Minister Ferd Grapperhaus van Justitie staat journalisten te woord na de liquidatie van advocaat Derk Wiersum, op 18 september 2019.

Wat voor de bovenwereld geldt, is net zo waar voor de onderwereld: wie wil weten waar de macht zit, volgt het geld. Lees meer

Criminaliteit stopt niet als er een kopstuk achter de tralies verdwijnt of een drugslijn wordt opgerold. De miljoenenwinsten dienen als smeermiddel voor een bestaan in de bovenwereld, met hulp van corrupte ambtenaren en gedienstige financieel dienstverleners. En dat is niet de enige grote geldstroom: er vloeien miljarden belastinggeld naar criminaliteitsbestrijding.

10 artikelen

Minister Ferd Grapperhaus van Justitie staat journalisten te woord na de liquidatie van advocaat Derk Wiersum, op 18 september 2019. © Bart Maat / ANP

Het ‘super-rechercheteam’ van Grapperhaus was van meet af aan kansloos

Het Multidisciplinair Interventie Team van justitieminister Ferd Grapperhaus zou hét antwoord worden op de georganiseerde misdaad. Inmiddels heeft Grapperhaus opvolger Dilan Yesilgöz de stekker uit ‘de Nederlandse FBI’ getrokken. Follow the Money reconstrueerde samen met De Groene Amsterdammer, Investico en Argos hoe het MIT werd vermorzeld door de polder.

0:00
Dit stuk in 1 minuut
  • Het is deze week drie jaar geleden dat advocaat Derk Wiersum werd vermoord. Als reactie op deze ‘aanslag op de rechtsstaat’ werd het Multidisciplinaire Interventie Team (MIT) in het leven geroepen. In het MIT zouden de politie, het Openbaar Ministerie, de FIOD, de Douane, de Belastingdienst, Defensie en de Koninklijke Marechaussee samenwerken.
  • Het MIT is nooit goed van de grond gekomen, onder meer omdat niet duidelijk werd wat het MIT precies ging doen.
  • Follow the Money reconstrueerde de opkomst en ondergang van het MIT samen met De Groene Amsterdammer, Investico en Argos op basis van honderden interne documenten over de totstandkoming van het team, vrijgegeven na een beroep op de wet openbaarheid bestuur.
  • Follow the Money brengt de strijd van de overheid tegen de georganiseerde misdaad in kaart. Hoeveel geld is daarmee gemoeid? En hoe botst de politieke wens met de Hollandse werkelijkheid, en de keiharde internationale drugseconomie?
Lees verder

Ferd Grapperhaus ziet er aangeslagen uit. De CDA-minister van Justitie en Veiligheid wordt op 18 september 2019 omringd door een kluwen journalisten. Hij is duidelijk geëmotioneerd. Die ochtend is in de Amsterdamse wijk Buitenveldert een moord gepleegd. Het is niet zomaar een moord, want het slachtoffer is een advocaat. Sterker: Derk Wiersum was de raadsman van Nabil B., de kroongetuige die een reeks belastende verklaringen heeft afgelegd in het Marengo-proces tegen de bende van Ridouan Taghi. Een jaar eerder is de broer van Nabil B. al vermoord, vermoedelijk uit wraak. 

Grapperhaus haalt diep adem en zegt: ‘De georganiseerde misdaad in ons land is weer een grens overgegaan.’ Hij noemt het een aanslag op de rechtsstaat, die niet zonder gevolgen kan blijven. Nog diezelfde dag dienen Kamerleden Pieter Heerma (CDA) en Klaas Dijkhoff (VVD) een motie in, waarin ze vragen om een ‘interventieteam ondermijning’ (...) ‘met de enkele opdracht om criminele netwerken op te rollen en zware jongens grote sommen geld te ontnemen’. 

Het lijkt een spontane ingeving, maar de moord op Wiersum is vooral de aanjager van een idee dat er al lag. Heerma heeft begin september van dat jaar in De Telegraaf opgeroepen tot de vorming van een eenheid die de ‘war on drugs’ moet aangaan. De fractievoorzitter van het CDA wil de opsporingsdiensten in één team plaatsen, zodat ze achter ‘de grote vissen’ aan kunnen gaan.

