Wat gebeurt er met de gegevens die overheden, bedrijven en instellingen over ons opslaan? Wat als ze gehackt of gegijzeld worden? Hoe veilig zijn onze systemen, en onze data? Lees meer

De analoge en digitale wereld lopen steeds meer in elkaar over, internet en technologie knopen alles aan elkaar: beleid, sociale structuren, economie, surveillance, opsporing, transparantie en zeggenschap.

Ondertussen worden we overspoeld door ransomware, digitale desinformatie en diefstal van intellectueel eigendom. Conflicten worden tegenwoordig ook uitgevochten in cyberspace. Hoe kwetsbaar zijn we precies, en hoe kunnen we ons beter wapenen?

We laten overal digitale sporen achter, vaak zonder dat te weten of er iets tegen te kunnen doen. Al die aan ons onttrokken data worden bewaard en verwerkt, ook door de overheid. Dat gebeurt niet altijd netjes. Zo veegde  het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in een vernietigend vonnis het Nederlandse anti-fraudesysteem Syri van tafel. Hoe riskant het is om op dataverzamelingen van burgers algoritmes los te laten – datamodellen die vrij autonoom beslissingen nemen – bewijst de Toeslagenaffaire. Die laat ook zien wat het effect is van ‘verkeerde’ registraties die zich als onkruid door overheidssystemen lijken voort te planten, zonder dat iemand ze nog kan stoppen of wijzigen.

En zijn al die gegevens van burgers en klanten wel veilig? Wie kan erbij, wie mag erbij, wat als ze gehackt of gegijzeld worden? Hoe kwetsbaar maakt onze afhankelijkheid van data ons?

54 artikelen

© JanJaap Rypkema

Op de Amerikaanse terroristenlijst, zonder te weten waarom

Nederlanders die nooit terrorismeverdachte zijn geweest worden in het buitenland geweigerd en soms zelfs opgesloten omdat zij een gevaar zouden vormen. Uit onderzoek van Follow the Money en NRC blijkt dat hun namen op een omstreden Amerikaanse terrorist watchlist staan. De Nederlandse overheid laat er niets over los.

0:00
Dit stuk in 1 minuut

Wat is het nieuws?

  • Nederlanders die al jaren problemen hebben met reizen in het buitenland staan – zonder te weten waarom – op een Amerikaanse terrorist watchlist
  • Follow the Money heeft in februari aan de politie gevraagd of namen van niet verdachte Nederlanders zijn doorgeven aan de VS, maar hier is nog geen antwoord op gekomen. 

Waarom is dit belangrijk?

  • De Amerikaanse lijst telt honderdduizenden namen, van Desi Bouterse en Mohammed B., tot volstrekt onschuldige burgers. Maar ervan afkomen en zelfs controleren of je erop staat is nagenoeg onmogelijk.
  • De Nederlandse autoriteiten geven ook geen duidelijkheid als gedupeerden een inzageverzoek doen om te checken of hun naam is doorgeven.
  • Hierdoor komen burgerrechten in het gedrang. Volgens terrorisme-expert Jelle van Buuren kan dit op termijn zelfs de veiligheid schaden ‘als vertrouwen in de rechtvaardigheid van het systeem verloren gaat’.

Hoe heeft FTM dit onderzocht?

  • Follow the Money sprak met meerdere Nederlanders met problemen aan de grens en volgde hun zoektocht naar antwoorden op de voet.
  • Follow the Money en NRC kregen toegang tot de terrorist watchlist, nadat een Zwitserse hacker er de hand op wist te leggen.
Lees verder

No entry to Turkey. Never ever.’ Omar spreekt de woorden uit als toen hij ze hoorde, inmiddels jaren geleden. Moment voor moment haalt hij terug hoe zijn familievakantie eindigde in een queeste die nog altijd voortduurt. De Turkse grensbeambte die hem een hokje in dirigeert. Vragen over zijn werk en bedoelingen. De mededeling dat hij, Omar, een gevaarlijk persoon is. Het papier met een inreisverbod dat hij in zijn handen krijgt gedrukt en het bevel: ‘Wegwezen’. 

