
Onze economie is in zijn wezen niet duurzaam. Was ze dat wel, dan zou de wereld er een stuk beter uitzien. Het goede nieuws is dat dat mogelijk is, als de economie een echte wetenschap wordt. Maar daar is nogal wat voor nodig. Een omslag in denken, om te beginnen. En een boek. Lees meer
Onze wereld wordt geteisterd door grote structurele problemen. Klimaatverandering, armoede, instortende economieën, om er een paar te noemen. We beschikken over tal van middelen om deze op te lossen. Dat de problemen desondanks blijven bestaan, is volgens wetenschapper Niko Roorda een kwestie van economie. Vrijwel alle grote tragedies in de wereld, meent hij, zijn er doordat we economisch gezien niet begrijpen wat we doen. We moeten toe naar een economisch systeem dat intrinsiek duurzaam is, en hebben een economische wetenschap nodig die dat ontwerpt en invoert. Hierover schrijft Niko Roorda zijn nieuwste boek, en dat wil hij samen met de lezers van FTM doen.
Het achtvoudige pad naar de wetenschap
Een andere economie begint met anders denken over geld
Kunnen we vooruitgang meten?
Waarheid en werkelijkheid
Is winst hetzelfde als motivatie?
Groei moet, zegt de economie
Groei en rechtmatig eigendom
Economische impetuswoorden
Gekopieerde methoden
Vanzelfismen en andere mythen
Waarheid en werkelijkheid
Als het gaat om succesvolle wetenschap, is het eerste waaraan menigeen denkt: voorspellende kracht. Hoe zit dat in de economie? In dit slot van het derde hoofdstuk gaat Niko Roorda in op die vraag. En: een belangrijke aankondiging.
Vooraf
Beste lezers,
Er gaat iets veranderen in de reeks publicaties rondom mijn boek over ‘intrinsiek duurzame economie’. Dat gebeurt op verzoek van de redactie van Follow the Money.
De boekpublicatie heeft een nogal ander karakter dan de overige publicaties op FTM, die vooral online verschijnen vanwege de actuele nieuwswaarde. Mijn boek over Omniconomie is van een andere aard: het biedt een zorgvuldige maar daardoor ook langzame opbouw van een fundamenteel nieuwe visie op economie. Natuurlijk is ook dat bijzonder actueel, en dat blijkt onder meer uit nieuwsberichten van de laatste paar dagen:
“Miljoen soorten met uitsterven bedreigd. Wat kunnen we doen?”
Dat bracht het tv-programma Nieuwsuur in het afgelopen weekend, en ze waren de enige niet, want alle grote nieuwsmedia in de wereld vertelden hetzelfde rampzalige nieuws: niet alleen de ecosystemen worden zeer ernstig bedreigd, ook de mensheid zelf. Het welzijn van tenminste 3,2 miljard mensen wordt erdoor ernstig bedreigd.
De kersverse Radboud-hoogleraar Ingrid Visseren-Hamakers, mede-auteur van het IPBES-rapport dat het onderzoeksresultaat bekendmaakte, stelde in een interview:
“De belangrijkste weeffout is hoe we onze economie hebben vormgegeven.”
Die uitspraak illustreert treffend dat het thema van mijn boek behoorlijk actueel is. Maar, zo’n soort actualiteit is van een andere aard dat de acute van-dag-tot-dag nieuwswaarde van de onderwerpen waarover FTM doorgaans publiceert, voorzien van achtergronden op basis van diepgravende onderzoeksjournalistiek.
Op zichzelf was dit gegeven natuurlijk allang bekend. De redactie en ik hadden overeenstemming over de publicatie van mijn boek in afleveringen. Maar bij evaluaties bleek de redactie dat het wekelijkse publicatieschema van mijn afleveringen meer en meer de aandacht begon af te leiden van de hoofdtaak van FTM; er kwamen commentaren binnen waaruit bleek dat niet iedereen dat op prijs stelde.
Dat effect werd nog eens versterkt doordat ik met mijn schrijfproject een herstart maakte, waardoor het publicatieproces lang ging duren. Voor die herstart — vanaf de aflevering van 12 januari 2019 — waren goede redenen, voortkomend uit voortschrijdend inzicht. Maar alles bij elkaar leverde dat een onverwacht lang project op voor FTM, waarmee de redactie begrijpelijkerwijs niet echt gelukkig was.
Bovendien meldden de hoofdredacteuren mij dat de belangstelling voor mijn boek daalde: blijkbaar nam het aantal mensen dat mijn publicaties daadwerkelijk las gaandeweg af. Ik moet je zeggen dat ik dat gegeven niet zelf waarneem, aangezien de enige graadmeter waarover ik zelf beschik, het aantal volgers van mij als auteur, nog altijd continu oploopt. Ook aan discussie naar aanleiding van mijn publicaties ontbreekt het niet: zo zijn er op de aflevering van 21 april maar liefst 230 reacties ingetypt. Maar de redactie beschikt over meer gegevens dan ik, en ik twijfel niet aan hun conclusies.
En dus heeft de hoofdredactie contact met me opgenomen en de wens uitgesproken om tot een vereenvoudigde publicatiereeks te komen. Dat betekent dat het wekelijkse karakter per direct verdwijnt. Het zal je misschien zijn opgevallen dat er op de afgelopen zondag geen aflevering verscheen; de tussenliggende tijd was nodig voor overleg. Daaruit is voortgekomen dat ik nog een beperkt aantal episodes online ga brengen. Je krijgt niet, zoals oorspronkelijk gepland, in de loop van de komende maanden het gehele boek te lezen. Wil je dat wel, dan zul je moeten wachten totdat het boek als geheel wordt uitgegeven. In plaats daarvan ga je circa één keer per maand een aflevering ontvangen, die steeds zal bestaan uit een ‘hoogtepunt’ van een bepaald hoofdstuk.
Voor dat doel is een voorlopige planning gemaakt. Op grond van die planning ontvang je vandaag de slotparagraaf van mijn hoofdstuk 3. Die sluit derhalve niet aan op de vorige aflevering die op 28 april verscheen. Je maakt een sprongetje in hoofdstuk 3 en leest alleen nog de analyse waarmee ik dat hoofdstuk afsluit.
Volgens het voorgenomen publicatieschema ontvang je vervolgens rond half juni een keuze uit hoofdstuk 4, gevolgd door een pauze vanwege de zomervakantie, waarna selecties uit de verdere hoofdstukken in de loop van het najaar op FTM verschijnen, naar verwachting ongeveer eens per maand.
Reacties
Ik ben benieuwd naar jullie reacties: aan de ene kant inhoudelijk, reagerend op de inhoud van de tekst die je hieronder gaat zien. Aan de andere kant op de koerswijziging met betrekking tot de publicatie van mijn boek. Laat ons weten wat je ervan vindt, alsjeblieft.
Hulp
Dan is er nog iets anders. Volgens mij is de tekst van mijn boek waardevol. Oké, ik ben natuurlijk bevooroordeeld, maar ik geloof in het plan dat ik beschrijf om tot een intrinsiek duurzame economie, of beter: omniconomie te komen; en analyses zoals die van het bovengenoemde IPBES-rapport maken duidelijk hoe ongelooflijk belangrijk het vinden van zulke intrinsiek duurzame oplossingen is.
En dus maak ik me zorgen. In de eerste plaats natuurlijk over de wereldwijde problemen, die catastrofaal dreigen uit te pakken. Maar vervolgens ook over de mate waarin de oplossingsroute die ik voorstel voldoende bekendheid gaat krijgen. De vereenvoudiging van het publicatieschema op FTM helpt natuurlijk niet echt mee. Als er buiten de nog resterende publicaties op FTM weinig tot niets gebeurt aan pr rondom mijn boek, dan zegt dat boek ‘plop’, eindigt na de uitgave als papieren en digitaal boek misschien hier en daar in een boekenkast of ereader en heeft daarna geen enkel effect. Dat zou ik heel erg vinden.