In de dagen voor het interview met De Telegraaf heeft Heerma uitgebreid contact gehad met Jan Struijs, de voorzitter van de Nederlandse Politiebond. Struijs pleitte eerder al voor een flinke versterking van de Landelijke Recherche, waarbij hij een aantal van vijfhonderd rechercheurs noemde.

‘Landelijk, flexibel en multidisciplinair’

Een dag na de schokkende moord staat Grapperhaus opnieuw voor de perscamera’s. Hij zegt dat hij een antidrugseenheid in het leven wil roepen. Ondertussen zijn zijn ambtenaren op de achtergrond al hard aan het werk om een toespraak te schrijven, als reactie op de liquidatie van Wiersum én op het plan van Heerma. De emotionele betrokkenheid van Grapperhaus blijkt uit de vrijgegeven documenten. Op de avond van de moord mailt hij in kapitalen aan zijn ambtenaren niet tevreden te zijn over de speech die ze voor hem hebben geschreven: ‘IK VIND DIT GEEN STERKE TEKSTEN, TO SAY THE LEAST. IK VIND DAT WE SCHERPER MOETEN FORMULEREN. VEEL GEMOTIVEERDER MOETEN DOORKOMEN MET DE NOODZAAK VAN AANPAK VAN ONDERMIJNING’. 

‘Wij zetten het beste wat de Nederlandse opsporingsdiensten te bieden hebben tegenover het slechtste wat de zware en georganiseerde criminaliteit in Nederland heeft voortgebracht’

De ambtelijke top krijgt de taak input te halen bij verschillende partijen die een bijdrage zouden moeten leveren. Uiteindelijk leidt dat tot een zogenoemd Plan van Aanpak, met daarin een eerste schets van het nieuwe team. ‘De strijd tegen de internationale georganiseerde misdaad is uitermate complex en vereist daarom onorthodoxe en innovatieve maatregelen’, klinkt het ronkend. ‘Een hiervan is de oprichting van een landelijk, flexibel en multidisciplinair interventieteam. Wij zetten het beste wat de Nederlandse opsporingsdiensten te bieden hebben tegenover het slechtste wat de zware en georganiseerde criminaliteit in Nederland heeft voortgebracht.’

Enter MIT, een superteam van maar liefst 400 opsporingsambtenaren, deels gevoed met de fine fleur van de zogenaamde ‘moederdiensten’: politie, Openbaar Ministerie, marechaussee, douane, Belastingdienst en FIOD, aangevuld met nieuwkomers, speurneuzen met op zijn minst een hbo- of universitair diploma op zak. 

Al snel is er interne kritiek. ‘De aantallen [mensen, red.] zijn uiterst discutabel’, schrijft een topambtenaar van Justitie. En ook het hoofd van de Zeehavenpolitie, essentieel als het gaat om het tegenhouden van de duizenden kilo’s cocaïne die jaarlijks naar Nederland komen, is weinig enthousiast. ‘Ik vrees dat hier nog even goed over nagedacht moet worden voordat we kunnen stellen dat dit een goed idee is’. 

Wantrouwen en wrevel

Een paar dagen later ontvangt het ministerie van Justitie en Veiligheid een e-mail van de regioburgemeesters, die vrezen dat de capaciteit voor het nieuwe team ten koste gaat van die in de regio. Zorgen zijn er ook bij de Koninklijke Marechaussee. ‘Het is niet zo dat KMar ergens een voorraadje collega’s heeft klaar staan.’ Zo zijn er veel meer tegenwerpingen vanuit de zes betrokken organisaties, kritiek die zich als volgt laten samenvatten: we hebben al voldoende capaciteit en kwaliteit bij de bestaande clubs en het MIT gaat daar alleen maar op kannibaliseren.