Omar baant zich een weg langs de rij stilstaande voertuigen voor de grensovergang – er is geen voetpad – en steekt lopend de grens met Bulgarije over. Zijn vrouw, kinderen en auto blijven achter aan de Turkse kant. In Bulgarije neemt hij een taxi en vervolgens het eerste vliegtuig terug naar Nederland. De onmacht van destijds, voelt hij nu nog. 

Zijn verbanning is de culminatie van ervaringen die Omar dan al jaren heeft. Want ook in eigen land houdt de politie hem overal waar hij gaat staande. Agenten willen weten: waar ga je heen, met wie en waarom? En op reis zijn er altijd wel problemen: nerveuze grensbeambten, uitgebreide controles, ‘iets’ met Interpol en vooral héél veel vragen.

Inmiddels weigeren tal van landen hem de toegang. 

In de VS luidt het antwoord op Omars visumaanvraag: Travel not authorized.

Met refused hebben de Canadese autoriteiten maar één woord nodig.

Australië geeft hem te kennen dat de wachttijd voor zijn aanvraag afhangt van ‘individuele omstandigheden’. Omar wacht nu bijna een jaar. 

De oorzaak? Wist hij het maar. ‘Het ergste is dat je niet de informatie krijgt die je nodig hebt,’ verzucht hij. Omar is geen terrorist en ook geen crimineel. Hij is aantoonbaar nooit ergens van verdacht geweest. Hij is een jonge vader met een mooie baan, die hij met zekerheid niet zou hebben gehad als er maar de geringste verdenking tegen hem zou bestaan. 

Op zijn vragen aan de politie en Interpol volgt de sussende verzekering dat er nergens een rood vlaggetje achter zijn naam staat en er geen informatie over hem met het buitenland is gedeeld.

Tientallen gedupeerden

Omar is niet alleen. Tientallen en mogelijk nog meer Nederlanders hebben dezelfde problemen. Op luchthavens en bij grensovergangen in het buitenland worden zij uit de rij gehaald, ondervraagd, teruggestuurd en soms zelfs opgesloten, omdat ze een gevaar zouden zijn. Alleen al bij een speciaal meldpunt van belangenorganisatie Muslim Rights Watch Nederland zijn sinds vorig jaar meldingen van tachtig mensen binnengekomen. 

De Nederlandse overheid ontkent of geeft halve antwoorden

Een oplossing is er niet. De mensen die het overkomt moeten namelijk zelf bewijzen dat zij op een geheime lijst in het buitenland staan, dat dit onterecht is én dat Nederland daar de hand in heeft gehad. Een onmogelijke opdracht. Want autoriteiten in het buitenland beantwoorden hier geen vragen over en verwijzen door naar Nederland. De Nederlandse overheid op haar beurt ontkent betrokkenheid of geeft halve antwoorden. Vorig jaar vertelde een aantal gedupeerden over deze frustrerende ervaringen in de Argos-uitzending Onzichtbare Muren. 

Follow the Money sprak meerdere Nederlanders met problemen aan de grens en volgde hun verhalen en dossiers langere tijd. Soms kenden zij Syriëgangers in hun omgeving, maar ze zijn zelf nooit terrorismeverdachte geweest. 

Ze luisteren naar namen als Zakaria, Mohammed en ‘Kosay’*. Net als Omar lopen zij in het buitenland tegen een muur, terwijl ze in eigen land in het duister tasten. 

Zo belt Zakaria met Follow the Money tijdens zijn vakantie, vanuit een cel op een luchthaven in Turkije. Zijn vrouw en kinderen mochten doorreizen, maar hij niet. ‘Op het bordje op de deur staat inadmissible passengers. Er staat hier een slaapbank. De douche is smerig. Er wordt een of twee keer eten gebracht.’

‘Iedereen zegt: wij weten niets, wij kunnen niets zien, wij kunnen het je niet vertellen’

Mohammed vindt het vooral erg voor zijn gezin. ‘Ik werk vaak zestig uur in de week. En de vakanties zijn echt de momenten waar we naar uitkijken. Die gaan nu gepaard met heel veel stress en spanning. Als je op vakantie gaat, en je gaat vijf landen door, dan sta je vijf keer een uur met de auto aan de kant.’