Daarom vraag ik dringend om jullie hulp. Als je misschien voor bepaalde media werkt – kranten, tijdschriften, uitgeverijen, nieuwsbrieven, theaters, tv, radio, internetmedia of wat dan ook – stuur me dan een persoonlijk bericht en help me om mijn plan onder de aandacht te brengen. Werk je daar niet zelf maar beschik je over nuttige contacten bij zulke media, help me dan om met hen in overleg te komen. Wijs ze op de informatiepagina: https://niko.roorda.nu/books/omniconomics. Werk je misschien voor wetenschappelijke instituten, universiteiten, hogescholen, bedrijven, financiële instellingen, politieke of maatschappelijke organisaties? Ga met me in gesprek. Werk je daar niet maar ken je er mensen? Wijs ze op mijn werk, breng ons met elkaar in contact. Help me om lezingen te verzorgen, discussies te voeren, wat dan ook.
Kortom, als je gelooft dat mijn boek waarde heeft: help dan om die waarde tot uiting te laten komen. Kijk op https://niko.roorda.nu/contact voor mijn contactgegevens.
Niko Roorda
Na deze noodkreet: hier is het slot van Hoofdstuk 3.
3.5. Analyse
De definitie van ‘protowetenschap’, gegeven in de aflevering van 3 maart 2019, noemt een reeks van zeven kenmerken. Zes daarvan zijn in Hoofdstuk 2 besproken, dat op FTM gepubliceerd werd als de afleveringen van 3 maart tot en met 7 april. Het zevende is het onderwerp van Hoofdstuk 3, waarvan de publicatie begon op 14 april: Er is geen of weinig voorspellende kracht of andere vorm van ‘succes’. Het is tijd om daarover conclusies te trekken.
Voorspellende kracht
Als het gaat om succesvolle wetenschap, is het eerste waaraan menigeen denkt: voorspellende kracht. Het is niet voor niets dat het zevende criterium van ‘protowetenschap’ dat expliciet noemt. Zo schrijft Gilboa:
“Zowel bij academici als onder leken is de standaardvisie op economie dat het een wetenschap is die in de eerste plaats voorspellingen moet kunnen doen. Het geven van uitleg is belangrijk, maar meestal verwacht men dat een wetenschappelijke discipline meer doet dan alleen maar feiten achteraf uitleggen. (…) Voorspellingen zijn essentieel voor de wetenschap. Het succes van de economie bij het genereren van voorspellingen is echter gemengd. Het is duidelijk dat er veel gevallen zijn waarin economische analyse kwalitatieve voorspellingen oplevert, met krachtige inzichten die ons in staat stellen trends te voorspellen, economische systemen te vergelijken, enzovoort. Toch wordt economie niet beschouwd als een succesvolle wetenschap als het gaat om kwantitatieve voorspellingen.”
Of het juist is dat de economische wetenschap in veel gevallen krachtige inzichten en kwalitatieve voorspellingen oplevert, is twijfelachtig. Maar veel belangrijker is, dat – zoals in Hoofdstuk 2 en 3 bij herhaling duidelijk werd – de voorspellende kracht van de economische wetenschap op cruciale momenten faalt, namelijk wanneer de economie dreigt in te storten en het ‘erop of eronder’ is, zoals in de jaren rond 2008. Zelfs als een redelijke mate van voorspellende kracht op andere momenten misschien wel aanwezig is – maar dat staat geenszins vast – is dat van ondergeschikt belang: het is alsof technici een tv-toestel ontwerpen dat geen klachten oplevert, ‘behalve wanneer het aan staat’. Het is dan ook geen wonder dat de economisch historicus Steve Keen in zijn boek over de Grote Recessie venijnig opmerkt: “'s Werelds leidende macro-economisten waren de laatsten die in staat waren zich te realiseren dat er een grote economische crisis aanstaande was.” In 2012 voegde hij daaraan toe:
“De economische en financiële crisis is veroorzaakt door bevooroordeeld eigenbelang en frauduleus gedrag op ongekende schaal. Maar dit gedrag kon niet zo groot zijn geworden als dat gedrag niet was afgedekt door de dominante theorie van de economie, die bekend staat als ‘Neoklassieke economie’.”
Kijk ook naar wat vooraanstaand econoom en New York Times-columnist Paul Krugman schreef in 2009. “Hoe konden economen het zo mis hebben? (…) Het is moeilijk te geloven, maar niet zo lang geleden feliciteerden economen zichzelf met het succes van hun vakgebied.”
Nassim Nicholas Taleb legde in zijn Zwarte Zwaan Theorie uit hoe gebeurtenissen maar al te vaak volkomen onverwacht opdoemen, grote effecten veroorzaken, en vervolgens achteraf worden begrepen of zelfs ‘voorspeld’. Nadat de ramp plaatsvond bleek dat velen het van tevoren hadden zien aankomen. Inderdaad: “feiten achteraf uitleggen”, zoals Gilboa het noemde. Dat soort ‘wetenschap’: daar heb je wat aan…
Als wetenschap niet in staat is om op de belangrijkste momenten deugdelijke voorspellingen te doen, aan wat voor andere vormen van succes zou je dan kunnen denken? Ik noem er een aantal.
Waarheid en werkelijkheid
Moderne wetenschap heeft niet de ambitie om waarheden op te sporen. Ik ga daar nu niet uitvoerig op in, in Hoofdstuk 5 kom ik erop terug. Maar wel mag je verwachten dat er een duidelijke, aangetoonde relatie is tussen de wetenschappelijke modellen en theorieën en de werkelijkheid. Het is precies dat, wat wetenschap onderscheidt van andere denk- en belevingsstijlen zoals filosofie, kunst, magie en religie.
Over de mythen, voortvloeiend uit de veel te sterke vereenvoudigingen die economen toepassen om hun modellen te ontwerpen is in het vorige hoofdstuk uitvoerig geschreven. De grootste mythe is misschien wel die van de Homo Economicus, die niet meer is dan een karikatuur. In haar veelgeciteerde boek ‘The World in the Model: How Economists Work and Think’ geeft Mary S. Morgan een uitgebreide beschrijving van de diverse gietvormen waarin de mens door de diverse economische scholen is geperst en noemt ze ‘cartoon-like’. Haar werk levert een verbijsterend overzicht van zulke uiteenlopende stripfiguren, “speciaal ontworpen om te leven in de hoogst geïdealiseerde wiskundige wereld van neoklassieke economische theorieën”. Zoals de Mens van Frank Knight die altijd over perfecte kennis beschikt en dus, aldus Knight, niets anders kan zijn dan een ‘automaat’. Een ‘robot’, zouden we tegenwoordig zeggen.
Bruna Ingrao trekt dan ook een vernietigende conclusie over de pretenties van de ‘economische wetenschap’ door te wijzen op “de paradoxale co-existentie in de economie van de ambitieuze pretenties tot harde wetenschap, en de ideeën over wiskundige modellen als fictieve verhalen over economische Wonderlanden, die domineren in de onderzoekspraktijk en worden weerspiegeld in studies over methodologie.”
Natuurlijk: ieder wetenschappelijk model is een vereenvoudiging van de werkelijkheid. Een model dat dat niet is, is noodzakelijkerwijs minstens zo omvangrijk als het gehele universum, aangezien het dat universum compleet zou moeten bevatten. Ieder model is gebouwd rondom een verhaal, dat bij een te sterke versimpeling de hoedanigheid van ‘mythe’ aanneemt. “Verhalen vormen een integraal onderdeel van modellen”, schreef de zojuist al genoemde Mary S. Morgan in een eerdere publicatie, en legde uit:
“In de huidige onderzoekspraktijk in de [economische] discipline worden wiskundige modellen opgevat als geboren uit de verbeelding van de econoom, flexibel aanpasbaar om redenen van interpretatie of technisch gemak. Een model is de formalisering van een of andere fictieve wereld. De criteria die worden gebruikt om modellen te associëren met de verklaring van economische gebeurtenissen zijn losjes en controversieel. Er bestaat geen gedeelde, gestructureerde canon om de betekenis van een model te valideren of af te wijzen, en zelfs het criterium van empirische validatie heeft zijn aantrekkingskracht verloren. (…)
Modellen in de economische theorie moeten worden opgevat als fabels, ficties of gedachte-experimenten met fictieve zaken. Academische gemeenschappen valideren modellen op basis van hun veronderstelde technische nieuwigheid, of vanwege mode, ideologie en macht.”
