Lodewijk Asscher in de Tweede Kamer.

Lodewijk Asscher in de Tweede Kamer. © HH/Peter Hilz

De Belastingdienst waarschuwde meermaals voor de manier waarop de kinderopvangtoeslag van ouders werd teruggevorderd. Dat gebeurde zo hardvochtig, dat nu tienduizenden gezinnen compensatie moeten krijgen. De verantwoordelijke minister was Lodewijk Asscher, tegenwoordig fractievoorzitter van de PvdA. Hij ontkent de waarschuwingen indertijd te hebben gezien. Onlangs vrijgegeven documenten van het ministerie van Sociale Zaken werpen een nieuw licht op Asschers ontkenning.

500 miljoen euro – zoveel geld is opzij gezet om ouders te compenseren voor het hardvochtig terugvorderen van kinderopvangtoeslag. Achter de schermen wordt – ondanks corona – gewerkt aan een grote operatie om het aan de gedupeerden uit te keren. Daarbij komt Alexandra Van Huffelen (staatssecretaris van Financiën) veelvuldig in beeld. Maar de minister die, van november 2012 tot oktober 2017, verantwoordelijk was voor het terugvorderingsbeleid weet buiten beeld te blijven. Lodewijk Asscher – nu fractievoorzitter van de PvdA – zwijgt over de affaire. 

Behalve op één moment, half maart, toen Asscher inging op vragen van GeenStijl. Hij ontkende waarschuwingen van de Belastingdienst te hebben gezien over de gevolgen van het ‘disproportionele’ terugvorderingsbeleid. En hij stelde ook dat voormalig staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes zich niet kon herinneren dat hij destijds, in 2014, met hem over die waarschuwingen zou hebben gesproken. 

Maar nieuwe stukken, die het ministerie van Sociale Zaken op verzoek van de Tweede Kamer vorige week vrijgaf, doen twijfelen aan de ontkenning. Die documenten wijzen in de richting van overleg op topniveau in 2014, tussen het ministerie van Financiën – verantwoordelijk voor de Belastingdienst – en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Een verslag van dat topoverleg is aan Asscher gestuurd. Bovendien noteerde een ambtenaar in 2014 dat Eric Wiebes bij collega Asscher aandacht had gevraagd voor het probleem van de terugvorderingen. 

Kleine bom

Maar eerst: waarom wil de Kamer de gebeurtenissen in 2014 reconstrueren en is zij een zoektocht gestart naar de documenten van toen?

De aanleiding daarvoor is een kleine bom, die afging op 8 maart. 

Op die dag publiceerde Follow the Money vertrouwelijke nota’s waaruit blijkt dat de Belastingdienst vanaf eind 2014 herhaaldelijk bij staatssecretaris Eric Wiebes de alarmbel had geluid: stop met het terugvorderen van de toeslagen van ouders die de zogeheten ‘eigen bijdrage’ niet – of niet helemaal – hebben betaald. Deze ouders moesten vaak tienduizenden euro’s zien neer te tellen, als ‘straf’ voor een vergissing of een licht vergrijp. De Belastingdienst adviseerde daarom een ‘proportionele terugvordering’ van de toeslag te introduceren. Uit een krabbel in de zijlijn van een vrijgegeven document wordt duidelijk dat Wiebes al in 2014 het probleem begreep én de oplossing die de Belastingdienst voorstelde.

Uit een krabbel blijkt dat Wiebes al in 2014 het probleem én de oplossing begrijpt

Eveneens in 2014 maakten de ambtelijke toppen van de ministeries van Financiën en Sociale Zaken de afspraak om het toeslagenprobleem – samen met de geadviseerde oplossing – voor te leggen aan minister Asscher, ‘beleidsverantwoordelijk’ voor de kinderopvangtoeslag. Voor de zekerheid vroegen ambtenaren van Financiën aan staatssecretaris Wiebes om het probleem op politiek niveau te regelen – onderling met Asscher – mocht ambtelijk overleg tussen de departementen tot niets leiden. 