‘Kosay’ heet in het echt anders. Hij is journalist en vreest voor zijn veiligheid in het buitenland en zijn carrière in Nederland als hij wordt geassocieerd met terrorisme. 

Allemaal benadrukken ze zich nooit te hebben ingelaten met radicaal gedachtegoed. Toch blijkt uit onderzoek van Follow the Money en NRC dat ze in de VS op een terrorismelijst staan. In Omars geval is zelfs vast komen te staan dat Nederland informatie met het buitenland heeft gedeeld. Hoewel het vrijwel onmogelijk lijkt om ooit nog uit de buitenlandse systemen te komen, lijkt de drempel om namen door te geven juist heel erg laag.

Nergens gesignaleerd, of toch wel

Hoe laag precies, daar kan Omar over meepraten. 

Hij kan het moment dat zijn moeilijkheden begonnen precies aanwijzen. Dat was de dag in februari 2015 dat een wijkagent hem benaderde en begon over de moskee die hij bezocht. Het was in de tijd dat veel jonge mannen en vrouwen uit Omars wijk naar het kalifaat in Syrië vertrokken. Met de moskee was niks mis, kreeg hij te horen, maar met sommige bezoekers wel. 

‘Ik zou liegen als ik zeg dat ik niemand ken die is uitgereisd. Ik heb met ze in de klas gezeten, ik ken ze van het voetbalveld. Opeens hoor je: die persoon is weg.’ De mensen met radicale plannen riepen dit volgens Omar niet over straat. Hij groet ze en hij spreekt met ze, zoals hij dat altijd heeft gedaan, ook in de moskee. ‘Maar ondertussen is blijkbaar wel gezien dat je contact hebt gehad.’

Meer dan drie jaar is hij nu bezig om te achterhalen op welke lijsten hij staat, wie daarvoor verantwoordelijk is en met welke instanties en landen informatie over hem is gedeeld. Stapels brieven en mails leveren antwoorden op die onvolledig zijn of niet kunnen kloppen. ‘Iedereen zegt: wij weten niets, wij kunnen niets zien, wij kunnen het je niet vertellen,’ zegt Omar, die Follow the Money inzage heeft gegeven in al zijn papieren. 

Zo houdt de politie al jaren vol dat het niet lukt om informatie op te vragen bij de eigen Landelijke Eenheid, waar mogelijk meer bekend is over de uitwisseling met het buitenland. Tegelijkertijd schrijft de politie wel dat ‘uit interne raadpleging van het systeem blijkt dat geen verstrekking is vastgelegd met betrekking tot uw naam aan andere landen’. 

En terwijl de politie aan Omar laat weten dat hij nergens staat gesignaleerd, erkent de marechaussee wel dat hij op Schiphol zeker zeven keer is gecontroleerd vanwege een signalering door de politie. Maar als Omar daar meer van wil weten, dan moet hij dat volgens de marechaussee toch echt aan de politie vragen.

Berichten van Nederlandse Interpol-eenheid

Het enige wat wel duidelijk wordt – zij het pas in februari van dit jaar – is dat Omar op de zogeheten LOP-lijst heeft gestaan. Op dit Landelijke overzicht jihadgang politie stonden met name vanaf 2014 honderden mensen die in verband werden gebracht met een mogelijk vertrek naar Syrië of hulp hierbij aan anderen. Maar waarom Omar erop stond en welke gevolgen dit voor hem kan hebben gehad, daar kan de politie zelfs acht jaar later niks over kwijt. 

Ook bij Interpol komt hij niet verder. De internationale politieorganisatie verklaart dat Omar niet op een lijst staat en er ook geen berichten over hem worden verspreid. Maar wie goed leest ziet in de brief ook staan: ‘Op dit moment’. Het venijn zit daarmee in de details. 

Dat wordt duidelijk als hij in Turkije een rechtszaak aanspant tegen zijn inreisverbod. Het verbod blijft gelden, maar Omar komt er wel achter dat Nederland, ondanks de ontkenningen, informatie over hem heeft gedeeld. En wel op 24 februari 2015. De maand en het jaar dat de wijkagent Omar aansprak op zijn mede-moskeegangers. 