Het wantrouwen is manifest en de eerste irritaties komen aan de oppervlakte. Een lid van de politiekorpsleiding mailt: ‘Wat mij betreft wordt er nog te veel in superlatieven gesproken. De schijn van een superteam dat alles oplost, moeten we zien te voorkomen.’ Een collega: ‘De tijdsdruk is groot, interne afstemming heeft maar minimaal kunnen plaatsvinden.’ En dan, cynisch: ‘En ik zie dit als een inspanningsverplichting, niet als een resultaatsverplichting.’

Volgens betrokkenen wilde Grapperhaus per se iets nieuws: ‘Simpelweg de dijken versterken was niet sexy genoeg’

Ook de top van het Openbaar Ministerie toont zich op 7 oktober zeer kritisch in een brief aan minister Grapperhaus. ‘Het OM is geen voorstander van een aparte drugsunit of een andere structuur. Extra capaciteit voor de strafrechtelijke en financiële aanpak moet centraal binnen de bestaande structuur van de Landelijke Eenheid/Dienst Landelijke Recherche en de FIOD worden ondergebracht.’ De zware kritiek van politie en OM is nogal pijnlijk: het nieuwe team moet worden ondergebracht bij de politie en opereert onder gezag van het OM. Uitgerekend de twee belangrijkste organisaties zien het dus meteen al niet zitten.

Grote verwachtingen

Op 4 november stuurt minister Grapperhaus een brief aan de Tweede Kamer. Ondanks de bezwaren van de politie en het OM, en zorgen bij de regioburgemeesters, heeft hij besloten dat er een Multidisciplinair Interventie Team (MIT) moet komen. Een nieuwe structuur dus, tegen het advies van onder meer het OM in. Volgens betrokkenen wilde Grapperhaus per sé iets nieuws. ‘Simpelweg de dijken versterken was niet sexy genoeg’, zegt een van hen. 

De politieke verwachtingen zijn groot, binnen enkele jaren moet het nieuwe team operationeel zijn én met diepgravend onderzoek het verschil maken. ‘Het MIT richt zich op het verstoren van de bedrijfsprocessen van criminele kopstukken en hun netwerken, waaronder financiële en digitale facilitators, en pakt deze ook op’, schrijft de minister. Er is een bedrag van 110 miljoen euro vrijgespeeld, waarvan een aanzienlijk gedeelte bestemd is voor Bewaken & Beveiligen. Immers, de moord op Wiersum heeft ertoe geleid dat tientallen officieren van justitie, rechters en advocaten permanente persoonsbeveiliging nodig hebben. En dat kost geld.

De naam zorgt voor verwarring, want ‘interventie’ is precies wat de al bestaande recherchediensten doen 

Direct na het uitroepen van het MIT hangen woedende rechercheurs aan de lijn bij de politievakbonden. Wat is de minister van plan? Wil hij soms een nieuwe parallelle politiedienst opzetten? Ook de naam zorgt voor verwarring, want ‘interventie’, plat gezegd ‘boeven vangen’, dat is precies wat de al bestaande recherchediensten doen. Een hoge bron, betrokken bij het MIT, zag direct al problemen opdoemen door de beloften van de minister in de Kamerbrief. ‘Die formuleerde een enorm brede doelstelling. Dat was niet handig, want dat was niet uit te voeren.’

Bij het nieuwe team zelf werken ze ondertussen hard en onverschrokken door. Een bezoek van de vaste Kamercommissie Justitie werkt aanstekelijk. ‘We gaven uitleg over onze plannen, en daar werd enthousiast op gereageerd’, zegt een voormalig MIT-functionaris. Dat het team vanaf september 2020 kan intrekken in het politiebureau in vestingstad Gorinchem geeft het moraal een nieuwe boost. Grapperhaus verzorgt de openingsspeech. Ook besluit het MIT de deuren open te zetten voor de media. Eind oktober verschijnt in NRC een reportage over de plannen, waaruit blijkt dat de nieuwe dienst vooral geen concurrentie moet zijn voor bijvoorbeeld de Landelijke Recherche. ‘We moeten naast het bestrijden van incidenten meer toe naar het verstoren van het criminele systeem’, tekent de krant op uit de mond van van ‘een strak geklede dertiger die afkomstig is van de FIOD’.

