
Wil je niet gevolgd worden, dan ligt de verantwoordelijkheid daarvoor tegenwoordig bij jezelf. Momenteel speelt een praktijk die deze logica een niveau hoger tilt: studenten moeten hun huis en zichzelf verplicht laten inspecteren terwijl ze tentamen doen. Miriam Rasch ontrafelt de valse aannames achter dit digitale toezicht.
Ik ben zo iemand die keer op keer, op elke website weer, haar cookie-instellingen aanpast om zo min mogelijk data weg te geven. Die weigert in te loggen bij YouTube en daarom bij elk filmpje eerst een pop-up moet wegklikken: ‘Nee bedankt.’ Ergerniswekkend, maar vooruit, ik doe mijn zelfopgelegde plicht en let goed op dat ik na het instellen van de schuifjes en vinkjes niet alsnog klik op de felgekleurde knop met ‘alles toestaan’.
Wil je niet gevolgd worden, dan ligt de verantwoordelijkheid daarvoor tegenwoordig bij jou. De afgelopen maanden kwam zo af en toe een casus in het nieuws die deze logica een niveau hoger tilt. Ik doel op software die controleert of studenten spieken bij tentamens, die sinds corona grotendeels online en vanuit huis worden gemaakt. Dit wordt ook wel proctoring genoemd, Engels voor wat bij ons gewoon (examen)surveillance heet.
Bedrijven buitelen over elkaar met de boodschap dat zij de beste zijn in het ontmaskeren van fraude. Of de technologie echt werkt, is onbekend
Kandidaten moeten voor aanvang van de toets met hun laptop-camera hun kamer filmen, zodat gecheckt kan worden – door een algoritme of door mensenogen – of er geen opengeslagen boeken liggen of andere mensen aanwezig zijn. Soms volgt de software gedurende het tentamen oog- en andere bewegingen, om zeker te zijn dat er echt geen spiekbriefjes aan het scherm of het plafond hangen. Het is niet verrassend dat dit nogal wat vragen oproept hoe de privacy is gewaarborgd.
Net zoals Zoom en MS Teams opeens door iedereen werden gebruikt, geldt dat ook voor de surveillance-software die duizenden, zo niet miljoenen studenten monitort, inclusief hun gezichten, kamers en typgedrag. Bedrijven en startups buitelen over elkaar heen met de boodschap dat zij de beste zijn in het ontmaskeren van fraude. Of de technologie echt werkt, is onbekend. Het zal mijn inborst zijn, maar ik krijg rillingen van zo’n lucratieve praktijk die geworteld is in valse beloftes en wantrouwen.
Niet verdacht, toch ongeldig
In de media is anekdotisch bewijs te vinden over de dubieuze kant van de techniek en de uitwerking daarvan in de praktijk. Om de software goed te laten functioneren, moet je allereerst een geschikte computer hebben met een niet-haperende internetverbinding. Je moet alleen zijn. De belichting moet kloppen, en o ja, dat is niet altijd makkelijk als je huid donkerder is dan die van de standaard witte software-ontwerper.
Is de software niet tevreden, dan kan die je zomaar de toegang tot het tentamen ontzeggen. Studenten blijken te zijn benadeeld, met soms grote gevolgen – omdat hun internetverbinding te traag was, het licht te fel of te zacht, omdat hun huidskleur niet voldeed, ze een tic hebben, of wie weet waarom. Van een student aan de Erasmus Universiteit werd het diploma ingetrokken: het laatste tentamen dat ze maakte bleek bij nader inzien ‘onbeoordeelbaar’ omdat de schermopname was mislukt. Ze wordt niet zozeer verdacht van fraude, maar fraude kan niet uitgesloten worden. En dus moet ze het tentamen nog een keer maken.
Privacy kan een grond zijn voor bezwaar, maar principes lijken daarbij niet genoeg; het moet gaan om ‘jouw specifieke en persoonlijke omstandigheden’
Je kunt makkelijk je schouders ophalen als het jou niet aangaat. Wat zeuren die studenten? Als ze geleerd hebben komt het heus wel goed. Maar de inzet van dit soort software ter vervanging van de surveillant die we van oudsher kennen, heeft te veel weg van een proeftuin, bijvoorbeeld voor vergelijkbare technologie die de productiviteit van thuiswerkers in de gaten moet houden. Daarom is het goed om de logica die deze casus inzake privacy blootlegt, nader te bestuderen.
