
Gastauteur Anton van de Haar trakteert ons op een longread, waarin hij betoogt dat toenemende inkomensongelijkheid de cruciale factor is in de impasse waarin de crisis verkeert. Wordt die niet opgelost, dan is het: op naar de volgende kredietcrisis.
Het gangbare beeld van onze crisis ziet er zo uit: het gaat om een schuldencrisis die is veroorzaakt doordat we in het verleden veel te veel hebben geleend. In dit artikel betoog ik dat het weliswaar excessieve schuldgroei is die ons in de crisis heeft gestort, maar dat die schuldgroei niet op zichzelf staat. Ze is het gevolg van de sinds 1980 almaar oplopende inkomensongelijkheid.
Op zichzelf is de groeiende inkomensongelijkheid geen probleem, tenminste, als we de morele aspecten buiten beschouwing laten. Het bijkomend effect is wel dat de hogere inkomens een steeds groter deel van hun gestadig oplopende inkomensaandeel opzij zetten. En dat verschijnsel leidt weer tot vraaguitval, tot economische stagnatie en tot oplopende werkloosheid.
De lagere- en middeninkomens kampen ondertussen met het omgekeerde probleem. Want doordat een steeds groter deel van de opbrengsten van de economische productie terechtkomt bij de hogere inkomens en hun spaarzin leidt tot vraaguitval, komt het besteedbaar inkomen van de lagere – en middeninkomens in relatieve zin steeds meer onder druk te staan. En dat vormt voor hen een prikkel om te consumeren met geleend geld, het geld dat de hogere inkomens eerder opzij hebben gezet.
Deze ontwikkelingen hebben aan de basis gestaan van de schuldenzeepbel die de kredietcrisis veroorzaakte. En het zijn diezelfde ontwikkelingen die nu leiden tot de zwakke economische groei en de hernieuwde schuldgroei waar we sinds 2008 mee kampen. Want onze politici doen met hun bezuinigingsprogramma’s en hun 'modernisering' van de arbeidsmarkt exact het tegendeel van wat ze zouden moeten doen om het tij te keren: het verlagen van de inkomensongelijkheid.
In het vervolg van dit artikel kijk ik in meer detail naar wat er nu eigenlijk aan de hand is, en wat we daaraan zouden kunnen doen.
bron: CBS Statline
In 2012 verscheen er een rapport van het IMF, getiteld Too much finance?. Daarin geeft ze antwoord op de vraag of er sprake kan zijn van teveel kredietverlening aan de private sector.
Het rapport begint met een samenvatting van eerder onderzoek. Daaruit blijkt dat die onderzoekers, hun loanable funds-model indachtig, in de regel op voorhand uitgingen van een continu positief verband tussen kredietgroei en economische groei. En het zal weinig verbazing wekken dat ze vervolgens vaststelden dat kredietgroei bij steeds hogere schuldniveaus weliswaar tot steeds minder economische groei leidt (het voor hen mysterieuze vanishing effect), maar niet tot krimp.
Op de horizontale as is het schuldniveau van de private sector (Credit to Private sector) ten opzichte van de omvang van de economie op jaarbasis, het bbp (GDP), aangegeven, en op de verticale as de private sector schuldgroei (dPC) ten opzichte van de economische groei ( dGR), steeds op basis van niet-overlappende vijf-jaars intervallen. De zwarte lijn in de grafiek geeft het verband aan dat de IMF onderzoekers vonden, en de stippellijnen de onzekerheidsmarge die ze afleidden.
Wat je uit de grafiek kunt aflezen, is dat er bij een laag schuldniveau een positief verband bestaat tussen schuldgroei en economische groei, maar dat dit verband steeds zwakker wordt en uiteindelijk omslaat naar een steeds sterker negatief verband naarmate dat schuldniveau verder oploopt. Het omslagpunt ligt rond een schuldniveau van om en nabij de omvang van de economie op jaarbasis.
In de volgende grafiek is de omvang aangegeven van de uitstaande schuld van de Nederlandse huishoudens en niet-financiële bedrijven. Het is duidelijk dat deze schuld heel ver boven de honderd procent ligt, diep in het gebied waarin volgens de IMF onderzoekers nog meer schuld flink remmend werkt op de groei van de economie. Niet goed dus!
bron: CBS Statline
De conclusies van het IMF zijn gebaseerd op statistische analyses. Er is echter niet noodzakelijk sprake van een oorzakelijk verband. Wat dat betreft is het belangrijk om je te realiseren dat hun observaties niet alleen een relatie met het schuldniveau blootleggen, maar ook een relatie met de tijd. Dat blijkt uit de volgende figuur, eveneens afkomstig uit dat IMF rapport (figuur 3).
Bron: Too much finance, IMF rapport
Het linker plaatje toont de ontwikkeling van de private sector schuld/bbp verhouding in de onderzochte economieën, het rechter plaatje het percentage economieën met een private sector schuld van meer dan negentig of honderdtwintig procent van het bbp. De conclusie die je eruit kunt trekken is dat nagenoeg alle in het IMF onderzoek meegewogen gevallen van private sector schuld boven de honderd procent van het bbp van na 1980 zijn en het overgrote deel van na 2000.
De vraag is vervolgens: zou de door het IMF gevonden relatie tussen kredietgroei, economische groei en schuldenlast ook het gevolg kunnen zijn van een onderliggende ontwikkeling? Bijvoorbeeld van een verandering in de structuur van de onderzochte economieën na 1980? Het lijkt er inderdaad op dat dit laatste het geval is.
Een naar mijn idee redelijk overtuigend antwoord op die vraag is gegeven door een aantal andere IMF-economen, Michael Kumhof, Romain Rancière en Pablo Winant.
In hun artikel Inequality, Leverage and Crises: The Case of Endogenous Default constateren Kumhof c.s. op basis van Amerikaanse statistieken een volgens hen opmerkelijke en vaak over het hoofd geziene overeenkomst tussen de Grote Depressie en de kredietcrisis, namelijk dat aan beide een periode vooraf ging met een sterke groei van zowel de inkomensongelijkheid als van de schuldenlast van de huishoudens. Dat is te zien in de volgende twee figuren uit dat artikel.
De auteurs constateren verder dat die schuldopbouw gepaard ging met een aanzienlijke groei van de al eerder aangehaalde 'toegevoegde waarde' van de financiële sector. Dat blijkt uit de volgende twee figuren, eveneens van Kumhof c.s.
De auteurs verklaren deze observaties als het gevolg van een aantal met elkaar samenhangende ontwikkelingen, in het kort:
- de toenemende inkomensongelijkheid ging gepaard met een groeiend aandeel in het nationaal inkomen van de vijf procent meest verdienende huishoudens, en een krimpend aandeel daarin van de overige 95 procent van die huishoudens;
- hierdoor zag die 5 procent meest verdienende huishoudens haar besteedbaar inkomensaandeel steeds verder oplopen, ten koste van het aandeel in het besteedbare inkomen van die overige 95%;
- dat zette die vijf procent ertoe aan om een steeds groter deel van haar inkomen opzij te zetten, terwijl de overige 95 procent juist steeds meer de behoefte voelde om haar tekorten aan te vullen met leningen;
- in deze situatie kon de financiële sector, als intermediair tussen de steeds meer sparende economische elite en de steeds meer lenende overige 95 procent, flink expanderen.
Dat dit een plausibele verklaring is, blijkt mede uit de volgende grafiek, eveneens afkomstig uit het artikel van Kumhof c.s. In die grafiek is te zien dat, terwijl de schuld/vermogen verhouding van de vijf procent meest verdienende huishoudens in de periode 1984 - 2007 licht daalde, de schuld/vermogen verhouding bij de overige 95 procent juist duidelijk opliep.
Volgens Palley is dit Keynesiaanse groeimodel rond 1980 verbroken door wat hij als het Neoliberale groeimodel aanduidt. Sindsdien ligt volgens hem de positie van de werknemers van vier kanten onder vuur, waardoor een flink deel van de resultaten van de New Deal per saldo weer ongedaan is gemaakt:
- arbeidsmarktflexibilisering: de werknemersrechten en de invloed van de vakbonden worden ondergraven, waardoor de onderhandelingspositie van de werknemers verslechterd;
- terugtredende overheid: de omvang en de invloed van de overheid worden teruggedrongen, waardoor de greep van de overheid op de economie en op de markt afneemt;
- globalisering: de steeds verdergaande vrijhandelsverdragen versterken de machtspositie van het internationale bedrijfsleven, ten koste van de overheid en de werknemers;
- oplopende werkloosheid: centrale banken sturen niet langer op maximale werkgelegenheid, maar op lage inflatie, en tolereren daarbij een oplopende werkloosheid.
Door deze ontwikkelingen is de link tussen productiviteitsgroei en loongroei voor de lagere – en de middeninkomens, de Keynesiaanse groeimotor, weer verbroken. Het vacuüm dat daardoor is ontstaan is in het Neoliberale model opgevuld met een lapmiddel: krediet-gedreven vraagstimulering van de lagere – en de middeninkomens. Dat is goed te zien in de volgende figuur (bron: FED).