Dat de koning het MIT noemt in de Troonrede is een hart onder de riem, maar achter de schermen ettert het door – ook intern

Dat de koning het MIT noemt in de Troonrede zien de teamleden ook als een hart onder de riem. ‘Voelt een beetje als de Nobelprijs voor Obama aan het begin van zijn presidentschap. Maar goed het staat er toch maar: ons team en samenwerkingsverband genoemd in de Troonrede van vandaag’, appt een MIT-functionaris in een groepsgesprek.

Achter de schermen blijft het echter dooretteren. Een ambtenaar van Justitie klaagt op 10 augustus 2020 over kikkers die ‘al dan niet met de beste bedoeling, uit de kruiwagen springen’, doelend op de niet-aflatende stroom interne kritiek. Een collega stelt vast dat ‘het MIT de komende jaren een lege doos is die in hoge mate afhankelijk is van wat die moederdiensten leveren om MIT-onderzoeken mogelijk te maken.’ Vertegenwoordigers van politie en OM stellen ‘dat het MIT ‘nog heel lang nauwelijks meer is of zal zijn dan een projectorganisatie en daarom veel hulp behoeft van de moederdiensten.’

Kantelende beeldvorming

Het verzet speelt zich voornamelijk af achter de schermen. De enige hoge politieman die – uiteindelijk – openlijk protesteert tegen het nieuwe team is recherchechef Andy Kraag. Onder zijn leiding heeft de Landelijke Recherche grote hoeveelheden versleutelde berichten van criminelen gekraakt. Dat heeft geleid tot de nodige arrestaties en spectaculaire doorbraken in onderzoeken. Voor Kraag krachtige argumenten tegen het MIT. Hij zegt in de krant bang te zijn voor bureaucratisering. ‘En het verdunnen van cruciale expertise. We hebben nu een goudmijn in bezit met een gerichte aanpak.’ Dat interne mails van Kraag (met als onderwerp: ‘ALARMBEL’) uitlekken aan NRC helpt voor de beeldvorming ook niet mee. 

Grapperhaus lijkt niet te weten wat hij wil met het MIT, en zijn ambtenaren proberen wanhopig om er een lijn in aan te brengen

De recherche zit op een goudmijn aan informatie waar ze nog jaren mee vooruit kan – waar was die nieuwe eenheid dan nog voor nodig? De recherche is zwaar onderbezet en de ontsleutelde chatberichten blijven niet eeuwig actueel. Het oprichten van een nieuwe dienst vreet tijd en energie, terwijl de politie wil doorpakken. Een betrokken officier van justitie daarover: ‘In de cryptodata zit alles wat we nodig hebben. Informatie over grote kopstukken, informatie over witwassen van drugsgeld, informatie over corruptie. Hier kunnen we jaren mee vooruit. En om dat goed te kunnen, hebben we meer mensen nodig en geen nieuwe structuur.’

‘Welk probleem lost het MIT op?’

Eind januari 2020 stelt een ambtenaar van Justitie in een e-mail een paar prangende vragen aan collega’s: ‘Welk probleem lost het MIT op? Waarom slagen we er nu niet in om te doen wat het MIT beoogt te gaan doen?’ Het zijn fundamentele kwesties die blijven terugkeren.  

Het pijnlijke is dat Grapperhaus zelf het ook niet lijkt te weten. In februari 2020 stuurt een ambtenaar van zijn departement een openhartig mailtje aan een collega: ‘Vanmiddag met Minister gesproken, wederom over hetzelfde.’ Het was ‘een herhaling van zetten.’ Na afloop hebben de  ambtenaren onderling overleg: ‘We waren het er over eens dat de bespreking niet geholpen heeft en dat M [minister Grapperhaus, red.] nu genoeg stukken heeft. Besproken dat we nu alles moeten doen om het terug te brengen tot een boodschap die bij hem beklijft en die hij overal als een mantra kan herhalen. Dit lijkt erg op het traject van het najaar, waar hij uiteindelijk geholpen bleek te zijn met een vereenvoudigde versie van zijn politieke verhaal.’ 

