Politieke keuze voor CO2-reductie schaadt het economisch herstel

De schoorsteen moet roken. Dus, vraagt columnist Frans Goedhart zich af: steunen we de fragiele economie of krijgt de ontwikkeling van dure en overbodige alternatieve energie voorrang? De politiek heeft gekozen voor een tweesporenbeleid waarbij duurzaamheidsstreven en economische ambities in de EU flink uit de pas lopen.

Klimaatverandering. Als er één onderwerp is waarmee het gevaarlijk manoeuvreren is, is het dat wel. Voorstanders - de activisten - en tegenstanders - de sceptici of, zoals activisten hen liever noemen, deniers - vliegen elkaar met elke publicatie en bijbehorende tegenpublicatie zo heftig in de haren dat een zinnige discussie vrijwel uitgesloten is. Met die steeds verder aangescherpte tegenstellingen krijg je zo langzamerhand de indruk dat de behandeling en de ernst van het verhaal ook wel eens ondergeschikt worden gemaakt aan de persoon van de auteurs.

Politieke keuze tegen klimaatsceptici

De bron van deze conflicten ligt in gemeten temperatuurstijgingen die tot ruim 18 jaar geleden steeds opliepen - en daarna nauwelijks meer, zoals o.m. te lezen was in een spraakmakend en, gezien bovengenoemde richtingenstrijd uiteraard controversieel, artikel in de Daily Mail van 16 oktober 2012. Die eerdere temperatuurstijgingen konden de klimaatwetenschappers niet toeschrijven aan natuurlijke oorzaken en ze moesten dus wel veroorzaakt zijn door menselijk handelen. Zoals bekend werd als grote boosdoener het vluchtige kooldioxide (CO2) aangewezen, dat voor een exponentiële opwarming van de aarde zorgt door terugkaatsing van de uitgestraalde aardwarmte, het zogenoemde broeikaseffect. Alle voorspellingen van gevolgen van deze extreme verwarming zijn op dit inzicht gebaseerd. De oplossing lag voor de hand: het leek zaak de uitstoot van CO2 te verminderen. In elk geval door de productie ervan door de mens te beperken.
De oplossing lag voor de hand: het is zaak de uitstoot van CO2 te verminderen
Uiteraard zijn er mensen die het uitstootverhaal afdoen als een fabeltje. Anderen zijn van mening dat een beperking van door ons geproduceerde CO2 niets uitmaakt in verhouding tot het geheel. Of dat allemaal hout snijdt of niet doet er niet toe nu de politiek duidelijk de kant heeft gekozen van de voorstanders van CO2-beperking. 'The science is settled', zeggen politici, op basis van een door de sceptici dubieus genoemde consensus die dat zou aantonen. Dat is daarmee feitelijk een politieke keuze. Door die stellingname van de politiek wordt de energiepolitiek in de wereld bepaald: vermindering van de CO2-uitstoot door alternatieve energiebronnen en terugdringen van het energiegebruik.

Hokjesdenken

Het lijkt er soms op dat wij leven in een maatschappij van hokjes, zonder te beseffen dat al die hokjes elkaar beïnvloeden. Dat idee krijg ik in elk geval heel sterk bij het beschouwen van de samenhang tussen gevoerde energiepolitiek en het economisch beleid. Wij zijn ons ervan bewust dat onze concurrentiepositie ten opzichte van de andere EU-landen en de landen daarbuiten afhangt van de kwaliteit, gangbaarheid en productiekosten van onze producten en diensten. Daartoe wordt research verricht, de productieprocessen tot in de perfectie geregeld, personeelsbestanden aangepast, marketingonderzoek gepleegd. We leven in een wereld waarin elk land zijn positie tegenover  de andere landen probeert te verbeteren.
We leven in een wereld waarin elk land zijn positie tegenover  de andere landen probeert te verbeteren
De economie van de eurozone en die van de andere EU-landen stagneert, met uitzondering van die in het Verenigd Koninkrijk. We staan aan de rand van een recessie die door de politieke situatie in Oekraïne en de door de EU opgelegde sancies tegen Rusland als gevolg daarvan nog verder versterkt. We maken prognoses of doelstellingen afgesteld op een termijn van enkele jaren want verder vooruitzien ontaardt in puur koffiedikkijken.

Fragiele toestand

De composite PMI van Markiteconomics van 3 december j.l. laat de fragiele toestand in de eurozone  zien, zowel Productie als PMI zitten maar net boven 0 en 50, de grens van de negatieve zone,  respectievelijk.   Goedhart_-_jacqueline_ftm_nl_-_Mail_van_Follow_The_Money   De vier grote eurozone landen scoren zelfs onder de 50 op de manufacturing index, zoals te zien in de onderstaande tabel van de markiteconomics survey van november,  een gevarenteken en lager dan de maanden ervoor. Een negatieve trend derhalve. Een zorgelijke situatie die stimulerende maatregelen vergt. Goedhart_-_jacqueline_ftm_nl_-_Mail_van_Follow_The_Money