In het vonnis staat: ‘Zijn naam komt voor in de berichten die zijn ontvangen van de Nederlandse Interpol-eenheid’. Het onderwerp van die berichten: ‘Personen op doorreis die Nederland hebben verlaten of zullen verlaten om deel te nemen aan het conflict in Syrië’.

Dat is het moment dat Omar niet langer denkt dat het anders zit dan de autoriteiten hem voorspiegelen, maar dat hij het weet. Maar Omars problemen in de rest van de wereld? Die zijn daarmee nog niet verklaard. 

Amerikaanse terroristendatabase 

Een gelekte Amerikaanse terrorismelijst met honderdduizenden namen lijkt die verklaring wel te bieden. De Zwitserse hacker maia arson crimew wist de hand te leggen op dit document, door binnen te dringen in de systemen van de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij CommuteAir. Het bedrijf bevestigde na het lek de authenticiteit van de lijst uit 2019, die namen en geboortedata bevat. Follow the Money en NRC kregen toegang. 

Honderden organisaties en zestig landen hebben toegang tot de lijst

Hoewel het gelekte bestand No Fly List heet, is het gezien de enorme hoeveelheid personen op de lijst waarschijnlijker dat het gaat om de omstreden Terrorist Screening Database van de FBI, kortweg TSDB. De No Fly List is hier een kleiner onderdeel van. 

De TSDB is een watchlist die in het leven is geroepen na de aanslagen van 9/11 en bekendstaat om zijn gebrekkige waarborgen voor burgers. Uit een in 2014 gelekt handboek bleek dat er voor een vermelding op de TSDB geen ‘concrete feiten’ of ‘onomstotelijk bewijs’ hoeven te zijn. Enkele jaren geleden werd duidelijk dat honderden organisaties en zestig landen toegang hadden tot de lijst. 

Het is nauwelijks bekend, maar één van de landen met toegang tot de TSDB is Nederland. Al in 2012 maakte de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) afspraken met de Amerikanen om informatie uit te wisselen over ‘bekende en verdachte’ terroristen. 

Het enige openbare bericht hierover lijkt een kort briefje van toenmalig minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie aan de Tweede Kamer. Hierin staat dat de gegevens van ‘personen die zijn veroordeeld voor of worden verdacht van terroristische misdrijven, genoemd in artikel 83 van het Wetboek van Strafrecht’ kunnen worden uitgewisseld. De politie is hiervoor in de praktijk verantwoordelijk.

‘Vanuit de wens om vooral niets te willen missen, is de lat om gesignaleerd te worden verlaagd’

Op de lijst blijken inderdaad veel bekende veroordeelden en verdachten uit Nederland te staan, zoals de Haagse jihadronselaar Azzedine C., ‘jihadbruid’ Laura H. en de moordenaar van Theo van Gogh, Mohammed B. 

Een oude bekende is Tanja Nijmeijer, het Hollandse voormalige gezicht van de Colombiaanse terroristische beweging FARC. 

Ook Syriëgangers, die weliswaar niet zijn veroordeeld, maar wél op de openbare Nationale sanctielijst terrorisme voorkomen, staan vermeld. 

De Nederlanders staan tussen internationaal bekende figuren als de tot levenslang veroordeelde Russische MH17-dader Igor Girkin, de Noorse terrorist Anders Behring Breivik en de vorig jaar gedode al-Qaeda-leider Ayman al- Zawahiri. En de Surinaamse oud-president Desi Bouterse en zijn zoon Dino. 

Maar lang niet alle namen van Nederlanders op de lijst liggen voor de hand, blijkt uit nader onderzoek door Follow the Money en NRC. Het zijn Nederlanders die nooit terrorismeverdachte zijn geweest, of op de nationale terrorismelijst vermeld zijn.

‘Gedeeld met de FBI’

Omar is één van hen. Zijn combinatie van naam en geboortedatum komt voor in het gelekte bestand met in totaal 1,5 miljoen records. Ook de gegevens van Mohammed, Zakaria en ‘Kosay’ matchen.