Deze daling is de geschiedenisboeken ingegaan als de Great Compression. Ze was in gang gezet door de hiervoor beschreven eerste twee fasen van de New Deal, maar kwam pas echt op gang na 1940, als gevolg van de derde fase: een forse verhoging van de belastingen op de hogere inkomens en van de lonen van fabrieksarbeiders. Daar kwam nog bij dat de oorlogsinspanningen na 1940 leidden tot een periode van volledige werkgelegenheid.
In de volgende figuur is de impact van de Great Compression in de VS in breder perspectief geplaatst. De rode en de blauwe lijn tonen de ontwikkeling van de hoogste lonen (p99 en p90: het inkomen van de 'minst' verdienende van de één procent en de 10 procent hoogste inkomens) ten opzichte van een maat voor het gemiddelde inkomen (het gemiddelde loon van de minst verdienende 90 procent). Alle inkomens na aftrek van federale inkomstenbelastingen.
Wat je ziet is dat de inkomensongelijkheid in de aanloop naar de Grote Depressie flink opliep, ten tijde van de Great Compression spectaculair daalde, in de periode van het Keynesiaanse groeimodel nog verder zakte, om vervolgens in onze tijd van het Neoliberale groeimodel weer explosief op te lopen. Die laatste omslag werd in de VS ingezet doordat de belastingdruk voor de allerhoogste inkomens flink werd verlaagd, wat is te zien in de volgende figuur.
bron: Piketty c.s.
De aangegeven percentages omvatten zowel het effect van de inkomstenbelasting als van de onroerend goed-belasting en de bedrijfsbelastingen. Piketty c.s. merken overigens op dat de afname van de belastingdruk voor de topeen procent na 1980 vooral het gevolg was van een afname van onroerend goed-belasting en de bedrijfsbelastingen.
In de volgende grafiek zijn de drie inkomensklassen van twee plaatjes hierboven opnieuw getoond, maar nu in absolute zin (reële bedragen, prijspeil 2013), nog exclusief het effect van de verlaging van de onroerend goed- en bedrijfsbelastingen.
Wat je ziet is dat de onderste 90 procent van de inkomens in de VS na de intrede van het neoliberale groeimodel de groei van haar reële besteedbare inkomen zagen stagneren, terwijl hoogste inkomens hun reële besteedbare inkomen juist gestaag verder zagen groeien en de allerhoogste inkomens dat inkomen zelfs zagen exploderen.
In de volgende figuur is de ontwikkeling van het gemiddelde van de onderste 90 procent van de inkomens in de VS opnieuw getoond, omdat het door de grote schaal van de voorgaande grafiek moeilijk te zien is.
Duidelijk is dat de gemiddelde koopkracht van de onderste 90 procent in de periode van het Keynesiaanse groeimodel flink opliep, om na de intrede van het Neoliberale groeimodel te stagneren. En dat terwijl de gemiddelde productiviteit per gewerkt uur na 1980, net als in de decennia daarvoor, met rond de twee procent per jaar bleef stijgen. Was het Keynesiaanse groeimodel na 1980 in stand gebleven, dan zou de koopkracht van de onderste 90 procent in hetzelfde flinke tempo zijn doorgestegen als voor 1980.
(bron: Measuringworth
Na 1980, met de opkomst van het Neoliberale groeimodel, is die koppeling weer doorbroken en is het zelfversterkende Keynesiaanse economische groeiproces tot stilstand gebracht. En dat heeft, net als in de aanloop naar de Grote Depressie, geleid tot een steeds hoger aandeel van de hoogste inkomens in de verdeling van de opbrengsten van de economische productie, tot stagnerende lonen bij de lagere – en de middeninkomens, en tot een steeds verder opzwellende schuldenberg.
Toen in 2008 het onvermijdelijke gebeurde en een herhaling van de Grote Depressie dreigde, hebben onze politici ingegrepen door de kredietsluizen voor de wankelende financiële sector wagenwijd open te zetten en haar te redden, koste wat kost. Daarmee hebben ze een nieuwe depressie vooralsnog afgewend. Maar ze hebben verzuimd om de onderliggende oorzaak van de problemen, de oplopende inkomensongelijkheid, aan te pakken.
Sterker nog, op advies van de heersende economische kaste, niet gehinderd door veel bruikbare kennis van de werking van onze economie, hebben onze politici exact het tegendeel gedaan van wat ze hadden moeten doen. Door de arbeidsmarkt te 'hervormen' en de overheidsuitgaven terug te dringen hebben ze de inkomensongelijkheid alleen nog maar verder vergroot. Daarmee hebben ze het probleem nog groter gemaakt, en een solide basis gelegd voor een volgende kredietcrisis.
Drie gevolgen van lenen
Dat consumeren met geleend geld heeft drie gevolgen. Aan de ene kant gaat ze de vraagtuitval en de stagnatie tegen die het gevolg is van de toenemende spaarzin van de hogere inkomens. Dat is de politiek niet ontgaan, zodat er in de afgelopen decennia de nodige initiatieven zijn gekomen om dat lenen door de lagere- en middeninkomens te stimuleren en te faciliteren.De keerzijde van de leenmedaille is een groeiende schuldenberg bij de lagere- en middeninkomensDe keerzijde van die leenmedaille is echter dat er een grote schuldenberg is ontstaan bij de lagere- en middeninkomens, die nog altijd doorgroeit en leidt tot een eveneens toenemende rentestroom van de lagere- en middeninkomens naar de hogere inkomens, waardoor de inkomensongelijkheid alleen maar verder wordt vergroot. Het derde gevolg van dat lenen is dat de financiële sector, intermediair tussen de sparende hogere inkomens en de lenende lagere- en middeninkomens, veel groter is geworden dan nodig voor het functioneren van de economie. De sector is er in geslaagd een steeds groter deel van ons nationale inkomen af te romen, iets wat door het CBS trouwens de kwalificatie 'toegevoegde waarde' van de financiële sector krijgt. Die laatste ontwikkeling is wordt ook weer versterkt en wel doordat de politiek in haar streven om het lenen door de lagere- en middeninkomens te stimuleren en zo de economie op gang te houden, de financiële sector in toenemende mate heeft gedereguleerd. Daardoor heeft die sector steeds meer de vrije hand gekregen om te doen en laten wat ze wil en nog een extra graantje mee te pikken, door steeds meer geld te creëren en uit te lenen, en daardoor nog wat meer 'waarde' toe te voegen.

Teveel schuld?
Het leidt geen twijfel dat kredietverlening aan bedrijven en huishoudens (de private sector) kan bijdragen aan het faciliteren van economische groei. Want met dat krediet kunnen opstartende bedrijven worden geholpen en bestaande bedrijven hun productiecapaciteit vergroten en nieuwe werknemers aannemen, en kunnen huishoudens woningen en andere duurzame goederen financieren. Maar kan er ook sprake zijn van teveel kredietverlening? Als je deze vraag voor de kredietcrisis aan een mainstream econoom zou hebben gesteld, dat zou je waarschijnlijk als antwoord hebben gekregen dat ze relevant is voor de kredietverlening aan de overheid, maar niet voor de kredietverlening aan de private sector. En je zou waarschijnlijk zijn gewezen op het mainstream loanable funds-model: een fictieve markt waarop vraag en aanbod van schaars spaargeld bijeen zouden komen en op het feit dat de private sector in die markt hooguit te weinig kan lenen doordat ze verdrongen wordt door een geldzuchtige overheid, 'crowding out' derhalve. De werkelijkheid is echter heel anders, iets waar ketterse economen zoals Hyman Minsky en Wynne Godley al decennia geleden op hamerden, waar centrale bankiers steeds openlijker voor uitkomen, en wat voor mainstream economen steeds lastiger valt te ontkennen. Een voorbeeld daarvan is een recent rapport van de Bank of England, met de veelzeggende titel Banks are not intermediaries of loanable funds. In de samenvatting van dat rapport valt onder meer te lezen: 'In the intermediation of loanable funds model of banking, banks accept deposits of preexisting real resources from savers and then lend them out to borrowers. In the real world, banks provide finance through money creation.' In de echte wereld is krediet geen schaars goed dat pas door een bank kan worden verstrekt nadat spaarders hun schaarse spaargeld aan die bank hebben toevertrouwd,krediet is iets dat door een bank zonder al te veel beperkingen uit het niets kan worden gecreëerdmaar is krediet iets dat door een bank zonder al te veel beperkingen uit het niets kan worden gecreëerd. En precies dat hebben de banken in de afgelopen decennia in zeer ruime mate gedaan, waardoor hun balansen (en winsten) ten opzichte van de omvang van de economie zijn geëxplodeerd, en na de kredietcrisis nog verder zijn opgelopen. Dat is bijvoorbeeld te zien in de volgende grafiek.

