
Waarom een nieuw Marshallplan zo'n slim idee is
Hoe is het mogelijk, vraagt gastauteur econoom S. de Beter zich af, dat de economie een van haar beroemdste modellen links liet liggen voor een oplossing van de eurocrisis? Hij laat zien hoe een Keynesiaanse interpretatie van Ricardo's model van comparatieve kostenverschillen tot een veelbelovende empirische toepassing kan leiden. Van eurocrisis tot vluchtelingenprobleem.
Economen zijn dol op modellen. Trots tonen ze hun koffiebeker of T-shirt met het opschrift 'Economists do it with models'. Wees niet verbaasd als een econoom reageert met 'die oplossing pakt in de praktijk misschien wel goed uit, maar klopt het ook in theorie?' Wat ze meestal bedoelen: is met een wiskundig model bewezen dat die oplossing superieur of efficiënt is?
Die voorkeur voor modellen, daar is niets mis mee, zegt zelfs Dani Rodrik die ik toch wel hoog acht. In zijn boek Economic Rules – The Rights and Wrongs of the Dismal Science uit 2015 stelt hij zelfs dat 'modellen van economie een wetenschap maken' (p. 45). Ik deel zijn opvatting dat economische modellen simpel moeten blijven en de verscheidenheid van de economische werkelijkheid moeten weerspiegelen, in de zin dat de problematiek of de institutionele omgeving bepaalt welk model het meest geschikt is. Hij verwaarloost echter het onderscheid tussen analytische en empirische modellen.
Ik illustreer mijn kritiek aan de hand van het beroemde model van David Ricardo (1817) over internationale handel en en comparatieve kostenvoordelen. Tevens betoog ik dat in de politieke arena dit model door economen nauwelijks wordt gebruikt. Wellicht kan dit veranderen door een Keynesiaanse interpretatie van dit model.
Ricardo's model
Stel dat twee producten, 1 en 2, zowel in land A als B worden gemaakt. Als de bedrijven in land A de beste prijs-kwaliteitverhouding bij product 1 bieden en die uit land B bij product 2, dan hebben beide landen baat bij internationale handel en ligt het voor de hand dat land A product 1 en land B product 2 exporteert. De voordelen van geografische specialisatie lijken minder vanzelfsprekend in het geval dat een van de twee landen beide producten goedkoper kan produceren. De Engelse econoom David Ricardo toonde echter aan dat ook in die situatie internationale handel beide landen voordeel biedt.
Stel, zo schreef hij, dat Portugal 80 manuren nodig heeft om een bepaalde hoeveelheid wijn te produceren en 90 manuren voor een bepaalde hoeveelheid textiel, terwijl dezelfde hoeveelheden in Engeland de inzet van respectievelijk 120 en 100 manuren vereisen. Portugal kan zowel wijn als textiel goedkoper produceren, maar beide landen kunnen een hogere welvaart realiseren wanneer Portugal zich specialiseert in wijn en Engeland zich toelegt op textiel. Engeland is namelijk relatief beter is in het produceren van textiel en Portugal relatief beter in het produceren van wijn. Dit simpele economische model maakt duidelijk dat de voordelen van internationale handel niet alleen kunnen worden gerealiseerd bij absolute kostenverschillen maar ook bij relatieve, oftewel comparatieve kostenverschillen.
Belangrijk onderscheid
Rodrik gebruikt de gedachtegang van Ricardo om te wijzen op de voordelen van het modelmatige denken in de economische wetenschap
Dit model van Ricardo behoort tot de eerstejaarsstof van iedere economiestudent, en wordt zelfs op de middelbare school onderwezen. Rodrik gebruikt de gedachtegang van Ricardo om te wijzen op de voordelen van het modelmatige denken in de economische wetenschap. Hij laat uitgebreid zien dat dit economisch model op allerlei veronderstellingen en simplificaties berust, en juist daardoor een wetenschappelijke discussie mogelijk maakt. Hij laat echter onvermeld dat het hier om een analytisch model gaat: de aanwezigheid van comparatieve kostenverschillen kan leiden tot internationale handel en dan voor beide landen meer welvaart brengen. Ricardo heeft geen empirisch model ontworpen, in de zin dat hij aangeeft onder welke omstandigheden comparatieve verschillen daadwerkelijk tot internationale handel zullen leiden. In de afgelopen eeuwen werden perioden van snelgroeiende wereldhandel regelmatig onderbroken door perioden waarin protectionistische maatregelen de boventoon voerden.