Flexibel aanpasbaar. Fabels en ficties. Nieuwigheid, mode, ideologie en macht: dat zijn volgens Morgan de bepalende factoren voor de creatie van nieuwe economische verhalen. Samen hebben de talrijke economische scholen een bonte bundel verhalen gecreëerd die zozeer uiteenlopen dat bijna ieder denkbaar economisch verhaal wel ergens een keer verteld is, waardoor bij elke economische ontwikkeling wel een verhaal te vinden of op maat aan te passen is. Daardoor is de kans dat sommige verhalen, op bepaalde momenten, in een zekere mate, betekenisvolle relaties vertonen met de werkelijkheid niet te onderscheiden van toeval.
Coherentie, consensus
Samenhang, interne coherentie, is een andere indicator van succes van een wetenschap. Van een geslaagd wetenschappelijk vakgebied mag je op zijn minst verwachten dat de favoriete modellen en theorieën een beetje met elkaar overeenstemmen, zodat de grondslagen in ieder geval in consensus zijn vastgesteld. Het grote aantal economische scholen die voortdurend tot strijdige verhalen en conclusies komen maakt duidelijk dat dat niet het geval is. Woodford formuleert het vlijmscherp:
“Zoals Robert Lucas heeft opgemerkt, is het een teken van een succesvolle wetenschappelijke revolutie dat fysici zichzelf niet nog steeds bestempelen tot ‘Einsteiniaanse natuurkundigen’.”
Met andere woorden: als de natuurkunde nog in hetzelfde stadium verkeerde als de economie met zijn strijd tussen Keynesiaanse, Ricardiaanse, Marxistische, Marshalliaanse en Walrasiaanse stammen, dan zouden Einsteinianen thans in gevecht zijn met Newton’s Getuigen en Keplerigen, terwijl Maxwellers de Bohristen en de Heisenbergers in de pan zouden hakken. In werkelijkheid bestaan al die persoonsverheerlijkende stammen of sekten niet, ik heb hun namen slechts voor deze gelegenheid bedacht.
De praktijk
Behalve inspirerende en liefst realistische verhalen en inzichten verwacht je van solide wetenschap ook praktisch nut. Zo is er de praktische uitwerking van de natuurkunde in de vorm van allerhande technologie. De scheikunde levert ons de chemische technologie en de materiaalkunde, en samen met de biologie ook de farmaceutische industrie; terwijl ons vanuit de biologie en de geneeskunde adviezen en methoden bereiken ten behoeve van een gezonde leefstijl en genezing.
Wat mag je van een volwassen economische wetenschap verwachten? De economie heeft een aantal concrete resultaten geboekt. Een gedeelte van de mensheid verkeert op een nooit eerder gezien niveau van welvaart en macht. Maar dat is een nogal betrekkelijk succes, want een ander gedeelte leeft in absolute armoede of zelfs slavernij, terwijl de huidige welvaart bij voortzetting van het gangbare beleid (business as usual) niet is vol te houden.
Een ander succes dat wordt toegeschreven aan de economie is het afnemen van het aantal oorlogen sinds de Tweede Wereldoorlog: er wordt wel gesproken van de ‘Lange Vrede’, de ‘Long Peace’. Die zou, naast de kernwapendreiging van de Koude Oorlog, ook het gevolg zijn van de grote onderlinge verwevenheid en het gedeelde belang van de economieën van alle landen en regio’s. Voor een deel is het aantal oorlogen inderdaad afgenomen: de moderne geschiedenis van Europa is daarvan een geslaagd voorbeeld, want tussen de lidstaten van de Europese Unie is nog nooit oorlog geweest, en dat is een unicum in de uiterst bloedige geschiedenis van het Europese continent. Maar het is niet duidelijk in hoeverre dat een economische verdienste is. En voor de wereld als geheel is een significante daling van de oorlogsellende niet aangetoond: “De modellen geven aan dat het naoorlogse vredespatroon nog minstens 100 tot 140 jaar zou moeten duren om een statistisch significante trend te worden.”
Tegenover deze bescheiden succesclaims staan heel wat falende resultaten. Kantelpunten bedreigen de menselijke samenleving en de natuur, onder meer als gevolg van roofbouw, klimaatverandering, de zesde uitstervingsgolf, dode zones in de oceanen, pieken in temperatuur en vochtigheid die het leven van honderden miljoenen bedreigen, een snel oplopende ongelijkheid in welvaart en macht en een bijbehorend gevoel van vervreemding en verlies van solidariteit bij velen, en zo nu en dan het uitbreken van economische crises. Nee, de BV Planeet staat er slecht voor, zoals Figuur 3.20 symbolisch laat zien. Die figuur illustreert hoe in het jaar 1950 de wereldwijde ecologische voetafdruk gelijk was aan 50% van de planetaire biocapaciteit, en in 1971 – op de allereerste ‘Earth Overshoot Day’ – aan 100%. De situatie in 2020 is uitgebeeld als een indrogende vrucht; het is onze huidige taak om te voorkomen dat het afgebeelde plaatje van 2050 werkelijkheid wordt.

Praktijk en theorie
“Ja, maar…” is een veelgehoord tegenargument, “al die mislukkingen en dreigingen zijn het gevolg van het beleid van politici en bestuurders, niet van de economische theorie.” Dat roept de vraag op of de praktijk wel echt gebaseerd is op de modellen van de theoretici. Voor een deel is die vraag al beantwoord toen ik in de aflevering van 27 januari 2019 wees op de uitspraken van Robert Lucas, Ben Bernanke, Jean-Philippe Cotis en Eugene Fama. Hun dubbele petten, als universitair hoogleraar en als bestuurder bij Fed (de Amerikaanse centrale bank), OECD of elders, bewijzen dat de theorie en de praktijk onlosmakelijk verweven zijn. Bankdirecteuren en ministers van financiën worden hoogleraar aan gerenommeerde wetenschappelijke instellingen, terwijl onderzoekers niet alleen adviseurs zijn van regeringen maar daar ook maar al te vaak lid van worden.
Maar het gaat verder dan persoonlijke unies. Ook de economische modellen zelf worden structureel gebruikt om adviezen en concreet beleid mee te bepalen. Fisher beschreef in 2017 in concrete verhalen hoe dat in de Verenigde Staten verloopt, via door de regering en de Fed ingestelde adviesorganen waaronder de Board of Governors en de Federal Open Market Committee (FOMC). Christiano bevestigde dat en liet zien hoe hetzelfde gebeurt bij de Europese Centrale Bank, het Internationaal Monetair Fonds, de Sveriges Riksbank, de Bank of Canada en de Schweizerische Nationalbank. Zij allemaal maken uitvoerig gebruik van DSGE- en verwante modellen waarvan in de aflevering van 31 maart bleek hoe onrealistisch ze zijn. Kortom, jazeker: de economische theorie en de praktijk zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De successen en mislukkingen van de praktijk zijn volledig toe te rekenen aan de achterliggende economische theorie.
Conclusie
Daarmee is gebleken dat het theoretische vakgebied van de economie volledig voldoet aan alle zeven kenmerken van protowetenschap. Het vakgebied verkeert nog steeds, in de woorden van Michael Reagan, in een “pre-paradigmatisch stadium van ontwikkeling waarin nog consensus moet worden bereikt over basisbegrippen en theoretische aannames”. De economische theorie staat bol van fictieve verhalen, versimpelingen, vooroordelen en dogma’s, waarover Gilles de Hollander schreef: “Een wetenschappelijk dogma is niet te doorbreken. Ook slecht onderbouwde wetenschappelijke theorieën zijn moeilijk onderuit te halen. Zo lang de echoput door blijft klinken dat iets nou eenmaal zo is, dan is er niets opgewassen tegen een hardnekkig wetenschappelijk dogma.”
