Met het faillissement van CASA heeft onze abortuszorg een schijnbaar frauduleuze speler minder. Maar het is wachten op een nieuw schandaal. Volgens bestuurders is het een sector waarin de concurrentie gigantisch is, doordat de overheid geen regie neemt. ‘In feite is het met gemeenschapsgeld elkaar kapot concurreren.’

FTM en Argos doen al enkele maanden onderzoek naar het faillissement van CASA Klinieken. De ondergang van de grootste keten van abortusklinieken is het gevolg van vermeende declaratiefraude. Toch lijken de problemen bij CASA niet op zichzelf te staan. Onze abortuszorg is een wankele sector die met regelmaat wordt opgeschud door schandalen. Die zijn een direct gevolg van mankerend beleid, menen diverse bestuurders. 

‘Never waste a good crisis. Wij hadden gehoopt dat er na alle problemen bij CASA iets zou veranderen'

‘Never waste a good crisis. Wij hadden gehoopt dat er na alle problemen bij CASA iets zou veranderen, want eigenlijk had Nederland gewoon te veel klinieken,’ zegt Saskia Capello, bestuurder van de Mildred Clinics in Arnhem en Eindhoven. Ze doelt op het gebrek aan regie in de sector: iedereen die aan de voorwaarden voor een vergunning voldoet, krijgt subsidie en mag een kliniek openen. Dat zorgt voor concurrentie in een krappe sector, met alle perverse prikkels vandien. ‘Helaas is er niets veranderd. De oud-bestuurder van CASA Ron Leenders zei onlangs dat de beerput leeg is. Maar ik denk dat die beerput op dit moment opnieuw gevuld wordt. In feite is het met gemeenschapsgeld elkaar kapot concurreren.’

De vermeende fraude bij CASA volgt op een reeks eerdere schandalen in de Nederlandse abortuszorg. In 2009 dreigden twee Amsterdamse abortusklinieken door wanbeheer failliet te gaan. Toenmalig staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Jet Bussemaker gaf de organisaties in totaal 5 ton om orde op zaken te stellen. Uiteindelijk werd een van de klinieken overgenomen door CASA en de andere sloot op 1 maart 2010 haar deuren. Ook de Haagse abortuskliniek Preterm Rutgers moest in 2010 haar deuren sluiten, nadat het pas aangetreden bestuur ontdekte dat er in voorgaande jaren voor bijna één miljoen euro werd gefraudeerd door de voormalig directeur.

Vervolgens bleef het een tijdlang rustig; totdat CASA, de grootste keten van abortusklinieken, vorig jaar failliet ging door vermeende declaratiefraude. Op dit moment verricht het Openbaar Ministerie onderzoek naar CASA Klinieken. De verdenking: valsheid in geschrifte en oplichting.

Continuïteit van zorg bedreigd

De regelmaat aan schandalen brengt de continuïteit van de abortuszorg in gevaar. Dat is een kwalijke dreiging als je het hebt over zwangerschapsafbrekingen, die niet alleen een gevoelige kwestie zijn, maar waarbij tijd ook een cruciale rol speelt. De bestuurders die FTM spreekt willen daarom dat de Nederlandse overheid zich meer met de sector bemoeit. Ondanks herhaaldelijke verzoeken weigert het ministerie van Volksgezondheid echter de regie in handen te nemen. Dat is een verschil met lokale overheden, die in sommige gevallen wel middelen aangrijpen om een wildgroei van aanbieders tegen te gaan. Zo kunnen gemeenten het aantal aanbieders van jeugdzorg beperkt houden door middel van aanbestedingen.Maar iedereen in de abortuszorg die aan de criteria van de inspectie voor de gezondheidszorg voldoet, krijgt van het ministerie een vergunning en een pot met geld.

Saskia Capello, directeur van Mildred Clinics

Het is met abortusklinieken een beetje als met Turkse groenteboeren. Op den duur gaan ze allemaal failliet

Volgens Saskia Capello is dat een slechte zaak. ‘Het is met abortusklinieken een beetje als met Turkse groenteboeren. De eerste in de wijk is succesvol en de tweede ook nog wel, maar als er een derde of een vierde bij komt, gaan ze op den duur allemaal failliet. Ik hoorde onlangs dat er in Den Bosch een vergunning is aangevraagd. Dat is een directe bedreiging voor onze kliniek in Eindhoven. De marges in onze sector zijn klein. Honderd behandelingen in een jaar kunnen het verschil maken tussen rode of zwarte cijfers. Die competitie zorgt dus voor perverse prikkels.’ De concurrentie is volgens Capello onder andere duidelijk merkbaar bij de werving van artsen en verpleegkundigen. In Nederland werken iets meer dan zestig abortusartsen. Volgens de bestuurder ‘vecht iedereen om dezelfde mensen’. Zij merkt dat haar artsen en verpleegkundigen actief worden benaderd door collega-instellingen.  