Omslagpunt groei
De betreffende IMF onderzoekers hebben dat onderzoek rigoureus overgedaan, met behulp van een database van een groot aantal ontwikkelde en opkomende economieën en met gebruikmaking van verschillende statistische benaderingen. En dit keer gingen ze niet op voorhand uit van een positief verband tussen kredietgroei en economische groei. Het resultaat van hun onderzoek is samengevat in de volgende figuur, afkomstig uit hun artikel.


Nee, teveel inkomensongelijkheid!
In de volgende figuur is de ontwikkeling van de totale schuld in de VS – van Amerikaanse bedrijven, huishoudens en overheid – te zien, uitgedrukt in procenten van de omvang van het bbp. Wat je ziet is dat die verhouding in de aanloop naar de kredietcrisis enorm is gestegen, net als in de aanloop naar de Grote Depressie (1929-1933). Is er een overeenkomst tussen die twee perioden te vinden?



De neoliberale kern van het probleem
Waar Kumhof c.s. geen antwoord op geven is de vraag hoe het kan dat die ongelijkheid in de VS zo is opgelopen. Die leemte is ingevuld door de Amerikaanse econoom Thomas Palley, met zijn artikel Inequality, the financial crisis and stagnation: competing stories and why they matter. Palley stelt dat de economie in de VS in de eerste drie decennia na de tweede oorlog functioneerde volgens een mechanisme dat hij aanduidt als het Keynesiaanse groeimodel. Ze was het resultaat van de New Deal, een omvangrijk pakket maatregelen van president Roosevelt, bedoeld om de Amerikaanse economie uit de Grote Depressie te trekken, en geïnspireerd door het werk en de adviezen van John Maynard Keynes. In de eerste fase van de New Deal (1933 – 1935) ging het vooral om het redden en beter reguleren van de banken, om werkgelegenheidsprojecten zoals de aanleg van infrastructuur en dammen, om herbebossing en bestrijding van bodemerosie, en om het tegengaan van de veel te ver doorgeslagen concurrentie in de landbouw. In de tweede fase (1935 – 1938) lag de nadruk meer op het versterken van de positie van werknemers en vakbonden, op de invoering van een maximale werkweek en een minimumloon en op een programma van koopkrachtverbetering voor de lagere inkomens.Volgens Palley is het Keynesiaanse groeimodel rond 1980 verbroken door wat hij het Neoliberale groeimodel noemt.De New Deal had als effect dat de loongroei bij de lagere - en middeninkomens gekoppeld werd aan de productiviteitsgroei bij de bedrijven. Dat leidde tot een oplopende vraag, wat weer leidde tot een stijgende werkgelegenheid en tot meer te investeringen. En die investeringen leidden weer tot een verdere productiviteitsgroei. Die zelfversterkende cyclus is weergegeven in de volgende figuur (naar het artikel van Palley).


New Deal en Great Compression
Terug naar de tijd van de Grote Depressie. In de grafiek hieronder is te zien wat er na het lanceren van de New Deal gebeurde met de inkomensongelijkheid en de schulden van de huishoudens in de VS (bron: Kumhof c.s.). Als je deze grafiek vergelijkt met de grafieken hiervoor, dan zie je hetzelfde patroon, maar dan in spiegelbeeld: geen stijgende, maar dalende inkomensongelijkheid en schuld van de huishoudens.




De oplossing: op naar een New Deal 2.0
Terug naar de inleiding van dit artikel. Het is duidelijk dat excessieve schuldgroei ons in de kredietcrisis heeft doen belanden. Maar die schuldgroei was het gevolg van een dieper liggend probleem. Net als in de aanloop naar de Grote Depressie werd ze veroorzaakt door een gestaag oplopende inkomensongelijkheid. En het is die ongelijkheid die het ons nu onmogelijk maakt om zonder verdere schuldgroei terug te keren naar het economische groeipad van voor de crisis.Het is duidelijk dat excessieve schuldgroei ons in de kredietcrisis heeft doen belandenTen tijde van de Grote Depressie werd de inkomensongelijkheid in de VS bestreden met een groot pakket aan maatregelen, de New Deal, die leidde tot de Great Compression, een periode van sterk afnemende inkomensongelijkheid en schulden van de Amerikaanse huishoudens. De New Deal omvatte onder meer een versterking van de positie van werknemers en vakbonden, de invoering van een minimumloon en een forse verhoging van de belastingen voor de hoogste inkomens. De New Deal en de eruit voortkomende Great Compression vormden de basis van het naoorlogse Keynesiaanse groeimodel. In dat model was de loongroei van de lagere – en de middeninkomens gekoppeld aan hun productiviteitsgroei. Dat leidde tot een zelfversterkend proces van hogere bestedingen, toenemende werkgelegenheid, stijgende investeringen, verdere productiviteitsgroei en nog hogere lonen en bestedingen. Het spectaculaire effect van de Great Compression op de Amerikaanse economie is goed te zien in de volgende figuur, waarin het tienjaars voortschrijdende gemiddelde van de reële bbp groei per hoofd van de bevolking is getoond (bron: Measuringworth).

216 Bijdragen
Anton
Leprechaun
Antonhttp://Www.dailyshot.info/
Anton
- Ook in de tijd van het Keynesiaanse groeimodel was er sprake van globalisering, in positieve en negatieve zin (denk maar aan de twee wereldoorlogen).
- Het is m.i. een misvatting dat het beschermen van werknemersrechten onbetaalbaar is, het omgekeerde lijkt eerder het geval (zoals uit de great compression bijvoorbeeld blijkt). Zie ook het werk van de Delftse economen Naastepad en Storm:
http://www.kennislink.nl/publicaties/soepeler-ontslagrecht-mist-doel
- Een investerende overheid vergroot de schuldenlast, maar als die investering leidt tot economische groei, dan kan de schuld/bbp verhouding juist dalen. Bedenk wat dat betreft dat de meeste perioden van daling van de overheidsschuld/bbp verhouding het gevolg waren van bbp-stijging, niet van schuld-daling..
- We concurreren met India, China, Bangladesh. En wat dan nog? We concurreren ook met Duitsland, de VS, Japan en tal van andere landen. Dat is nooit anders geweest.
- Het lijkt me een misvatting dat een verhoging van de productiviteit als vanzelf leidt tot een toename van de werkloosheid. Wat er gebeurt is dat er een verschuiving optreedt van werkgelegenheid naar minder productieve sectoren (dienstensector). Maar ik kan me wel voorstellen dat daar ergens een grens aan moet zitten.Het grote probleem lijkt me in dat geval meer dat we toestaan dat die improductieven geen koopkracht meer hebben.
- De huidige ontwikkelingen zijn m.i. niet Darwinistischer van aard dan ze 50 jaar of 100 jaar geleden waren.
jefcooper
AntonHet ging alleen om opheffen van recessies.
DrNomad
jefcooperYogibeer
DrNomadDrNomad
YogibeerAnton
Anton, hiermee impliceer je, althans als ik je goed begrijp, dat het min of meer vanzelfsprekend is dat die mensen een laag inkomen hebben. Daarmee doe je eigenlijk hetzelfde als de gemiddelde mainstream econoom, die veronderstelt dat mensen het loon krijgen dat ze verdienen, namelijk het marginale product van hun arbeid, wat dat ook mag betekenen.
Mijn betoog is nu juist dat het niet een of andere economische natuurwet is die bepaalt wat mensen verdienen. De verdeling van het nationale inkomen is uiteindelijk een keuze die we met z’n allen maken. Daarbij heeft de politiek in principe een grote invloed. Maar die invloed heeft ze helemaal weggegeven, omdat ze onder invloed van de mainstream economische wetenschap is gaan geloven dat dit bepaald moet worden door “de markt”.
Jean
AntonIk vind dit een lastige discussie, die niet zelden ontaard in moreel getouwtrek ('waarom moet een voetballer € 1 mln per week verdienen?', etc.) gevoed door afgunst of vooroordelen.
Zoals ik tijdens de voorpublicatie op jouw vraag wat ik ervan vond, al heb laten weten zijn de gegroeide inkomensverschillen eerder een gevolg dan de oorzaak van de huidige schuldencrisis. Imo is dat niet de vnste oorzaak maar is de werkelijke oorzaak: ongelimiteerde QE programma's door centrale banken icm te lage rentes. Hierdoor worden beursbubbels gecreëerd ipv dat t geld in de reële economie wordt gestopt. En dat alles om de illusie van groei maar te kunnen handhaven ipv dat de - fundamentele - vraag wordt gesteld: is groei per se wel nodig? Gevolg is dat rijken relatief rijker worden. Immers: met geld creëer je geld.
Overigens signaleer je dat zelf ook waar je schrijft: 'Want doordat een steeds groter deel van de opbrengsten van de economische productie terecht komt bij de hogere inkomens en hun spaarzin leidt tot vraaguitval, komt het besteedbaar inkomen van de lagere – en middeninkomens in relatieve zin steeds meer onder druk te staan.'