Grapperhaus lijkt niet te weten wat hij wil met het MIT, en zijn ambtenaren proberen wanhopig om er een lijn in aan te brengen. Toch is het nieuwe antimisdaadteam meer dan een door emotie ingegeven bevlieging van een CDA-bewindsman. De roep om meer slagkracht voor de Nederlandse recherche is er al veel langer. In 2015 publiceerde de voormalig financieel rechercheur Michiel Princen De gekooide recherche, waarin hij een pijnlijk beeld schetst van de falende opsporing in Nederland. Een jaar later verscheen het onderzoeksrapport Handelen naar waarheid. Dat maakte duidelijk dat de recherche onderbezet is, te weinig vakkennis heeft en dat opsporingsdiensten te weinig samenwerken en informatie delen. Omdat er zelfs na die alarmerende publicaties weinig veranderde, luidde vakbondsleider Jan Struijs in februari 2018 de alarmbel met het rapport Noodkreet recherche: waar blijft onze versterking

‘De opsporing heeft nooit echt de tijd om goed te doorgronden hoe de systematiek van de georganiseerde criminaliteit in elkaar zit’

In 2019 pleitte Struijs voor ‘een Nederlandse FBI’. De politie heeft op dat moment de handen vol aan alle liquidaties in en rond Amsterdam: ‘Van langdurig en geconcentreerd onderzoek naar de structuur van deze winstgevende misdaadsector komt in de praktijk weinig tot niets terecht.’ Precies daar zou het MIT toegevoegde waarde kunnen hebben volgens Struijs: door een slag dieper te graven dan de bestaande rechercheteams. In de ideale situatie zou het het een innovatief en niet-bureaucratisch team zijn met vooral hbo- en universitair geschoolde analisten dat niet alleen op ‘kilo’s en kerels’ jaagt maar de drugsmarkt diepgaand analyseert. De nieuwkomer zou in de ogen van voorstanders van het MIT niet alleen kijken naar het zichtbare topje van Brabantse wietschuren en pillenboeren, maar de hele ijsberg in beeld proberen te krijgen.

‘We hebben gekeken: wat missen we?,’ vertelt een bij het MIT betrokken bron. ‘De opsporing heeft nooit echt de tijd om goed te doorgronden hoe de systematiek van de georganiseerde criminaliteit in elkaar zit. Hoe kan het dat we niet bij het geld komen? En hoe kan het dat jongens, die niet hoogopgeleid zijn, in zo’n constructie hun geld kunnen wegzetten waar de opsporing niet bij komt? Er is nooit tijd om daar goed naar te kijken. Het idee was om de informatie die er is bij alle deelnemende organisaties met andere ogen te gaan bekijken.’

De spagaat: snel of diepgravend?

Een andere term die voorstanders van het MIT graag gebruiken is ‘intelligence’. Het team zou een soort inlichtingendienst worden, die talloze databases bij elkaar brengt om verborgen verbanden en dreigingen zichtbaar te maken. Overigens een een taak waar – nog – geen stevige wettelijke basis voor is. Tijdens een expertsessie over het MIT in de Tweede Kamer, op 16 september 2021, wezen de politiebonden, de FIOD en hoogleraar strafrecht Marianne Hirsch Ballin erop dat de ambitieuze plannen strijdig zijn met de huidige wetgeving. Massaal gegevens verzamelen en combineren van burgers tegen wie geen concrete verdenking is, mag niet. Om het MIT echt diepgaande analyses te laten maken zou dus het hele privacyrecht op de schop moeten. 

De discussie over privacy laat een ander fundamenteel probleem van het MIT zien: grondig onderzoek kost tijd, terwijl de politiek snel aansprekende resultaten eiste. De eerste interne plannen spreken van een ‘onbureaucratisch’ en ‘innovatief’ interventieteam. Een cartoonachtige schets van het MIT van december 2019 noemt het ‘snel’ en hands on’. Een tekstballon rept van ‘kortcylisch werk = resultaat na 3 à 4 weken’. Dat staat dus haaks op het idee van diepgravende analyses.