De last ligt bij degene die al last ondervindt
Laten we beginnen met de mogelijkheid van een opt-out. Kun je gebruik van de surveillance-software weigeren? In een voorlichtingsfilmpje van onderwijsorganisatie Surf wordt verteld dat je als student bezwaar kunt maken, bijvoorbeeld omdat je geen computer of laptop hebt, of vanwege een ‘onzekere of onveilige situatie thuis’. Ook privacy kan een grond zijn voor bezwaar, maar principes lijken daarbij niet genoeg; het moet gaan om ‘jouw specifieke en persoonlijke omstandigheden’.
Er hoort hoe dan ook geen onderscheid te worden gemaakt tussen wie wel of geen privacybezwaren mag aanvoeren
Vreemd, want het hele idee van privacy is nu juist dat die geldt voor iedereen, ongeacht je persoonlijke situatie – die door de privacy nota bene beschermd wordt. Er hoort hoe dan ook geen onderscheid te worden gemaakt tussen wie wel of geen privacybezwaren mag aanvoeren. De Autoriteit Persoonsgegevens, onze nationale privacywaakhond, stelt in een notitie uit april: ‘Er is veel informatie te halen uit de beelden die bij beeldbellen en proctoring (digitaal surveilleren) worden verzonden naar onderwijsinstellingen of medestudenten. Allereerst over hoe leerlingen of studenten presteren, hoe zij zich gedragen en hoe het is gesteld met hun concentratie. Maar bijvoorbeeld ook over religieuze uitingen of wat gezinsleden doen die in de achtergrond zichtbaar zijn.’ Het zijn precies dat soort specifieke en persoonlijke omstandigheden die maken dat we ons met privacy bezighouden.
Terug naar de eerste grond voor bezwaar: een onzekere of onveilige thuissituatie. Hoe moeten we dat voor ons zien? Een licht ontvlambare partner, een dictatoriale pater familias die het gezin in bedwang houdt als een lockdown binnen een lockdown, een woning waarin het onmogelijk is je terug te trekken in ‘a room of one’s own’? Vallen faalangst of een handicap eronder, een donkere huidskleur of een ronder gezicht dan ‘gemiddeld’? (‘Variation outside the standard deviation results in a flag,’ noteerde Vice.)
Hoewel je bezwaar kunt aantekenen als je je in zo’n situatie bevindt, moet je wel zelf de moeite doen. De opgave om bezwaar te maken ligt dus bij degene die hinder ondervindt en wie hinder ondervindt is degene die al in een moeilijke positie zit. Ik bedoel, wie bedenkt er nu dat degene die te kampen heeft met een onveilige thuissituatie op grond daarvan tegen proctoring in het geweer moet komen?
Zo houdt een proces dat gelijke behandeling moet bevorderen, vaak evenzeer ongelijkheid in stand
Dit past echter binnen een bekende dynamiek, zo leert het werk van Sara Ahmed ons. Zij doet onderzoek naar de ervaringen van mensen, vooral vrouwen, die aan de universiteit een klacht hebben ingediend (of dat probeerden) over seksuele intimidatie, racisme of ontoegankelijkheid voor mindervaliden. De last voor het aankaarten van een situatie van ongelijkheid, machtsmisbruik of erger blijkt steeds weer te liggen bij degene die vanwege dezelfde situatie al de zwakkere partij is. De organisatie klopt zich op de borst met rapporten en interne onderzoeken, flowcharts die vertellen welke acties de bezwaarmaker moet ondernemen, er zijn klachtenfunctionarissen en diversity officers, maar het echte werk moet worden gedaan door degene die, naar je mag aannemen om goede redenen, onrecht aan te kaarten heeft. Zo houdt een proces dat gelijke behandeling moet bevorderen, vaak evenzeer ongelijkheid in stand.
