De Nedmag fabriek bij Veendam

Follow the Money onderzoekt de schade die winning van zout in Noordoost-Nederland veroorzaakt en de belangen die ermee zijn gemoeid. Lees meer

Zout wordt in Nederland gewonnen in Twente, diverse plaatsen in Groningen, bij Harlingen in Friesland, zowel onder de zeebodem als op land.

Het meeste zout is gewoon keukenzout, maar op de grens van Groningen en Drenthe wordt door het bedrijf Nedmag magnesiumzout gewonnen. Dat heeft andere toepassingen en wordt als een 'speciaal zout' gezien. Het wordt gebruikt voor onder meer de productie van vuurvast materiaal, kunstmest en cosmetica (badzouten).

Alle zoutbedrijven in Nederland zijn in buitenlandse handen. Alleen Nedmag is voor de helft eigendom van de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM). De zoutwinning is omstreden: ze veroorzaakt bodemdaling en milieuschade. Daar staat tegenover dat ze zorgt voor banen in regio's waar weinig andere werkgelegenheid is. 

In onze Noordoostpitch – waarbij FTM-lezers en het publiek van Omroep Fryslân, RTV Noord, RTV Drenthe en RTV Oost zelf onderzoeksvoorstellen konden indienen en op hun favoriete voorstel stemmen – kreeg het voorstel om de belangenverstrengeling rond de zoutwinning in Groningen de meeste stemmen. We hebben dit onderzoeksvoorstel uitgebreid naar zoutwinning in geheel Noord-Oost Nederland. 

14 artikelen

De Nedmag fabriek bij Veendam © Siebe Swart luchtfotografie/via ANP

Bodemdaling gevaarlijk? In Groningen mag de zoutwinning gewoon doorgaan

Terwijl in Groningen de gaswinning wordt afgebouwd, ziet het ernaar uit dat de winning van zout er op volle kracht mag doorgaan. Minister Eric Wiebes vindt de economische voordelen belangrijker dan de risico’s en kosten van verdere bodemdaling door zoutwinning.

‘Gezien de omstandigheden zijn we zeker niet ontevreden. Het ontwerpbesluit is in lijn met wat we hebben gevraagd.’ Bert-Jan Bruning, directeur van het zoutwinningsbedrijf Nedmag in Veendam, is ingetogen enthousiast. Na tweeënhalf jaar wachten is er eindelijk het ontwerp-instemmingsbesluit van het ministerie van Economische Zaken. Met goed nieuws voor de zoutwinner, want het bedrijf mag tot 2045 doorgaan met het oppompen van het Groningse magnesiumzout en in totaal nog 3,7 miljoen ton zout winnen. Precies zoveel als Nedmag van Economische Zaken had gevraagd.

Het onderzoeksonderwerp zoutwinning in Groningen was de winnaar van de ‘NoordOostPitch’ van Follow the Money, RTV Noord, RTV Drenthe, Omrop Fryslân, en RTV Oost. Zout is een belangrijk exportproduct. Nederland is de tweede grote producent van Europa, alleen Duitsland produceert en exporteert nog meer. De zoutwinning is bijna overal in Nederland in handen van buitenlandse ondernemingen. 

Tegenstanders van het winnen van zout wijzen op de gevolgen ervan: bodemdaling. Daardoor ontstaat schade aan gebouwen, de landbouw en het landschap, en lopen omwonenden gevaar. Een van de tegenstanders, Jakoba Gräper, vroeg ons daarom onderzoek te doen naar de belangen die zijn gemoeid met de winning van zout aan de Gronings-Drentse grens.

Even leken de tegenstanders van zoutwinning hun zin te krijgen. Nedmag werd in 2018 gedwongen zijn activiteiten te staken na een calamiteit waarbij – door een scheur in het dak van een zoutcaverne – miljoenen liter pekel en dieselolie weglekten. Het bedrijf moest eerst een nieuw winningsplan indienen voordat het kon doorgaan met het winnen van zout.

Maar met het onlangs gepubliceerde ontwerpbesluit trekken de tegenstanders nu toch aan het kortste eind. Er volgt weliswaar nog een periode van inspraak, maar voor Nedmag staan alle seinen op groen. Zelfs een van de twee putten die stilliggen sinds het ongeluk in 2018 mag weer in gebruik worden genomen.