De onthulling leidde tot rumoer en een waslijst van Kamervragen, want met de waarschuwingen aan Wiebes’ adres bleek niets te zijn gebeurd. Hij en minister Asscher hielden ook na 2014 vast aan het harde beleid. Bovendien ontspoorde de gelijktijdig ingezette jacht op toeslagfraudeurs in 2019 in ‘de toeslagenaffaire’ – het grootste politieke spektakel in jaren. Maar tot voor kort bleef onderbelicht dat het harde terugvorderingsbeleid veel meer ouders trof dan de jacht op fraudeurs, en tot een veel grotere compensatie zal leiden. 

Toeslagenaffaire in twee bedrijven

De toeslagenaffaire draaide in eerste instantie om een uit de hand gelopen fraudejacht (2014 - 2016) van het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF) van de Belastingdienst. Dat richtte zijn pijlen op gesjoemel door instellingen voor kinderopvang en ‘gastouderbureaus’. Als het opvangbedrijf werd verdacht van fraude, dan werd bij de ouders de toeslag ten onrechte stopgezet. De ‘te veel ontvangen’ toeslagen moesten ze terugbetalen. Honderden ouders zijn hiervan de dupe. 

Pas veel later – begin 2020 – wordt duidelijk dat veel meer ouders dan aanvankelijk gedacht het slachtoffer zijn geworden van terugvorderingsoperaties van de Belastingdienst. Die hadden meestal niets met fraude te maken maar met het harde ‘alles-of-niets-karakter’ van de regelgeving, die voorschreef dat uitbetaalde toeslagen in zijn geheel moesten worden teruggevorderd – zelfs als ouders buiten hun schuld om geen, of te weinig, eigen bijdrage hadden betaald. De problemen begonnen al in 2006, toen het stelsel van toeslagen in combinatie met eigen bijdragen werd ingevoerd, en duurden voort tot oktober 2019 toen de Raad van State oordeelde dat de wet jarenlang verkeerd is toegepast.

Lees verder Inklappen

De vertrouwelijk nota’s die Follow the Money in handen kreeg, ontsluiten een groot deel van de puzzel. Maar een aantal cruciale stukjes over de gang van zaken in 2014 en 2015 ontbreekt nog. Daarom vroegen we in maart bij Sociale Zaken naar de rol van voormalig minister Asscher. Hierop kwam geen antwoord.

‘Aangereikt’ verslag

Vorige week stuurde staatssecretaris Tamara van Ark (VVD) een ‘set gevonden stukken’ naar de Kamer. Daaruit blijkt dat er destijds op het hoogste ambtelijke niveau overleg was over het probleem van de disproportionele terugvorderingen en over oplossing die op tafel lag. De directeur-generaal ‘Werk’ van Sociale Zaken had hierover in november 2014 een gesprek met de directeur-generaal van de Belastingdienst, ter voorbereiding op een geplande expertmeeting van ambtenaren van beide departementen. 

Via een ‘rapportage ministerstaf’ kreeg Asscher een verslag ‘aangereikt’ van dat gesprek tussen de topambtenaren van Sociale Zaken en Financiën, schrijft de staatssecretaris op 12 maart aan de Kamer. Maar: ‘Dat zijn berichten [..] waarvan niet kan worden vastgesteld of de bewindspersoon destijds hiervan kennis genomen heeft,’ luidt de formule van Van Ark. Daarmee verwijst ze naar ambtelijke systemen waarmee – bijvoorbeeld met een paraafje – wordt vastgelegd of stukken daadwerkelijk zijn gelezen. In dit geval ontbreekt dus zo’n ‘leesbewijs’.

De rapportage ministerstaf  is ondubbelzinnig en wijst erop dat de expertmeeting in november 2014 het startpunt was van een ambtelijk traject, waarin de top van het ministerie is betrokken. Er staat ook in dat de Belastingdienst (eind 2014) alarm sloeg omdat ‘vele tientallen ouders grote bedragen dienen terug te betalen’. Met die waarschuwing gaan ambtenaren van SZW vervolgens aan de slag: ‘Deze en andere argumentaties worden de komende tijd getoetst op effectiviteit, houdbaarheid en noodzakelijkheid. Gestreefd wordt u nog voor het kerstreces [van 2014, red.] te informeren over de diverse oplossingsrichtingen.’

