Hoogleraar Ad van Wijk, 2018.

De EU investeert honderden miljarden in verduurzaming. In dit dossier leggen we de belangen bloot. Lees meer

In 2019 presenteerde de Europese Commissie de Europese Green Deal: een ambitieus plan om de economie van de Europese Unie in een rap tempo te vergroenen. Een van de doelstellingen: in 2050 moet de EU volledig klimaatneutraal zijn. De plannen zullen onze economie ingrijpend veranderen.

In dit dossier analyseren we de belangen achter de groene ambities, volgen we de strijd om het geld en zoeken we uit wie er aan het langste en kortste eind trekken.

34 artikelen

Hoogleraar Ad van Wijk, 2018. © Guus Schoonewille

Ad van Wijk: hoe een gecrashte groene ondernemer als waterstofprofeet herrees

Hij kwam al in 2017 met een revolutionair plan om van Noord-Nederland de eerste grote waterstofhub ter wereld te maken. En nu Den Haag miljarden euro's gaat investeren in de productie van groene waterstof, is Ad van Wijk alweer de boer op met grotere, internationale ideeën. Wie is deze invloedrijke, omstreden professor, die wordt vergeleken met Elon Musk, maar in sommige kringen een paria is? Een profiel.

0:00
Dit stuk in 1 minuut
  • Nederland en Europa hebben groene waterstof omarmd als essentieel onderdeel van de energietransitie. De investeringen in productie, transport en opslag worden geraamd op 5 tot 10 miljard euro.
  • Een belangrijke schakel in deze transformatie is hoogleraar Ad van Wijk. Hij ontwikkelde een plan om het noorden om te vormen tot de waterstofeconomie van Nederland. Hiermee gaf hij Groningen nieuw economisch perspectief en zette hij zichzelf weer op de kaart als expert.
  • In dit profiel lees je hoe een bedenker van innovatieve groene energiesystemen hard ten val kwam en zichzelf opnieuw uitvond dankzij een nieuwe focus: groene waterstof. Van Wijk was boegbeeld en topman van Econcern, een onderneming die wereldwijd zonne- wind- en andere duurzame energieprojecten uit de grond stampte. 
  • In 2009 ging dit bedrijf hard onderuit in een geruchtmakend faillissement dat Van Wijk zijn carrière en reputatie kostte. De topman vond later een nieuwe baan als hoogleraar toekomstige energiesystemen aan de TU Delft en raakte betrokken bij de Noordelijke Innovation Board, waar hij het waterstofplan voor Groningen bedacht.
  • Inmiddels heeft het kabinet 500 miljoen euro uit het Nationaal Groeifonds toegekend aan waterstofprojecten en de ambitie uitgesproken in 2030 8 gigawatt aan groene waterstof te willen produceren. Dat is een verdubbeling van de eerdere plannen.
  • Over de waterstofambities van de provincie Groningen schreven we eerder dit verhaal.
Lees verder

‘Waterstof is een ideale, duurzame drager van energie, mits het groen opgewekt is. Dat kan in de Noordzee zijn, maar ook in de Sahara. We worden in Nederland nooit zelfvoorzienend. Het is en-en.’ Nog voor de koffie op tafel staat, heeft Ad van Wijk al het capaciteitsprobleem van het elektriciteitsnet, de potentie van Groningen als waterstofregio en de productie van zonne- en windenergie in Noord-Afrika behandeld. Zijn grootschalige manier van denken typeert de professor-uitvinder, die voor elk energieprobleem een duurzame oplossing zoekt. 

Nu vertelt hij in het Van der Valk Hotel Houten met zachte stem enthousiast en meeslepend over het lichtste element uit het periodieke systeem: H. Mede dankzij Van Wijk speelt dit gas, duurzaam geproduceerd als groene waterstof, een belangrijke rol in de energietransitie. Zijn optreden is zachtaardig, toch is de hoogleraar vastberaden en volhardend. ‘Onze hele economie, de grote industriële sector, de glastuinbouw; het is allemaal gebaseerd op aardgas. De havens vervoeren alleen maar fossiele energie naar Duitsland. Wat doen we als dat wegvalt? Een overstap naar waterstof is voor de overleving van de Nederlandse economie van levensbelang. Als we niet snel zijn, hebben we geen economie meer over.’ 