Het kardinale probleem van deze tijd is dat centrale banken haar bankenstelsel voorzien van goedkope liquiditeit en langjarige vrijwel nulrentes, waardoor beleggers hun kwartjes in financial assets steken, omdat zij daar hogere rendementen kunnen maken tegen een lager risico (ivm verhandelbaarheid schuldtitels). Het geld wordt dus niet besteed aan concrete economische investeringen, innovatieve start ups en andere investeringen in materiële activa, maar op aandelenmarkten. Je repliceerde dat dit pas geldt vanaf
jefcooper
JeanKlopt met de toevoeging dat management inkomens vaak ook niet veel met productiviteit van doen hebben.
En de toevoeging dat, wanneer functies onvervuld blijven, er reden is na te gaan of de beloning niet te laag is.
Te hoog is lastig vast te stellen.
MvdB
jefcooperjefcooper
MvdBOf MKB lonen te hoog zijn, kan haast niet, m.i. volledige concurrentie, ook op inkoop van arbeid.
Als MKB verlies lijdt zijn er m.i. maar twee mogelijkheden:
- de ondernemer is inefficiënt
- in het buitenland produceert men met lagere kosten.
bps
jefcooperjefcooper
bpsbps
jefcooperjefcooper
bpsTenzij buitenlandse concurrentie onder gunstigere omstandigheden kan dat dan geen reden voor slechte resultaten zijn.
bps
jefcooperEmmef
JeanJean
EmmefDrNomad
JeanYogibeer
JeanEen groot aantal redenen zijn daarvoor, zoals:
1) Het afschaffen van de vermogensbelasting (rendementsheffing is heffing op inkomen uit vermogen, dat was in het verleden ook altijd al belast naast de vermogensbelasting).
2) Het zeer fors verlagen van de inkomstenbelasting in de hoogste schijven, van maximaal 72% naar intussen nog maar 52%.
3) Het zeer fors verlagen van het hoogste tarief voor de vennootschapsbelasting van - uit mijn hoofd - 47% naar intussen nog maar rond 35%.
4) De groei van de financiële adviessector en de deregulering daarvan leidde tot toenemende belastingontwijking door bedrijven en rijke particulieren en de groei van belastingparadijzen, mede geholpen door internet dat flitskapitaal e.d. mogelijk maakte.
5) Het invoeren van de btw en steeds verhogen van de tarieven. Btw drukt relatief het sterkste op de laagste inkomens en helemaal niet op bedrijven.
6) Bij het Akkoord van Wassenaar in 1982, dat een laat gevolg was van de voorgaande olie-crisis en de automatische, loon-gekoppelde, prijscompensatie, leidde tot een voortdurende loonmatiging voor werkenden in bijna alle jaren sindsdien.
7) Terwijl tegelijkertijd daarna, sinds de jaren tachtig, de salarissen en bonussen voor managers en bestuurders fors toenamen t.o.v. de werkenden. Ook het aantal "managers" nam sinds die tijd fors toe, mede vanwege alle 'privatiseringen', zoals in de zorg, die veel duurder is geworden.
8) De ontwikkeling inzake flexwerk, nul-uren en tijdelijke contracten zorgde voor minder inkomen bij werkenden. Bedrijven failliet laten gaan en daarna doorstarten in een nieuw bedrijf met hetzelfde personeel tegen lager loon was ook een nieuwe truc.
9) Vermindering van veel sociale uitkeringen en verhoging van de pensioenleeftijd plus korting van pensioenen zorgde ook voor minder koopkracht bij uitkeringsgerechtigden.
10) De gelden van de banken-r
Jean
YogibeerHeb geen tijd nu op op al je punten in te gaan, maar vergeet één ding niet: ondernemers scheppen banen. Als je de middenklasse te zwaar belast boert samenleving hoe dan ook achteruit.
Yogibeer
JeanIn die malaise kreeg het neoliberalisme zijn kans. Minder sturing, meer vrijheid, eerst onder de liberale dictator Pinochet tegen de als communistisch gevreesde Allende, en later nog meer toen het Sovjet-systeem instortte. Westerse en oost-Europese regeringen omhelsden enthousiast de gedereguleerde vrije markt-ideologie en namen daarvoor voedselbanken. op de koop toe. Overal, zoals in Rusland, kwamen de oligarchen-miljardairs en andere groot-graaiers aan de macht en de belasting-paradijzen groeiden overal als kool.
Politiek en bedrijven raakten steeds meer verweven, want met een kleine overheid als doel moest de politiek zich terug trekken en zaken overlaten aan het bedrijfsleven, dus bedrijfsleven op de stoel van politici, en vice versa.
Totdat alles in 2008 met een daverende klap ineenstortte. Gedereguleerde geldgierige banken moesten worden gered door burgers-belastingbetalers en veel privatiseringen waren geheel uit de hand gelopen met een overvloed aan managers en hoge kosten voor burgers.
Tijd voor herbezinning en reflectie, precies zoals Anton in zijn artikel hier prima doet.
jefcooper
JeanYanis Varoufakis, 'The Global Minotaur, America, Europe and the Future of the Global Economy', London, New York, 2013
Om de consumptie op peil te houden werd consumptief krediet gestimuleerd.
Helaas waren consumenten niet zo gek een steeds hogere schuldenlast op zich te nemen, daarna werd de sub prime truc bedacht, om de economie weer even aan te zwengelen.
Juliet B. Schor, 'The Overspent American, Upscaling, Downshifting, and the New Consumer', 1998 New York bevestigt deze analyse.
jefcooper
JeanMvdB
Yogibeercormol
YogibeerMvdB
cormolYogibeer
cormoljefcooper
cormolPensioenpremie valt daaronder, maar volgens Klijnsma heeft haar verlaging niets met Brussel te maken.
Ook roept roeptoeter Pechtold 'dat werken weer lonend moet worden'.
Daarom moet de belasting op loon lager.
Alsof nu mensen thuis zitten te niksen vanwege de loonbelasting.
Wat de man echt wil is lagere lonen, die met een lagere inkomstenbelasting netto ongeveer hetzelfde opleveren.
Wij moeten met China kunnen concurreren.
Waarom, dat is nooit uitgelegd.
leonardozuid
cormoljefcooper
YogibeerDie sectoren waren Microsoft, Wall Street, en het Washington DC militair complex na 11 sept.
Je krijgt hetzelfde resultaat door vijf counties weg te laten, de counties waar deze 'businesses' zijn gevestigd.
De grotere inkomensongelijkheid is dus het gevolg van bubbels.
Yogibeer
jefcooperbps
YogibeerYogibeer
bpsLudovikaa
JeanSinds een jaar of tien-twintig zie ik de productiviteit en de winsten omhoog gaan, de topsalarissen exploderen, en de middeninkomens stagneren. Lagere inkomens komen amper nog voor, dat werk is volledig ge-offshored of geautomatiseerd. Omdat er wel inflatie is in deze periode, komen lagere en middeninkomens steeds meer in de problemen.
Ik herken het beeld in het artikel hierboven dus volledig. Er is een groep mensen die een niet zo heel grote bijdrage levert aan het maatschappelijk overschot, maar wel een enorm vermogen heeft om zichzelf de winsten toe te eigenen. Los van het morele oordeel ( bewondering of afschuw) is het gevolg van dat gedrag naar mijn idee zonneklaar: de bovenste groep weet van gekkigheid niet wat ze met hun geld moeten doen en de rest weet niet hoe ze de eindjes nog aan elkaar moeten knopen.
De banken hebben de functie om dat met ingewikkelde financiële producten te camoufleren of glad te strijken.
De redenering van Jean lijkt mij de wereld op zijn kop zetten. Dat zou betekenen dat de bulk van de salarissen niet gestegen is met de toenemende productiviteit ómdat de mensen zo gemakkelijk kunnen lenen. Maar waarom zijn de topsalarissen dan wel zo gestegen?
Jean
Ludovikaa"De redenering van Jean lijkt mij de wereld op zijn kop zetten. Dat zou
betekenen dat de bulk van de salarissen niet gestegen is met de
toenemende productiviteit ómdat de mensen zo gemakkelijk kunnen lenen." - Dat is niet wat ik zeg. Ik beweer dat aanpak huidige schuldencrisis verkeerd is. QE drijft beleggers in aandelenmarkten. Gevolg: bubbels, geen geld in reële economie.
Ludovikaa
JeanDe discussie hier gaat toch over de vraag wat de oorzaak is, het kernprobleem: de toenemende ongelijkheid of de toenemende schuldenlast. Wat dan de beste oplossing of aanpak is, is weer een andere kwestie.
peter
Jean1) financiële infrastructuur kent geen directe relatie tussen vermogensbeheerders (waar het spaargeld zit) met bedrijven zoals banken kennen. Daarom beleggen zij in financial assets.
2) Toezichthouder DNB kent naar verhouding weinig risico toe aan financial assets (ook aandelen) en veel aan investeringen via directe financieringen (ter ondersteuning reële economie)
En dat is wat ik al jaren roep. ECB en DNB werken tegen elkaar in:
1) ECB voert beleid om financiele partijen meer risico te laten nemen (lage rentebeleid en inmiddels QE)
2) En als je door ECB overtuigd bent om meer risico te nemen, dan krijg je te maken met DNB beleid: NEE, wij willen dat jij niet meer risico neemt, en daarom stellen we strenger beleid daarvoor op: hogere kapitaalvereisten.