Geen enkele econoom heeft ooit aangetoond dat dit empirische patroon enige relatie heeft met de aanwezigheid van comparatieve kostenverschillen.
Hoe belangrijk het onderscheid tussen analytische en empirische modellen is, blijkt ook het volgende. De voordelen die Ricardo toeschrijft aan internationale handel kunnen alleen worden gerealiseerd onder een regiem waarin overheden kunnen bepalen welke producten worden geproduceerd, dus onder een mercantilistisch, staatskapitalistisch of communistisch regiem, bijvoorbeeld in de voormalige Sovjet-Unie.
Welk mechanisme zorgt er dan voor dat de Portugese textielbedrijven overschakelen op wijnproductie, en de Engelse wijnfabrikanten op textiel?
Ter illustratie kan ik het voorbeeld van Ricardo gebruiken. Stel dat in de twee landen, Portugal en Engeland, zowel wijn- als textielbedrijven actief zijn en dat er sprake is van een kapitalistisch regiem waarbij de overheid hoogstens randvoorwaarden aan bedrijven kan stellen. Welk mechanisme zorgt er dan voor dat de Portugese textielbedrijven overschakelen op wijnproductie, en de Engelse wijnfabrikanten op textiel? Afgezien van eventuele omschakelingskosten zullen allerlei transactiekosten verhinderen dat de bedrijven daadwerkelijk overstappen van de 'second best' naar de 'first best' toepassing van hun productiemiddelen.
"Het model van Ricardo maakt duidelijk dat bij comparatieve kostenverschillen internationale handel voor beide landen voordelig kan zijn"
Kortom, het model van Ricardo maakt duidelijk dat bij comparatieve kostenverschillen internationale handel voor beide landen voordelig kan zijn, maar ook Rodrik geeft niet aan welke institutionele omstandigheden bepalen in welke mate en op welke wijze dit potentiële voordeel inderdaad kan worden gerealiseerd in een kapitalistische wereldeconomie.
Ricardo en de eurocrisis
De recente eurocrisis laat zien dat het model van Ricardo wel wordt onderwezen maar in de politieke praktijk niet wordt gebruikt. Als wij ons beperken tot de hoofdrolspelers Duitsland en Griekenland, dan is duidelijk dat Duitse bedrijven bij vrijwel alle producten — met uitzondering van olijven, strandvakanties en andere mediterrane producten — een betere prijs-kwaliteitverhouding hebben dan Griekse bedrijven. Volgens het model van Ricardo zouden beide landen beter af zijn als Duitsland meer producten aan de Grieken zou overlaten.
Naar mijn weten heeft geen enkele econoom tijdens de eurocrisis geopperd om de inzichten van Ricardo in de praktijk te brengen
Naar mijn weten heeft geen enkele econoom tijdens de Eurocrisis geopperd om de inzichten van Ricardo in de praktijk te brengen. Integendeel, de meeste economen sloten zich aan bij de dominante mantra dat Griekenland door bezuinigingen en loonsverlagingen zijn concurrentiepositie moest verbeteren, dus de absolute kostenverschillen met de andere eurolanden moest verkleinen.
Ricardo wordt beschouwd als een van de grondleggers van de economische wetenschap maar blijkbaar hoeven wij zijn model niet meer serieus te nemen als het gaat om het oplossen van hedendaagse problemen. In de natuurwetenschappen zou het negeren van een fundamenteel model een doodzonde zijn maar in de economische wetenschap ligt dat duidelijk anders.