De conclusie is: de economie is een protowetenschap. Het is onmiddellijk toegegeven: die conclusie berust op een definitie die ik zelf ten behoeve van dit boek heb opgesteld, en dat kun je zien als een zwak punt. Maar wie van mening is dat de conclusie daardoor ongerechtvaardigd is, die nodig ik uit om een eigen definitie van ‘protowetenschap’ te ontwikkelen en te onderzoeken tot welke conclusies die leidt met betrekking tot de status van de economie.
Dat de economie een protowetenschap is, betekent dat het vakgebied met één been in de wetenschap staat en met het andere in andere vormen van menselijke creativiteit. Deels in de filosofie, bijvoorbeeld in de ethiek. Of misschien eerder in de religie? Het is informatief om het boek Sapiens van Yuval Noah Harari te citeren. Hij schrijft:
Met Harari’s definitie als uitgangspunt blijkt de economie onmiskenbaar religieuze trekken te bezitten. Want de vele mythische ‘vanzelfismen’, besproken in de aflevering van 24 maart, duiden op een irrationeel vertrouwen in een bovenmenselijke orde waarbij economische wetten min of meer worden gelijkgesteld aan natuurwetten: een gelijkstelling die onterecht is, aangezien natuurwetten worden ontdekt terwijl economische wetten, net als juridische en voetbalwetten, door mensen zijn uitgevonden. Aan de economische wetten zijn vervolgens morele waarden en gedragsnormen ontleend die heel het menselijk leven vormen en sturen. Wie schulden maakt schendt de economische wet en mag de deurwaarder verwachten. Eén vanzelfisme bestaat evenwel echt, het is geen mythe maar een werkelijk geldende economische wetmatigheid: rijk maakt rijker.
De goden van deze economische religie zijn de multinationale CEO’s en de beleggers, de machtigen en rijken, de miljardairs die elke dag opnieuw hun rijkdom vergroten. Voor wie de gewone mensen irrelevant zijn, behalve als winstobjecten. De multinationals zijn hun tempels. Technologische visionairen zijn hun profeten: zij spreken al over ‘transhumanen’, noemen hen homo sapiens+ en voorspellen hen een Hemelse lotsbestemming, uiteraard alleen weggelegd voor wie veel kan betalen. De zojuist genoemde Harari zelf ging in een volgend boek nog een stapje verder en schrijft over de homo deus, die volgens hem binnenkort gemakkelijk 150 jaar oud kan worden. Dat geldt alleen voor de rijksten onder ons, veronderstel ik, want als ook de gewone mensen, inclusief de armen en de slaven, die leeftijd bereiken zal de wereld nog veel voller worden en de ecologische voetafdruk verdubbelen: het zou de allergrootste ecologische ramp ooit zijn.
Ja, sommige mensen zijn in hun eigen ogen inderdaad goden geworden. Totdat hun hybris hen ten val brengt, samen met de gehele rest van de wereldwijde samenleving. Want de primitieve religieuze protostatus van de economie, in combinatie met de hoogmoed van de machtigen, is levensgevaarlijk: niet alleen voor alle individuele mensen maar zelfs voor al het leven op de prachtige planeet Aarde.
Tenslotte
Eerst even een opmerking terzijde: ik hoop dat je het cynisme hebt herkend toen ik schreef over de veronderstelling dat alleen de rijkste mensen hun levensduur gaan verlengen tot 150 jaar, dus niet de armen en de slaven. Vanzelfsprekend pleit ik er niet echt voor dat de bestaande absurde ongelijkheid lang de weg van levensverlenging nog eens verdubbeld wordt. Maar dat had je vast al in de gaten.
Ik keer teug naar de woorden van Professor Ingrid Visseren-Hamakers:
“De belangrijkste weeffout is hoe we onze economie hebben vormgegeven.”
Ik vermoed dat het iedereen wel duidelijk is, na het lezen van mijn conclusie van hoofdstuk 3 hierboven, dat het met de huidige economische kennis en inzichten – of het gebrek daaraan – volstrekt onmogelijk is om de wereldeconomie zodanig te herscheppen dat de rampzalige duurzaamheidsproblemen geëlimineerd worden. Om daaraan te werken is veel meer nodig, en de eerste, noodzakelijke stap daartoe is het opnieuw uitvinden van het vakgebied, niet als proto- maar als volwassen wetenschap, en niet uitsluitend gericht op de economie maar op de gehele omniconomie.
Van het plan dat ik voor dat doel heb, heb je nog niet veel gezien. Een korte beschrijving ervan verscheen in de afleveringen van 10, 17 en 24 februari. De echte uiteenzetting volgt in de komende hoofdstukken, waaruit zoals gezegd een selectie gaat verschijnen op FTM.
Ik eindig deze aflevering met de introductie waarmee het boek opent, waarin het plan in het kort wordt aangekondigd.
Inleiding: het Plan
We snappen gewoon nog niet goed wat we doen. We denken vaak dat we een goed doordacht economisch systeem in elkaar hebben gezet, maar in werkelijkheid is de wereldwijde economie gewoon maar zo’n beetje spontaan ontstaan. Zonder doel, zonder ontwerp, zonder inzicht. De economie is een knutselwerkje waarvan we zelf niet eens begrijpen hoe het werkt. Dat is het probleem. Daarom gaat er in de wereld zo verschrikkelijk veel fout.
Dat kan anders. Beter. Een plan daarvoor beschrijf ik in dit boek.
We begrijpen de fundamentele verbanden in de economie nog niet. Omdat er van alles verkeerd gaat, sleutelen we en draaien aan alle knoppen, maar het helpt niet. Want we weten niet wat we moeten doen om een stabiele, veilige en duurzame wereld te creëren. Die economie, die krijgen we maar niet in de vingers. Economie is nog lang geen wetenschap, en dus komt ieder economisch beleid neer op aanmodderen. Op tasten in het duister.
De economische theoretici zouden dolgraag hun vakgebied met evenveel succes opbouwen als de natuurwetenschappen, die in de afgelopen eeuwen grandioze resultaten behaalden. Natuurkunde, scheikunde en biologie hebben grootse theoretische bouwwerken geconstrueerd die onze inzichten in de fysieke werkelijkheid enorm hebben vergroot. Dat levert geweldige successen op. Moderne technologie is in staat om robots op andere planeten te laten landen. Om alle mensen online met elkaar te verbinden, om tal van ziekten te genezen of zelfs voorkomen, en om voldoende voedsel te produceren voor wel tien miljard mensen.
Tegelijkertijd slaagt de economie er niet in om zelfs maar de meest elementaire zaken voor elkaar te krijgen. Als gevolg van onze economische bedrijvigheid wordt de natuurlijke leefomgeving systematisch verwoest. Dier- en plantensoorten sterven massaal uit. In oceanen groeien de dode zones. Het klimaat verandert, land- en poolijs smelt, zeeën rijzen, nog in deze eeuw gaan wereldsteden onderlopen. Vluchtelingenstromen van honderden miljoenen mensen lijken onafwendbaar. Terwijl een minderheid van de mensheid een nooit eerder geziene welvaart kent, en terwijl er meer dan genoeg voedsel is om alle monden te vullen, verkeren honderden miljoenen mensen in de meest schrille omstandigheden van armoede, ondervoeding en gebrek aan veiligheid, gezondheidszorg en onderwijs. Rijken worden in hoog tempo rijker, de exploderende ongelijkheid ondermijnt de solidariteit in de samenleving. En nog steeds stort de wereldwijde economie van tijd tot tijd op chaotische wijze in elkaar als zeepbellen klappen en beurzen instorten.
Terwijl de technologie in de 21e eeuw is beland, verkeert de economie nog in het Stenen Tijdperk.
Ons onvermogen, in vijfentwintig scholen
Oplossingen om de economie meer succesvol te maken worden van alle kanten aangeboden. Meer dan vijfentwintig economische scholen vechten met elkaar over de meest elementaire onderwerpen. Als de natuur- en sterrenkunde nog in datzelfde primitieve stadium was, zouden de astronomen vandaag twisten over de vraag hoe je de toekomst kunt afleiden uit de stand van de planeten.
