of an individual household depend crucially on that household’s overall financial position – whether it is a net debtor or a net creditor; and whether the interest rates on its assets and liabilities are fixed or variable." Daarbij onderscheidt Merch vijf verschillende factoren die van invloed kunnen zijn op de verdeling van welvaart, inkomen en consumptie:- 'Income composition channel', daarmee bedoelt hij de verschillen tussen mensen die hoofdzakelijk zijn aangewezen op hun loon als inkomstenbron en zij, die ook inkomen uit andere bronnen hebben, zoals aandelen of obligaties;
- 'Financial segmentation channel': mensen die sneller en veelvuldiger toegang tot de financiële markten hebben vergroten hun kans op vermogensaanwas;
- 'Portfolio channel': inflatoire maatregelen van een centrale bank hebben meer invloed op mensen met een laag inkomen dan op mensen die inkomen uit meerdere bronnen genieten;
- 'Savings redistribution channel': lage rentetarieven spelen leners in de kaart en zijn nadelig voor spaarders;
- 'Earnings heterogenity channel': lagere inkomensgroepen worden onevenredig vaak getroffen door werkloosheid.
Expansieve geldverruiming leidt tot grotere inkomensongelijkheidTegelijkertijd waarschuwt hij dat een te expansief monetair beleid kan leiden tot een (sterke) verhoging van de inkomensongelijkheid, terwijl omgekeerd een sterk restrictief beleid ook significante (negatieve) lange termijn effecten kan hebben op inkomensongelijkheid. Het blijft dus voor een centraal bankier schipperen. Mersch haalt een studie aan van McKinsey waaruit zou blijken, dat door het lage rentebeleid van de FED en ECB vooral de oudere spaarder is getroffen, terwijl jonge gezinnen juist profiteerden (die hebben doorgaans weinig spaargeld en hun hypotheek nog niet afgelost, red.). Het (negatieve) saldo bedroeg volgens het McKinsey rapport maar liefst $ 630 miljard ten nadele van de spaarder (VS, UK, eurozone).
Agressief monetair beleid leidt tot ongelijkheid
Een ander nadeel van het lage rentebeleid is, dat mensen de neiging hebben meer en hogere risico's te nemen teneinde toch nog een reëel rendement te halen op hun spaargeld. Mersch haalde vervolgens een onderzoek van DNB aan over het agressieve monetaire beleid van Japan, dat tot gevolg had gehad dat de inkomensongelijkheid daar juist verder door toegenomen was: "The researchers conclude that their study holds lessons for other countries undertaking unconventional monetary policy. While preventing deflation and repairing the monetary transmission mechanism at the zero-bound is inherently a difficult undertaking, Japan’s experience provides a cautionary tale on the potential side-effects. It is possible that the portfolio channel will be even larger in the US, the UK and many euro area economies, where households hold a larger portion of their savings in equities and bonds." Mersch maakte wel onderscheid tussen 'standaard' monetair beleid en 'non-conventioneel' monetair beleid (zoals dat nu plaatsheeft met de opkoop van Asset Backed Securities, red.).Waarom dan toch doorgaan met dat beleid? They dont have any clueVolgens hem leidt 'standaard' monetair beleid niet tot een verhoging van de inkomensongelijkheid, maar 'non-conventioneel' beleid wel. Waarom dan toch doorgaan met dat beleid? Daar komt geen echt antwoord op helaas. Mersch concludeert: "Non-conventional monetary policy however, in particular large scale asset purchases, seem to widen income inequality, although this is challenging to quantify. Still, a central bank with a clear mandate to safeguard price stability needs to act forcefully when push comes to shove. These distributional side-effects then need to be tolerated. But they clearly should not last too long. They are one more reason to recognise that the non-standard measures we have introduced have to be temporary."
30 Bijdragen
Michiel
In dat geval is een flinke beurscrash een manier om de vermogensverdeling gelijker te maken.