Het roept de vraag op of Nederland gegevens met de VS deelt van burgers die niet veroordeeld of verdacht zijn van terrorisme. Een aanwijzing hiervoor staat in een enkel zinnetje in een politiedossier van een andere gedupeerde dat Follow the Money heeft ingezien: ‘Personen op de afstemmingslijst worden/werden gedeeld met de FBI’.

Deze ‘afstemmingslijst’ is een opvolger van de LOP-lijst waar Omar op stond. Van deze lijst is bekend dat de politie er informatie in verwerkt ‘over personen die mogelijk betrokken zouden kunnen zijn bij het plegen of beramen van terroristische misdrijven’. 

‘Heel lastig’ om gegevens internationaal verwijderd te krijgen

Follow The Money heeft aan de Landelijke Eenheid van de politie gevraagd of er inderdaad namen van Nederlanders die niet verdacht of veroordeeld waren, met de Verenigde Staten zijn gedeeld. En als dat is gebeurd, wat de criteria daarvoor waren. De vragen zijn de afgelopen tijd heen-en-weer gegaan tussen de politie en de NCTV. Maar na ruim tweeënhalve maand wachten en sterk aandringen door Follow the Money is het antwoord nog steeds niet gegeven. 

Fout erkennen

Jelle van Buuren is terrorisme-expert aan de Universiteit Leiden en heeft veel onderzoek gedaan naar internationale politie- en justitiesamenwerking. ‘Vanuit de wens om vooral niets te willen missen, is de lat om gesignaleerd te worden verlaagd,’ verklaart hij de oorsprong van de problemen van Omar en zijn lotgenoten. ‘Dus ook als het gaat om niet meer dan verdenkingen op basis van hele zwakke aanwijzingen, kun je op een terrorismelijst geplaatst worden die vervolgens internationaal gedeeld wordt.’

Van Buuren: ‘Vaak wordt gezegd dat veiligheid en burgerrechten tegen elkaar afgewogen moeten worden. Maar het veronachtzamen van burgerrechten kan op termijn de veiligheid schaden, als vertrouwen in de rechtvaardigheid van het systeem verloren gaat. Zeker als er geen openheid van zaken komt.’ 

Hij denkt dat het ‘heel lastig’ zal worden om gegevens internationaal verwijderd te krijgen. 

‘Voor de toekomst moet gekeken worden naar de regels en praktijk van internationale informatie-uitwisseling. Dat is een politieke opgave,’ aldus Van Buuren. ‘Voor de huidige groep lost het verder niets op. Maar de erkenning dat het fout is gegaan en correctie hiervan om vergelijkbare fouten in de toekomst te voorkomen, kan een kleine genoegdoening zijn.’

Tweederangsburger

De levens van Omar, Zakaria, Mohammed en ‘Kosay’ staan in het teken van onbeantwoorde vragen en onzekerheid over waar zij nog naartoe kunnen reizen. Vaak komen zij er pas aan de grens achter dat er een probleem is. Gevoelens van onrechtvaardigheid en onmacht achtervolgen hen. 

Wat Omar kwelt is dat het niet mogelijk is om zijn onschuld aan te tonen. ‘Ik heb niets misdaan, ik ben maatschappelijk heel actief en draag mijn steentje bij. Maar toch sta je in het systeem als een gevaar, een extremistisch persoon. Dat raakt je.’

Zakaria vertelt hoe hij zich door de Nederlandse autoriteiten in de steek gelaten voelt. Hij zat al dagen in een Turkse cel, zonder idee over wanneer hij weer vrij zou komen, toen hij een ambassademedewerker te spreken kreeg. In een opname van het gesprek is te horen dat zij hem afwimpelt: ‘Meneer, u dient zich aan de Turkse regels te houden.’

Mohammed voelt zich een tweederangsburger en doet moeite om dit gevoel niet aan zijn kinderen over te dragen. ‘Ik moet elke keer tegen mijn kinderen liegen. Dat papa's paspoort niet in orde is. Wat moet ik ze anders vertellen? Dat je in Nederland verdacht en veroordeeld kunt worden, zonder dat je je daartegen kunt verzetten?’