De standaard is privacyschending
In het geval van privacyschending ligt – anders dan bij onheuse bejegening of een beschuldiging van intimidatie misschien het geval is – een simpele verbetering voor de hand, namelijk het veranderen van de default. De filosoof Carissa Véliz wijst in haar recente boek Privacy is Power (voorpublicatie) herhaaldelijk op het belang van standaardinstellingen. ‘Defaults matter.’ In de meeste gevallen is de standaard duidelijk, zelfs al volgt die de wet: dataverzameling, tracking en dus surveillance. En op sommige opleidingen: massale tentamens gericht op feitenkennis, waarbij spieken loont.
Hoe normaal moeten we het vinden dat kamers gefilmd, typgedrag geanalyseerd en ogen gemonitord worden?
Onderwijsinstellingen worden weliswaar geacht te onderzoeken of andere toetsvormen zoals openboektentamens of essays mogelijk zijn, maar dat is te vrijblijvend. De default verandert daarmee niet. Het is soms lastig om je voor te stellen dat de standaard anders kan – juist zijn status als ‘normaal’ verhindert dat. Maar hoe normaal moeten we het vinden dat kamers gefilmd, typgedrag geanalyseerd en ogen gemonitord worden, en dat degene die – om wat voor reden ook – daar niet aan wil meedoen, ook degene is die moeite moet doen om zijn recht daarop aan te spreken? Het is mogelijk om defaults te veranderen, hoe onmogelijk het mag lijken. Denk maar aan de tijd, niet zo lang geleden, dat het ondenkbaar was dat iemand zou betalen voor internetcontent die ook gratis te downloaden was.
Een andere standaard zou ook de onrechtvaardige dynamiek van het bezwaarmaken veranderen. Als privacybescherming in plaats van -schending het uitgangspunt zou zijn, zouden bezwaren niet (zo vaak) voorkomen en zou de last om ze aan te kaarten niet bij de zwakkere partij liggen. Privacybescherming zorgt voor een herverdeling van de macht. Carissa Véliz beschrijft degenen die onze privacy schenden – vooral om data te kunnen verzamelen – als aanvallers, tegenover wie de verdediger altijd in de zwakkere positie zit. De default is maar al te vaak ingesteld in het voordeel van wie de meeste macht bezit, zelfs als er regelingen en procedures zijn die de verdedigers moeten helpen.
Wat privacy beschermt, is in die zin eerder gelijkheid dan individualiteit, al doet het woord misschien anders vermoeden
Als privacyschending de default is, worden bezwaren daartegen geïndividualiseerd. Tegelijkertijd verandert inbreuk op privacy een groep gelijken in een verzameling individuen. Wat privacy beschermt, is in die zin eerder gelijkheid dan individualiteit, al doet het woord misschien anders vermoeden.
Privacy is een collectieve zaak
Dit voorjaar schreef Maxim Februari in een column in NRC Handelsblad dat ‘privacy’ als begrip de associatie oproept met ‘privé’ en dus impliceert dat privacybescherming een private zaak is, een luxe zelfs. In plaats van privacy kunnen we het beter over data hebben, stelt hij. Nu moeten we het daar ook over hebben, maar ik vind het zonde om het een in te ruilen voor het ander.
Je bent wel alleen, maar de kamer is niet meer voor jezelf
Dat de associatie van privacy met ‘persoonlijke kwesties’ of een ‘luxe privé-leventje’ onverdiend is, maakt juist een casus als proctoring op haast poëtische wijze duidelijk. De blik van buiten naar binnen, gemedieerd door commerciële software, camera’s en schermen, gaat letterlijk een drempel over. Zowel de machinale blik van het algoritme als de ogen van de docent onderwerpen de privéruimte van de student aan een onderzoek. De blik gaat maar één kant op en is op zoek naar ongeoorloofde zaken. Met zorg een achtergrond kiezen of een blurring effect gebruiken, kan bij vergaderingen of lessen nog wel, maar aan de omgevingsscan bij proctoring mag niets ontsnappen: tafel, bed, kast, wastafel, alles moet in beeld komen. Lijkt nabijheid in het digitale domein meestal verloren te gaan, op andere momenten kom je dichterbij dan ooit. En opnieuw: zij met de minste luxe hebben daar het meest onder te lijden.