Jean
MichielRobert the Bruce
MichielMooi is ook het voorbeeld van de Staat Israel en de welvaartsverdeling aan het begin en anno nu. Gelijkheid zorgt voor instabiliteit blijkbaar.
Emmef
Robert the BruceInflatie is exponentieel en de enige manier om hiervan geen nadeel te hebben is door deel te nemen aan een zuiver speculatieve economie. De prijzen van die economie stijgen immers bijna lineair mee met de percentuele geldgroei (bij een constante productie en omloopsnelheid). De enige manier om er echt van te profiteren is door bij de partij te horen die het geld genereert en/of hieraan verdient. Dat zijn de banken die toekomstige beloften op hun balans mogen opvoeren. Op een balans ziet dat er "geldig" uit, maar in werkelijkheid is het een dynamische vergelijking met exponentiële aspecten.
De financiële sector en voornamelijk de banken maken de economie kapot met geforceerde luchtcirculatie.
Jean
EmmefEmmef
JeanZetten we iemand bij de Wereld draait door neer die een serie lezingen geeft? Gaan we actief de discussie aan met politici in pagina grote dagblad "advertenties"?
Jean
EmmefNelis Lau
JeanHank.Rearden
Robert the Brucejsmid
MichielOf kijk eens naar Ierland waar ook niet echt is geleerd van de crisis en er weer een bubbel dreigt en men nu pas maatregelen gaat nemen die al veel eerder genomen hadden moeten worden.
http://www.z24.nl/geld/daar-gaan-we-weer-dreigt-er-een-huizenbubbel-in-ierland-507120
Michiel
jsmidgast
centrale bankiers gaan niet over ongelijkheid van inkomen of welvaart. wel kan de vraag of ongelijkheden economische groei beinvloeden interessant zijn, voor sommigen, zoals de fed die ook een groeimandaat heeft. de ecb heeft dat niet. dat zij het onderzoeken is politiek ingegeven. zij onderzoeken het omdat zij geen verwijten willen krijgen.
verder eens met conclusies. artikel heeft niveau. niet alleen maar meningen pushen.
Roland Horvath
Overigens een oplossing voor de crisis is niet besparen om de uitgaven gelijk te maken aan de ontvangsten maar het omgekeerde. Dat maakt de productie capaciteit van de MKB, die werken voor de binnenlandse EU markt kapot door een gebrek aan koopkracht. De oplossing: Voor meer ontvangsten zorgen om die gelijk te maken aan de uitgaven gefinancierd door het voor de hand liggend middel: Meer bedrijfslasten zoals lonen- sociale- bijdragen- op- productie- door-
machines- milieulasten- BTW, betaald door de ondernemingen, als kosten verrekend in de productprijs en dus ook door de klanten betaald. Wat dat betreft een nul operatie voor de ondernemingen. Het gestook tegen bedrijfslasten door het EU bestuur, sommige politieke partijen en werkgeversorganisaties en de hoofdstroom media is niet terecht.
Anton
Jean
AntonAnton
JeanA Modern Jubilee
Michael Hudson’s simple phrase that “Debts that can’t be repaid, won’t be repaid” sums up the economic dilemma of our times. This does not involve sanctioning “moral hazard”, since the real moral hazard was in the behaviour of the finance sector in creating this debt in the first place. Most of this debt should never have been created, since all it did was fund disguised Ponzi Schemes that inflated asset values without adding to society’s productivity. Here the irresponsibility—and Moral Hazard—clearly lay with the lenders rather than the borrowers.
The only real question we face is not whether we should or should not repay this debt, but how are we going to go about not repaying it?
The standard means of reducing debt—personal and corporate bankruptcies for some, slow repayment of debt in depressed economic conditions for others—could have us mired in deleveraging for one and a half decades, given its current rate (see Figure 12).