In zo'n omgeving is het vrij logisch dat als je staatsobligaties opkoopt geld gewoon vlucht naar aandelen in Europa. Of naar obligaties en aandelen in andere regio's.
bps
peterad (2) Omdat financial assets met QE in stand worden gehouden.
Jean
peterDaarbij, het is voor mij beslist niet vanzelfsprekend dat je moet streven naar inflatie (geldontwaarding). Dat stimuleert eerder schulden maken ipv dat het ontmoedigt.
Tot slot. Imo zitten we in een deflatoire trend. Consumenten bestedingen zijn laag. Niet omdat ze aankopen willen uitstellen, maar omdat t vertrouwen laag is. Baanzekerheid van weleer is niet meer, er komen steeds meer flexcontracten resp. zzp'ers die eigenlijk verkapte werklozen zijn. Dat zet inflatie onder druk, ook de kerninflatie, waarbij voedselprijzen en brandstof buiten beschouwing worden gelaten.
Pas als investeerders weer voldoende vertrouwen hebben in de economie en voor nieuwe banen zorgen kan die trend keren. Nu gaat t geld naar financial assets op de beurs.
peter
Jeanlonen, maar in het verhogen van de rentes. De huidige negatieve rentes (reële
rente gecorrigeerd voor inflatie) eten op den duur al het kapitaal op. Bovendien leidt loonsverhoging tot een loon-prijs spiraal en dus tot inflatie en
geldontwaarding, spaarders zijn al genoeg getroffen door het lage rentebeleid"
1) als we kijken naar spaarrente versus inflatie durf ik echt de stelling niet aan te gaan dat spaarders genoeg getroffen zijn. Ik zou eerder zeggen, terecht dat ze eens wat inleveren
2) Bovendien stel je dat loonsverhoging tot een loon-prijsspiraal en dus inflatie leidt. Dat vind ik een vreemde redenatie. Want daarmee beargumenteer je dat koopkrachtverlies nooit te herstellen is. Ik denk eerder dat Anton bedoelt dat er sprake van herverdeling moet zijn. Hogere lonen zonder hogere prijzen.
Yogibeer
peter1) Dat inflatie samenhangt met schaarse arbeid bij bijna volledige werkgelegenheid en pas gaat toenemen zodra volledige werkgelegenheid in zicht komt.
2) Dat bij fiatgeld de rentevoet het voornaamste stuurmiddel is van de centrale bank inzake het beteugelen van economische oververhitting bij inflatie, hogere rente bij inflatie en lagere tot nul rente bij stagnatie bij deflatie.
3) Dat door geldverruiming, QE, inflatie nauwelijks toeneemt ingeval van grote werkloosheid bij consumenten met weinig inkomen en hoge schulden. ingeval de overheid niet de maatregelen neemt tegen werkloosheid en vraaguitval bij consumenten.
4) Dat de hoogte van de staatsschuld van de overheid bij nagenoeg nul rente minder belangrijk is dan het bestrijden van hoge werkloosheid en vraaguitval. Bestrijden van werkloosheid kan met het stimuleren van nuttige investeringen, vraaguitval kan worden bestreden met lastenverlichting voor de laagste en midden-inkomens en voor uitkeringsgerechtigden en belastingheffing op zeer hoge vermogens en zeer hoge erfenissen.
Duitsland niet meegerekend is de werkloosheid in euro-land momenteel nog gemiddeld 15%, en in sommige landen 20% of hoger.
Hogere lonen bij consumenten zal dus in zo'n geval zeker niet snel tot hogere inflatie leiden, laat staan tot een loon-prijsspiraal.
Rente bij deflatie en vraaguitval dient zo laag mogelijk te zijn, maar moet worden gecombineerd met maatregelen van overheden die de vraaguitval compenseren.
Dit alles beschouwende is de recente zogenaamde "belastinghervorming" in Nederland, van het kabinet Rutte, een veel te mager product. In drastische omstandigheden zijn drastische maatregelen nodig, en dit lijkt daar niet op.
Leprechaun
JeanKisten noemt 3 zeer menselijk eigenschappen die (economisch) gedrag mede sturen: Luiheid, emoties en toeval.
Ja, Jean soms is de waarheid hard, maar zachte medicijnmannen en vrouwen maken stinkende wonden (ook die geen steuntje in de rug van de pharma boys en girls tolereren).
DrNomad
LeprechaunMaar de mens is wel degelijk rationeel, en volgens de meetlat van het egoïsme tamelijk consistent.
'Domme keuzes' zijn rationeel.
MvdB
JeanDat verklaart vermoedelijk mijn voorkeur voor de oplossing zoals die hierboven door pieter richting Anton (met video Roemer versus Baarsma) wordt aangereikt.
Kan het niet én/én zijn? Is er geen "voortschrijdend optimum" in evenwicht te bedenken dat in eerste instantie de minder bedeelden en later allen laat delen in welvaart? De 1% superrijken zullen me daarbij aan de reet roesten.
bps
JeanOplossing is meer circulatie van proportioneel waardevast geld tegen dan marktconforme rente en ook circulatie van debet- en creditrente in omloop.
Dat is als spaargeld uit de reële economie weer wordt uitgeleend in de reële economie, en niet verdwijnt in het financiële circuit buiten omloop.
Dan vindt er welvaartsspreiding en gespreide vermogensopbouw (buffer) plaats.
Jean
bpsYogibeer
bpsbps
YogibeerMet geld tegen lagere rente kan nog meer risico genomen worden, waar het bij een hogere rente niet genomen zou worden.
Bij dat riskante centrale bankbeleid werkt niet de vertrouwensfee maar een toverfee van de MMT. De toverfee werkt tot middernacht als het vijf-voor-twaalf is geweest. Daarna wordt het donker.
Duidelijk zichtbaar is geworden dat met het dalen van de rente de werkeloosheid en armoede stijgt.
Dat zijn pas feiten die spreken en iets aantonen.
Yogibeer
bpsVerder geloof ik dat je van MMT weinig tot geen benul hebt, een geloof dus.
bps
YogibeerEnkele jaren geleden bestudeerde ik de MMT inventariserend.
Het kwam mij inderdaad voor als een geloof.
Jij blijkt zelf ook gelovig: "Verder geloof ik dat ..."
Ik ben zelf niet gelovig. Ik verzeker mij van mijn standpunten.
Yogibeer
bpsbps
YogibeerO.a. met de eerder gestelde vragen aan jou:
Waarom bracht al dat eerder door Griekenland tegen lagere rente geleende geld dan niets op?
Waarom leende Griekenland überhaupt?
En waarvoor? Kwam en bleef dat geld in de Griekse omloop om assets op te bouwen? Kennelijk niet.
Yogibeer
bpsbps
YogibeerNadien had Griekenland dat goedkope geld niet moeten lenen voor import van oorlogsmaterieel en voor andere consumptieve en onrendabele doeleinden. Dat hoeft Europa toch niet te betalen?
Geld gaat er net zo hard weer uit als dat het erin komt. Weg.
Als geleende buitenlandse €uro’s waren aangewend voor productieve of minstens betrouwbare assets, konden die na aflossing ook binnenlands Grieks geld dekken dat binnenlands in circulatie blijft en de economie faciliteert. De EU, euro en eurozone verhindert dat.
Dat is de clou. Als je mij niet kwalijk neemt voor boerenlogica.
Yogibeer
AntonDe aanleg tot landbouw ligt veel verder terug in de tijd, toen tienduizenden jaren geleden mensen aan zeekusten leefden en daar de schelpenbanken, met oesters e.d. exploiteerden en tegen andere groepen verdedigden.
bps
AntonDrNomad
pieter
DrNomadDrNomad
pieterBelasting is immers onteigening onder bedreiging van (overheids)geweld. Als een particulier hetzelfde zou doen, heet het roof.
Als u uw 'wil' geheel in lijnt brengt met overheidshandeling, is het nog steeds dwang, voor uzelf omdat u geen andere keus heeft ongeacht uw mening, en zeker voor anderen die dwang echt als dwang eravaren.
Als u voorzieningen wilt, kunt u dit ook regelen via de private sector, via verzekeringen, liefdadigheidsinstellingen enz. U bepaalt dan zelf uw prijs, en dat is meteen een incentive om misbruik tegen te gaan.
Een overheidsoplossing draait niet om wat u zelf wilt bijdragen, maar waartoe u uw buurman wilt dwingen.
pieter
DrNomadBovendien wat gebeurd er in landen zonder geweldsmonopolie? Daar proberen 'private' partijen dat af te dwingen, dat zie ik al helemaal niet zitten.
je kunt overigens niet zelf je prijs bepalen tegenover bedrijven en bedrijven verspillen net zoveel geld als de overheid dus ik zie het verschil niet tussen beide. De overheid doet het alleen zonder winst en zonder niets toevoegende reclame en misschien met minder efficiëntie maar in prijs zal het niet veel schelen.