De surveillerende blik individualiseert, daar waar gelijkheid zou moeten bestaan. Privacy – je privéruimte kunnen beschermen tegen indringers en pottenkijkers – is juist een collectieve zaak. Elke gefilmde kamer vertelt iets over de kamer van een ander; elke blik op die kamer ziet alle andere kamers erin weerspiegeld. Je bent wel alleen, maar de kamer is niet meer voor jezelf. Dat geldt trouwens ook voor data, die op zichzelf niets waard zijn maar alleen in groter verband kunnen spreken. Mijn data als bewoner van dit huis, op deze plek, in deze tijd, beïnvloeden de data van al mijn buurtgenoten.
Degenen die onze privacy schenden, zijn aanvallers, tegenover wie de verdediger altijd in de zwakkere positie zit
Sara Ahmed concludeert in haar onderzoek dat collectieve actie voorwaarde is om de individualisering van een probleem te doorbreken. Zeker bij klachten waarbij sprake is van machtsrelaties en waarin reputaties op het spel staan, kan het terugbrengen van de zaak tot een privéaangelegenheid een tactiek zijn om de schade voor het instituut te beperken. Degene die verkeerd behandeld is, wordt geïsoleerd en contact met lotgenoten wordt actief ontmoedigd, juist omdat collectiviteit machtsrelaties kan veranderen. De bezwaarmaker die alleen komt te staan, heeft op den duur de puf niet meer om een procedure door te zetten.
Denken vanuit waarde in plaats van wantrouwen
Dit vertelt ons ook dat collectieve actie vanuit solidariteit de weg vooruit is. Het ultieme doel daarvan zou moeten zijn om de default te veranderen. En daarmee kom ik tot het laatste punt dat proctoring verheldert: de standaardinstelling is wantrouwen. En zeker in het onderwijs is de vraag naar waarden en het wereldbeeld van waaruit geopereerd wordt, er niet één om zomaar terzijde te schuiven.
Ga je bij twijfel uit van fraude en slechte bedoelingen? En als dat de standaard is, zal dat dan ook niet je deel zijn? Welk doel dient de technologie eigenlijk? Ja, het tegengaan van fraude – maar hoe verhoudt dat zich tot het grotere doel van onderwijs? (Vul voor ‘onderwijs’ naar believen andere termen in, bijvoorbeeld ‘Belastingdienst’, ‘deurbel’ of ‘auto’, surveillance-software is immers overal.)
Hoezeer we ook hechten aan privacy, we willen allemaal gezien worden. In een gesprek over digitaal onderwijs in coronatijd wijst filosoof Hester IJsseling op het belang van een ander type blik dan de controlerende. Juist in een online omgeving is inzoomen nodig, niet om te speuren naar bewijslast, maar om ‘op bezoek’ te gaan in de situatie van de ander. Ook nu verlangen we naar nabijheid, naar iemand die bij ons binnenkomt. Iemand die oprecht nieuwsgierig is naar wie we zijn.
De honor pledge heeft een positieve default, behandelt iedereen als gelijke en legt niemand de last van het bezwaarmaken op
Wat kan dat betekenen in de context van tentamenfraude en proctoring? Behalve de keus voor andere vormen van toetsen, zijn er ook voor massale online tentamens creatieve, niet-technocratische oplossingen te bedenken, die een andere blik centraal stellen.
Een voorbeeld: ‘Just How Dishonest Are Most Students?’ vraagt een filosofieprofessor in een stuk in The New York Times over de zogenaamde honor pledge, waarmee studenten voorafgaand aan een toets plechtig beloven niet te spieken. Ik geef toe dat dit wat weeïg klinkt, maar de resultaten blijken niet slechter te zijn dan bij surveillance-software. Belangrijk is dat de belofte vertrekt vanuit eerlijkheid én die waarde als doel heeft. Ze vormt wellicht een antwoord op het dilemma, opgetekend in de Volkskrant: ‘De studenten van nu zijn de dokters, advocaten en managers van morgen. Ze zullen in hun carrière op allerlei manieren worden blootgesteld aan verleidingen om te sjoemelen, zonder dat ze daarbij op de vingers worden gekeken door zoemende camera’s. Hoe leer je studenten uit eigen beweging het eerlijke pad te kiezen?’