Figure 12
That fate would in turn mean one and a half decades where the boost to demand that rising debt should provide—when it finances investment rather than speculation—will not be there. The economy will tend to grow more slowly than is needed to absorb new entrants into the workforce, innovation will slow down, and justified political unrest will rise—with potentially unjustified social consequences.
We don’t need to speculate about the economic and social damage such a future history will cause—all we have to do is remember the last time.
We should, therefore, find a means to reduce the private debt burden now, and reduce the length of time we spend in this damaging process of deleveraging. Pre-capitalist societies instituted the practice of the Jubilee to escape from similar traps (Hudson 2000; Hu
Jean
AntonJa, interessante visie. Deed me denken aan het begrip 'helicopter money' (hier kun je een uitleg daarvan van Willem Buiter downloaden: http://www.economics-ejournal.org/economics/journalarticles/2014-28).
De voordelen voor de schuldenaren zijn helder en je bent er zeker van dat het geld direct in de reële economie terecht komt en niet bij de banken blijft 'hangen'. Of niet-schuldenaren het ontvangen geld zullen besteden aan meer uitgaven is echter twijfelachtig. Dat hangt af van het vertrouwen dat ze hebben in de economie en de toekomst. Het risico bestaat dus dat ze het oppotten.
Nadelen of, misschien beter gezegd, 'aandachtspunten' zijn er ook, zoals Keene ook zelf opmerkt. Het raakt aan de kern van geldschepping. En zoals Keene aan het begin terecht constateert is er veel te veel geld 'uit het niets' geschapen. Ben echter niet geheel met hem eens dat dit alleen de schuld is van de uitleners (de banken dus). Ook de lener (de staten in public debt en consumenten en bedrijven in private debt) hebben een eigen verantwoordelijkheid. Althans, dat vind ik.
Ten aanzien van het terugbrengen van de mondiale schuldenberg is mijn huidige positie dat dit onvermijdelijk is om economische groei te creëren die meer is dan 1 a 2 procent. Een gedeeltelijke 'reset' (lees: afboeking) zal onvermijdelijk zijn. Daarbij wil ik wel aantekenen dat de rekening niet terecht dient te komen bij de belastingbetaler, maar bij de 'eigenaren' zelf. Dat zal impliceren dat de rentes zullen stijgen, maar dat is helemaal niet erg: er zal dan een beter risicomanagement gevoerd worden. Nu wordt de rente kunstmatig én langdurig (te) laag gehouden, waardoor beleggers, bedrijven en banken te gemakkelijk teveel risico nemen. De schulden 'boom' in de eurozone tussen 2000 en 2008 is een schoolvoorbeeld (ook daarna zijn de schulden met 40% gestegen, maar dat terzijde).
Gedeeltelijk afboeken dus tot een voor een specifieke lidstaat behapbaar niveau, maar wel in combinatie met economische her
Anton
Jean- "Ten aanzien van het terugbrengen van de mondiale schuldenberg is mijn huidige positie dat dit onvermijdelijk is om economische groei te creëren die meer is dan 1 a 2 procent. Een gedeeltelijke 'reset' (lees: afboeking) zal onvermijdelijk zijn."
- "Daarbij wil ik wel aantekenen dat de rekening niet terecht dient te komen bij de belastingbetaler, maar bij de 'eigenaren' zelf."
- "Gedeeltelijk afboeken dus tot een voor een specifieke lidstaat behapbaar niveau, maar wel in combinatie met economische hervormingen."
Mijn probleem met deze voorstellen is dat ze tegenstrijdig zijn. Die "eigenaren" zijn overwegend banken, pensioenfondsen (lees: (toekomstige) gepensioneerden) en spaarzame burgers. Als je de banken straft, met hun bespottelijk kleine eigen vermogens, dan gaan ze subiet failliet en moet de belastingbetaler. En die belastingbetaler, die bestaat (in termen van bijdragen) voor een belangrijk deel uit diezelfde spaarzame burgers en (meer vermogende) gepensioneerden. Dus als je schulden gaat afboeken, op welke wijze dan ook, komt de rekening uiteindelijk bij toch hen terecht. En dat gaat (onder meer) leiden tot economische stagnatie en wellicht deflatie, met als gevolg een oplopende schuld/GDP ratio. Volslagen onwenselijk dus! En dat is de reden dat Keen met zijn voorstel voor een Modern debt Jubilee is gekomen!