Jarenlang gold waterstof als een futuristische, zo niet utopische oplossing voor het energievraagstuk. Dat veranderde toen in 2017 een groep noordelijke bestuurders in Den Haag een nieuw concept voor hun regio presenteerde. Noord-Nederland, en met name Groningen, moest hét waterstofgebied van Nederland worden. De aanjager van deze voorgenomen revolutie: hoogleraar Ad van Wijk.

Inmiddels heeft ook de overheid waterstof omarmd als essentieel onderdeel van de energietransitie

Het was een paar maanden nadat minister Henk Kamp van Economische Zaken aankondigde de gaswinning in Groningen structureel terug te gaan schroeven. Daar hebben veel Groningers jaren voor gestreden, maar het leverde een nieuw probleem op: minder gaswinning betekende minder economische bedrijvigheid en minder werk in het noorden. Van Wijks idee om een nieuwe economie te bouwen op basis van groene waterstof viel daarom in vruchtbare aarde.

Inmiddels, vijf jaar later, is Noord-Nederland uitgeroepen tot de eerste Hydrogen Valley van Europa. Ook staat NorthH2 gepland, een enorm offshore-windmolenpark voor de productie van groene waterstof ergens boven de Eemshaven. En vorige week heeft de overheid nog eens 500 miljoen euro uit het Nationaal Groeifonds toegekend aan groene waterstofprojecten. Hadden in 2017 nog weinig politici gehoord van waterstof, inmiddels heeft de overheid het gas omarmd als essentieel onderdeel van de energietransitie. 

Mede door de oorlog in Oekraïne en het besef dat de afhankelijkheid van Russisch gas moet worden teruggeschroefd, heeft het kabinet zijn waterstofambitie onlangs verder naar boven bijgesteld. De beoogde productie wordt verdubbeld en er gaat meer subsidie naar waterstofprojecten. Van de 15 miljard euro die zijn uitgetrokken voor ‘hoogwaardige hernieuwbare energiedragers’ zal 5 tot 10 miljard worden ingezet voor groene-waterstofprojecten.

Ad van Wijk (1956) wordt wel de ‘waterstofprofessor van Nederland’ genoemd. Zowel in Groningen als in Europa drukte hij een belangrijke stempel op de ontwikkeling van het waterstofbeleid. Eerder was Van Wijk boegbeeld en bestuurder van miljoenenonderneming Econcern. Dit duurzame energiebedrijf maakte na de eeuwwisseling een ongekende groei door en ging in 2009 hard onderuit. Het faillissement werd mede veroorzaakt door Van Wijks tomeloze dadendrang.

De Willie Wortel van de duurzame energie

Ad van Wijk is een drukbezet man. Net terug van een lezing in Dubai, rijdt hij straks door naar een bespreking in Brussel om daarna, vanuit zijn huiskamer, aan te schuiven bij een technische briefing in de Tweede Kamer. Het thema waar al deze bijeenkomsten om draaien: groene waterstof. Van Wijk wordt komende maand 66, maar van ophouden wil hij niet weten. Het motto dat hij al zijn hele werkende leven als leidraad heeft, geldt voorlopig dus nog steeds: duurzame energie bereikbaar maken voor iedereen.

Zijn fascinatie voor groene energie kreeg hij niet van huis uit mee. Op de ouderlijke boerderij in Jutphaas, vlakbij Utrecht en tegenwoordig onderdeel van Nieuwegein, ging het er eerder armoedig aan toe dan duurzaam. Van Wijks belangstelling voor duurzame energie ontstaat tijdens zijn studie natuurkunde in Utrecht in de jaren zeventig. Een tijdperk dat in het teken staat van de Club van Rome en de oliecrisis, die voor het eerst duidelijk maken dat er alternatieven voor fossiele energiebronnen nodig zijn. Het is voor Van Wijk het begin van een levenslange passie. Zoals hij het in 2002 een interview met het Algemeen Dagblad verwoordt: ‘Ik wilde niet alleen op de universiteit zitten maar de fundamentele wetenschap ook toepasbaar maken.’ 