Bert Jan Bruning

We wisten hoe gevoelig zoutwinning ligt, dus daar hebben we met ons winningsplan op ingespeeld

Het zoutbedrijf heeft het slim gespeeld, geeft directeur Bruning zelf toe: ‘We wisten hoe maatschappelijk gevoelig de zoutwinning tegenwoordig ligt, dat er veel zorgen zijn over onveiligheid, dus daar hebben we met ons winningsplan al zo goed mogelijk op ingespeeld.’ 

Maatschappelijk aanvaardbaar

Bruning doelt onder meer op de hoeveelheid zout die het bedrijf tot 2045 wil oppompen. ‘Die 3,7 miljoen ton waar we om hebben gevraagd, is niet het maximaal haalbare. We zouden meer kunnen winnen, maar het was zoeken naar een balans met wat maatschappelijk nog aanvaardbaar is. Dus we hebben al ingecalculeerd dat we dertig procent minder per jaar gaan winnen. In plaats van 300.000 ton ongeveer 200.000 ton.’

Het productieverlies vangt Nedmag op door in te zetten op andere markten en door hoogwaardiger producten te maken, zoals magnesiumzout voor gezondheidstoepassingen. De strategie lijkt te werken, want ondanks de teruggeschroefde zoutproductie maakte Nedmag vorig jaar 12,9 miljoen euro winst; zelfs meer dan in 2018 (11,4 miljoen euro).

Nedmags strategie lijkt te hebben gewerkt: het ministerie gaat mee in de wens om vier nieuwe putten te mogen boren

Een andere manier om alvast voor te sorteren op aangescherpte vereisten van Economische Zaken is het vervangen van diesel als dak-olie. Bruning: ‘Het alternatief is een minerale olie met minder chemische stoffen. In combinatie met een nieuwe winningsmethode – waarbij in plaats van water een andersoortige zoutoplossing in de cavernes wordt gespoten – is dan nog maar 10 procent van de hoeveelheid olie nodig.’

Dat komt goed uit, want die nieuwe minerale olie is veel duurder dan diesel. Maar volgens Bruning is de prijs niet het grootste probleem. ‘Doordat geen water meer wordt gebruikt, gaat het winningsproces veel trager. Dus als je nieuwe putten boort, heb je niet op tijd de productie op peil.’ Omdat Nedmag wist dat Staatstoezicht op de Mijnen en Economische Zaken een alternatief voor het gebruik van diesel zouden eisen, is toch voor deze nieuwe manier gekozen.

Nedmags strategie lijkt te hebben gewerkt. Het ministerie eist weliswaar de oprichting van een onafhankelijk schadefonds dat door Nedmag moet worden gevuld, maar verder gaat het mee in de wens om vier nieuwe putten te mogen boren. Zelfs een van de meest omstreden putten, locatie TR-9, hoeft niet direct gesloten te worden. Hiermee gaat Economische Zaken in tegen het advies van Staatstoezicht op de Mijnen. Nedmag is er maar al te blij mee. Bruning: ‘Met het winnen uit deze put kunnen we de opstartfase van de nieuwe putten overbruggen.’ 

Geert Buiter, NOM

We zijn vooral blij dat er nu duidelijkheid komt over wat Nedmag wel en niet kan

De positieve houding van het ministerie is impliciet ook goed nieuws voor aandeelhouder NOM. Zoals FTM eerder vaststelde, zijn de opbrengsten van Nedmag belangrijk voor deze investeringsmaatschappij. In de afgelopen jaren mocht de NOM jaarlijks rekenen op ongeveer twee miljoen euro aan dividend van Nedmag. Maar die uitkering bleef vorig jaar uit, omdat de zoutwinner zijn productie moest terugschroeven.

De Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij heeft een zwaar jaar achter de rug, met een verlies van 5,25 miljoen euro in 2019. Geert Buiter, plaatsvervangend directeur van de NOM, benadrukt dat er meer aspecten een rol spelen dan alleen het gemis aan het Nedmag-dividend. ‘We hebben tachtig deelnemingen. Er waren wat onverwachte faillisementen en risicovolle investeringen, die hebben allemaal invloed op dat resultaat.’ En ook nu is er veel onzekerheid voor de NOM, veel bedrijven komen door de coronacrisis in de problemen. 

Het positieve besluit van Economische Zaken komt daarom als geroepen. Buiter: ‘We zijn vooral blij dat er nu duidelijkheid komt over wat Nedmag wel en niet kan, en onder welke voorwaarden. En dat er nu een proces in gang is gezet om verder te gaan.’