De honor pledge heeft een positieve standaardinstelling, behandelt iedereen als gelijke en legt niemand de last van het bezwaarmaken op. De belofte is tegelijk collectief en individueel. Maar het mooiste ervan vind ik de andere blik die ze oproept. De blik naar binnen.
26 Bijdragen
Hetty Litjens 6
Co Stuifbergen 5
Hetty LitjensMaar het moet, ook tijdens de Corona-maatregelen, toch ook mogelijk zijn tentamens te organiseren zonder mensen uit te sluiten wegens slecht internet of slechte software.
Hetty Litjens 6
Co StuifbergenEveline Bernard 6
'De goeden moeten onder de kwaden lijden' mag niet het uitgangspunt zijn.
Martine Groenendijk 5
Eveline BernardElmar Otter 6
Even los van de privacy issues worden de risico’s als iets fout gaat geheel bij de student gelegd. Dus naast de spanning van de vraag of je het tentamen wel goed gemaakt hebt, is er - in elk geval bij mij - nu de spanning of het tentamen die ik gemaakt heb überhaupt toegelaten wordt.
Daarbij helpt het niet als er een test is die je van te voren kunt maken om te kijken of je computer aan alle eisen voldoet, terwijl de echte toets een andere test doet en daar dan blijkt dat de microfoon harder moet en je ergens nog ergens toestemming voor moet geven. Een kwartier later was ik ingelogd. Gelukkig telt dit niet mee voor de tentamentijd, maar je moest wel binnen een half uur ingelogd zijn. Spanning dus.
En dan moet je een roomscan doen. Doe je die wel goed? Geen idee achteraf. Extra spanning dus.
Toen ik een aantal vragen had gemaakt werd ik ineens uit het tentamen gegooid. Dus opnieuw inloggen, opnieuw room scan, opnieuw pasje scannen. De spanning stijgt.
Gelukkig kwam ik weer terug bij de vraag waar ik gebleven was en was alles bewaard.
Maar dit bevorderd je prestatie op het tentamen natuurlijk niet.
En gelukkig kon ik mijn logeerkamer leeg halen en daar een tentamen ruimte van maken. Alleen witte muren en een tafel. Dus niets van prive hebben ze van mijn huis kunnen zien.
Maar aan de andere kant, wat is het alternatief. Want dat mis ik wel in het verhaal. Ik zou heel graag in Breukelen mijn tentamens weer gaan maken en ook daar weer college krijgen. Maar dan moet dat wel toegestaan zijn en helaas is dat het momenteel door de Corona-maatregelen nog niet.
R. Eman 8
Elmar OtterThom Groen
Dit studiejaar heb ik nog geen enkele keer een tentamen moeten maken op deze wijze. Daarin zie ik gelukkig iets wat in dit artikel mist en dat is de grote weerstand die veel docenten bieden tegen deze vorm van examinering. De meesten zijn creatief genoeg om een andere manier van toetsing aan te bieden en vooralsnog heb ik niet gemerkt dat het onderwijs of de kwaliteit van de toets daaronder lijdt. Al besef ik me ook dat dat van de tentamenstof afhangt en het voor sommige vakken / faculteiten vele malen eenvoudiger is dit probleem dusdanig op te lossen.
Gerhard Burger
Bij verschillende universiteiten is er geprobeerd om dingen op andere manieren op te lossen, met wisselend succes. Zo bleek bij een tentamen bij Universiteit Twente dat 1/3 van de studenten fraudeerde. Het spijt me zeer, maar je kan ook naief zijn in je vertrouwen.
Wat betreft de privacy, tsja het is niet ideaal, maar ik kan even niets beters bedenken.