In 2000 is zijn bedrijf Econcern uitgegroeid tot duvelstoejager voor duurzame energie

In 1984 richt hij in een Utrechtse woonkamer met studiegenoot Kornelis Blok Ecofys op, een adviesbureau voor duurzame energie. De opdrachten stromen binnen: van geluidsdemping in een disco tot energiezuinige maatregelen voor een graanschuur. 

Van Wijk is een ideeënman. Als een soort Willie Wortel bedenkt hij de ene na de andere energiebesparende toepassing: een deurbel op een zonnecelletje, energiezuinige kassen of kleine windturbines voor op het dak, die het uitzicht minder zouden verstoren dan de grote joekels in de weilanden. Lang niet alle uitvindingen zijn een succes, maar in 2000 is het bedrijf uitgegroeid tot een duvelstoejager voor duurzame energie. 

Met Blok en studievriend Kees van der Leun heeft Van Wijk dan het merk Econcern bedacht, als moedermaatschappij voor Ecofys (advies), Evelop (windenergie en biomassa), Ecostream (zonne-energie) en Econventures (verkoop van andere innovatieve ideeën). Vooral de wind- en zonne-energietak heeft het tij mee. Zo bouwt Econcern het Prinses Amalia Windpark op de Noordzee voor de kust van IJmuiden. 

Van wereldster tot paria

Dankzij Van Wijks ideeënrijkdom en overtuigingskracht groeit Econcern als kool. De charismatische natuurkundige lijkt iedereen mee te krijgen in zijn visie op duurzaamheid. De politiek, het bedrijfsleven en internationale media lopen met hem weg. Zo kopt de Franse financiële krant Les EchosAd Van Wijk, le patron touche-à-tout du groupe Econcern’ [het manusje-van-alles van Econcern, red.]. In eigen land heeft Vrij Nederland het over een ‘missionaris in groene zaken.’

De successen stapelen zich op: in 2002 staat het bedrijf op de lijst van de 500 snelst groeiende bedrijven van Nederland en een paar jaar later op de derde plaats van de Duurzame Top 100. Econcern wordt in in de media omschreven als het ‘Shell van de 21ste eeuw’. 

In 2006 verwacht Van Wijk de omzet van dan 200 miljoen euro, in 2010 te hebben opgestuwd naar een miljard – in 2012 zou het zelfs acht miljard euro zijn. Veel van de omzet wordt behaald in het buitenland. Econcern stapt in windparken voor de Duitse kust en in 2008 ook in de Chinese windmarkt. 

In deze periode komt Van Wijk op het idee om waterstof in te zetten voor verduurzaming van de chemische industrie. Econcern koopt de methanolfabriek Methanor in Delfzijl en vormt die om tot biomethanolproducent op basis van glycerine. Tot dat moment draaide de fabriek op aardgas. Van Wijk: ‘Die fabriek stond niet voor niets in de buurt van de gasbel, maar ik wist toen al, dat aardgas houdt op een moment op. Dan moet je een andere manier vinden om waterstof te maken. Zo kwam ik uit bij groene waterstof gemaakt door middel van elektrolyse.’

Wat is groene waterstof?

Waterstof (H2) is het meest voorkomende element op aarde. Het is een kleurloos, reukloos, smaakloos en hoog ontvlambaar gas. Het is zo licht dat het in de natuur niet in losse vorm voorkomt, maar het kan worden gemaakt bijvoorbeeld door water onder hoge druk te laten reageren met aardgas, dan heet het grijze waterstof. Als de CO² die bij die productie vrijkomt wordt opgevangen is het blauwe waterstof. Een techniek waar grote gas- en oliebedrijven zoals Shell op in zetten. Als waterstof gemaakt wordt door water middels electrolyse te splitsen met behulp van zonne- of windenergie, heet het groene waterstof. 