Een Keynesiaanse interpretatie
Het model van Ricardo kan ook worden geïnterpreteerd met behulp van de theorie van Maynard Keynes, een andere grondlegger van de economische wetenschap die te vaak wordt genegeerd in de economische politiek. In het voorbeeld dat Ricardo gebruikt kun je twee alternatieve opties onderscheiden. Bij de ene gaat Portugal zowel wijn als textiel produceren, met als gevolg dat de Engelse bedrijven in beide bedrijfstakken het onderspit zullen delven. In de andere optie gaan Portugese bedrijven zich specialiseren in de productie van wijn, terwijl de Engelse bedrijven zich gaan toeleggen op de textielproductie, overeenkomstig het analytische model van Ricardo.
Volgens de theorie van Keynes leidt de eerste optie niet tot meer welvaart, maar eerder tot een economische ramp. Als Engelse bedrijven worden weggevaagd door de Portugese, die in beide bedrijfstakken een betere concurrentiepositie hebben, dan heeft de Engelse bevolking immers niet voldoende inkomen om de Portugese wijn of textiel te kopen. In termen van Keynes is er dan te weinig effectieve vraag om de Portugese export economisch aantrekkelijk te maken.
Vooral jonge Grieken gaan massaal de grens over op zoek naar werk bij buitenlandse bedrijven
Wordt toch de eerste optie gekozen, dan is de enige oplossing dat de Engelsen massaal naar Portugal emigreren, om daar hun geld te verdienen bij de productie van wijn en textiel. En dit is precies wat er de laatste jaren in Griekenland gebeurt. Vooral jonge Grieken gaan massaal de grens over op zoek naar werk bij buitenlandse bedrijven die nu de producten maken die vroeger nog grotendeels in eigen land werden gemaakt.
Marshallhulp
De tweede optie is toegepast na WO II, vooral in de vorm van Marshallhulp. De Amerikanen hadden na de oorlog een superieure positie tegenover West-Europa, niet alleen in politiek en militair opzicht, maar ook in economisch opzicht. Bij vrijwel alle producten hadden Amerikaanse bedrijven een betere prijs-kwaliteitverhouding. Dankzij het Marshallplan kwam binnen vrij korte tijd de internationale handel tussen Noord-Amerika en West-Europa weer tot bloei, én redelijk in evenwicht. In tegenstelling tot de rampspoed die zich na WO I voltrok, toen met het Verdrag van Versailles in feite voor de eerste optie werd gekozen, hebben beide werelddelen vele decennia een sterke economische groei doorgemaakt.
Wordt het niet tijd voor een nieuw Marshallplan, voor het Midden-Oosten, Griekenland, en misschien voor het hele mediterrane gebied? Dat lijkt mij de enige structurele oplossing voor het huidige vluchtelingenprobleem. Hopelijk hebben we niet eerst een WO III of andere rampspoed nodig om de inzichten van Keynes en Ricardo in de praktijk te brengen.
Het boek van Ricardo (1817) is te hier downloaden
Zie hier de uitleg van Paul Samuelson van David Ricardo's begrip comparative advantage
De auteur publiceert dit artikel onder het pseudoniem S. de Beter. De verantwoording daarvoor leest u hier.
De auteur publiceert dit artikel onder het pseudoniem S. de Beter. De verantwoording daarvoor leest u hier.
16 Bijdragen
Richard Ran 4
Misschien is het een beter idee voor Europa om niet als vazal in de pas met de VS te lopen en de imperialistische destabilisatie van het Midden-Oosten/Oekraïne door neo-con Washington niet langer te legitimeren. Oorlog = destructie, ook economisch. Keynesianen ontkennen dit simpele feit.
Het Marshall subsidieplan heeft de Europese economie niet gered, het was vooral een naoorlogs propagandamiddel voor de "American way of Life". Het Duitse Wirtschaftswunder was te danken aan het economisch beleid van Ludwig Erhard die Trumans bureaucraten weerstond.
