Nigeria eist 11,4 miljard euro van verschillende oliemaatschappijen, waaronder Chevron, Eni en Shell vanwege fraude met vrachtbrieven. Vermoedens over het bestaan van een megafraude in de grondstoffenhandel door ‘trade misinvoicing’ worden daarmee sterker.

‘Ja, er wordt gerommeld en gerotzooid, ook in de grondstoffenhandel, maar dat gebeurt door de kleine boefjes,’ zei een voormalig grondstofhandelaar begin deze maand tegen Follow the Money. De handelaar was zeer stellig: ‘De grote spelers werken alleen volgens het boekje’.

Het zijn echter niet de kleine boefjes die zich vandaag in Nigeria moeten verantwoorden voor het federale hooggerechtshof wegens gerommel en gerotzooi. Het zijn juist de grote spelers die ervan worden verdacht dat ze 57 miljoen vaten olie, zo’n 9,3 miljard liter, Nigeria uit hebben gesmokkeld.

Die hoeveelheid olie — vergelijkbaar met de totale olieconsumptie van Nederland gedurende twee maanden — is volgens Nigeria tussen 2010 en 2014 uit het land verdwenen door fraude met vrachtbrieven. De Nigeriaanse schatkist zou daardoor 11,4 miljard euro aan belastinginkomsten zijn misgelopen. Om het geld terug te halen, zijn de autoriteiten al minstens een half jaar bezig met een serie rechtszaken tegen Nigeriaanse dochterondernemingen van ’s werelds grootste oliebedrijven: Chevron, Eni, Shell en Total. Bepaald geen kleine boefjes. Ook Petrobras en ExxonMobil worden in verband gebracht met de zaak.

Shell bevestigt dat er sprake is van een rechtszaak

Shell bevestigt tegenover Follow the Money dat er sprake is van een rechtszaak: ‘Shell is op de hoogte van de rechtszaak en kan verder geen commentaar geven, aangezien het een lopende rechtszaak betreft. We blijven onze bedrijfsactiviteiten in Nigeria uitoefenen in overeenstemming met de wetgeving die daar van toepassing is.’

Chevron en Eni bevestigen eveneens dat er aanklachten lopen. De Nigeriaanse autoriteiten hebben zelf nog geen officieel bericht over de zaak naar buiten gebracht, maar verschillende Nigeriaanse media maken er melding van en citeren daarbij uit processtukken. Vorige week namen de grote persbureaus het al een half jaar oude ‘nieuws’ over, waarna het ook in de Nederlandse dagbladen belandde.

Strafrechtelijk onderzoek

Wisten de kapiteins van de Triathlon, de North Star, de Authentic, de Value, de Cosmic, de Poetic en de Olympic Flag dat ze werden ingezet voor gerommel met miljoenen vaten olie? De megatankers werden tussen 2010 en 2014 ingehuurd door Total en Eni om ladingen olie van Nigeria te verschepen naar met name de Verenigde Staten, staat te lezen in processtukken die Nigeriaanse media in handen hebben. Welke tankers precies gebruikt zijn door bij de eveneens van fraude verdachte maatschappijen Chevron, ExxonMobil, Petrobras en Shell is nog niet bekend.

Uit processtukken blijkt dat scheepsladingen olie in Nigeria vrachtbrieven meekregen met daarop een hoeveelheid olie die ‘tienduizenden tonnen’ minder aangaf dan er in werkelijkheid verscheept werd. Het kostte Nigeria, dat compleet afhankelijk is van de olie-industrie, 11,4 miljard euro aan exportheffingen. Dat bedrag, en de totale proceskosten, probeert Nigeria nu te verhalen op de oliemaatschappijen.

De Nigeriaanse overheid laat niets los over de rechtszaken, maar blijkt wel Nigeriaanse en Amerikaanse topadvocaten in te huren om gezamenlijk de zaak rond te krijgen. Zij hebben gebruik gemaakt van ‘geavanceerde technologie zoals satellietbeelden’ en de Amerikaanse handelsdatabase ImportGenius, melden de diverse media.