DrNomad
pieterBovendien gaat het mij niet om verspilling (en uw opmerking is niet waar) maar om control. Als iets mij niet zint kan ik mijn contract bij een bedrijf beëindigen. Dat kan niet bij de overheid. Democratie biedt niet voldoende control naar mijn smaak, en je komt al snel in de discussie dat die misstand eigenlijk een verworven recht is.
Ik wil in control zijn, en mijn voorkeur gaat daarom naar de afschaffing van de verzorgingsstaat, en de private sector moet die taken op zich nemen. Dat kan ook makkelijk. Als mensen voor een verzorgingsstaat kunnen kiezen in het stemhok, dan kunnen ze die voorzieningen ook zelf organiseren zonder overheid als tussenpartij.
Ludovikaa
DrNomadHet is in het leven zo: hoe belangrijker de kwestie is, hoe minder controle je er als mens over hebt. U bent een naïeve romanticus, in mijn ogen.
MvdB
Ludovikaapieter
En die schulden zijn ook niet meer af te betalen als de bevolking niet meer groeit of productiever word en ik denk dat de meeste landen in Europa gepiekt hebben op vele manieren om economische groei te verwezenlijken. We kunnen net als Japan ook bruggen naar nergens bouwen maar op een gegeven moment werkt dat niet meer. De demografische achteruitgang maakt de schulden ook minder dragelijk, omdat schulden makkelijker af te betalen zijn met inflatie of een groeiende bevolking. De VS heeft door zijn immigratie beleid en hogere geboortecijfers dit probleem niet.
Maar goed de conclusie is dus SP stemmen om de herverdeling op gang te krijgen als ik het goed begrijp.
jefcooper
pieterHet groei idee lijkt er net zo ingehamerd te zijn als de CO2 opwarming.
Ludovikaa
jefcooperbps
pieterAls je bloed maar stroomt en circuleert. Zo is het met liquiditeit (geld) in een economie ook.
Anton van Haasteren
In hoeverre heeft de hoogte van een salaris effect op de economie, op macroschaal gezien? Hierbij denk ik ook even aan bestuurders die meer dan een miljoen per jaar vangen. Vangt dit bedrag werkelijk de opbrengst van zijn arbeidsproductiviteit?
Yogibeer
Anton van HaasterenAnton
“De periodes voor de Grote Depressie en 2008 gingen gepaard met grote krediet-expansies door Centrale Banken.”
Wat bedoelt u hier precies mee? Dat de centrale banken in de aanloop naar de Grote Depressie en 2008 hun balansen lieten opzwellen? Of bedoelt u dat de centrale banken de banken de ruimte gaven om hun balansen te laten opzwellen? Dat eerste klopt niet, dat tweede, zoals uitgebreid betoogd in het artikel, klopt wel.
“U spreekt ook uzelf tegen, eerst zeggen dat hogere inkomens sparen en dat de lager/midden inkomens dit weer lenen, om daarna te zeggen dat de kredieten uit het niets werden gecreëerd.”
Ik spreek mezelf niet tegen, ik geef duidelijk aan dat beiden hebben plaatsgevonden.
“Het woord 'neoliberaal' heeft in mijn ogen geen betekenis. Reagan en Thatcher waren het antwoord op stagflatie, wat ook economische rampen veroorzaakte, maar dat 'detail' staat even niet in uw grafiek.”
Ik zou zeggen, kijkt u nog eens naar de laatste grafiek van het artikel. De periode van hoge inflatie in de VS (1970-1980) was geen periode van lager dan gemiddelde economische groei, ondanks de twee oliecrises in die tijd.
“Buiten dat heeft de New Deal niets opgeleverd (is ook toegegeven door oud-Minister Wouter Bos), behalve heel veel extra schulden.”
Ik begrijp niet wat u bedoelt. De New Deal heeft de VS uit de crisis getrokken en geleid tot de periode van sterkste economische groei in de Amerikaanse geschiedenis. En zoek eens op de ontwikkeling van de staatsschuld van de VS in de periode 1933 – 1970. Die steeg eerst fors, als gevolg van WWII, maar daalde vervolgens nog forser, tot beneden het niveau van voor WWII. Kijk wat dat betreft ook eens naar het zesde plaatje in het artikel: de totale schuld in de VS (overheid + burgers + bedrijven) daalde in de periode 1933 – 1955 van circa 300% van het bbp naar circa 130% van het bbp.
“Overigens is een New Deal 2.0 geen oplossing, omdat he
DrNomad
Antonhttp://globaleconomicanalysis.blogspot.com.br/2009/07/free-money-runs-out-congress-authorizes.html
Niet het beste artikel wat ik hierover las, maar degene die ik zocht is lastig te vinden. Hierin zijn zeer idiote dingen gebeurt.
De New Deal heeft de USA niet uit de crisis getrokken. Toen ze ermee stopten zakte de boel weer in elkaar. Wanneer was die recessie ook alweer, eind jaren dertig. De Tweede Wereldoorlog heeft de USA uit de recessie getrokken, om uiteenlopende redenen, oa dat concurrent Europa op zijn gat lag.
ALs uw grafiek geen stagflatie vd jaren 70 aangeeft, dan is het de verkeerde bril.
bps
DrNomadDat is de eigenschap van een gesubsidieerde, een door aanvoer van geld getrokken economie.
Dat ben ik met je eens.
Als je de schoffel wegtrekt waar een tuinman op leunt, dan valt hij om.
De New Deal hield meer in dan alleen economie trekken met overheidsgeld.
Maatregelen beoogden ook het evenwichtig herstel en groei op eigen kracht in omloop.
De economie Keynesiaans trekken met overheidsgeld was maar een onderdeel van de New Deal en ook maar een deel van Keynes’ ideeën en theorieën. Die moesten eerst nog ervaren worden toen.
Het groeimodel dat Thomas Palley Keynesiaans noemt, heeft niet echt Keynesiaanse eigenschappen van financiële overheidssteun.
Door regels en stroomlijning werden verhoudingen tussen productie en consumptie, en binnenlandse circulatie hersteld en versterkt.
Dat had wel blijvende effecten op lange termijn.
De Glass-Steagall Act was zo’n regel bijvoorbeeld.
Ik vind het fijn dat Anton de materie en in historisch perspectief aan de orde
stelt. Zonder, was er weer veel minder besef ervan.
DrNomad
bpsDe WW2 heeft wel veel veranderd. Europa lag als producent op zijn gat, dus de USA kreeg meer orders. Ook zijn er Duitse fabrieken gebombardeerd, zoals u weet. Dus die konden ook niet produceren vlak na de oorlog. En behalve dat eiste Roosevelt van Churchil dat GB zou dekolonialiseren in ruil voor hulp tegen de Duitsers. Die koloniën maakten Europa juist sterk. Dat zijn toch majeure invloeden die de economie van de USA omhoog hebben geholpen, en ook haar internationale positie, in 1900 was de USA nog een eenvoudig ruraal gebied, met marginale betekenis op het wereldtoneel.
De New Deal heeft niet bereikt wat werd beoogd. Overigens meende Wouter Bos als MinFin toen de crisis uitbrak, dat 'we' hebben geleerd van de New Deal en dat de fout was dat ze er te vroeg mee zijn gestopt. Tja. Ik denk dat je wel mag zeggen dat QE één van de (actuele) fases zijn van de huidige New Deal die gaande is. Al 7 jaar. Dus eigenlijk heeft QE dus wel met New Deal 2.0 te maken. En de bouw van windmolens (waarvan ze donders goed weten dat het niet werkt) is onze Hooverdam, de overheid die 'investeert' in bouwprojecten (Keynesiaanse oplossing).
Ik denk dat we aan het einde zitten van fiat. Geld is schuld en geen waarde-opslag, en de overheid zit aan de knoppen voor conflict-bezwering, in conflicten waar de gewone man niets mee heeft. Misschien moeten we maar eens wat minder verdelen, en wat meer behouden. Kunnen we ook eens af van de wegwerp cultuur, en terug naar waarde en kwaliteit.
Ik zie niks in een New Deal 2.0. Die is al aan de gang.
bps
DrNomadZelf wat opbouwen en buffers aanleggen, begrijp ik; systemisch weerbaar.
"Kunnen we ook eens af van de wegwerp cultuur, en terug naar waarde en kwaliteit."
Yep. Kostbaardere spullen die langer meegaan zijn voordeliger en verspillen minder.
DrNomad
bpsDe kritek van Jean op de Euro is altijd geweest, one size fits all, en het knelt voor de Grieken (simpel gezegd).
Echter een Centrale Bank doet twee dingen, zij levert een standaard (die one-size-fits-all), en ze levert een centrale sturing van die standaard.