Waterstof is zelf geen energiebron, maar een energiedrager. Stroom, bijvoorbeeld afkomstig van windmolens op zee, kan in de vorm van waterstof worden opgeslagen en vervoerd. Ook kan het worden gebruikt in brandstofcellen voor motoren in het vervoer. Met deze eigenschappen zou H2 een belangrijke rol kunnen spelen in de verduurzaming van het energiesysteem.

Lees verder Inklappen

Het succes wordt beloond met allerlei (internationale) prijzen, waaronder een European Business Award. Oprichter Ad van Wijk zelf wordt begin 2009 uitgeroepen tot ‘entrepreneur of the year’ en ‘topman van het jaar’. Tijdens de uitreiking in Huis ter Duin in Noordwijk wordt nog gegrapt dat dit wel eens een ‘kiss of death’ zou kunnen zijn; zijn voorganger was het jaar ervoor hard ten val gekomen. 

Zo slim als hij is met oplossingen voor het energievraagstuk, zo onhandig is hij als ondernemer

Wat niemand dan nog weet: ook Van Wijk staat tijdens de uitreiking het water al aan de lippen. Een paar maanden eerder is de kredietcrisis losgebarsten en ineens beginnen investeerders hun geld terug te eisen, banken draaien de geldkraan dicht. En dan blijkt: Econcern leefde de afgelopen jaren op de pof.

De man van de ideeën is niet de man van het geld. Geld is voor Van Wijk alleen belangrijk als er investeringen nodig zijn voor nieuwe, duurzame projecten. En nu blijkt geld zijn achilleshiel. Hoe slim hij is in het bedenken van handige oplossingen voor het energievraagstuk, zo onhandig is hij als ondernemer. Hij wil te veel, te snel en alles tegelijk. 

Dankzij Van Wijks ontembare uitvindingsdrang is Econcern uitgegroeid tot een onderneming met meer dan tweehonderd bedrijfjes en projecten met 53 kantoren in 24 landen. Binnengehaalde investeringen worden meteen uitgegeven aan nieuwe plannen voordat de vorige gerealiseerd zijn, laat staan zich terugbetaald hebben. Zoals de directeur operationele zaken Cees van Steijn – op de valreep binnengehaald om de zaak te redden – het verwoordde: ‘Ad is de man met de visie, maar misschien niet de beste man om die visie te realiseren.’

Vanaf dat moment gaat het snel. Plannen voor nieuwe investeringen belanden in de ijskast, in april 2009 vallen de eerste ontslagen en in mei vraagt Econcern uitstel van betaling aan. 

Na het dramatische faillissement gaat Van Wijk bij het nieuwe moederconcern Eneco aan de slag als adviseur. Maar dan blijkt pas de volledige omvang van het wanbeleid bij Econcern. Het bedrijf heeft de winst- en omzetcijfers in 2007 en 2008 mooier voorgesteld dan ze waren. Voor 2006 en 2007 stond een winst van respectievelijk 43 en 85 miljoen euro in de boeken. In werkelijkheid maakt Econcern in 2006 nauwelijks winst en draaide een jaar later zelfs tientallen miljoenen verlies.

‘Ik ben er geen cent beter van geworden, ik bleef berooid achter’

Dezelfde media die Van Wijk eerder de hemel in prezen, ontpoppen zich nu als lijkenpikkers. Door de slechte publiciteit ziet hij zich gedwongen te stoppen bij Eneco. Het faillissement raakt hem niet alleen financieel. ‘Ik stond in de Quote 500, had op papier veel geld. Men zei dat ik iets uit het bedrijf moest halen voor mezelf. Dat heb ik niet gedaan. Achteraf was dat niet slim, want na het faillissement bleef ik berooid achter.’ 

Erger vindt hij de verwijten en beschuldigingen van wangedrag. Het emotioneert hem duidelijk om erover te praten; het verlies van zijn jongensdroom raakt hem nog steeds. Van Wijk: ‘Ik ben er geen cent beter van geworden. Ik heb er niks aan overgehouden.’ 