Tegelijk wordt er, met enig succes, gewerkt aan het duurzamer maken van de wereld. Maar de duurzaamheid die we thans realiseren verandert de wereld niet op een fundamentele manier, omdat we nog niet weten hoe dat zou kunnen. Omdat we onze eigen economische en politieke processen niet begrijpen en ze dus ook niet kunnen herontwerpen. Als gevolg daarvan leidt de huidige duurzame ontwikkeling tot ‘aangekleefde’ duurzaamheid: dat is duurzaamheid waarbij wij – dat wil zeggen: de toekomstige generaties – voortdurend moeite zullen moeten blijven doen om hem in stand te houden. Dat soort duurzaamheid is instabiel, hij valt omver zodra je stopt met je inspanningen, omdat hij niet fundamenteel in het wereldwijde systeem is geïntegreerd. En dat is niet goed genoeg: wat we nodig hebben is een vorm van duurzaamheid die van zichzelf stabiel is. Zodat hij overeind blijft, zelfs als we er niet op letten. Ik noem dat: ‘intrinsieke duurzaamheid’. Het is het doel van mijn plan en van dit boek, en het moet het doel worden van duurzame ontwikkeling en in feite van de gehele samenleving.
En dus is de eerste, noodzakelijke stap van het plan: erkennen dat de economie als vakgebied nog in de verste verte geen wetenschap is. Ons onvermogen toegeven. Economie is niet meer dan een ‘protowetenschap’, die een aantal kenmerken van beginnende wetenschap vermengt met eigenschappen die eerder behoren bij religie, bij filosofie, bij magisch denken en bij plat bijgeloof. In het eerste gedeelte van dit boek bewijs ik keihard dat de economie nog echt zo’n protowetenschap is. Waarna ik laat zien hoe ongelooflijk schadelijk en gevaarlijk dat is, aangezien tal van regeringen, bestuurders en directies niet beseffen dat de ‘wetenschappelijke feiten’ die ze als basis hanteren voor hun beslissingen en hun strategisch beleid in werkelijkheid sprookjes zijn. Mythen. Verhalen die verteld worden met behulp van woorden die niet deugen omdat ze onze gedachten verkeerde kanten op sturen.
Eerst begrijpen, dan pas bouwen
De logische volgende stap van mijn plan is: het aanwijzen van een weg waarlangs een echte, volwassen wetenschap ontwikkeld kan worden. Ik zal duidelijk maken dat zo’n wetenschap niet alleen over economie kan gaan, net zoals – pakweg – autotechnologie niet alleen maar over het chassis mag gaan maar over de gehele auto en zelfs over de wegen en de verkeerswetten. Zo ook moet de nieuw te ontwikkelen volwassen wetenschap niet alleen gaan over economie, maar ook over sociologie, psychologie, politiek, milieu, natuur, zon en wind en nog veel meer. Deze nieuwe wetenschap, die nog niet bestaat, moet een naam hebben: ik noem hem ‘omniconomie’, een woord dat begint met ‘omni’: ‘alles’.
Ik hoop dat je niet verwacht dat ik in mijn eentje die omniconomie even ga ontwerpen. Dat kan natuurlijk helemaal niet: die wetenschap kan alleen ontwikkeld worden als wetenschappers van allerlei vakgebieden intensief interdisciplinair met elkaar samenwerken. Beter nog: als daarbij bovendien de brede samenleving betrokken wordt, zodat wetenschap en maatschappij samen besluiten wat voor wereld, wat voor samenleving, de nieuwe omniconomische modellen dienen op te leveren.
Hoewel ik niet in mijn eentje de omniconomische wetenschap kan ontwikkelen, kan ik wel laten zien welke wegen we kunnen bewandelen om dat te laten gebeuren. Dat is de kern van mijn plan, waarvoor ik nauwkeurig de ontwikkelingen bestudeer die in voorbije eeuwen hebben geleid tot de thans zo succesvolle wetenschapsgebieden. Ik zal laten zien dat belangrijke elementen voor de totstandkoming van nieuwe wetenschappen waren: het beschikbaar komen van nieuwe instrumenten, van nieuwe wiskundige of logische technieken en denkmodellen en zelfs van nieuwe woorden. Voorbeelden uit het verleden waren: de telescoop, de klok en de kansrekening.
Ook nu, in de 21e eeuw, is er een geweldige hoeveelheid van zulke innovatieve elementen beschikbaar. Deze keer zijn dat: computers, internet, big data, complexiteit, netwerktheorie, zelflerende systemen, kunstmatige intelligentie, virtual reality, artificial life en nog veel meer. Samen gaan die ons in staat stellen om de zo hard nodige omniconomische wetenschap te creëren.
Zodat we snappen wat we doen. Zodat we doelgericht een wereldwijd menselijk systeem kunnen opbouwen waarin duurzaamheid een intrinsieke eigenschap is van de menselijke samenleving, vanzelfsprekend harmonieus ingebed in de natuurlijke samenleving van onze planeet.
Tot binnenkort. In de tussentijd hoop ik van je te horen.
Niko
134 Bijdragen
Braavos 2
Ik was verbaasd dat vorige week zondag een bijdrage ontbrak zonder hieromtrent enige informatie terug te kunnen vinden.
Jan Ooms 10
BraavosIk ook, dus een mail gestuurd aan de redactie of Niko misschien vakantie had of dat er iets fout gegaan was in de publicatie.
Ik kreeg de volgende dag antwoord dat Niko inderdaad een week vakantie had, maar ik vanaf volgende week weer gewoon een nieuwe bijdrage mocht verwachten.
Vreemde gang van zaken...
Mz59 7
Niko Roorda 6
Mz59Mz59 7
Niko RoordaLydia Lembeck 12
Niko RoordaNiko Roorda 6
Lydia LembeckLydia Lembeck 12
Niko Roordapetros 4
joep 1 1
Tedje van Asseldonk, IEZ 9
joep 1Ad Van Heeswijk 6
joep 1Annemiek van Moorst 11
joep 1Niko Roorda 6
joep 1Het is opmerkelijk dat ik nu een tijdlang de zondag een klein stukje heb ingekleurd voor een aantal mensen. Dankzij het medium (geschreven forum, niet radio) hoeven de kindertjes nu niet stil te zijn, veronderstel ik. Dus mijn columns zijn minimaal in 1 opzicht beter dan die van G.B.J.
Lydia Lembeck 12
Niko RoordaBart Klein Ikink 6
Zoals Midas Dekkers al eens zei: "Het beste wat je kunt doen voor het milieu is geen kinderen krijgen." We zouden eens moeten beginnen met wereldwijd een één-kind-politiek in te voeren. Anders blijft het dweilen met de kraan open.
Anton Van de Haar 8
Bart Klein IkinkAbsoluut. Maar met fanatieke religieuzen in opmars in grote delen van de wereld zal dat niet gaan gebeuren.
Bart Klein Ikink 6
Anton Van de HaarMz59 7
Bart Klein IkinkBart Klein Ikink 6
Mz59Mz59 7
Bart Klein IkinkBart Klein Ikink 6
Mz59Als we al die nutteloze mensen aan het werk zetten, hebben we misschien genoeg handen aan het bed en kunnen bouwvakkers eerder met pension. Het is een kwestie van prioriteiten.
Maar dan moeten we genoegen nemen met minder (nutteloze producten en diensten).
Mz59 7
Bart Klein IkinkBart Klein Ikink 6
Mz59Dat is de essentie van het 'groei probleem' maar ook de oplossing voor de tekorten in sectoren als de zorg.
De onzichtbare hand van de markt kan dat wel oplossen denk ik. Als energie veel duurder wordt of bestrijdingsmiddelen worden verboden, dan zullen andere beroepen nodig zijn.
Mz59 7
Bart Klein IkinkBart Klein Ikink 6
Mz59Er is dan minder materiële welvaart en mensen zullen dan op minder belangrijke zaken bezuinigen.
Annemiek van Moorst 11
Mz59"De belangrijkste reden om Robert uit te nodigen was dat hij serieus onderzoek deed naar socially useless jobs (in de volksmond beter bekend als bullshitbanen). Banen, waarvan de mensen die ze uitvoeren zelf zeggen dat ze geen maatschappelijke waarde toevoegen. Hoe groot is de bullshitbanenmarkt? Welk soort werk heeft de grootste kans elementen van bullshit te bevatten? (spoiler: economen!) En: wat moeten we met al deze wetenswaardigheden over bullshitbanen?"