Verder kom je met het standaard mantra "maar wel in combinatie met economische hervormingen". Dat is m.i. wel de grootste dooddoener waar economen mee schermen. Wat voor hervormingen bedoel je? Het nog verder afknijpen van de rechten van werknemers? Uit empirisch onderzoek blijkt keer op keer dat dat alleen maar averechts werkt (zie o.a. het werk van de Nederlandse economen Naastepad en Storm, dat ook op FTM vaak wordt aangehaald.
Jean
AntonNu is het een loterij zonder nieten voor bankiers. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Anders moet je het bankwezen nationaliseren, maar dat is een hele andere discussie.
Verder: 'Wat voor hervormingen bedoel je? Het nog verder afknijpen van de rechten van werknemers?' - Nee, maar wel het beter op elkaar afstemmen van vraag en aanbod in een economie. Neem de pensioenproblematiek. Het valt niet vol te houden om die op dezelfde leeftijd te laten staan als de levensverwachting drastisch stijgt (of je moet de uitkeringen fors verlagen, maar dat wil ook niemand).
Anton
JeanJe stelt "mijn positie is inderdaad dat banken, net als andere private bedrijven, failliet moeten kunnen gaan. In dat geval komt de rekening niet terecht bij de belastingbetaler maar bij de eigenaren en achtergestelde obligatiehouders". Daar heb je natuurlijk een punt.
De vraag is vervolgens wel, wie bezit die obligaties? Als ik naar de VS kijk, dan zie ik dat een fors deel van de bankobligaties in handen is van de financiële sector zelf. Dat zou kunnen betekenen dat als je een paar grote banken failliet gaat, dat dan de hele financiële sector in de VS als een rijtje dominostenen omvalt. Ik weet niet hoe dat in Europa zit, maar als de situatie hier vergelijkbaar is, dan zal ook hier iets dergelijks kunnen gaan gebeuren. Anders gezegd, de rekening komt dan alsnog bij de belastingbetaler terecht, maar dan in het kwadraat.
Overigens ben ikzelf ondertussen een groot voorstander van het nationaliseren van de banken. Dan kan de overheid m.i.:
- het bonusprobleem definitief oplossen en de bankierslonen flink verlagen;
- schoon schip maken in de top van de banken (hoewel het flink verlagen van de salarissen en het afschaffen van de bonussen wellicht al tot een flinke uittocht van de rotte appels zal leiden);
- ervoor zorgen dat de banken niet langer, door alsmaar op de verkeerde plekken nieuwe leningen in de economie te pompen, allerhande zeepbellen en nieuwe crises blijven veroorzaken;
- ervoor zorg dragen dat de banken de zeepbellen die zich nu al in de economie bevinden gecontroleerd kunnen laten leeglopen.
Je stelt verder "het beter op elkaar afstemmen van vraag en aanbod in een economie. Neem de pensioenproblematiek. Het valt niet vol te houden om die op dezelfde leeftijd te laten staan als de levensverwachting drastisch stijgt." Daar heb je natuurlijk een punt. Maar zo'n maatregel, hoe noodzakelijk ook, zal niet of nauwelijks bijdragen aan het oplossen van de problemen waar we nu in zitten.
Jean
AntonIk denk niet dat de banken als dominostenen zullen omvallen. Er moet natuurlijk wel wat aan de bankbuffers gedaan worden. De discussie gaat nu over een verhoging van drie naar vier (vijf) procent, hetgeen natuurlijk veel te laag is. Engelen stelt voor die op te trekken naar een range tussen 15 en 20 procent en Admati c.s. pleiten voor nog hogere bankbuffers, tot wel 30 procent. Hoe dan ook zullen die buffers omhoog moeten.