Opkrabbelen uit een diep dal

Na de geruchtmakende crash blijft het enige tijd stil rond de duurzaamheidsexpert. Het verwerken van het verlies van zijn levenswerk kost tijd. ‘Het voelde als falen. Ik heb aan de verkeerde kant van het optimisme gezeten,’ zegt hij over die periode.

Een nieuw bedrijf zal er niet meer in zitten, beseft Van Wijk. Er is geen bank die hem op weg helpt met een lening. Stoppen met zijn missie kan hij echter niet. Dus herpakt hij zich. Vanaf 2010 begint hij weer aan kleine adviesopdrachten en in 2011 wordt hij benoemd tot bijzonder hoogleraar toekomstige energiesystemen aan de TU Delft, een leerstoel betaald door zijn voormalig broodheer Eneco. Ook deze benoeming komt met moeite tot stand. Ad van Wijk is nog op weinig plekken een graag geziene gast: de TU Delft is de enige universiteit die met hem in zee durft te gaan.

Het blijkt een gouden greep. De rol als hoogleraar is hem op het lijf geschreven: nadenken over grote systemen en proefballonnetjes oplaten zonder een bedrijf op de been te moeten houden. De titel van zijn oratie: Een duurzame energievoorziening voor iedereen. Hij heeft het motto van zijn bedrijf weten om te zetten naar toegepaste wetenschap. Er komt onder zijn leiding een energieneutrale proefwijk op de campus van Delft waar innovatieve foefjes worden bedacht en uitgeprobeerd. Zodra een toepassing mainstream wordt, heeft die in Green Village geen plaats meer. De wijk is er alleen voor de nieuwste probeersels en uitvindingen. Een belangrijk experiment in de wijk: de waterstofauto als energiebron. In de toekomst moeten volgens de hoogleraar 500 auto’s in een parkeergarage als een soort waterstofaccu’s de hele wijk van stroom voorzien. 

Het gaat de kersverse hoogleraar voor de wind, maar het faillissement blijft hem achtervolgen. In 2014 overwegen de curatoren hem aansprakelijk te stellen voor onbehoorlijk bestuur. Dit komt echter nooit voor de rechter. Er wordt geen beslag gelegd op zijn bezittingen, om de simpele reden dat er niet veel te halen is. 

Groningen heeft een nieuw plan nodig

Terwijl Van Wijk bezig is om op te krabbelen, heeft de provincie Groningen een imago- en economisch probleem. De gaswinning zorgt voor steeds meer schade en de tegenstand onder de bevolking groeit. Tegelijkertijd sluit de aluminiumsmelterij Aldel in 2013 voor het eerst. Een commissie, voorgezeten door oud-Shell-topman Rein Willems, concludeert dat er dringend actie nodig is om de meer dan 2000 banen rond het chemiepark in de Eemsdelta te behouden.

In 2016 wordt de Noordelijke Innovation Board  opgericht om oplossingen te bedenken. Jeroen de Haas, dan nog topman bij Eneco, schuift Ad van Wijk naar voren. ‘Ik wilde iemand noemen die goed in de energietransitie zit en Ad heeft daar heel veel kennis van.’

Eindelijk kan Van Wijk de potentie die hij al lange tijd in waterstof ziet, omzetten naar een groot en concreet plan

Het blijkt een match made in heaven. Terwijl het noorden manieren zoekt om energiezuiniger te worden, bijvoorbeeld door woningen op te knappen zodat minder gas nodig zou zijn, pakt Van Wijk het grootser aan. Hij ziet in Groningen de perfecte situatie voor een nieuwe, op waterstof gebaseerde economie in Noord-Nederland: de ligging bij de Eemshaven en het chemiecluster en de korte afstand van de zee met ruimte voor grote offshorewindparken zijn ideaal. Kennis en kunde uit de gaswinning kunnen worden ingezet voor het nieuwe gas, de infrastructuur ligt er al. 

Eindelijk kan Van Wijk de potentie die hij al lange tijd in waterstof ziet, omzetten naar een groot en concreet plan. Na zijn projecten voor op waterstof gebaseerde methanolproductie in de Eemshaven en verduurzaming van de mobiliteit door middel van de waterstofauto, bedenkt hij nu een veel uitvoeriger opzet voor productie, transport, opslag en gebruik van groene waterstof.