‘Het ministerie kan tegen nieuwe klinieken zeggen: uw aanwezigheid is niet gewenst'

Leo Querido, geneesheer-directeur van abortuskliniek Vrelinghuis in Utrecht, heeft het ministerie al meerdere malen gevraagd om paal en perk te stellen aan het aantal abortusklinieken. ‘Wat heb je aan klinieken die allemaal op halve kracht draaien? Wij hebben aan de minister gevraagd om de regie in handen te nemen. Koppel het krijgen van een vergunning en het ontvangen van subsidie los van elkaar. Het ministerie kan tegen nieuwe klinieken gewoon zeggen: u mag dan wel in aanmerking komen voor een vergunning, maar uw aanwezigheid is niet gewenst, dus u krijgt geen subsidie. Helaas doet het dat niet.’ Querido heeft zelf een tijdlang ‘last’ gehad van de CASA Kliniek in Houten, die slechts enkele kilometers verwijderd was van zijn kliniek in de binnenstad van Utrecht.

Onlangs spraken wij met de voormalig bestuurder van CASA, Ron Leenders. Ook hij stelde toen dat ons land te veel abortusklinieken heeft. Zijn eigen CASA draaide daardoor op halve kracht: ‘Wat we zagen is dat we met onze zeven locaties zo veel potentiële behandelcapaciteit hadden dat we niet vijftienduizend à zestienduizend behandelingen konden doen, zoals we dat jaar in, jaar uit deden, maar dat we er in principe wel dertigduizend konden doen. Dat zijn dus alle abortussen in het land.’

Paal en perk

Momenteel telt Nederland tien abortusklinieken. Vrouwen met een Nederlands paspoort kunnen kosteloos een abortus ondergaan in één van deze klinieken. Het ministerie van Volksgezondheid is verantwoordelijk voor de kosten, zij betalen een vooraf vastgesteld bedrag per verrichting. Bij de start van een boekjaar maken klinieken een schatting van het aantal behandelingen dat zij in dat jaar verwachten uit te voeren. Op basis van die raming ontvangt de kliniek subsidie. Aan het einde van het boekjaar moet het aantal daadwerkelijk uitgevoerde behandelingen worden verantwoord. Als de kliniek minder heeft behandeld dan werd begroot, moet een deel van de subsidie worden terugbetaald. Als er meer is behandeld, heeft de kliniek nog geld tegoed.

De meest uitgevoerde behandeling in ons land is een eerste-trimesterabortus (tot en met de twaalfde week van de zwangerschap). Hiervoor ontvangt een abortuskliniek € 586,06 subsidie. Soms worden zwangerschapsafbrekingen ook uitgevoerd door het ziekenhuis, in 2016 was dat 8,6 procent van het totaal. In die gevallen is er meestal sprake van medische problemen bij moeder of kind. De behandeling in het ziekenhuis wordt betaald door de zorgverzekeraar. Voor zo’n eerste-trimesterbehandeling ontvangt het ziekenhuis aanmerkelijk meer dan een abortuskliniek, namelijk: € 1815.

De concurrentie wordt er met het wegvallen van CASA niet minder op

Een woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid laat weten dat het wettelijk gezien niet mogelijk is om het krijgen van een vergunning en het ontvangen van subsidie los te koppelen. Ook stelt de woordvoerder: ‘De afgelopen tien jaar is het aantal abortusklinieken stabiel rond de vijftien klinieken.’ Op de vraag hoeveel klinieken een land als Nederland nodig heeft, kan het ministerie geen antwoord geven.

Uit een monitor van de Inspectie voor de gezondheidszorg blijkt dat het aantal zwangerschapsafbrekingen in Nederland al jaren een dalende lijn vertoont. Afgezien van een kleine piek in 2015 worden er ieder jaar minder abortussen uitgevoerd. In 2016 werden er 30.144 abortussen uitgevoerd, dat zijn er 3191 minder dan in het jaar 2000.

Ongeremde groei

De concurrentie wordt er met het wegvallen van CASA niet minder op. Na het faillissement van de organisatie doken al gauw nieuwe spelers op op verschillende plekken in het land. Recentelijk is in Den Bosch een vergunning aangevraagd voor een nieuwe kliniek, Bloemenhove in Heemstede breidt haar werkgebied uit naar Amsterdam en Gynaikon Klinieken opende begin deze maand instellingen in Roermond en Rotterdam.