De kritek van de Libertariërs is op die centrale aansturing (en daarmee indirect ook de standaard). Die centrale sturing kan alleen als geld geen intrinsieke waarde heeft (zoals goud) maar fiduciare waarde. Zo komt het dat de ivoren toren een besluit neemt, en dat iedereen daar last van heeft. Als jij gouden dukaten bij jouw thuis in de kluis hebt liggen, of in iemand anders' kluis, dan kan de ivoren toren beslissen wat ze wil, maar jij hebt daar veel minder last van.
Kritiek op de Euro gaat vaak over de standaard. Maar het gaat ook mis met andere valuta. Dus volgens mij hebben we een centralisatie probleem. Een single point of failure, die inderdaad faalt.
Nu verliest geld waarde, en moet er op een andere manier waarde worden gecreëerd, en het tempo ligt steeds hoger. Ik denk dat die cyclus ook nog wel eens uit de bocht vliegt.
bps
DrNomadIk heb vertrouwen in waardevast geld. Dat hoeft niet goud gedekt te zijn.
Als het maar proportioneel is met z'n tegenwaarde, kapitaal, en uniek is.
En als ik er bij wet op vertrouwen kan dat mijn eigendommen van mij blijven, ben ik in principe geen goud nodig als geld.
Goud heeft dezelfde vervelende eigenschap als de eenheidseuro: het is vast eenheidsgeld voor alle verschillende economieën. Het kan zich niet verhouden en niet aanpassen.
Je beschreef trouwens wel aspecten omtrent WWII van US beleid en economisch (export)belang waar ik nog niet zo snel bij stilstond.
jefcooper
Het boek is een longread van iets van 350 bl over het verband tussen inkomensongelijkheid en instabiliteit.
Er kunnen meer boeken over het onderwerp zijn, maar die worden ook niet genoemd.
De conclusie van Galbraight is dat inkomensongelijkheid een gevolg is, en geen oorzaak.
Verder concludeert hij (met de zijnen, alles op basis van uitgebreid en statistisch onderzoek) dat de Europese arbeidsmarkt(en) flexibel genoeg zijn, dat uit de beweerde inflexibiliteit geen werkloosheid voortkomt.
jefcooper
jefcooperLudovikaa
jefcooperjefcooper
LudovikaaAls je vijf counties uit de VS inkomensstatistiek haalt is de toename van de inkomensongelijkheid weg.
Ik heb het boek nu niet bij de hand, maar de business kan ik je zo opnoemen:
Microsoft in Seattle.
Wall Street in New York.
Het militair industrieel complex in Washington DC na 11 sept.
Opkomende business met weer gigantische inkomens is genetische manipulatie etc.
Wat mij zeer verbaasde bij Galbraith waren de hoge inkomens, $ 200.000 per jaar, bij olie pijplijn transport.
Ludovikaa
jefcooperPeteur
Maar ik zie me wel voortdurend geconfronteerd met dik betaalde PR-mensen, voorlichters, communicatieadviseurs, adviseurs strategische communicatie, of hoe ze zich ook mogen noemen. De verhouding betaalde PR-figuren vs (min of meer) onafhankelijke journalisten is totaal scheefgegroeid, ook in financieel opzicht.
Kortom, mensen worden niet betaald naar kunnen. Gebakken lucht produceren verdient het meest.
pieter
Peteurjefcooper
PeteurNu zijn de media propaganda apparaten voor VSEUNATO.
Zodra er een kwaliteitskrant komt met objectief nieuws wil ik daar graag voor betalen.
Hoeveel mensen net als ik niet meer voor propaganda willen betalen, dat vraag ik me af.
MvdB
jefcooperjefcooper
MvdBDan stijgt het voetbal in mijn achting.
Molenaer
PeteurPeteur
Yogibeer
PeteurLeprechaun
YogibeerKlopt dat Yogi
Yogibeer
LeprechaunYogibeer
Yogibeerjefcooper
YogibeerDus in het algemeen diensten.
Yogibeer
jefcooperLeprechaun
Dat verklaart de peak spending. Verder adviseer ik U op YouTube de documentaire `Princes of the Yen` eens te bekijken, u zult vast een heel andere kijk op Japan krijgen en de huidige spelletjes met Quantative Easing die nu erg sexy zijn om in te zetten door centrale banken in de wereld.
DrNomad
Leprechaunhttp://youtu.be/jxUD8E-qbyI
pieter
DrNomadDrNomad
pieterDrNomad
Anton van Haasteren
DrNomadjefcooper
Anton van HaasterenDrNomad
Anton van Haasterenpeter
DrNomad1) een RvC die de RvB 20% loonsverhoging geeft
Onderbouwing: De concurrentie doet het ook, en wij willen de beste mensen kunnen blijven aantrekken om onze sterke positie te blijven behouden
2) Werknemers vraagt op de 0 lijn te zitten
Onderbouwing: Het gaat slecht met de economie. Als wij loonsverhogingen doorvoeren dan betekent dit dat wij mensen moeten ontslaan. Wij doen een beroep op de solidariteit van de werknemers.
Waarom is de redenatie niet?
1) Er zijn voldoende goede bestuurders. Als ze denken dat ze in het buitenland meer kunnen verdienen, dan moeten ze vooral gaan. Wij hebben een bron van capabele mensen die groot genoeg is om tegen bestaand salaris deze taak uit te voeren. Er is veel talent beschikbaar, met voldoende ervaring om deze taak uit te voeren.
2) Wij willen dat het salaris van onze werknemers voldoende groeit. Hun koopkracht zorgt ervoor dat wij onze producten kunnen verkopen. Dat moeten we in stand houden. Helaas kunnen we daarom wat minder rendement bieden aan onze aandeelhouders. Gaan die daarom weg? Wij denken van niet. Andere bedrijven zullen ook dat beleid gaan voeren, en daarom zullen ze genoegen moeten nemen met minder rendement.
OMDENKEN van de MARKT
peter
peterDrNomad
peterIk snap best dat u het met bovenstaande niet eens bent, maar het idee van vrije markt is nu juist dat men kan doen wat men wil en zich niets van uw mening hoeft aan te trekken. En de groep die u in de slachtofferrol hebt geduwd hebben natuurlijk ook meer opties, dan alleen afwachten totdat de dikke directeur reïncarneert tot Sint Filantropia. Als u wilt dat de markt doet wat u wilt, dan moet u naar de concurrent gaan.
Peter
DrNomadYogibeer
PeterLijken me vooral gedachten van een puber met de verkeerde opleiding en met weinig levenservaring en mogelijk een gebrekkige opvoeding.
DrNomad
PeterPeter
DrNomadU zou pas gelijk hebben als een individueel bedrijf dit beleid hanteert maar de meerderheid niet. En heeft u daarin gelijk? Nee, we zien wereldwijd dat de koopkracht werknemers afneemt, en de voordelen van productiviteitsverberteringen terechtkomen bij bedrijfswinsten, bestuurders, en aandeelhouders.
Dus welke keuze is er dan en hoe is dit te verklaren? De verdeling van bedrijfswinsten worden bepaald door bestuurders en aandeelhouders. Zouden zij zichzelf minder bedelen dan werknemers? De praktijk leert van niet.
De vrije markt heeft niet als doel dit maar te accepteren want klanten geven wel de acceptatiegraad aan. Zij verwacht dat binnen de vrije markt bedrijven zorgvuldig en eerlijk verdelen. Zij schuift die verantwoordelijkheid niet af naar de klant die wel of niet koopt. Dat is een sterke misvatting, en zo denken echte kapitalisten ook niet. Niet voor niks dat steeds meer kapitalisten vragen om sterk ingrijpen van vakbonden. Die zien zij niet als tegenstanders, maar als volwaardige deelnemers aan de vrije markt.
DrNomad
PeterEn 'verdelen' is niet het doel van de vrije markt. Dat is -uw- doel. Uw klachten over wat bij de grotere organisaties plaatsvinden kloppen ook niet. Dat gebeurt bij enkelen, niet bij allen.
Dat de koopkracht daalt -bij ons- is wegens torenhoge belastingen. Als u gaat werken, en dit kost uw werkgever 200 per maand, dan gaat er al 100 op aan werkgeverslasten en verplichte verzekeringen. Vervolgens is 100 uw bruto salaris, en daar gaat progressief nog eens 52% naar IB. En als u al uw geld uitgeeft in NL, dan gaat er nog eens 21% op aan BTW. Tellen we geen accijns, geen lagere overheid belasting en weet ik wat, en dan kom je op een koopkracht van 46, terwijl we met 200 begonnen. Dus 80% van het geld dat gemoeid is met uw arbeid komt bij de fiscus.
In andere landen werd de koopkracht juist beter, denk BRICS, maar dat dondert nu ook in elkaar door de geknapte bubbel in China, en eigenlijk ook een naijl effect van de crisis hier.