‘We weten inmiddels dat er een vervanging voor aardgas en olie moet komen. Wind- en zonne-energie zijn de afgelopen jaren veel goedkoper geworden, maar het is duur om te transporteren. Daarvoor kan waterstof de oplossing zijn.’ 

Denisa Kasova, Noordelijke Innovation Board

Tot onze verbazing stond waterstof nog helemaal niet op de radar van bestuurders

Samen met Denisa Kasova, destijds directeur van de Noordelijke Innovation Board, gaat hij met het idee de boer op. Ze drinken talloze kopjes koffie bij bedrijven, met bestuurders en andere belanghebbenden. Kasova: ‘Er was momentum en Ad wist zijn visie goed over te brengen. Hij heeft de unieke combinatie van technische deskundigheid en praktische ervaring. Daarmee trok hij bedrijven over de streep.’

Hun lobby brengt het duo naar Brussel, waar op dat moment Slowakije de scepter zwaait. De van oorsprong Slowaakse Kasova weet een voet tussen de deur te krijgen bij Eurocommissaris en landgenoot Maroš Sefčovič. Kasova: ‘Ze waren heel geïnteresseerd, maar we merkten tot onze verbazing dat waterstof helemaal nog niet op de radar stond bij de EU-bestuurders.’ 

Ook de provinciale Groningse politiek raakt overtuigd. De net aangetreden gedeputeerde Nienke Homan raakt in de ban van Van Wijk: ‘Tijdens een bijeenkomst van het Interprovinciaal Overleg gaf hoogleraar Ad van Wijk een presentatie over waterstof als alternatief voor aardgas. Dat was echt een heel goed verhaal.’ Ze is om en zet zich vanaf dat moment in voor het waterstofplan.

In 2017 is het zover. Van Wijk presenteert samen met onder meer Hans Coenen van de Gasunie en Denisa Kasova het ‘rode boekje’; hun omvangrijke plan en routekaart om Noord-Nederland tot 2030 om te vormen tot groene waterstofeconomie. 

Beraamde kosten: tussen 17,5 en 25 miljard euro.

Luchtfietserij of oplossing?

Het groene waterstofplan biedt aan zowel Groningen als Van Wijk nieuw perspectief. Met de combinatie van technische kennis en de gave mensen te enthousiasmeren weet Van Wijk ook collega-deskundigen te overtuigen. ‘Ad van Wijk is een visionair, een soort Elon Musk,’ zegt Martien Visser, lector duurzaamheid aan de Hanzehogeschool in Groningen. ‘Net als Musk heeft hij een duidelijke visie: de toekomst ziet er zo uit en daar moeten we aan gaan werken.’

Zijn plannen zijn lastig uitvoerbaar, want in zijn visie moet alles tegelijk gerealiseerd worden

Dat Van Wijk zo groots denkt, ligt aan zijn aanpak. Hij kijkt niet naar afzonderlijke bouwstenen, zoals infrastructuur of electrolyzer, maar is een ‘systeemdenker,’ zoals hij het zelf noemt. ‘Er is weinig kennis van het energiesysteem, mensen hebben vaak een heel partiële kijk, bijvoorbeeld op de verduurzaming van een huis, maar dat is maar een klein onderdeel.’ Zijn manier van denken heeft voor- en nadelen. Want hoewel hij daardoor de potentie van waterstof en de geschiktheid van het noorden als geheel kan bekijken, worden plannen ook snel onoverzichtelijk en mogelijk onuitvoerbaar, want alle onderdelen, zoals productie, transport en afname, hangen met elkaar samen en moeten dus tegelijkertijd worden gerealiseerd. 

Het is daarom dat Van Wijk regelmatig van luchtfietserij wordt beticht. Hoewel deskundigen het erover eens zijn dat waterstof een rol zal spelen in de energietransitie, zijn veel wetenschappers voorzichtiger dan Van Wijk. Ze zien bijvoorbeeld alleen een toekomst voor de zware industrie, of voorzien grote problemen met de productiecapaciteiten. Om maar te zwijgen over de markt die er simpelweg nog niet is.