Erhard was economisch adviseur voor de Geallieerde VS autoriteit in het naoorlogse Duitsland. Hij was sterk beïnvloed door het werk van Wilhelm Röpke en Ludwig von Mises en ontving zijn PhD van Franz Oppenheimer, die fel was gekant tegen de staat c.q. overheidsinterventionisme. De economische ideeën die leidden tot het wonderbaarlijke economische herstel van Duitsland, hadden dus bijzonder weinig te maken met het socialisme van NWO-discipel en eugeneticus "lord" Keynes en tevens bijzonder weinig met de corpocratie die tegenwoordig voor "vrije markt" moet doorgaan.
""In my opinion, the historic task of the Federal Republic in the second half of the 20th century that we have just entered upon is to underpin, to strengthen and to defend the free economic order of Europe with the full weight of German trade. The successful rehabilitation of my country must serve as clear documentary evidence [..] of the fact that only by firmly rejecting socialist dogmas, of whatever complexion, and by affirming a free economic order can mounting prosperity and genuine security be achieved.""
Ludwig Erhard
wp200 1
"Overschot-landen" (lees: Duitsland en Nederland binnen de euro, de VS na de Tweede Wereldoorlog) zouden beboet worden, tenzij ze hun overschot zouden spenderen aan spullen uit "tekort-landen".
Als er desondanks nog steeds onevenwichtigheden zouden zijn, dan zou de nationale munt van een tekortland binnen de Bancor worden gedevalueerd.
En tadaa: het recept voor een Euro die wel werkt.
Helaas werken er in Frankfurt en Brussel (en Den Haag en Berlijn) alleen maar idioten die geloven dat ze het beter weten dan Keynes en die dus de fouten van de jaren '30 dunnetjes overdoen. Gezellig de "tekort-landen" allemaal Colijn-achtig beleid opdringen.
Joost Visser 5
wp200Jan Smid 8
Amerika kwam rijk uit de strijd, mede doordat het VK zich lettterlijk blauw moest betalen voor cash& carry van de wapens en voedsel dat zij moest kopen - pas later kwam het lend&lease pact tot stand - en een fors deel van Europa lag letterlijk puin en de linnenkast was praktisch leeg. Europa kwam weer tot bloei omdat het IJzeren Gordijn al tijdens WO-II ontstond en Churchill en later ook Truman begrepen welke kant Stalin wilde opgaan. Maar hoe superieur de VS was is niet geheel duidelijk want het was het VK dat de oorlog met een dik een jaar verkort heeft door het technisch vernuft waar de VS afhankelijk van was. En zowel WO-I als WO-II hebben zich niet afgespeeld op Amerikaans grondgebied.
Gilles Wattel 1 3
Jan SmidLend&lease was natuurlijk onzin, oorlogsmateriaal wordt zelden in goede staat teruggegeven.
En zo kwam ik toevallig tegen dat de prijs, die Groot Brittannië betaalde voor Lend&lease, het neerhalen van de tolmuren van het empire was, wat neerkwam op opheffen van Brittannië als Groot.
Wat ook nog leuk is, tijdens de behandeling van Lend&lease in de VS senaat werd gevraagd wie nu eigenlijk die wet, die Roosevelt onbeperkte bevoegdheden gaf elk land van wapens en eten te voorzien, had geschreven.
Daar kwam toen geen antwoord op.
Veel later bleek het Frankfurter geweest te zijn.
De man kreeg beroemdheid, of beruchtheid, nadat een uit kamp in Polen gevluchte jood, die naar de VS was gesmokkeld, hem vertelde wat er in de kampen gebeurde.
Frankfurter antwoordde 'I do not believe one word of what you're saying'.
Deze uitspraak heeft mij lang geïntrigeerd, totdat ik tegenkwam dat Frankfurter veel later zei 'ik zei niet dat hij loog, ik geloofde hem niet'.
Het dagboek van Frankfurter over 1937 verdween uit een bibliotheek.