Op het ministerie van Sociale Zaken buigt een groepje specialisten zich over deze taak. Voor het kerstreces moeten er ‘diverse oplossingsrichtingen’ zijn uitgewerkt, en er moet een voorstel liggen om de Wet Kinderopvang aan te passen. Lukt dat ook?

Spreekschets

Daar lijkt het niet op: pas in april 2015 ziet een ‘conceptnota’ het levenslicht, waarin nieuw beleid is uitgewerkt: ‘Het beeld ontstaat dat bij een aantal fraudezaken die nu spelen burgers onevenredig hard getroffen worden in vergelijking tot de gemaakte overtreding en de hoogte van het terugvorderingsbedrag.’ Het groepje specialisten neemt de oplossing van de Belastingdienst over: vorder alleen de niet-betaalde eigen bijdrage terug, niet de gehele toeslag over een jaar.

Is deze nota op het bureau van Asscher beland? Ook dat zegt Van Ark niet te weten: ‘Van een gevonden conceptnota [..] kan uit de systemen niet worden herleid dat deze de bewindspersoon [Asscher, red.] heeft bereikt.’

Hoe geloofwaardig is het dat Wiebes en Asscher nooit over de noodkreten van de Belastingdienst zouden hebben gesproken, terwijl de toeslagperikelen voortdurend om afstemming vroegen? Er werden nota’s geproduceerd, een ‘expertmeeting’ en interdepartementaal topoverleg georganiseerd. De Kamer vroeg in 2015 opnieuw aandacht voor problemen met de eigen bijdrage aan de kinderopvang. En toch kan Wiebes zich – volgens Asscher – geen gesprek over die noodkreten herinneren? 

Ten minste één ambtenaar van Sociale Zaken weet dat hierover tussen de bewindslieden een gesprek moet hebben plaatsgevonden. In de vrijgegeven stukken bevindt zich een ‘ambtelijke spreekschets’ voor Asscher, ter voorbereiding op een algemeen overleg over kinderopvang in de Tweede Kamer, op 5 februari 2015.

In de spreekschets staat: ‘De staatsecretaris van Financiën [Wiebes, red.] heeft bij mij [Asscher, red.] aandacht gevraagd voor het thema van de eigen bijdrage voor ouders in de Wet kinderopvang. Dit in verband met een aantal recente zaken waarin ontvangers van de kinderopvangtoeslag (ouders) grote bedragen aan ten onrechte ontvangen toeslag dienen terug te betalen, omdat ze geen eigen bijdrage hadden betaald.’ 

De ambtenaar noteert dat Asscher met Wiebes heeft gesproken, én dat dit gesprek een vervolg kreeg

De ambtenaar noteert hier dat zijn minister, Lodewijk Asscher, met Wiebes over de toeslag heeft gesproken én dat dit gesprek een vervolg kreeg: ‘Ik [Asscher, red.] ben wel met de staatssecretaris van Financiën in overleg, of en zo ja op welke wijze de scherpe kantjes van het systeem van de eigen bijdrage afgehaald kunnen worden, als daarmee grote terugvorderingen aan onwetende ouders voorkomen kunnen worden. Daarbij kijk ik onder meer naar het proportionaliteitsbeginsel. Is de mate van inbreuk op het individuele geval niet groter dan het beoogde doel?’ 

Scherpe kantjes

Onderaan het document staat dat de spreekschets niet is opgenomen in het dossier ter voorbereiding op het Kamerdebat. Hiermee is het – ook nu weer – onduidelijk of Asscher de schets onder ogen heeft gehad. Maar het is onwaarschijnlijk dat de ambtenaar heeft verzonnen dat Asscher, op verzoek van de top van Financiën, politiek overleg had met Wiebes. Een woordvoerder van Sociale Zaken laat desgevraagd weten dat niet vastgesteld kan worden of het overleg indertijd daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. 

Wél zit in het dossier voor het Kamerdebat een tekst waarin het toeslagenbeleid helemaal niet van zijn ‘scherpe kantjes’ wordt ontdaan: ‘Het niet volledig betalen van alle kosten die een ouder maakt voor de opvang van zijn kinderen in een geregistreerde opvanginstelling, leidt ertoe dat de ouder geen recht heeft op de kinderopvangtoeslag en de kinderopvangtoeslag in zijn geheel moet worden terugbetaald.’ 