Dus ik weet niet wat uw stelling is. The world is unfair, deal with it,
Anton
Verder stel je "Maar goed de conclusie is dus SP stemmen om de herverdeling op gang te krijgen als ik het goed begrijp.". Dat probeerde ik juist niet te zeggen. In Nederland wordt de politiek, ook de SP, sterk beïnvloed door het mainstream economische denken, alleen al doordat ze hun oren min of meer moeten laten hangen naar het CPB, zoals alweer een tijd geleden mooi is verwoord door Hans de Geus:
http://www.ftm.nl/column/het-cpb-machtig-instituut-met-tunnelvisie-longread/
pieter
AntonMaar dat stuk van de cpb heb ik gelezen en in hoeverre het beleid bij de SP word bepaald door het cpb weet ik eigenlijk niet. Maar de SP is volgens mij de enige partij die zich hard maakt voor loonsverhogingen, hoger minimumloon en welvaartsverdeling die leid tot minder vraaguitval. En als ik je stuk goed heb begrepen, is dat volgens jou een deel van de oplossing.
Ik heb een linkje bijgevoegd van de discussie met barbara baarsma (die ik schaar onder mainstream economisch denken) en roemer die daar juist tegenin gaat.
https://www.youtube.com/watch?v=cNIjeX5IgTg
Overigens heb ik wel bij de sp een plan ingediend om het schuldpercentage in geld omlaag te brengen, het financiële deel van de economie te verkleinen, omdat die op dit moment voornamelijk parasiteert op de reële economie en kredietcreatie voor huishoudens aan banden te leggen, maar daar is vooralsnog weinig mee gedaan. Volgens mij was een probleem dat dat te ingewikkeld zou zijn om aan de kiezer uit te leggen.
jefcooper
pieterHelaas is BB inderdaad mainstream.
De 70 economen die in 1997 uitlegden dat de euro niet kan werken zijn monddood gemaakt.
Yogibeer
pieterEr bestaat zelfs sinds 2013 een 'Mises Instituut Nederland', een vestiging van het in 1982 opgerichte, ultra-neoliberale, internationale Mises Intitute met vestigingen in vele landen. De doelstelling ervan is om de libertaire, en vooral asociale (!), richting van het liberalisme te promoten, volgens de gedachten van Ludwig von Mises, Friedrich Hayek, Murray Rothbard e.a. Zelfs professoren van de Erasmus Universiteit Rotterdam, en de Universiteit van Maastricht o.a. lenen zich voor het geven van cursussen ten behoeve van dit Instituut.
Andere professoren, zoals aan de Universiteit van Tilburg, profeteren in de media al jaren de komst van hyperinflatie terwijl daar al jaren geen spoor van te bekennen is, zelfs integendeel. Prof. econoom Harry Verbon pleit in de Volkskrant voor het instellen van een dictatuur in Griekenland. Enzovoort.
Nederlandse studenten zouden heel goed vooraf moeten uitzoeken waar ze gaan studeren en welke richting het onderwijs instituut aanhangt.
Anton
pieterVanuit het perspectief van de individuele werkgever is dat wellicht ook zo.
Maar als je het vanuit het perspectief van de economie als geheel bekijkt, zeker in de huidige sitautie van hoge inkomensongelijkheid, is het precies andersom. Meer inkomen voor de gewone werknemer (lagere en middeninkomens) = relatief minder inkomen voor de hogere inkomens (door lagere bedrijfswinsten) = hogere bestedingen (want de hogere inkomens potten die winsten meer op, dan de lagere- en middeninkomens hun extra loon oppotten) = economische groei = meer werk = vervolgens ook weer meer bedrijfswinsten. Die relatie staat ook wel bekend als de Kaldor paradox.
Zie o.a (goed leesbaar).
https://www.bondvigilantes.com/blog/2012/02/08/competitiveness-confusion-reigns-supreme/
Of (technisch):
https://cama.crawford.anu.edu.au/pdf/working-papers/2005/062005.pdf
Hieronder heb ik de conclusies uit dat laatste artikel ietwat ingekort weergegeven:
(i) [..] Competitiveness, measured or interpreted in terms of unit labor costs [ulcs], is not just a technical concept. It embodies the social relations that affect the distribution of income between the social classes.
(ii) This casts doubt on the traditional interpretation of ulcs, namely, that the lower the better (i.e., the more competitive the economy is). Once distributional considerations are brought into the picture, it is possible that a higher unit labor cost (i.e., a higher labor share) leads to higher growth rates in the context of a wage-led growth economy.
(iii) Kaldor’s paradox, the empirical finding that the fastest growing countries in terms of exports and/or GDP in the post-war period have at the same time experienced faster growth in their ulcs, and vice-versa, is a not an anomalous or perverse result. Indeed, a higher labor share need not lead to a less competitive economy.
[…]
(v) Following
Ludovikaa
AntonAnton
LudovikaaLudovikaa
AntonZie: https://www.sp.nl/onderwerp/spark
Anton
LudovikaaNils de Graaf
Het laatste deel van deze bewering ontkracht je verderop waarbij je stelt dat geld door banken uit het niets wordt gecreeerd.
Kan de relatie niet andersom zijn, dat juist geleend geld bij de hogere inkomens terecht komt? Bijvoorbeeld omdat leningen de grondprijzen opdrijven?
Anton
Nils de GraafDat laatste hebben ze in toenemende mate kunnen doen doordat de politiek, in haar streven om het lenen door de lagere- en middeninkomens te stimuleren en zo de economie op gang te houden, de financiële sector in toenemende mate heeft gedereguleerd.
Yogibeer
Nils de GraafEen private bank die meer uitleent dan haar solvabiliteit toelaat, kan in grote problemen komen zoals bij de bankencrisis van 2008 heel duidelijk is gebleken. Er waren banken met een ongewogen solvabiliteit - het weerstand-(risico-)vermogen op hun balans t.o.v. het balanstotaal - van rond 3% tot 4%, terwijl bij elk ander commercieel bedrijf 20% tot 30% als veilig en nodig wordt beschouwd. Sinds Anat Admati's boek is ook de banken-dereguleerder van destijds, Alan Greenspan, daarvan overtuigd.
Leprechaun
YogibeerYogibeer
LeprechaunLeprechaun
YogibeerYogibeer
LeprechaunMisschien dat bankdiensten dan duurder worden maar dat is dan de prijs voor meer kwaliteit.
Leprechaun
YogibeerSaai, maar over dit onderwerp zijn wij beide wellicht voorlopig even stil.
Yogibeer
LeprechaunDus snel banken wettelijk dwingen tot een ongewogen benadering van solvabiliteit - aan te houden naast hun intern 'risk management' - en ze op termijn vastpinnen op minimaal 20% solvabel.
boftm
Yogibeerpeter
YogibeerDe uiteindelijke vraag is: welke preventieve werking zou meer eigen vermogen hebben gehad waarbij we kunnen stellen dat deze crisis had kunnen worden voorkomen?
Ik denk dat ik Robin Fransman dan meer gelijk ga geven dan Bas Jacobs. Toen de crisis begon was het vraagstuk helemaal niet wat de solvabiliteit was van banken. Het probleem was: niemand wist wie welke risico's in de boeken had staan. En daarom werden alle geldmarktlijnen ingetrokken en hielden alle banken het geld in huis. Daardoor was er een liquiditeitsprobleem en helemaal geen solvabiliteitsprobleem. Geen bank die een andere bank geld uitleende omdat die best wel een goede solvabiliteit had. Hoe moesten ze dat beoordelen? Als iedereen twijfelt aan de waarde van een asset, wat voor zinnigs moet hij dan nog zeggen over de solvabiliteit. Een discussie over te hoge of te lage solvabiliteit was totaal niet zinnig toen. Op dat moment bestond solvabiliteit gewoon niet meer. Het was niet meer te bepalen.
Yogibeer
peterJa, dat dank je de koekoek, als belastingbetalers in plaats van aandeelhouders de dupe zijn omdat de banken 'too big to fail' zijn. Maar bij elk ander bedrijf dat niet 'too big to fail' is zijn het alleen de eigenaars c.q. aandeelhouders die de dupe zijn en over het algemeen niet de belastingbetalers. Overigens dient solvabiliteit niet voor uitbetalingen bij faillissement maar voor het opvangen van verliezen bij tegenvallers, en is de solvabiliteit zodanig van omvang dat een faillissement nooit voorkomt. Een liquiditeitsprobleem is geen probleem als er voldoende solvabiliteit is, in zo'n geval treedt de centrale bank op als lender of last resort om de nodige liquiditeiten in de vorm van een bijzondere lening te verstrekken. Elk ander commercieel bedrijf dat voldoende solvabel is leent dan liquiditeit bij haar bank.
Het probleem dat niemand weet welke risico's een ander in de boeken heeft staan is een technisch gebrek, van te weinig transparante verslaggeving en eventueel accountantscontrole. In dit geval waren het ratingbureau's die ten onrechte een triple-A status toekenden aan financiële wanproducten die dat helemaal niet waard waren. Bij een voldoende solvabiliteit vang je zulke regelmatig voorkomende calamiteiten zelf op. Ergo heeft Bas Jacobs gelijk, en dat niet alleen, zelfs Alan Greenspan is momenteel voor een ongewogen solvabiliteit tussen 20 en 30% bij banken.
Leprechaun
Yogibeer