"Robert doet meer dan bullshitbanen onderzoeken. Hij voert als econoom veel veldexperimenten uit, dat wil zeggen: hij trekt de economische wildernis in om daar bij bedrijven en overheden uit te proberen wat werkt. We hebben het over enkele van die onderzoeken. En vragen ons af: zouden we niet veel meer moeten experimenteren?"
"Ook hebben we het over intrinsieke en extrinsieke motivatie. Als je iemand betaalt om iets te doen, zorgt dat er dan voor dat hij het minder uit zichzelf wil doen? Helpt het wel om iemand te betalen als je wilt dat hij iets doet? Wat weten we hierover?"
Mz59 7
Annemiek van MoorstCo Pater 7
Mz59Mz59 7
Co PaterCo Pater 7
Mz59Er wordt echter een objectief oordeel gegeven, en geen moralistisch geneuzel. Degene die moraliseert ben jij dus. Vandaar mijn uitspraak: wat een moralistische uitspraak.
Annemiek van Moorst 11
Mz59Toch maar eens naar de oorspronkelijke onderzoeken doorklikken en er wat over lezen.
een zeer groot deel van de mensen geeft zef aan dat ze hun baan bullshit vinden. En denken ook dat er niks gebeurt als ze ermee zouden stoppen. Nul toegevoegde waarde. Voor henzelf niet, voor de maatschappij evenmin. Daar gaat het om.
We hebben vuilnismannen, verplegers, verzorgers nodig. Geen marketeers, bankiers.
Wel kunstenaars.
Dus vandaar het basisinkomen.
Kan iedereen kiezen om iets zinvols te doen ipv het schuiven van zinloze dozen vol zinloze spullen via vervuilende vervoersroutes waarvan de helft ook nog retour komt.
PS Overigens is mijn motto: life is essentially meaningless. Maar we hebben wel de verantwoordelijkheid om een wereld achter te laten die leefbaar is. Dus: met ecosystemen, diversiteit en klimaat intact.
Co Pater 7
Annemiek van MoorstPrima verwoordt Annemiek.
Mz59 7
Annemiek van MoorstDat we geen bankiers nodig hebben vind ik overdreven. Banken spelen wel degelijk een belangrijke functie. Voor mij geen Bitcoins.
Co Pater 7
Mz59En dat kan ook prima zonder banken, alhoewel banken daar best een bescheiden positie in mogen krijgen, onder politieke voorwaarden.
Jan Ooms 10
Mz59Mz59 7
Jan OomsJan Ooms 10
Mz59Rikkie 7
Jan OomsAnnemiek van Moorst 11
RikkieBullshitbaan bij zo'n winkel? Marketeers, managers e.d.
Rikkie 7
Annemiek van MoorstDe pot verwijt de ketel trouwens gezien uw opmerking dat deze winkels niets toevoegen. U trapt in, dezelfde val.als ik.......
Annemiek van Moorst 11
RikkieLydia Lembeck 12
Jan OomsDus wat is Junk? En wat zijn bullshitbanen? Bij mij kwam gelijk het woord: Manager! op. Ze zijn duur in het onderhoud en wat voegen ze toe?
Annemiek van Moorst 11
Lydia LembeckNiet-bullshitbanen zijn bijv. vuilnismannen, zorgverleners etc.
De bullshitbanen bij uitstek: marketeers, meeste bankiers, managers etc.
Punt is dat mensen dat zelf aangeven.
Lydia Lembeck 12
Annemiek van Moorsthttp://2.bp.blogspot.com/_abAAaxlKueI/TABxhTbeHKI/AAAAAAAABcE/jVEVugzLpPg/s1600/kick-em-out.gif
Jan Ooms 10
Lydia LembeckEn dat is precies wat ik bedoel. Volkomen nutteloos, maar kennelijk is er een markt voor. Maar het enkele feit dat er een markt voor is maakt het niet minder nutteloos.
@ Rikkie: Volgens sommige reageerders maak je dan een onzinopmerking, maar goed lezen blijkt voor diegenen echt moeilijk.
Mz59 7
Jan OomsRikkie 7
Jan OomsJan Ooms 10
RikkieRikkie 7
Jan OomsJan Ooms 10
RikkieRikkie 7
Jan OomsCo Pater 7
Lydia LembeckRikkie 7
Lydia LembeckHet hoeven geen 4 lagen te zijn, maar zonder lukt echt niet. Ik heb diverse experimenten zien mislukken met zogenaamde zelfsturende teams. Er werd gesmeekt om aansturing en coordinatie.
Lydia Lembeck 12
RikkieDat er wat managers blijven kan nodig zijn, handig zijn, maar in bedrijven, zoals banken en ziekenhuizen e.d. zitten hele lagen van managers. Die kunnen er echt uit. Dat wordt al jarenlang aangegeven.
Die managers heetten destijds: Chef.
Rikkie 7
Lydia LembeckAnnemiek van Moorst 11
Bart Klein IkinkEr zijn genoeg nuttige beroepen waar enorme schaarste heerst; de betaling daarvoor moet aanzienlijk omhoog.
Lydia Lembeck 12
Mz59Mz59 7
Lydia LembeckLydia Lembeck 12
Mz59Daarbij zijn er mensen, (mannen vooral) in de kampen in Jordanië en Libanon, die winkeltjes starten. Bakkers, slagers, schoenmakers, kleermakers. De kampen worden een soort van tijdelijke dorpen met infrastructuur waar mogelijk.
Die veerkracht van deze mensen is juist bewonderenswaardig. In Syrië worden ze weer beschoten en veel hulp is er niet. Dus voor je mensen gaat beschuldigen van terrorisme zou ik even nadenken als ik jou was.
Said Ajouaau 5
Mz59Lydia Lembeck 12
Said AjouaauAnnemiek van Moorst 11
Mz59"lack of adequate employment opportunities for educated individuals is fueling support for violent extremism among general population."
https://www.brookings.edu/research/how-do-education-and-unemployment-affect-support-for-violent-extremism/
Mz59 7
Annemiek van MoorstWe halen scheepsladingen spullen uit China, terwijl dat toch een eind verder weg ligt. Bij Bazaar oid zie je zelfs tafeltjes en stoeltjes uit Vietnam, dat kan toch iedereen?
Dat gelazer met godsdienst in het M-Oosten komt ook doordat ze daar verder niets te doen hebben.
Het is tijd dat het M-Oosten moderniseert.
https://www.geenstijl.nl/5147683/ministerie-verdoezelt-zware-zeden-misdrijven-asielzoekers-registreert-ze-onder-overig/
Annemiek van Moorst 11
Mz59Co Pater 7
Mz59Verander werkeloos zijn nu eens met vrije tijd hebben. Als ( zinvol ) werk beter verdeeld zou worden dan is niemand werkeloos en nutteloos. Het probleem is dus het stigma van werkeloos zijn.
Mz59 7
Co PaterEn verdelen: moeten we soms bedrijven uit Nederland naar Saoudi-Arabië verplaatsen? Of moeten de Arabieren zelf van hun matje komen?
Co Pater 7
Mz59Geld moet van een land zijn zodat dat land zijn eigen economie kan opbouwen. Handel maakt dat onmogelijk. Daarom zie je ook mensen hun land ontvluchten omdat ze daar geen perspectief hebben, deels door de vrije markt.
De globalisering is dus een sociale ramp.
Lydia Lembeck 12
Co PaterLudovica Van Oirschot 15
Mz59Verzevenvoudigd door voortplanting, en dan nog één keer de destijdse bevolking erbij door immigratie.
Het is wel extreem aanmatigend als wij nu anderen de les gaan lezen op dit punt. Alleen maar omdat de materiële voorwaarden voor deze ontwikkeling bij hen iets later tot stand komen.
Ik ben het overigens wel met je eens dat er veel te veel mensen zijn. Maar daar hoort volgens mij niet dit opgeheven vingertje bij dat alleen naar anderen wijst.