Het technisch vernuft waar de VS van afhankelijk was stelde niet veel voor, weliswaar konden de Britten dank zij Türing de Duitse Enigma berichten ontcijferen, ik betwijfel of de VS daar veel aan had.
Die berichten waren vooral belangrijk voor het voorkomen van Duitse duikboot aanvallen op konvooien naar Engeland.
En Churchill wist waar hij de komende nacht rustig kon slapen.
Als dank werd Türing vermoord, of tot zelfmoord gedreven.
Hij wist veel, veel meer dan hij zelf in de gaten had.
Hoe lang de oorlog werd verlengd door Roosevelts eis van onvoorwaardelijke capitulatie, en hoeveel doden dat heeft gekost, dat blijft gissen.
De VS kwam overigens niet rijk uit de strijd, de koopkracht van VS burgers daalde dramatisch.
Oorlogen zijn duur.
Pieter Jongejan 7
Duitsland, Nederland en Griekenland hebben dezelfde munt de euro en dus ook vaste wisselkoersen. De rentetarieven binnen de eurozone worden door de ECB niet alleen op een kunstmatig laag peil gehouden (in tegenstelling tot de rentetarieven in de tijd van Ricardo), maar ook worden de renteverschillen tussen Duitsland, Nederland en Griekenland door de ECB vrijwel geëlimineerd (in tegenstellimng tot die tussen Portugal en Egeland inde tijd van Ricardo). De kunstmatig lage Griekse rente maakt de grond relatief duur, waardoor de Griekse wijn relatief duur wordt en de arbeidsintensieve wijnbouw geen alternatief vormt voor werkloze Grieken.
Door de euro en het kunstmatig laag houden van zowel de Duitse, Nederlandse als Griekse rente blijft de werkloosheid in Griekenland hoog en vindt er massaemigratie naar Duitsland en Nederland plaats. Het afschaffen van de euro en het uiteen laten lopen van de rentetarieven draagt bij tot evenwichtsherstel en levert welvaartsvoordelen op voor zowel de Griekse bevolking als de Duitse en Nederlandse bevolking. Laat het prijsmechanisme zijn werk doen.
Gilles Wattel 1 3
Pieter JongejanIn die zin zou het begrepen kunnen zijn in Brussel.
Pieter Jongejan 7
Gilles Wattel 1Als Ricardo ook rekening had gehouden met de verschillen in rente en dus met de verschillen in grondprijzen dan waren de voordelen van handel tussen Portugal en Engeland nog veel groter uitgevallen. Bij een rente van 7% in Portugal en een rente van 3,5% in Engeland zullen de grondprijzen in Portugal ongeveer de helft hebben bedragen van die in Engeland. Hierdoor wordt het maken van wijn (op een arbeidsintensieve manier) in Portugal nog veel aantrekkelijker en zal de werkloosheid dus dalen. Wie de handel wil bevorderen, zoals Rutte, Van Baalen en ook PvdAers, Groenlinksers en vooral D66ers, zou dus een voorstander moeten zijn van grotere renteverschillen tussen Europese landen. Dat zij dit niet zijn laat zien dat zij en hun adviseurs, zoals de schrijver van dit artikel (voormalig NEI vermoed ik) weinig van (macro) economie en monetaire economie begrijpen. Maar het kan natuurlijk ook zijn dat Rutte en Van Baalen aangestuurd worden door de Amerikaanse investmentbankers en de CIA. De hoge werkloosheid door het uitschakelen van het prijsmechanisme leidt tot een schevere inkomensverdeling, terrorisme, volksverhuizingen en oorlog. Ironisch dat de VVD voorstander is van een centraal geleide volkshuisvesting a la USSR.
Gerrit Zeilemaker 6
Overigens ging Groot-Brittannië pas in 1860 tot vrijhandel over (Ricardo stierf in 1823). De industrie van Groot-Brittannië had toen een absoluut overwicht.
Er zit een grote mate van hypocrisie in pleidooien voor vrijhandel. Het zijn vooral de economisch sterkeren die van vrijhandel profiteren. Ook met TTIP zal dat het geval zijn.
