Beeld door veeterzy (via Unsplash)

Beeld door veeterzy (via Unsplash) © CC0 (Publiek domein)

Nederland steunt de fossiele industrie met 7,6 miljard euro per jaar

Fossiele industrie kan rekenen op een gigantische lappendeken aan belastingvrijstellingen, subsidies en overgenomen ondernemersrisico. Ook in Nederland.

Iedere minuut krijgt de fossiele industrie in Nederland ruim 14 duizend euro staatssteun. Ook in andere Europese landen staat de subsidiekraan fors open, waardoor fossiele brandstof in elf Europese landen jaarlijks met 112 miljard euro gesubsidieerd wordt. Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerd onderzoek van het Overseas Development Institute (ODI) en Climate Action Network Europe (CAN-Europe), dat Follow The Money vast mocht inzien.

Lappendeken in vijftig tinten grijs

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: subsidie is een begrip in vele tinten grijs. Je hebt directe subsidieregelingen, zoals de SDE+-regeling voor duurzaam opgewekte energie, die sec gezien een vergoeding per opgewekte hoeveelheid elektriciteit is. In de fossiele-brandstoffenwereld is daarentegen veel meer sprake van een lappendeken aan geldstromen vanuit de overheid naar de industrie. De ene keer gaat het om belastingvrijstellingen, de andere keer neemt de overheid een deel van het ondernemersrisico bij de fossiele industrie weg, en weer een volgende keer is de overheid co-investeerder in een fossiel project.

Deze lappendeken zorgt ervoor dat ieder onderzoek naar staatssteun voor fossiele industrie op een ander totaalbedrag uitkomt. Zo kwam het IMF in 2015 tot de in eigen bewoordingen ‘schokkende’ conclusie dat olie en gas wereldwijd 5300 miljard euro staatssteun krijgen. Een duizelingwekkend bedrag, dat mede werd bereikt doordat het IMF kosten die gepaard gaan met klimaatschade (denk aan het verhogen van dijken) en gezondheidseffecten (meer longkanker door meer fijnstof) meerekent. Dat is in dit nieuwe onderzoek niet gebeurd.

Generation Discover Festival, een kinderfeestje georganiseerd door Shell, kreeg vorig jaar een subsidie van 100.000 euro van Den Haag

Dossier

Volg dit dossier

Belastingvoordeeltjes

Het onderzoek van ODI en CAN-Europe heeft de staatssteun aan de fossiele industrie op drie niveaus onderzocht. In de eerste plaats is gekeken naar steun voor de fossiele industrie die rechtstreeks van overheden komt. Zo waren de havenbedrijven van Amsterdam en Rotterdam tot dit jaar vrijgesteld van vennootschapsbelasting. De grootste fossiele-brandstoffensubsidie is echter de energiebelastingvrijstelling voor de lucht- en scheepvaart. Alleen al deze vrijstelling kost ons land volgens de onderzoekers 3,5 miljard euro aan belastinginkomsten per jaar.

Klein bier vergeleken hierbij, maar niettemin nog een mooi voorbeeld van rechtstreekse overheidssteun voor de fossiele industrie, is het Generation Discover Festival, waar jongeren vanaf volgende week op het Malieveld in Den Haag in aanraking kunnen komen technologie en wetenschap. Het kinderfeestje wordt georganiseerd door Shell, en kreeg vorig jaar een subsidie van 100.000 euro van de gemeente Den Haag.

Een tweede niveau waarop staatssteun plaatsvindt, is via financiële instellingen die volledig of grotendeels in overheidshanden zijn. ABN Amro bijvoorbeeld, voor 70 procent in publieke handen, investeerde in 2014 ruim 300 miljoen in de fossiele industrie. Een andere grote kostenpost op dit niveau zijn de exportkredietverzekeringen die de fossiele industrie via de staat kan afsluiten. Dit is een nogal technisch verhaal (lees dit onderzoek als je meer wilt weten), maar in de kern komt het erop neer dat de fossiele industrie dankzij deze verzekeringen makkelijker in het buitenland zaken kan doen. Jaarlijks verzekert staatsverzekeraar ADSB fossiele projecten voor gemiddeld 1,8 miljard euro. 

Staatsbedrijven

Op een derde niveau vinden we staatsbedrijven die namens de overheid meefinancieren bij fossiele projecten en het ondernemersrisico (deels) overnemen. Denk bijvoorbeeld aan EBN (Energiebeheer Nederland, volledig in overheidshanden), dat namens de overheid deelneemt aan de winning van fossiele brandstof. Ook doet EBN samen met de fossiele industrie onderzoek naar nieuwe olie- en gasvoorraden.

Belangrijker is dat we inzicht krijgen in de gigantische belangen die vanuit de overheid richting de fossiele industrie lopen

Het gevolg hiervan is dat een groot deel van het ondernemersrisico bij de overheid komt te liggen. Uit het jaarverslag van EBN: ‘Volgens EBN betekent dit dat de overheid grotendeels de exploratierisico’s draagt. EBN’s berekeningen laten zien dat slechts 32 procent van de kosten van een dry hole gedragen worden door private investeerders. Als EBN participeert in een exploratieve activiteit, wat de standaard is, dan dragen private investeerders nog maar 19 procent netto van de kosten van een dry hole. 

Flinke korrel zout

Vanzelfsprekend verdient de overheid ook aan deze staatsdeelneming in de fossiele energiewinning. Gaswinning vulde de schatkist jarenlang met miljarden. De overheid neemt hier echter ook een groot deel van de geëxternaliseerde kosten op zich: de aardbevingsschade komt voor een groot deel voor rekening van de staat, zo wordt verwacht dat de overheid tot wel 75 procent van de Groningse ontmantelings- en herstellingskosten gaat betalen.

De staatssteun voor de fossiele industrie bestaat dus uit een gigantische lappendeken aan geldstromen, vrijstellingen en voordeeltjes, vanuit een scala aan overheden, genationaliseerde financiële instellingen en staatsbedrijven. Dit maakt dat de staatssteun aan fossiel onvergelijkbaar is met die aan duurzame energie. Veel belangrijker aan het onderzoek van vandaag is dan ook dat systematisch inzichtelijk wordt gemaakt welke gigantische belangen er vanuit de overheid richting de fossiele industrie lopen – en dat je politieke uitspraken als ‘in Nederland gaat er geen euro subsidie naar fossiele energie’ (Kamp, 2015) en ‘windmolens draaien niet op wind, maar op subsidie’ (Rutte, 2012) met een flinke korrel zout mag nemen.