Verder valt te verwachten dat pensioenbeleggers iets geleerd hebben van deze crisis en dat ze niet blind investeren in staatsobligaties. Je zou in elk geval mogen verwachten dat ze toch iets van deze crisis geleerd hebben en dus voortaan nadrukkelijk het landenrisico meewegen in hun beleggingsoverwegingen.
De vraag of het bankwezen genationaliseerd moeten worden is een goede vraag. Zelf ben ik daar nog niet uit, maar het is inderdaad niet vanzelfsprekend dat een vrije markt alleen maar tot zegeningen leidt. Dat zien we hier, maar ook in de zorg.
Afijn, dank voor de discussie. Het kost wel tijd, maar het is ook goed.
Watching the Wheels
JeanZouden ze die bankenbuffers niet in één klap op 20% kunnen zetten door die banken dat noodzakelijke buffergeld morgen in 1x 'uit het niets' te geven als 30-jaars renteloze lening, waarbij banken annuïtair verplicht worden om die lening terug te betalen in de komende 30 jaar en dus verplicht worden om het gefaseerd te vervangen door eigen middelen? Zou het veel met de waarde van de euro doen als banken er niks mee mogen, dus als het echt puur buffers moeten zijn en blijven? Als je morgen alle zwervers de verplicht geeft om 10.000 euro op een spaarrekening aan te houden, waar ze alleen in uiterste noodzaak iets mee mogen waarna ze het meteen weer moeten aanvullen (dus 9990 euro betekent feitelijk 10 euro rood), dan zorgt dat toch alleen maar voor stabiliteit? Wel moet je de banklicentie af kunnen nemen als ze niet meer aan de buffer voldoen. Opgelost lijkt me of niet?
Jean
Watching the WheelsWatching the Wheels
Jeanbps
JeanDat werkt beter dan welk en hoeveel toezicht dan ook.
bps
JeanVind je ook niet, Jean, dat het begrip en de definitie van ´economische groei´ en ´BBP´ eens moet worden herzien? (Zie mijn reactie boven)
Robert Mundell, de geestelijke vader van de OCA theorie -of liever gezegd: de vinder van het OCA verschijnsel- e.a. benoemen het economisch vermogen en de economische snelheid terecht als oca-eigenschappen.
Per regio kunnen die binnen een oca ook nog verschillen, vb. Randstad vs. Zuid Limburg of Noord Brabant vs. Oost Groningen, in de Nederlandse oca vroeger.
Economische groei houdt verband met de doorlaat in de circulatie: economisch vermogen betreft de breedte van de circulatiedoorlaat en de economische snelheid betreft de circulatiedoorstroom, dat is de transactie frequentie.
Ik vond vroeger al dat het leven in de grote (Rand)stad sneller ging dan bij ons op het platteland. Mensen verdienden in de stad gemakkelijker, en gaven het ook gemakkelijker weer uit.
Het aantal transacties per tijdseenheid -de frequentie- en de grootte lag hoger.
In dat opzicht lijkt economie in een oca -een gesloten muntzone van de reële economie- sterk op een automotor met een vermogen en een toerental.
Die kun je optimaal tunen, fijn afstellen.
Voor optimale -niet maximale- duurzame prestatie.
Dan moet er wel zo´n oca -of automotor- zijn, en die moet je goed kennen.
Dat ontbreekt, mijns inziens.
Daarom vind ik dat de euro-oca Europa weer onderverdeeld moet worden in sub-oca´s met gesloten muntzones voor de reële economieën onder een internationale €uro voor buiten de reële (sub-oca)economieën.
Dan is de reële economie goed af te stellen qua geldhoeveelheid, rentes en circuitdoorlaat met kundig economisch beleid.
Nu loopt alles door elkaar in Europa. Dat is een chaos. Alle andere natuurlijke systemen zijn ook geordend, gedifferentieerd en gespecialiseerd.