Contramine 1
Is het niet een centraal punt: zelfs na vergaande verlaging van de arbeidskosten komt er geen productie op gang. Welke elementen in de structuur van de Griekse economie houden dat tegen?
Gilles Wattel 1 3
ContramineRijke Grieken sjoemelen op grote schaal, minder rijke Grieken op kleinere schaal.
Gesjoemel is duur.
Joost Visser 5
Gilles Wattel 1Gilles Wattel 1 3
Nederland was toen al weer aardig opgekrabbeld van de WWII schade.
Dat plan kwam na het Long Telegram van Kennan uit Moskou, toen Stalin z'n oorlogsplannen duidelijk begon te maken.
Eindelijk werd begrepen in het westen wie de bondgenoot van Roosevelt werkelijk was.
Die plannen hielden in de macht krijgen in heel Europa, niet voor niets lag bij de Italiaanse verkiezingen van 1948 de VS vloot voor anker bij Italië en waren, met een smoes, al tanks aan land gezet.
De VS was na WWII het enige land ter wereld met een volledig intacte industrie, en was dus in staat met geld te strooien.
Op dit moment is de VS macht tanende, dat zie je er het beste aan dat Obama de twee oorlog standaard voor de VS krijgsmacht terug bracht naar anderhalf.
Het einde van het Britse rijk begon er mee dat de twee vloot standaard naar één vloot ging.
Afgezien van de landen waar de VS democratie bracht, is het ook niet zo dat de wereld lijdt onder oorlogsschade..
Er is dus geen geld voor een Marshall plan, en er is geen reden toe.
Z Europa is het slachtoffer van de euro, en van Brussel, landen in Afrika en Z Amerika lijden onder westers neokolonialisme, nijpend gemaakt door globalisering.
Monsieur le baron de Munchausen 5
Gilles Wattel 1Nederland was toen al weer aardig opgekrabbeld van de WWII schade."
Inderdaad, zo begrijp ik het ook. Met name dankzij nieuwe Amerikaanse productiemethodes die snel zijn overgenomen in NL en andere landen. Bovendien zijn er nogal wat marshallplangelden blijven hangen in de VS zelf. Wat eigenlijk wel te verwachten was. Daarnaast is Frankrijk met de marshallplangelden oorlog gaan voeren in Indochina en zo zijn er wel meer voorbeelden van ondoelmatig gebruik te geven.
Daarnaast zijn er sinds het marshallplan talloze reproducties geweest die, zoals verwacht, nul tot generlei resultaat hebben opgeleverd. Een rijtje: ontwikkelingshulp (>10x het marshallplan): zonder resultaat. Noord-Italie investeert grootschalig in Zuid-Italie: een teleurstelling. Duitsland smijt in 20 jaar tijd naar schatting 1300 miljard euro in het voormalige Oost-Duitsland zonder dat de Oostduitse economie wordt vlotgetrokken. Duizelingwekkende bedragen in de Griekse economie: de bodem zakt verder weg.
Het meest verbazingwekkende is nog wel dat er nog steeds economen zijn die deze slechte voorbeelden wensen te volgen. Na het lezen van het stuk is dat ook weer niet zo heel vreemd gegeven het feit dat het gezien vanuit een 'Oostenrijks' perspectief vol staat met fouten en onbegrip.
Joost Visser 5
Richard Ran 4
Joost VisserTrouwens, over economie en menselijk gedrag gesproken.. Het hoofdwerk van Ludwig von Mises is getiteld "Human Action". Geen modellen, maar diepgaande analyse van menselijk economisch gedrag.
In dat werk vond Erhard (zie vorige bijdrage) de ideeën die het Duitse Wirtschaftswunder mogelijk maakten. Auteurs namens FTM kijken economisch vaak niet verder dan corporatistisch neo-klassiek, met als gretig aangeboden "alternatief" e.o.a. vorm van Keynesiaanse "stimulus". Dat schiet niet op.