Omar, Zakaria en Mohammed willen niet dat Follow the Money hun volledige naam noemt. Ze vrezen herkenning en dat zij vragen krijgen die ze onmogelijk kunnen beantwoorden. Met als gevolg stigmatisering en zelfs verlies van hun baan. 

‘Kosay’ heeft lang getwijfeld. Hij wil juíst naar buiten treden. In het algemeen belang, maar ook vanwege zijn eigen veiligheid. Hij is journalist en werkt voor gerenommeerde media. Zijn beroep uitoefenen zonder te reizen? Dat kan niet. 

‘Er fluistert een stemmetje: straks krijg je geen werk meer. Dat iedereen toch denkt: waar rook is, is vuur. Dat is het meest pijnlijke’

Jaren geleden kreeg ‘Kosay’ al eens een inreisverbod opgelegd, waarna hij te horen kreeg dat dit te maken had met een melding uit Nederland. Maar de afgelopen jaren ondervindt hij in meer landen problemen. 

Hij vreest dat de vermelding op de Amerikaanse watchlist hem in groot gevaar kan brengen. Vooral in de landen waar ze het met mensenrechten minder nauw nemen. Daarom zou hij zichzelf het liefst bekendmaken. ‘Als er iets gebeurt wil ik dat al bekend is dat ik onterecht als terrorist ben aangemerkt’. 

Toch ziet hij er vanaf en wil hij niet dat zijn identiteit duidelijk wordt. ‘De gevolgen zijn niet goed te overzien. Het kan ook leiden tot nieuwe maatregelen tegen mij: dat ik ook andere landen niet meer inkom, of ergens in een cel beland. Juist omdat ze dan denken: Hé, hij staat op de Amerikaanse lijst.’ 

Ook in Nederland denkt ‘Kosay’ dat gevolgen niet zijn uitgesloten. ‘Er fluistert een stemmetje: straks krijg je geen werk meer. Dat iedereen toch denkt: waar rook is, is vuur. Dat is het meest pijnlijke.’ 

Hij overweegt op een later moment alsnog zijn verhaal te doen. Eerst wil hij opheldering van de Nederlandse autoriteiten. Juridische stappen lijken de enige mogelijkheid om antwoorden te krijgen. ‘Kosay’ schakelt hier een advocaat voor in.

Reactie politie en ministerie van Justitie en Veiligheid

Minister Dilan Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid zegde vorig jaar toe om met de politie en het ministerie van Buitenlandse Zaken te bekijken hoe mensen zoals Omar, Mohammed, Zakaria en ‘Kosay’ geholpen kunnen worden. Maar als FTM vraagt wat dit behelst en waar deze mensen terechtkunnen, laat haar woordvoerder weten dat hier ‘geen loket’ voor is. ‘Mensen moeten zich melden bij de instantie waarvan ze denken dat die informatie deelt.’

In een reactie op de strekking van de inhoud van dit artikel laat de politie eveneens weten dat ‘iedere Nederlander een verzoek tot inzage kan doen over welke informatie van hem of haar bij de politie is vastgelegd’. In weerwil van de praktijkervaringen die Follow the Money aan de politie heeft voorgelegd, houdt de politie vol dat hierin ook ‘eventuele aan het buitenland verstrekte informatie wordt betrokken’. 

De politie ‘herkent en erkent’ verder dat het ‘zeer hinderlijk kan zijn wanneer iemand vanwege een onterechte signalering geen toegang krijgt tot een land’ en er wordt moeite gedaan om de gevolgen te beperken. Volgens de politie kan het voorkomen dat mensen ‘langer dan gewenst’ op lijsten blijven staan. ‘Dit kan zich voordoen door menselijke fouten of doordat verantwoordelijkheden elders belegd zijn.’

Tot slot stelt de politie dat er ‘voorwaarden en waarborgen zijn voor het gebruik van de Terrorist Screening Data Base en verwerking van gegevens door de politie’. Wat deze inhouden, blijft onduidelijk.

Lees verder Inklappen

*‘Kosays’ echte naam is bekend bij de redactie.