Voor de geinteresseerden hier nog een podcastaflevering over proctering van de cybersecurity podcast Wat de Hack?!: https://open.spotify.com/episode/1X0p1HsgN2j3Ld5xxrpl01?si=WhIOioZhRVCEXwze-i5IUg
Roland Geerders 1
Gerhard BurgerDat is zo’n hoog getal, dat ik graag het onderzoek/bewijs wil zien.
En dan nog, was dit een fluke?
Ik moet straks aan mn eerste protoctering tentamen beginnen en moet zeggen, dit gaat erg ver. Dit is heel wat anders dan in een zaal met iemand die de boel in de gaten houdt. Dit is diepgaande inbreuk op privacy, zowel wat betreft huis als computer (Proctorio).
Ik weet niet - na het getest te hebben of ik dit nog eens accepteer.
Gerhard Burger
Roland GeerdersBen met je eens dat Proctorio zich heel veel rechten toeeigent (als docent moet je ook de Proctorio extensie installeren, en het gaat inderdaad redelijk ver). Maar de beslissingen zullen altijd door de docent genomen moeten worden, dus maak je niet teveel zorgen.
Heb je kunnen oefenen voor het tentamen met Proctorio? Want daar zetten ze bij ons wel heel erg op in, en dat neemt bij studenten wel veel stress weg.
Maar tot dusver bij onze faculteit eigenlijk geen problemen gehad (en dat gaat om duizenden tentamens die op deze manier afgenomen zijn). Maar ja als er een keer wat gebeurd is het natuurlijk wel in het nieuws.
SM vDongen 2
Roland Geerdershttps://nos.nl/l/2337821
HH Manders 4
Gerhard BurgerIn hoeverre is voor die 1/3 frauderende studenten ook hard bewijs (onafhankelijk van de proctoring software)?
- Een AD(D)D -er is met deze software de sjaak
- Iemand die met mondbewegingen teksten in stilte 'hard op' leest is met deze software de sjaak
Wat hier in feite gebeurt is misdadig - en een vorm van machtsmisbruik:
Een afgedwongen (afpersing) schending van een hele hoop basisrechten, het mogelijk gedwongen opzadelen van studenten met allerlei extra kosten, waarbij ook nog eens het slachtoffer per definitie verantwoordelijk is voor het resultaat en al wat er mis gaat. Ook al geldt dat in een aanzienlijk gedeelte van de gevallen het slachtoffer op geen enkele wijze had kunnen voorkomen dat het mis gaat.
Ik zou toewensen dat IEDEREEN in universiteits- en hogeschool- besturen op deze manier enige tijd in de gaten gehouden zou worden, en dan ZELF worden geconfronteerd met de negatieve gevolgen. Dan durf ik te wedden dat al deze toestanden binnen een second afgelopen zouden zijn. Maar omdat de verantwoordelijken zelf nergens last van hebben, interesseert het hun helemaal niets.
Roland Geerders 1
HH MandersIk ken verschillende mensen die een andere computer hebben moeten aanschaffen hiervoor!!
j.a. karman 5
Roland GeerdersGerhard Burger
Roland GeerdersGerhard Burger
HH MandersDit is op basis van een statistische analyse van de gegeven antwoorden; even eenvoudig gezegd wordt er gekeken naar de correlatie tussen studenten in de onjuiste antwoorden (in de podcast die ik linkte, legt de desbetreffende universitair docent het iets meer uit)
Wat betreft je 2 voorbeelden:
- Een AD(D)D -er is met deze software de sjaak -> Nee is niet de sjaak, want de beslissingen worden altijd door een docent genomen.
- Iemand die met mondbewegingen teksten in stilte 'hard op' leest is met deze software de sjaak -> Nee is ook niet de sjaak, zelfde reden als het vorige punt. Ik heb verschillende studenten gehad die hardop dingen aan het zeggen waren, waarom denk jij dat dat een probleem zou zijn? Het enige wat de software (bijv Proctorio) doet is het flaggen dat er gepraat wordt , en dan kan je als docent naar dat punt in de video gaan.