Lydia Lembeck 12
Ludovica Van OirschotJan Ooms 10
Mz59Jacques De la Haye 8
Bart Klein IkinkBart Klein Ikink 6
Jacques De la HayeAls God het wil :).
Lydia Lembeck 12
Bart Klein IkinkMz59 7
Lydia LembeckIn ongeveer de helft van de staten van de VS is het geboortecijfer lager dan het sterftecijfer, en dat heeft gevolgen. De vrouwen werken niet meer mee.
Lydia Lembeck 12
Mz59Mz59 7
Lydia LembeckIk heb zelf een paar dochters, allen met academische opleiding.
Rikkie 7
Mz59Lydia Lembeck 12
Mz59Rikkie 7
Lydia Lembeckkunt bepalen welke manier van denken deugt en welke niet.
U stikt nog eens in uw onbetwistbare morele gelijk.
Tevens heeft u de reactie van Mz59 niet goed gelezen, cq begrepen.
Mz59 7
Lydia LembeckMariska Meurs
Niko Roorda 6
Mariska Meurswilag kater 5
Niko RoordaFTM-hoofdredactie: bezint eer ge begint aan het afserveren van dit unieke project
Anko Mulder 1
Mariska MeursElmar Otter 6
Als jouw artikelenreeks dan afleid van hun hoofdtaak dan zou ik niet meer bij FTM publiceren. Zoek een ander medium op waar dit soort reeksen gebruikelijker zijn. Jesse Frederiks is je voor geweest en is overgestapt naar De Correspondent. Wellicht is dit een optie?
Een andere optie is dat je de artikelen zelf publiceert met de mogelijkheid te reageren. En dan een keer per maand een overzicht en een link naar waar jij wekelijks publiceert. Dan kunnen wij gewoon de boeken blijven lezen en reageren.
Dan iets anders, hopelijk heb je daar de energie nog voor? Ga je nog reageren op de bijdragen van vorige week? Ik en anderen hebben daar reacties geplaatst waarvan ik op een reactie van jou had gehoopt.
Anko Mulder 1
Elmar OtterNiko Roorda 6
Elmar OtterElmar Otter 6
Niko RoordaVraag me zo langzamerhand toch af wat er op de achtergrond afspeelt in de redactie. Ook na de reacties op Twitter van Kim van Keken (https://twitter.com/kimvankeken).
(https://twitter.com/kimvankeken/status/1123491137493315584,
https://twitter.com/kimvankeken/status/1123491459238453248,
https://twitter.com/kimvankeken/status/1123496945132109824,
https://twitter.com/kimvankeken/status/1123497298951012352,
https://twitter.com/kimvankeken/status/1123497417993854976).
Wellicht moet er eens goede onderzoeksjournalistiek komen op het handelen en wandelen van de redactie van FTM komen.
Gert van de Kraats 6
Elmar OtterOok in andere dossiers.
Opmerkelijk is, dat binnen FTM een gewonnen rechtszaak al als financieel problematisch wordt gezien.
Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek zonder rechtszaken lijkt me onmogelijk.
In de praktijk lijken ook bij FTM de financiele consequenties de persvrijheid te beknotten.
Marla Singer 7
Elmar OtterAls het om keuzes maken gaat is voor mij de 'wet van Mnunich' bepalend die stelt dat 'blijf ver weg van mensen die anderen minderwaardig behandelen'. In dat opzicht zijn de recente acties van FTM jammer en nodigt uit tot herijking van de steun. Niet dat dit als een verrassing komt want alle (nieuwe) media hebben last van groeistuipen en een markt waar de verleiding tot oppervlakkigheid zeer sterk is.
Diny Pubben 9
Niko RoordaLas regelmatig mee, reageerde zelden, vanuit mijn zorgachtergrond dacht ik, dat boek gaat veel te dik worden, over 'goed opschonen' is in de digitale zorg wereld heel slecht nagedacht, onze politici denken zelfs nog analoog. Heb vanwege Hippocrates systeembezwaren mijn privacy ook op ftm uitstaan.
Oh oh oh, wat zou ik nu graag in het algoritme van ftm kunnen kijken, wat weten zij (of denken ze te weten kan ook machine logica zijn) dat jij niet weet? Zo lees ik je eerste alinea's.
Algoritmes zouden bevraagbaar moeten zijn, te beginnen bij ftm, wat zeg jij?
Er wordt hier naar Kim van Keken, twitter, verwezen en ik maak me ernstig zorgen over die Duthler rechtszaak schreef dat elders, zeer opvallend is haar gevoel geen dossier eigenaar meer te zijn.
Proef ook zoiets bij jou. Heb jij woorden voor die gevoelens?
Digitaal ressentiment.
Elmar Otter 6
Hoewel ik met deze uitspraak sympathiseer mis ik de wetenschappelijke onderbouwing hierbij. Als dit al zo is, dan is dat omdat we met elkaar hebben afgesproken dat het zo is, niet omdat het een wetmatigheid is.
Maar boven dat vind ik het jammer dat je dit stelt omdat je daarmee de geloofwaardigheid van je boek ondergraaft. Je zegt steeds tegen elke economische theorie dat die een protowetenschap is. Al je dan zegt dat 'rijk maakt rijker' wel een economische wetmatigheid is dan verwacht ik ook een wetenschappelijke onderbouwing.
Niko Roorda 6
Elmar OtterElmar Otter 6
Niko RoordaIk zou dan eerder opschrijven dat de afspraken die wij met elkaar gemaakt hebben over de werking van de economie zorgen voor deze wetmatigheid. Het is dus een gevolg van afspraken die we met elkaar gemaakt hebben. Reden te meer om andere afspraken te maken die ervoor zorgen dat dit niet beoogt ongewenst effect zich nog voor zal doen.
Braavos 2
Niko RoordaOverigens vraag ik me af of dit wel in alle gevallen zo is. Ik voel dan ook het meest voor de laatste verwoording: 'een verschijnsel dat zich momenteel nogal nadrukkelijk manifesteert'. Alhoewel daarin mijns inziens ook een soort van frustratie doorklinkt.
Bob Schat 3
Nou ja. De belofte van het boek maakt het draagbaar maar ik vind wel dat FTM zich hiermee wat versmalt.
Jan Hee 1
Het NRC-weekend van 11&12 mei bericht nav een alarmerend VN-rapport over de zeer sterke afname van de biodiversiteit, een zeer boeiend essay over klimaat en milieu "We zijn bang en toch doen wij niets". De redacteur stelt "Pijnlijkst is: ik hoef alleen naar mezelf te kijken om die passiviteit te begrijpen."
Het is als een pan water met kikkers op een gasfornuis, ze springen er niet uit. In het geval van het milieu kun je in plaats van kikkers, ook de mens invullen.
Nu ben jij opgestaan om een beweging te mobiliseren, en dan is het jammer te constateren dat FTM er mee om gaat, zoals je dat beschrijft.
Wel begrijpelijk vanuit focus, maar onbegrijpelijk vanuit de maatschappelijke verantwoordelijkheid die FTM suggereert.
Die focus kun je organiseren.
Ik denk dat de media in zijn algemeenheid, en de sociale media in het bijzonder, een maatschappelijke rol heeft die verder gaat dan het signaleren, namelijk het faciliteren van interactieve participatie. Dat doet FTM ook, maar blijkbaar trekt het de grens bij jouw bijdrage.
De Correspondent als alternatief voor FTM?
Het belang van een intrinsiek duurzame economie vwb de inrichting en consequentie vd maatschappij, mens en natuur betekent niet alleen constateren dat het fout gaat (FTM), maar ruimte bieden voor participatie en verandering(de Correspondent?).
De Correspondent (https://decorrespondent.nl/), is een online platform vergelijkbaar als FTM. De oprichter is Rob Wijnberg, de vorige NRC Next. redacteur. De Correspondent heeft de financiering rond, en is in voorbereiding om in september ook internationaal te gaan met The Correspondent (https://thecorrespondent.com/).
Zowel De Correspondent alsook The Correspondent kunnen auteurs zoals jij mi goed gebruiken!
Succes, Jan
Milco Schmidt
Begrijp ik nu goed dat de keuzes van FTM voornamelijk gedreven worden door Economie?