In februari 2020, vlak voor het uitbreken van de coronacrisis, vragen de ‘kwartiermakers’ van het MIT nadrukkelijk om tijd: ‘Het MIT wil de tijd krijgen om haar meerwaarde te bewijzen.’ Omdat het MIT helemaal nieuw is en er geen blauwdruk bestaat vragen ze ruimte, tijd en rust ‘voor het groeiproces.’ Een ambtenaar van Justitie hakt hier in een mail van 4 maart genadeloos op in: ‘In jullie stuk staan termen als aantonen, blootleggen, beschrijven, benoemen, samenwerken etc. En dan kan ik me voorstellen dat tegenstanders/concurrenten zeggen: en dat kost dan € 130 miljoen?’

Terwijl de zes betrokken organisaties intern steggelen, trekt de criminele buitenwacht zich bitter weinig aan van de strijd tegen ondermijning. In de havens van Rotterdam en Antwerpen komen recordhoeveelheden drugs binnen, journalisten en juristen moeten worden beveiligd. De verharding na de moord op Wiersum gaat door en culmineert in de zomer van 2021 in de dodelijke aanslag op Peter R. de Vries, vermoedelijk uit wraak omdat hij als vertrouwenspersoon van de kroongetuige opereert. Nederland reageert geschokt. Maar ook in het buitenland zijn de ogen op Nederland gericht. De cover van Der Spiegel beeldt het Nederlandse kaasmeisje Frau Antje af met een kalasjnikov in haar hand en een joint tussen de lippen. Ze draagt een kaas waarin cocaïne is verstopt. 

Eindeloos gesteggel over geld

Naast weerzin vanuit betrokken organisaties is er achter de schermen ook permanente onzekerheid over de financiering. Ambtenaren gaan er vanaf het begin van uit dat het MIT wel eens tijdelijk zou kunnen zijn. Het heeft zijn hele (korte) bestaan te maken gehad met wisselende budgetten. Het aantal potentiële medewerkers schommelde ook steeds. 

De eerste concrete getallen komen we tegen in een interne nota van Justitie van 23 september 2019, die spreekt van ‘200 fte intelligence’ en een geschat budget van circa 40 miljoen euro per jaar. Het team zou in 2022 op volle sterkte moeten zijn. Een paar dagen later rept een mail van 350 fte. Op 25 september noemt een ambtenaar als eerste uitgangspunt voor de aanpak: ‘Tijd kopen: belangrijk om een goed doordacht toekomstbestendig plan in elkaar te zetten en niet nu overhaast iets inrichten wat uiteindelijk niet werkt.’ 

Let wel: we zijn dan pas op pagina 29 van vele honderden vrijgegeven stukken, een week na de moord op Wiersum. In latere mails en nota’s komen steeds wisselende aantallen fte voor: 350, 616, 403, 436 en dan weer 350. Deze lijst met steeds wisselende getallen zou hier eindeloos uitgebreid kunnen worden, maar het beeld is duidelijk: de verwarring is groot en de ambtelijke organisaties werken voortdurend langs elkaar heen.

Financiën heeft geen zin er iets extra’s in te steken: Grapperhaus moet het geld voor het MIT maar uit zijn eigen budget halen

Al op 30 september 2019 snijdt een ambtenaar van Financiën een pijnlijk onderwerp aan: ‘Aandachtspunt is dat wij niet werven op incidentele middelen, structurele toezegging is daarbij vereiste en dat daar de bijdrage van de Belastingdienst afhankelijk van is.’ Zolang het MIT geen structurele financiering krijgt, gaat het ministerie dus geen mensen aannemen.

Financiën is het moederdepartement van drie van de partnerorganisaties van het MIT (FIOD, Belastingdienst en douane) en bovendien de beheerder van de schatkist. Het ministerie hecht aan deugdelijke langetermijnbegrotingen en werkt liever niet met de onoverzichtelijke tijdelijke potjes waar Justitie om bekend staat. Daar maken ambtenaren zich zorgen dat de plannen voor het MIT ‘kwetsbaar’ zijn en dat Financiën er makkelijk ‘een bres in kan schieten.’ 