Energiewetenschapper Richard van de Sanden, verbonden aan de Eindhovense energie-instituten Eires en Differ, zei in NRC: ‘De businesscase is er nog helemaal niet voor waterstof.’ Daardoor zal groene waterstof nog jarenlang veel duurder zijn dan aardgas. ‘Die meerkosten vereisen jarenlang financiering, anders gaan ze het niet doen. De overheid zal hierin de leidende rol moeten nemen.’

Kritiek dat groene waterstof niet efficiënt geproduceerd kan worden doet hij af als ‘onzinverhaal’

Van Wijk beaamt dit; hij verwijt de overheid al sinds zijn tijd bij Econcern gebrek aan visie en daadkracht, zowel wat betreft beleid als financiering. ‘Ze willen het nu aan de markt overlaten, maar vergeten daarbij dat alle energietransities tot nu toe door de overheid zijn gereguleerd. Of het de uitfasering van kolen betreft of de uitrol van het gasnetwerk. Dat is door de overheid gedaan. Ook daarvoor was er toen nog geen markt. Die moet je eerst creëren.’

Een ander veel genoemd kritiekpunt: de productie van groene waterstof is niet efficiënt. Bij het omzetten van elektriciteit in waterstof gaat 20 procent energie verloren. Bij het omzetten van waterstof naar elektriciteit zelfs rond de 40 procent. Er is nog niet genoeg groene stroom om zo veel te kunnen ‘verspillen’. 

Van Wijk vindt dit een ‘onzinverhaal’. Volgens hem gaat het niet om energie-efficiency maar om de kostenefficiency. ‘Een zonnepaneel hier wekt niet veel stroom op. Als je dan ook nog iets verliest bij de omzetting naar waterstof is dat inderdaad niet energie-efficiënt en zeker duur. Maar hetzelfde zonnepaneel levert in de Sahara twee tot drie keer zoveel stroom en produceer je veel goedkopere zonne-energie. Daar loont een omzetting naar waterstof wel, want dan kun je het veel goedkoper vervoeren en opslaan dan als elektriciteit.’ 

Het klinkt megalomaan, maar lector Martien Visser zegt zijn collega nog nooit op luchtfietserij te hebben kunnen betrappen. ‘Ik heb de rekenmachine er wel eens bijgepakt en nagerekend wat Van Wijk ons voorspiegelde. En ik moet zeggen: zijn sommen kloppen.’

Kasova voegt daar een belangrijke eigenschap aan toe: ‘Je moet weten waar de tegenkracht zit en die mensen overtuigen. Daarvoor moet je sterk in je schoenen staan, en dat doet Ad.’

Er gaat wel iets boven Groningen

Groningen was voor Van Wijk de kans om zich te profileren als waterstofexpert, en daarmee zijn langgekoesterde missie voor te zetten. Deze keer niet als uithangbord van een groot bedrijf, maar als deskundige die achter de schermen de geesten rijp maakt. Inmiddels reikt zijn invloed verder dan de provincie. Zo heeft hij meegeschreven aan het advies voor groene waterstofeconomie in Zuid-Holland. Ook adviseert hij Tata Steel over waterstofoplossingen, en de Rotterdamse haven. Rotterdam aast namelijk ook op de rol van waterstofhub van Nederland. 

Groningen ziet het met lede ogen aan. Jouke Van Dijk, hoogleraar arbeidsmarktanalyse aan de Rijksuniversiteit Groningen: ‘Hier in Groningen werd ons voorgespiegeld dat dit onze redding zou zijn, maar het gaat niet snel genoeg. Bestuurders maken de verkeerde keuzes. Daarom is Van Wijk teruggegaan naar Rotterdam. Hij is nu meer voor Rotterdam aan het lobbyen, is mijn indruk.’