De omvang van CASA maakte dat het faillissement grote gevolgen had voor de gehele Nederlandse abortuszorg. Met zeven klinieken verspreid door het land was de organisatie verantwoordelijk voor de helft van alle abortussen in ons land. Afgezien van de vestiging in Rotterdam – die is overgenomen door Gynaikon Klinieken – zijn al deze locaties nu gesloten. In het verleden was er geregeld kritiek op de omvang van CASA. Men vond het onverantwoord dat één speler zo groot werd. Met het omvallen van CASA waren de gevolgen inderdaad voelbaar in een groot gedeelte van het land. De wachttijden liepen op tot soms wel drie weken en andere klinieken bleven langer open om de grotere toestroom van cliënten het hoofd te bieden. 

Onduidelijkheid over declaratieregels

Alle soorten zorgaanbieders in Nederland moeten voldoen aan de Wet Toelating Zorginstellingen. Deze wet regelt de toelating van nieuwe zorgaanbieders en stelt eisen aan bestuur, toezicht en de wijze waarop een zorginstelling financiële verantwoording aflegt. De abortuszorg is uitgezonderd van deze wet.

Volgens Capello is dat een gemiste kans. ‘Aan de abortushulpverlening zouden dezelfde eisen gesteld moeten worden als aan andere zorgaanbieders. Wij hadden een pand verkocht en ik ging uitzoeken waar wij dat moesten verantwoorden. Vervolgens kwam ik tot de conclusie dat dit helemaal niet hoeft. Zelfs als je graag verantwoording wil afleggen is het niet nodig.’ 

Een ander heikel punt zijn de declaratieregels. Het blijkt voor veel instellingen niet helder of een consult en een behandeling als één pakket in rekening moeten worden gebracht of dat het onder bepaalde voorwaarden is toegestaan om consulten afzonderlijk te declareren. Consulten afzonderlijk declareren is gunstig voor de omzet van de kliniek. Zij ontvangen dan € 103,31 extra bovenop de € 586,06 die een behandeling oplevert. Een foute interpretatie van die regels kan, zoals bij CASA het geval was, leiden tot een fikse vordering van het ministerie van Volksgezondheid. Het ministerie kwam de onrechtmatige declaraties destijds op het spoor na een melding van oud-CASA-bestuurder Ron Leenders.

Op het gebied van declaratieregels geven de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), dat toezicht houdt op de naleving van de regels in de zorg, en het ministerie van Volksgezondheid tegenstrijdige adviezen. Zo ondervond Gabie Raven, directeur van de kersverse Gynaikon Klinieken in Roermond en Rotterdam. ‘Ik heb contact gezocht met de NZa om te vragen hoe het nu precies zit. Zij vertelden mij dat je een consult apart mag declareren als er een aantal dagen zit tussen het eerste consult en de behandeling. Vervolgens sprak ik daarover met het ministerie van Volksgezondheid, en zij vertellen mij weer dat de NZa het verkeerd ziet. Dit leidt tot verwarring en onnodige fouten. Volgens mij zijn er namelijk nog veel klinieken die de consulten en behandelingen apart in rekening brengen.’

Leo Querido, directeur van abortuskliniek Vrelinghuis in Utrecht, over Bert van Herk

Ik noemde hem altijd Bert van Vlerk. Vanaf dag één heb ik die man betiteld als een schavuit. Hij was altijd uit op geld verdienen

Haat en nijd

Tussen bestuurders in de abortuszorg is het er de afgelopen jaren niet gezelliger op geworden. Raven is al 27 jaar abortusarts en voormalig voorzitter van de landelijke beroepsvereniging van abortusartsen. Ze omschrijft de sfeer als een ‘van haat en nijd’. ‘Zelfs met het aantreden van nieuwe bestuurders verandert dit niet.’ Saskia Capello vertelt: ‘Het komt voor dat recepties worden geïnstrueerd om cliënten niet door te verwijzen naar een andere kliniek, ook al is het cliëntbelang daarmee gediend.’ Leo Querido, bestuurder van de kliniek in Utrecht, heeft geen goed woord over voor Bert van Herk onder wiens leiding de vermeende declaratiefraude bij CASA tot stand kwam. ‘Ik noemde hem altijd Bert van Vlerk. Vanaf dag één heb ik die man betiteld als een schavuit. Hij was altijd uit op geld verdienen.’

Over de richting van een oplossing is men wel eensgezind. Bestuurders willen dat het ministerie van Volksgezondheid de organisatie van de zorg niet langer overlaat aan de markt. ‘Dit is geen markt. Je kunt ons niet vergelijken met bijvoorbeeld ooglaserklinieken,’ stelt Saskia Capello. Bestuurders willen binnenkort met de minister om tafel om afspraken te maken die helpen een nieuwe crisis in de abortuszorg te voorkomen.

FTM doet al enige tijd onderzoek naar de teloorgang van de CASA Abortusklinieken. In ons dossier kun je artikelen vinden over alle hoofdrolspelers .