Financiën heeft ook geen zin er iets extra’s in te steken: Grapperhaus moet het geld voor het MIT maar uit zijn eigen budget halen. Het geschuif met het budget is in feite het ‘herlabelen van middelen voor politie. Vanuit de politie zal tegen deze benadering grote bezwaren bestaan (“sigaar uit eigen doos”),’ zo staat in  een nota uit maart 2020. 

Interne mail van Justitie: ‘Als er geen geld komt, moet op enig moment de stekker eruit’

Het blijft steeds maar opduiken in de mailtjes: er mogen geen ‘onomkeerbare stappen’ worden gezet, uitgaven moeten ‘no regret’ zijn en rekening houden met ‘afschalingskosten’. Een ambtenaar schrijft dat er ‘geen onomkeerbare besluiten mogen worden genomen. Bij het werven van personeel is dat eigenlijk een onmogelijke opdracht.’ Op 24 maart 2020 schrijft een ambtenaar van Justitie dat de minister nu toch echt duidelijk moet maken dat het MIT prioriteit heeft. Zo niet, dan ‘staat er iets waar inderdaad op enig moment de stekker uit moet als er geen geld komt.’ 

Eind mei is het duidelijk dat er fors bezuinigd moet gaan worden. Van het brede offensief tegen ondermijning blijven 55 miljoen euro over voor Bewaken en beveiliging en 93 miljoen voor het MIT. Geld voor de regio’s en voor preventie zijn gesneuveld. Er komt ook geen Afpakmonitor: ‘Aan de Kamer gecommuniceerd maar niet te koppelen aan bewaken en beveiligen en ook niet aan het MIT. Dus gaat het niet door.’ 

Wat heeft het MIT gekost?

Afgelopen juni meldde NRC dat de overheid zo’n 158 miljoen euro had uitgegeven aan het MIT en de ondersteunende moederdiensten. Dat is het bedrag dat je krijgt als je alle jaarbudgetten op papier bij elkaar optelt. Navraag bij Justitie levert meer details op. Het MIT zelf heeft € 8,7 miljoen gekost in 2020 en € 28,8 in 2021. Voor dit jaar was € 53,3 miljoen voorzien. Het verschil met de € 158 miljoen totaal van NRC is dat in dat bedrag ook al het geld zit voor de versterking van de moederorganisaties, zoals politie en OM. 

Daarnaast hebben in de beginfase van het MIT Accenture voor € 3,6 miljoen geadviseerd en Cap Gemini voor € 42.000. De huur van het pand bedroeg tot april van dit jaar € 415.000. Het datawarehouse, waarin het MIT alle informatie zou gaan verwerken, heeft tot nu toe € 8,1 miljoen gekost.  

Lees verder Inklappen

De slotakte

In het najaar van 2021 ploft bij minister Grapperhaus een brief op het bureau, getekend door de voorzitters van de twee grootste politiebonden. De brief, waarin Follow the Money inzage heeft gehad, is glashelder en snoeihard: De bonden roepen de minister op te stoppen met het MIT. ‘De schade is naar onze mening zo groot dat wij, zij het tot onze teleurstelling, tot de conclusie zijn gekomen, dat de politie niet toe is aan het beheren en het vormgeven van het MIT.’ Ook in de media blijft het team voortdurend negatief voorbij komen. In aanloop naar de expertsessie in de Tweede Kamer had criminoloog Cyrille Fijnaut keihard uitgehaald. In een interview met Het Parool noemde hij het MIT ‘het domste plan uit de Nederlandse politiegeschiedenis’. 