Alles functioneert. Maar ons markteconomisch systeem functioneert niet. Steeds worden systeemregels, balansen en grenzen overschreden dat tot chaos leidt.
O
Jean
bpsHet is zeker waar dat er binnen Nederland (net als in elk land)
regionale prijsverschillen bestaan. De huizen in de Randstad zijn
duurder dan in Oost-Groningen, kwestie van vraag en aanbod. Maar bedenk wel, dat de lonen in die 'goedkopere' regio's ook vaak lager zijn. Zo blijft de koopkracht min of meer stabiel.
Een aardige uitwerking van Mundell's OCA-theorie vond ik het researchpaper van Roman Horvath en Lubos Komarek (zie:
http://wrap.warwick.ac.uk/1539/WRAP_Horvath_twerp647.pdf).
De eurozone is op geen enkele wijze een OCA. En doordat het gevormd wordt door vele verschillende nationaliteiten is de bereidheid tot
'solidariteit' stukken lager dan in een eigen land. We hebben er een
veel minder groot probleem mee om ons solidair te verklaren met
landgenoten die toevallig in een andere provincie wonen, dan met
bijvoorbeeld een Griek of Roemeen.
bps
JeanAnders gezegd: een olifant laat zich niet omschrijven als een jumbojet. Zelfs Dombo is fictie.
bps
JeanDie virtuele €uro is dan het anker voor de verhouding met het geld in de gesloten reële economie- muntzones (landen ofwel oca´s) t.o.v. elkaar en met €uro uitwisselbaar. Dat lijkt mij ideaal en optimaal.
Zo'n ordening mag in Amerika ook wel aangebracht. Dat kan de dollar redden.
bps
Kritiek, discussie en goed verstand wint uiteindelijk van de monddode slaafsheid, slaperigheid en
onverstand. Hier mijn (ongevraagde) bijdrage in de discussie:
Inflatie en stagnatie.
Wat wordt met prijsstabiliteit bedoelt bij de ECB? Handhaving van de prijsrust of een stabiele geldwaarde vermindering en dus stabiele prijsstijging? (inflatie gecorrigeerd, ceteris paribus).
Gezien het 2% inflatiedoel, het laatste: stabiele afbraak van geld. Dan is er meer geld nodig, dat bij de schuldenberg opkomt. Dat is dus stabiele schuldgroei dankzij de ECB definitie van prijsstabiliteit. Hoewel de wereldschuld weer met 40% groeide sinds 2008, is eeuwige schuld(geld)groei onmogelijk.
Die geldgroei vloeit af naar het financiële circuit buiten de reële economie. In de reële economie stagneert het circuit en daarbuiten vormt zich de inkomens- en vermogensongelijkheid. Ook al zou de geldhoeveelheid daar weer verkleind worden, dan nog is er stagnatie in de reële economie.
Inkomens- en vermogensnivellering helpt niet, of maar tijdelijk.
De stagnatie -de vernauwing in de doorlaat- komt van teveel schulden, te weinig beschikbare spaargeldreserves, teveel bureaucratische belemmering, te zware lasten en te zware overheid.
Die stagnatie wordt alleen opgeheven door meer financiële doorlaat in de breedte en meer snelheid: meer arbeids- en ondernemingsmogelijkheden (productievrijheid) en meer bestedingsvrijheid.
Circulatie en gelijke kansen.
In de reële economie vindt circulatie plaats door productie en verbruik. Dat is de hoofdlus. Import en
export zijn bijlussen op de interne hoofdlus. Geldstroom via de overheid is ook een bijlus. Die lus is consumptief omdat de overheid slechts faciliteert, maar zelf geen harde geen waarde toevoegt. Dus ook geen btw (belasting op toegevoegde waarde) Daarom moet er geld bij in perifere landen met veel te zware overheden zoals Frankrijk en Italie. Daar be