Bodemdaling gaat door

Nedmag heeft het in zijn winningsplan slim gespeeld door rekening te houden met de maatschappelijke gevoeligheid. Maar waar het geen oplossing voor kan bieden, is de bodemdaling. Die is een feit. Door het lek van 2018 werd de maximaal toegestane bodemdaling van 69 centimeter sneller bereikt dan verwacht. Nedmags berekeningen gaan nu uit van een maximale daling van 95 centimeter en in combinatie met de bodemdaling door de winning van gas kan dat oplopen tot 1,1 meter in 2080. Dit betekent dus dat de bodemdaling doorgaat, zelfs na sluiting van de putten in 2045.

Minister Eric Wiebes

Dat er ‘kunstwerken’ nodig zijn om het water op peil te houden, is geen reden om de vergunning niet te verlenen

Staatstoezicht op de Mijnen en het waterschap Hunze en Aa hebben in hun adviezen aan Economische Zaken gewaarschuwd voor de gevolgen van te veel bodemdaling. Meer dan 80 centimeter zou voor het waterschap moeilijk beheersbaar worden. Minister Eric Wiebes vindt dit risico echter aanvaardbaar. Het feit dat er meer maatregelen en ‘kunstwerken’ nodig zijn om het water op peil te houden, is geen reden om de vergunning niet te verlenen, schrijft hij in het ontwerpbesluit.

Ook andere veiligheidsmaatregelen neemt Wiebes niet over. Staatstoezicht op de Mijnen vond bijvoorbeeld winning uit put TR-9 – in de buurt van het gescheurde zoutdak – onwenselijk omdat de put ondergronds zou kunnen samengaan met andere putten. Hierdoor zou een veel grotere caverne kunnen ontstaan, met meer kans op drukverschillen en meer veiligheidsrisico’s. Precies vanwege deze argumenten mag Nedmag niet doorgaan met een andere put, VE-3, maar gebruik van de TR-9 tot 2027 vindt het ministerie nog wél verantwoord.

Wassen neus

Jakoba Gräper van de bewonersgroep Borgercompagnie die zich al decennia lang verzet tegen de zoutwinning is verbolgen: ‘We snappen het niet. Er zijn zo veel onduidelijkheden en in meerdere adviezen is gevraagd om eerst beter onderzoek te doen, maar daar gaat de minister niet in mee. Je zorgt er toch eerst dat dat in orde is, voordat je vergunt.’

In het ontwerpbesluit eist Economische Zaken dan wel goede ‘monitoring’, maar hoe is niet duidelijk. Over het onafhankelijke schadefonds dat er moet komen, blijft het ministerie ook al vaag. Nedmag moet dit fonds samen met de gemeenten, provincies en het waterschap gaan inrichten. 

Gräper is verontwaardigd over het ‘gemak waarmee het ministerie die verantwoordelijkheid van zich afschuift’. Ze heeft er weinig vertrouwen in: ‘Het is helemaal niet duidelijk hoe dat opgezet moet worden, hoeveel erin moet, ze zeggen alleen: gaan jullie dat maar bedenken. Uit ervaring weten we, als het zo vaag geformuleerd is, dan komt er uiteindelijk helemaal niets van terecht. Het zijn geen garanties maar allemaal zoethoudertjes.’

Jakoba Gräper

Het is nog steeds onduidelijk waar die weggelekte diesel gebleven is

Ook het alternatief voor diesel is volgens haar een wassen neus. ‘Het is gewoon een andere soort olie. Over hoe de diesel die nu in de grond zit eruit gehaald moet worden, wordt niet gerept. Het is nog steeds onduidelijk waar die weggelekte diesel gebleven is.’

In haar kritiek vindt ze veel leden van Provinciale Staten Groningen aan haar zijde, bleek tijdens een vergadering deze week. De teneur: de veiligheid wordt onvoldoende gewaarborgd en er zijn te veel onduidelijkheden over het schadefonds en het dieselalternatief. Maar de Staten pleiten niet tégen zoutwinning. Gedeputeerde Tjeerd van Dekken (PvdA): ‘De zoutwinning betekent ook banen voor de regio, daar mogen we niet aan voorbij gaan.’