Al eerder deed ik een gooi naar het eerste exemplaar. Niko maak daar maar minimaal 10 van. Daar waar ik kan zal ik het gedachtegoed ondersteunen, we moeten echt #anderskyken.
Niko Roorda 6
Milco Schmidtnick 4
Drukt Niko anderen (of andere artikelen) weg?
Ik dacht het niet.
Ik wil niet flauw doen maar de gedachte met mijn voeten te gaan stemmen dringt zich op.
Niko Roorda 6
nickwilag kater 5
Niko Roorda 6
wilag katerLydia Lembeck 12
Laatste debatje.
Ludovica Van Oirschot 15
Ik ben het lang niet altijd met Niko eens en ik heb allerlei bedenkingen bij zijn aanpak. Die heb ik hier ook geuit, dus ik kom er niet achteraf mee aanzetten.
Maar voor mij was juist het weggaan van de urgentie en focussen op wat duurzaam belangrijk is (zoals iemand anders het al noemt), een mooie aanvulling op het palet van FTM.
Ik zou het wel op prijs stellen als de redactie dan ook een keer uit de doeken doet wat dat het publicatiebeleid is, en toelicht waarom bepaalde keuzes gemaakt worden. Dan kunnen wij zelf ook beter onze keuzes maken.
Niko Roorda 6
Ludovica Van OirschotLudovica Van Oirschot 15
Niko RoordaGert van de Kraats 6
Als FTM zich meent te moeten beperken tot financiele schandalen en constructies, zal het op de lange duur uiterst saai worden.
Dat het verkeerd gaat aflopen dankzij onze verspilzuchtige economie moet zo langzamerhand duidelijk zijn.
Mogelijke oplossingen voor dit probleem zouden een prominente plaats moeten hebben op FTM, omdat dit een grote impact heeft op onze huidige economische orde.
Over 10 jaar heeft niemand het meer over malversaties met btw in de EU, maar grondstoffen, natuur en klimaat zullen dan nog steeds een hot item zijn
Marla Singer 7
Voor alle mede lezers. Dat FTM moeite heeft met content en de vorm daarvan is een dagelijkse uitdaging. Alleen daarom al heeft reageren op artikelen altijd zin omdat wij daarmee onze voorkeur en afkeur kunnen geven over wat we lezen. Daar kan FTM eenvoudig weg niet omheen.
Eveneens als wij vragen om opheldering over de veranderende invulling van die dagelijkse content. Want als je zelf transparantie wenst over de zaken waar je over schrijft zul je jezelf ook aan die standaard moeten houden omdat je anders behoorlijk hypocriet bezig bent. Niet dat ik op soap-achtige omstandigheden zit te wachten maar een eerlijkere wereld begint bij jezelf.
Bert Bakker 4
Annemiek van Moorst 11
Wat is actuele nieuwswaarde eigenlijk waard? De mensheid gaat zijn ondergang tegemoet als we niet fundamenteel veranderen. Een van de belangrijke zaken daarin is de economie en alles wat daarmee samenhangt. Dat Niko in zijn proces daarnaartoe tegen schenen schopt, is duidelijk. En overmijdelijk.
Niko, ik hoop dat je met de links die ik je hebt gestuurd over bewustzijn, nog verder kunt gaan. Als we het over 'externe' factoren hebben in de economie, zou ook ons bewustzijn zelf erbuiten vallen :-)
"Voor zijn nieuwste boek liet Tim Parks zich inspireren door de radicale theorie van hoogleraar robotologie Riccardo Manzotti, die zegt dat ons bewustzijn zich niet in ons brein bevindt, maar in de wereld om ons heen. ‘Neurowetenschappers kunnen helemaal geen bewustzijn in het hoofd aanwijzen.’"
https://www.vn.nl/tim-parks-bewustzijn/?token=eS9ZSWRSU29nendEUGVWNnE3bkpzbmNQbmZNbzJQVm5FNWJuOEJsQmNYTT0
Zit er een spirituele dimensie aan The Spread Mind Theory?
"‘Dat is zeker niet Riccardo’s bedoeling, maar hij weet dat zijn theorie veel raakvlakken heeft met aspecten van het boeddhisme. Volgens hem heeft ieder object z’n eigenschappen in relatie tot andere relatieve objecten: niets bestaat alleen op zichzelf. Die verbondenheid of “Oneness” vind ik mooi en lijkt op wat Samuel Beckett heeft geschreven in een beroemde brief, namelijk dat er geen verschil is tussen de innerlijke wereld en die daarbuiten.’"
http://www.thespreadmind.com
Wellicht zoals ook anderen al aangaven, moet je overwegen elders te publiceren bijv. bij De Correspondent. Maar hopelijk komt FTM terug op zijn kortzichtigheid.
Niko Roorda 6
Annemiek van MoorstAnnemiek van Moorst 11
Niko RoordaNiko Roorda 6
Annemiek van MoorstJan Ooms 10
En wanneer je het niet lezen wilt, sla je het toch gewoon over?
Ik ga Niko’s wekelijkse bijdragen zeer zeker missen!
@Niko: Heel veel succes bij het vervolmaken van je boek en ik ga ‘m zeker bestellen!
Niko Roorda 6
Jan OomsMartin van den Heuvel 1 11
Het grote probleem is dat onze leiders die ideeën meteen afschieten. Zij zijn namelijk in de meeste gevallen in strijd met de egoïstische, hebzuchtige plannen van die leiders.
De leiders die wij zelf kiezen.
Rikkie 7
Martin van den Heuvel 1Martin van den Heuvel 1 11
RikkieTweede zin: alle problemen worden veroorzaakt door de bevolking zelf. Wie dat na zoveel decennia afbraak nog steeds niet in de gaten heeft moet zijn hersenen eens gaan gebruiken.
Nee, jij hebt geen problemen, in ieder geval niet degene die door de politiek worden veroorzaakt.
Ik geef jou dan ook het advies om met jouw inkomen lekker VVD te blijven stemmen. Dat is voor jou de beste partij.
Maar het gaat niet om mensen als jij. Het gaat om mensen die NIET jouw inkomen hebben en toch op een liberale partij stemmen.
Rikkie 7
Martin van den Heuvel 1Frank Van Den Brink
Niko Roorda 6
Frank Van Den BrinkCo Pater 7
De diepgang die Niko inbrengt naast het actuele duiden van meestal onfrisse praktijken is juist een belangrijke meerwaarde voor deze site.
Niko Roorda 6
Co PaterCo Pater 7
Niko RoordaMijn steun heb je en ik denk van veel anderen ook.
Ricardo Tetteroo 3
Niko Roorda 6
Ricardo Tetteroo[Verwijderd]
1 Constatering, normaal gesproken heeft arbeid de neiging duurder te worden ( vandaar offshoring) maar industriële productie goedkoper. Het is dus logisch dat arbeidsintensieve sectoren relatief duurder worden. Waarom dan belasting op productie verlagen en op arbeid verhogen ?
2 De natuurkunde zoekt naar een allesomvattende verklaring. Waarom is dan macro-economie nog steeds verschillend van micro-economie, maw wat doet het huishoudboekje van de staat verschillen van het huishoudboekje van een gezin.
3 In de natuurkunde worden piketpaaltjes geslagen waardoor men de waarheid steeds dichter benadert. Bij elke ontdekking komen de paaltjes dichter bij elkaar. In de economie overschrijdt men echter steeds weer eerder gezette paaltjes en komt zo dus niet verder. Groeiende ongelijkheid is er zo een.
4 Waarom bestaat moneyland nog steeds. Het is een ondermijnende activiteit waar de hele wereld last van heeft.
Co Pater 7
[Verwijderd]Ik denk dat je met moneyland het cruciale probleem te pakken hebt. Geld dat geen grenzen kent, zal ook de economische/ sociale realiteit bepalen op die manier, alles wordt vloeibaar.
De problemen waar we mee geconfronteerd worden beginnen dus bij een ondeugdelijk geld systeem en aanverwante schadelijke mentaliteit.
Meneer Boom
Monique Van Gurp
Sander 26