Ook misdaadjournalist John van den Heuvel doet een duit in het zakje. Regelmatig schrijft hij in zijn columns in De Telegraaf dat zo’n nieuwe club niet de oplossing is. Op 5 januari 2022 geeft hij de nieuwe minister – Grapperhaus is inmiddels vertrokken – een dringend advies. ‘Stop onmiddellijk met het multidisciplinair interventieteam (MIT) en bouw het om tot een taskforce die per direct gaat jagen op geldstromen van criminele organisaties. Ik weet het, er zijn al miljoenen gegaan naar dit zielloze, tot mislukken gedoemde project waar op zich zeer capabele mensen zich nu de tanden op stukbijten. Het extra geld dat het nieuwe kabinet vrijmaakt voor de aanpak van georganiseerde misdaad moet naar de landelijke recherche en niet naar het MIT.’

Voor Yesilgöz was het een logische keus om er snel mee te stoppen, anders zou het MIT háár probleem worden

En dan is het ineens voorbij. Op 26 mei 2022 brengt De Telegraaf de primeur: Minister grijpt in: peperduur team in strijd tegen zware misdaad ontmanteld. Het MIT is ooit begonnen met een interview met Pieter Heerma in De Telegraaf en het sneuvelt uiteindelijk in dezelfde krant. Heel verrassend is het besluit niet, want minister Dilan Yesilgöz-Zegerius heeft als Kamerlid al veel kritiek op het plan gehad. Kritiek die overigens goeddeels overlapt met de bezwaren die Andy Kraag ook heeft geuit – in De Telegraaf

Na die eerste, impulsieve motie die leidde tot het oprichten van het MIT is het enthousiasme in de Kamer snel afgenomen, behalve bij het CDA van Grapperhaus. Uit een e-mail van een ambtenaar van Justitie uit januari 2020 blijkt ook dat de ambtenaren druk aan het polsen zijn hoeveel steun er is in de ministerraad en in de Kamer. ‘CDA en kennelijk nog steeds VVD zijn voor het MIT (let’s hope so). CU is onduidelijk en D66 doet alleen preventie.’ Iemand [naam onherkenbaar gemaakt] vraagt of de ambtelijke top van het ministerie en de Veiligheidsregio's enig vertrouwen hebben in de preventieaanpak, die onderdeel is van de MIT-plannen.: ‘Tja, ik heb het maar ondersteund.’

Het is voor VVD’er Yesilgöz dus een logische keus om er snel mee te stoppen. Een nieuwe minister heeft maar beperkte tijd om af te rekenen met het beleid van haar of zijn voorganger: als Yesilgöz het MIT nog een jaar zou laten voortbestaan wordt het ook háár probleem.

De doorstart

Officieel verdwijnt het MIT niet helemaal, maar verandert het in het NSOC, de Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit. Dit project krijgt anderhalve jaar om zijn toegevoegde waarde te laten zien. Het lastige is dat deelnemers tegen precies dezelfde problemen aan zullen lopen als de mensen van het MIT: de huidige wetgeving maakt uitgebreide informatiedeling onmogelijk. Volgens een goed ingevoerde bron zal het NSOC over anderhalf jaar ook worden opgeheven. Zelf denken de herdoopte misdaadbestrijders daar heel anders over, blijkt als journalisten in het kader van dit verhaal worden uitgenodigd. Het oog valt op een bak met lego. ‘Die zijn overgebleven van een workshop over multidisciplinair werken,’ zegt een woordvoerder. ‘Iedereen moest een eend van lego maken die symbool staat voor het NSOC. Dan krijg je dus héél verschillende eenden.’ 

Reacties

Grapperhaus is met vakantie en heeft aangegeven niet inhoudelijk te willen reageren, ook omdat hij ‘thans over geen enkel stuk’ [beschikt] ‘zodat beantwoording ook om die redenen niet in alle gevallen mogelijk zal zijn.’ Huidig minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yesilgöz stelt over het NSOC het volgende: ‘Na een periode van 18 maanden wordt de nieuw ingezette werkwijze geëvalueerd en beoordeeld op de resultaten en de toegevoegde waarde van het samenwerkingsverband.’ De FIOD, Belastingdienst, Koninklijke Marechaussee en de politie laten weten nog steeds achter het doel en de missie van het MIT en het NSOC te staan. Het OM zegt de oprichting ‘nog steeds te steunen.’

Lees verder Inklappen