Opvallend genoeg beroept Asscher zich alleen op ‘stukken’ om vast te stellen wat politiek verantwoordelijken wisten

Vervolgens spreekt Asscher dit ook uit in de Kamer, in de wetenschap dat het terugbetalen van tienduizenden euro voor veel ouders de financiële nekslag is. Tijdens een algemeen overleg op 24 september 2014 zegt hij: ‘Daarmee [door directe financiering van kinderopvanginstelling in te voeren, red.] pakken we bovendien het soms – ik zou haast zeggen vaak – pijnlijke probleem van de terugvorderingen aan, waarbij mensen soms zeer forse bedragen moeten terugbetalen op een moment dat ze daartoe nauwelijks in staat zijn.’ 

Kortom, Asscher wist hoezeer het beleid ouders trof, maar zag – op de een of andere manier – geen enkel stuk daarover: geen nota’s van Financiën, geen ‘rapportage ministerstaf’ en geen nota van zijn eigen ministerie. Hij kan zich ook niet herinneren destijds met Wiebes over het pijnlijke terugvorderingsbeleid te hebben gesproken, terwijl beiden in die jaren intensief samenwerkten in het dossier van de kinderopvangtoeslag.

Harde lijn

Een nieuwe serie vragen die Follow the Money aan Asscher voorlegde, beantwoordt hij zo: ‘In reactie op een eerder artikel liet ik weten dat ik – voor zover ik kon nagaan – de stukken waarnaar werd verwezen niet heb ontvangen. Verder moet ik u verwijzen naar het ministerie van SZW, dat uit kan zoeken hoe dit precies is gegaan.’

Opvallend genoeg beroepen zowel Asscher en Sociale Zaken als Financiën zich alleen op ‘stukken’ om vast te stellen wat de politiek verantwoordelijken wisten. Dit suggereert dat er alleen een papieren realiteit is, terwijl veel overleg ook mondeling plaatsvindt. Er zijn meerdere ambtenaren – zoals de voormalig directeur kinderopvang van Sociale Zaken, Martin Flier – die vermoedelijk precies weten hoe de discussies zijn verlopen, en waarom is gekozen voor het handhaven van de harde lijn.

Over de besluitvorming bij Sociale Zaken in 2015 is geen enkel document naar de Kamer gestuurd, terwijl er beleidsmatig van alles gebeurd is. ‘Het vermoeden bestaat,’ schreef Van Ark eind april, ‘dat het signaal over de gevolgen van het niet volledig betalen van de eigen bijdrage voor de kinderopvang niet verwerkt werd in de aanpassing van toen geldende regelgeving, maar is meegewogen in de uitwerking van de nieuwe financieringsvorm.’ 

‘Bovendien lag onmiddellijk de vraag op tafel [bij SZW, red.] wie dan wel voor dat soepeler beleid zou gaan betalen,’ schreef de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen van oud-minister Donner in haar eindrapport.

Commissie-Donner houdt politici uit de wind

Oud-minister van Justitite Piet Hein Donner was voorzitter van de ‘Adviescommissie Uitvoering Toeslagen’ die 12 maart haar eindrapport uitbracht. Daarin staat niets over de politiek verantwoordelijken. Volgens Donner hadden ‘heel weinigen’ binnen SZW ‘werkelijk zicht op de sociale gevolgen van de strikte handhaving’. Maar toen die informatie wel voorhanden was, is er evenmin iets van ander beleid terechtgekomen, ‘omdat de politieke en maatschappelijke roep om fraudebestrijding steeds luider werd door nieuwe gevallen van fraude’. Daardoor kreeg de ‘vrees om te “soft” op het fraudedossier te lijken’ de overhand. 

Lees verder Inklappen

Er komt nu een ‘geauditeerde zoektocht’ naar meer documenten uit de periode 2014-2015 waarin Asscher de politieke leiding had, zo kondigde staatssecretaris Van Ark half maart al aan. Wellicht krijgt de Kamer daarmee de antwoorden die ze nodig heeft om de gebeurtenissen van toen te reconstrueren. Wanneer de zoektocht naar documenten van start gaat en hoeveel tijd die in beslag neemt, dat weet de woordvoerder van Sociale Zaken niet. Het kan nog wel even duren. ‘Vanwege corona.’