EFCC will get you, anywhere, anytime. . .

Volgens de Nigeriaanse onderzoeksjournalist Joshua Olufemi van de Premium Times, met wie Follow the Money samenwerkt voor dit artikel, loopt het strafrechtelijke onderzoek naar de fraude door de oliemaatschappijen al sinds augustus 2015. Olufemi baseert zich op bronnen binnen de EFCC, een Nigeriaanse commissie die onderzoek doet naar economische en financiële misdaden in het land. De EFCC voert als slogan: EFCC will get you, anywhere, anytime. . .

Trade misinvoicing

Het onderzoek dat Nigeria doet naar fraude met vrachtbrieven bevat opvallende gelijkenissen met de conclusies van een rapport van de Verenigde Naties dat afgelopen zomer verscheen. In het rapport, opgesteld door VN-orgaan UNCTAD, wordt het bestaan van een boekhoudkundige truc beschreven waarmee gedurende 19 jaar grondstoffen met een verkeerde waarde zijn getransporteerd. Die praktijk heeft de naam trade misinvoicing en kan worden gebruikt om de import- en exportbeperkingen, heffingen en belastingen van een land te ontduiken. Trade misinvoicing (ook wel misreporting genoemd) kan worden toegepast bij de export of import van goederen door te goochelen met aantallen, de waarde, de kwaliteit of de producten zelf.

De Nigeriaanse oliehandel wordt prominent genoemd in het VN-rapport over trade misinvoicing. Het land heeft alleen al door de oliehandel met de Verenigde Staten ruim 62 miljard euro verloren. De Amerikaanse hoogleraar economie Léonce Ndikumana, die het VN-rapport schreef, noemde zijn bevindingen destijds ‘raadselachtig’ en kon niet aangeven welke bedrijven betrokken waren bij de fraude. Wel merkte hij op in zijn rapport: ‘De aanhoudende praktijk van trade misinvoicing impliceert dat er belangrijke structurele en institutionele factoren bestaan die deze praktijk aandrijven.’

Nederland speelt als handelsland een speciale rol bij trade misinvoicing. Ndikumana: ‘Het lijkt erop dat primaire grondstoffen die naar Nederland worden geëxporteerd nooit in de haven aankomen.’ Om erachter te komen hoe het precies zit, raadt de hoogleraar aan om door middel van een onderzoek op bedrijfsniveau in kaart te brengen waar de miljarden zijn gebleven.

Lees ook: VN-rapport over megafraude grondstoffen blijft vragen oproepen

Ndikumana weet niet of het Nigeriaanse strafrechtelijke onderzoek naar de oliemaatschappijen verband houdt met zijn rapport, maar reageert verheugd en ziet er een bevestiging in van zijn eigen bevindingen: ‘Het UNCTAD-rapport stelde vast dat er sprake is van substantiële trade misinvoicing in de olie-export van Nigeria naar de VS, wat betekent dat de waarde van de olie die in Nigeria werd opgegeven, aanzienlijk lager is dan de bij aankomst in de VS opgegeven waarde. In het UNCTAD-rapport staat dat om het statistische bewijsmateriaal te staven, er een analyse op transactie- en bedrijfsniveau nodig is. Dat is precies wat hier gebeurt, en dan wordt er trade misinvoicing in de olie-export aangetoond.’ Ndikumana denkt dat de fraude nog veel groter kan zijn dan de Nigeriaanse overheid nu stelt, aangezien het onderzoek betrekking heeft op een korte periode.

Premium Times-journalist Joshua Olufemi kan via bronnen bij de EFCC bevestigen dat het onderzoek naar de oliemaatschappijen los staat van het VN-rapport over trade misinvoicing.