 bron: Eurostat

Komt het echter op energievoorziening  aan, dan gelden ineens totaal andere overwegingen. Dan worden zonder rekening te houden met economische of technologische vooruitzichten, bindende doelstellingen voor een termijn van vijf of zelfs vijftien jaar opgelegd. De Europese Unie ziet zichzelf als trendsetter op het gebied van de beperking van de CO2-uitstoot en heeft een schema van beperking ervan opgesteld tot 2030 dat verder gaat dan dat van de meeste andere landen. Voor 2020 moet er een CO2-uitstoot vermindering  bereikt zijn van 20 procent, 20 procent van de opgewekte electriciteit moet van alternatieve bronnen komen en er moet 20 procent bespaard worden op energie. Kijken we alleen naar Duitsland, dan zien we dat de CO2-uitstoot deze juist is toegenomen en dat nog wel voor dit gidsland. Of voor 2020 deze 20 procent-ambities verwezenlijkt kunnen worden, lijkt dan ook twijfelachtig. Zeker is wel dat de overgang met hoge kosten gepaard zal gaan. Kosten die we economisch niet anders dan als een als verliespost kunnen zien.

Dubbel systeem voor stroomopwekking

Er bestaat in de eurozone al een perfect werkend systeem van energieopwekking dat eerstens voldoende capaciteit heeft en tweedens niet afhankelijk is van beschikbare wind of zon. We hebben dus een goed vraaggericht supplysysteem. En wat krijgen daarvoor in de plaats? Een aanbodgericht, intermitterend supply systeem. Ik zeg nu wel daarvoor in de plaats, maar ik moet zeggen: daarnaast, want in de perioden dat er geen, te weinig of teveel wind is, of geen zon, moet het 'oude' systeem het 'nieuwe' bijspringen of totaal vervangen. Dus niet alleen economisch onnodig maar ook nog dubbele kosten veroorzakend. Goedhart_-_jacqueline_ftm_nl_-_Mail_van_Follow_The_Money Zoals men kan zien in bovenstaand schema, dat is opgesteld door de Europese Unie zelf, moet in de periode tussen 2020 en 2030 de uitstoot tot 40 procent gereduceerd zijn en de bijdrage van schone energie  minimaal 27 procent bedragen d.w.z. nog meer installeren van alternatieve energiebronnen. De noodzaak van backupcentrales blijft echter onverminderd gehandhaafd, er komt immers niet meer wind of zon. Besef ook, dat als er een windpark wordt gebouwd dat bij constante wind 300.000 huizen van stroom kan voorzien, bij weinig wind een stuk minder, bij hogere windsnelheden meer en bij te sterke of te zwakke wind helemaal niet één. En dat er in het laatste geval voor 300.000 huizen dus ook een backupsysteem moet zijn voor de nodige stroom. Dat backupsysteem bestaat uit...de traditionele fossiele en nucleaire energiecentrales.

Economie en energie

In Groot Brittannië vreest men al voor stroomuitval deze winter, omdat de reserves zo smal zijn. België heeft al stroom uit Nederland nodig omdat daar enkele nucleaire centrales zijn uitgevallen en Nederland capaciteit in overvloed heeft. Duitsland moet bij veel wind en zon stroom exporteren voor een ramschprijs vanwege het aanbodoverschot. Zijn de weersomstandigheden minder gunstig, dan moeten bruinkool- en kolencentrales volop bijspringen - gas is dan te duur. Bovendien, de energieprijzen in Duitsland zijn al verdubbeld in de loop van de energiebesparende jaren.  Voor honderdduizenden gezinnen betekent dit veelal een leven zonder elektriciteit.
biomassa, dat een flinke plaats inneemt bij alternatieve stroomopwekking, wordt ten onrechte ook duurzaam genoemd
Windenergie en zonne-energie veroorzaken bij de opwekking geen uitstoot van CO2. Maar biomassa, dat een flinke plaats inneemt bij alternatieve stroomopwekking, wordt ten onrechte ook duurzaam genoemd. Bossen groeien immers weer op na de kap door herbebossing. Dat deze biomassa ook een grote CO2-uitstoot oplevert, wordt geaccepteerd omdat dat gecompenseerd zou worden door de CO2-absorptie door de heraanplant na de kap. Wie dat begrijpt? CO2 uitstoot is CO2 uitstoot. De  doelstellingen voor het verminderen van de CO2-uitstoot lopen danig uit de pas met het streven naar economische veerkracht. Kan onze kwakkelende economie deze meerkosten nu opbrengen? Zal dat ook het geval zijn op langere termijn? Het bedrijfsleven uit zijn zorgen. Bedrijven willen een betere afstemming  tussen het beheersen van de CO2-uitstoot en het bevorderen van de economische ontwikkeling. Nu ontbreekt deze. ------------------- François Goedhart is ‘pensionado in ballingschap’ (la douce France) en voormalig docent fonetiek aan de Schotse University of St Andrews Linguistics Department. In zijn (schaarse) vrije tijd is hij een liefhebber van zeezeilen en (ijs-)hockey. Zijn motto: ‘niets en niemand zomaar geloven, maar altijd zelf willen uitzoeken’. europeseunie.blogspot.fr