Jorgo Chatzimarkakis, ceo Hydrogen Europe

Zonder Ad van Wijk was de opkomst van waterstof in Europa, en zelfs wereldwijd, niet mogelijk geweest

Van Wijk verwerpt de kritiek dat hij Groningen in de steek laat. ‘Ik zeg tegen Tata juist dat ze de groene waterstof uit Groningen moeten halen. Het gaat niet om een bepaalde regio, maar om het systeem. Ik heb al drie jaar geleden gewaarschuwd dat het niet snel genoeg gaat in Groningen.’ 

En omdat het in Nederland niet opschiet, geeft Van Wijk aan zich nu vooral op Europa te richten. ‘Ik maak geen beleid en voer geen lobby. Ik schrijf plannen en bied die dan aan. Er is weinig kennis bij bestuurders, dat is deel van het probleem.’ 

Volgens Jorgo Chatzimarkakis, ceo van de Europese lobby- en belangenorganisatie Hydrogen Europe, heeft Van Wijk een belangrijke rol gespeeld om waterstof ook in Europa op de kaart te zetten: ‘Hij was vanaf het begin betrokken en heeft meegeschreven aan het programma van Hydrogen Europe en ook aan de ‘Hydrogen Act’. Zonder hem was de opkomst van waterstof in Europa, en zelfs wereldwijd, in deze vorm niet mogelijk geweest.’ 

Van Wijk heeft baat bij het enorme internationale netwerk dat hij in zijn tijd bij Econcern heeft opgebouwd. Veel van de bedrijven waar hij toen mee samenwerkte zetten nu ook in op waterstof, van Japan tot aan Noord-Afrika.

Of hij Groningen een luchtkasteel heeft verkocht, moet nog blijken

De focus op Europa heeft ook een andere oorzaak. De contacten met het bedrijfsleven zijn weliswaar nog steeds hecht, maar ondanks zijn invloed en visie blijft Van Wijk persona non grata in bepaalde kringen. Vooral de Nederlandse politiek is onverbiddelijk, merkt hij. ‘Je zult me niet zien in officiële functies zoals raden van bestuur en ook voor adviescommissies van de overheid word ik niet gevraagd. Mijn naam is nog steeds besmet.’

Of hij Groningen een luchtkasteel heeft verkocht, moet nog blijken. Voortvloeiend uit Van Wijks plan zagen talloze initiatieven het licht. MKB’ers als vrachtwagenbouwer Holthausen uit Hoogezand en hogedruk- en snijmachineproducent Resato in Assen timmeren aan de weg. In Hoogeveen is een waterstofwijk in aanbouw. En ook gevestigde namen als zoutwinner Nedmag, de Suikerunie en de Gasunie werken aan waterstofoplossingen. 

Veel projecten zitten nog in de planningsfase, zoals wind- en waterstofpark NortH2 en de bouw van electrolysers in de Eemshaven. De grote overstap naar groene waterstof moet nog komen. De Gasunie heeft onlangs zelfs bekend gemaakt het gasleidingnetwerk geschikt te maken voor waterstof. Het kabinet trok daarvoor anderhalf miljard euro uit. Jorgo Chatzimarkakis: ‘Met name op het gebied van opslag in zoutcavernes en het aanpassen van het leidingnetwerk is er geen regio in de wereld verder dan Groningen.’ 

Maar ook hij zegt, in diplomatieke bewoordingen: ‘Het zou inderdaad sneller kunnen gaan. Nederland heeft traditioneel een gevoelige relatie met geld uitgeven, dat is geen geheim. Maar halfslachtige steun voor waterstof zou fatale gevolgen kunnen hebben voor Nederland. Het zal een belangrijke toegangspoort worden voor de import van waterstof, dus substantiële investeringen van de staat zijn nu nodig.’

Daar blijft Van Wijk zich onvermoeibaar voor inzetten. De actualiteit helpt hem een handje. Op dit moment werkt hij samen met Hydrogen Europe aan de uitwerking van het EU-initiatief ‘RepowerEU’ dat Europa sneller onafhankelijk moet maken van Russisch gas en fossiele energiebronnen. En ook hier komt de professor met zijn inmiddels tot mantra verworden oplossing: waterstof.