Het nieuwe wonderkind: waterstof 

Nedmag is ondertussen bezig zich een groener imago aan te meten. Zoals we eerder in samenwerking met RTV Noord lieten zien, volgt het bedrijf een bewuste strategie om zijn groenste beentje voor te zetten. Het maakt zoutproducten met een medische toepassing en voor de wellness-markt en in het afgelopen jaar opende het een biogascentrale. In 2035 wil Nedmag uitsluitend gebruikmaken van groene energie. Een nieuwe stap in zijn vergroening is waterstof. Nedmag heeft een proefproject opgezet om het gas dat wordt gebruikt voor het drogen van zout te vervangen door groene waterstof.

Waterstof wordt vaak gepresenteerd als the next big thing in de energietransitie. In Noord-Nederland is vorig jaar een investeringsagenda gelanceerd voor productie, opslag en gebruik van waterstof en minister Wiebes kondigde onlangs aan de toepassing van waterstof in heel Europa te willen stimuleren. 

Nedmag speelt hier handig op in. ‘Natuurlijk is dit een stap in onze groene strategie,’ geeft Bruning toe. ‘Maar het is ook een economische strategie, want voor het drogen van zout is energie nodig, daarvoor gebruiken we nu koolstofdioxide. Maar vroeger of later komt er een CO2-taks, dat willen we graag voor zijn.’ Op dit moment is dit overigens nog toekomstmuziek, want er wordt niet genoeg groene waterstof geproduceerd om helemaal over te kunnen stappen.

Desondanks kun je Nedmag geen greenwashing verwijten, zegt Jan-Jaap Aué, lector waterstoftoepassingen aan de Hanzehogeschool Groningen: ‘Natuurlijk zal het groene imago een rol spelen, maar je kunt bedrijven niet kwalijk nemen dat ze het proberen. Als je over tien jaar wilt overschakelen, moet je eerst ervaring opdoen. Het is dus heel slim dat ze er nu mee experimenteren.’ En juist voor Nedmag ligt dit volgens Aué voor de hand, want Veendam ligt vlakbij Zuidwending, waar het bedrijf Hystock waterstof gaat produceren en waar de Gasunie proeven doet met opslag van waterstof in zoutcavernes. 

Nedmag zal niet zelf waterstof gaan produceren. ‘We zijn en blijven een zoutbedrijf,' zegt directeur Bruning. ‘Waterstof is voor ons alleen een manier om de zoutwinning te verduurzamen.’ Als hij daarmee maatschappelijke goodwill kweekt, is dat mooi meegenomen.

Geen gelopen race

Ondanks het positieve ontwerpbesluit van Economische Zaken is de race nog niet gelopen, denkt Bruning. ‘Zo’n besluit gaat niet alleen om technische oplossingen, maar ook om het sentiment en wat we als maatschappij nog aanvaardbaar vinden.’ Er volgt nog een inspraakprocedure en Bruning durft niet te voorspellen of het ministerie zich gevoelig zal tonen voor de argumenten van kritische gemeenten, en voor de zienswijzen die de tegenstanders van zoutwinning zullen indienen.

Het hele proces van inspraak tot een definitief besluit zal nog wel minimaal een half jaar duren, schat Bruning. Daar gaat Gräper ook van uit. Bewonersgroep Borgercompagnie en de actiegroep Stop Zoutwinning hebben hun zienswijzen al klaarliggen. En ook daarna zal Gräper doorgaan. ‘Als het besluit definitief wordt, stappen we naar de Raad van State.’ Over de toekomst van de zoutwinning in Groningen is het laatste woord dus nog niet gezegd.

Reactie van het Ministerie van Economische Zaken

In een schriftelijke reactie laat het ministerie weten dat er geen reden was om de aanleg van nieuwe cavernes te weigeren: ‘Uit het winningsplan bleek niet dat de veiligheid van de bewoners in het geding is.’

Het ministerie wijst expliciet op de economische baten: ‘Overigens zorgt de zoutwinning ook voor veel werkgelegenheid in de regio. Zowel direct als indirect.’

Over het schadefonds zegt het: ‘Wat van belang is, is dat Nedmag verplicht is om ervoor te zorgen dat er genoeg geld is nu en straks – voor toekomstige kosten, zoals het opruimen van putten en waterhuishoudkundige maatregelen door het waterschap. Dat kan een  fonds zijn, maar dat hoeft niet. Als er maar een financiële constructie is die losstaat van Nedmag zelf. Hoe hoog het bedrag in de toekomst moet zijn, hangt af van de waterhuishoudkundige maatregelen die nodig zijn – daarover is nu nog geen duidelijkheid. Daarom is vastgelegd dat er overleg moet zijn met waterschap en ministerie.’

Lees verder Inklappen