Léonce Ndikumana

Het lijkt erop dat primaire grondstoffen die naar Nederland worden geëxporteerd nooit in de haven aankomen

Afleveradres in Nederland

Uit de processtukken blijkt dat er in de fraudezaak een link is met Nederland. Op 27 juni 2011, zo schrijven Nigeriaanse media op basis van processtukken, wordt in Nigeria de olietanker Cosmic geladen met 467,614 vaten (barrels) ruwe olie. Op de vrachtbrief (bill of loading) staat een afleveradres in Nederland vermeld: 1641-Tower C/16 1077C XX.

Het adres behoort nog steeds toe aan Eni Trading & Shipping B.V, een dochteronderneming van het Italiaanse oliebedrijf Eni, voorheen bekend als Agip. In de processtukken staat dat Nigera claimt dat er over de half miljoen vaten met olie geen belasting is betaald, en dat het land 95,37 miljoen euro eist van Eni. Eni wilde tegenover Follow the Money niet op de zaak ingaan.

Dat er sprake is van een Nederlandse connectie met de fraudezaak is opvallend omdat staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes vorige week iets heel anders beweerde. Wiebes deed dat in antwoorden op Kamervragen die de SP eerder had gesteld over de voorname rol die Nederland volgens het VN-rapport speelt bij trade misinvoicing. Wiebes: ‘Ik heb geen aanwijzingen dat de verschillen [tussen de import- en exportwaardes] zijn veroorzaakt door het streven naar kapitaalvlucht of belastingontwijking.’ Verder onderzoek vindt hij onnodig: ‘De aanbeveling van de onderzoeker tot nader onderzoek “at country and company level” neem ik dan ook niet over.’

Volgens Wiebes zijn er ‘verschillende (plausibele) verklaringen’

Volgens Wiebes zijn er ‘verschillende (plausibele) verklaringen’ voor de conclusies van het rapport: ‘In de internationale grondstoffenhandel worden goederen ook tijdens het transport regelmatig doorverkocht, waardoor zowel de bestemming als de prijs tussentijds kan veranderen. Nederland en Rotterdam of Amsterdam als exportbestemming in de uitvoeraangifte betekent dus niet automatisch dat dit daadwerkelijk de importbestemming is. Ook dat is een mogelijke verklaring van de door de onderzoekers geconstateerde verschillen in export- en importwaarde.’

Absurd?

De verklaringen van Wiebes zijn plausibel, en ze doen sterk denken aan de kritiek die Ndikumana daags na het verschijnen van zijn VN-rapport kreeg. Onder andere in een artikel dat Follow the Money begin september publiceerde, noemen meerdere ingewijden de conclusies van het rapport ‘absurd’. Oliehandelaar Trafigura liet weten: ‘Wij geloven dat de conclusies van het rapport onjuist zijn.’

Inmiddels staat Ndikumana niet meer alleen met zijn bevindingen. Twee Amerikaanse economen, Derek Kellenberg en Arik Levinson, tonen in een onderzoek dat in september is gepubliceerd voor The National Bureau of Economic Research aan dat er een opvallende samenhang bestaat tussen landen die de dupe zijn van trade misinvoicing en financiële barrières: ‘We hebben aangetoond dat het gat tussen wat exporteurs en importeurs opgeven gerelateerd is aan de tarieven, belastingen en mate van corruptie in het land,’ vertelt Levinson.

Ndikumana staat niet meer alleen met zijn bevindingen

Dit wil niet zeggen dat er bij ieder gat in de data meteen sprake is van iets illegaals. Levinson legt het uit aan de hand van zijn college-klas: ‘Het is alsof je kijkt naar de testresultaten van een groep studenten die dicht bij elkaar zaten tijdens een test. Ze blijken allemaal dezelfde én allemaal de juiste antwoorden te hebben. Je kunt dan niet in het volste vertrouwen één individuele student gaan beschuldigen van frauderen. Maar als je naar het statistische bewijs kijkt, is het natuurlijk duidelijk dat een paar van hen dat wel degelijk hebben gedaan.’

Tips of informatie naar aanleiding van dit artikel kunt u sturen naar mitchell@ftm.nl