Over het algemeen zijn mijn studenten heel tevreden over hoe de tentamens plaatsvinden en snappen ze ook wel dat dit om (tijdelijke!) uitzonderlijke omstandigheden ging. En dat wij nergens last van hebben? Het is een ontiegelijke hoeveelheid werk om alleen al het lesmateriaal om te zetten naar een vorm die enigszins bruikbaar is om remote les te geven. In de weken dat mijn vakken draaien maak ik rustig dubbele uren, en als je naar de salarissen in de wetenschap/onderwijs kijkt weet je dat we het niet voor het geld doen. Maar goed, we doen het dan maar voor die studenten die het wel waarderen...
HH Manders 4
Gerhard BurgerOK - maar ken jij als docent bij wijze van alle 300 of 600 studenten uit het eerste jaar? Haal jij de AD(H)D-er er uit t.o.v. de spiekers? Dan nog steeds introduceert het een element waarmee de AD(H)D-er in het nadeel is t.o.v. normale studenten.
Ik beschouw jou niet als leidinggevende. Ik heb beroepsmatig best wel enig idee wat jullie als docent moetend doen en dat online lesgeven etc. veel meer werk is dan fysiek.
Ik heb/had het over de universitair bestuurders en managers die dit soort beleid invoeren/afdwingen, NIET de docenten.
Ferry de Boer 7
Gerhard BurgerGerhard Burger
HH MandersDe UvA heeft voldaan aan alle regels en beginselen van de AVG. De grondslag voor de gegevensverweking ligt in artikel 6 lid 1 sub e AVG. De UvA heeft een in de wet geregelde publieke taak en in verband met Covid-19 is er noodzaak om online proctoring in te zetten bij het afnemen van tentamens die vanuit huis worden gemaakt. Van een onrechtmatige inbreuk op de privacy is dan ook geen sprake.
(https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2020:2917)
HH Manders 4
Gerhard BurgerIn feite zegt de rechter volgens mij: "Er is wel schending van privacy - met het afgedwongen inscannen van de huiskamer etc., maar wij zijn van mening dat de omstandigheden rondom Covid-19 dusdanig zijn dat dit nu even nu telt."
Gerhard Burger
HH Mandersj.a. karman 5
Ongewenste privacy inbreuken in de fysieke context is geen probleem?
Er zijn daar nogal wat schandalen over. Er is sprake van een ongelijke positie.
In de virtuele benadering heb je dezelfde vraagstukken als in de fysieke wereld.
De invulling is her en der net wat anders. Ik had meer inzicht op dat deel verwacht.
Da er makkelijke fraude gepleegd word als er geen controle is, dat ljkt me duidelijk.
Kijk eens naar het OV Amsterdam waar de gevolgen van dat denkbeeld een beetje uit de hand liepen.
kaves Niet belangrijk
SM vDongen 2
Daarbij is een zekere mate van privacy-schending nou eenmaal inherent aan examens: wie fysiek een examen komt doen moet zich legitimeren. Bij twijfel kan bijv een tas moeten worden onderzocht. En wie zich raar gedraagd (bijv continue naar de wc gaat) zal extra streng gecontroleerd worden.
Een open-boek of essay-examen kan soms logisch zijn (dat sluit vaak beter aan bij de beroepspraktijk dan traditionele examens). Maar ook dan zal er gecontroleerd moeten worden dat de juiste persoon het examen maakt.
Dat er extra last kan liggen bij studenten die al achtergesteld zijn is vervelend, maar ook dat punt is net zo sterk aanwezig bij fysieke examens. Wie bijv dyslexie heeft zal toch echt zelf om extra tijd moeten vragen. Wie een kind krijgt of een ouder verliest zal zelf om coulance moeten vragen voor wat betreft studie-tempo.
Een school kan die last verlichten met standaardprocedures en goede informatie (zodat studenten weten hoe en waar ze hulp kunnen inroepen. En uiteraard moet spiek-software state-of-the-art en controleerbaar zijn, en dus bijv getraind voor studenten met verschillende gezichten).
Maar het lijkt me zeer ongewenst om dit alles alvast voor studenten in te gaan vullen: om bijv gekleurde student vrij te stellen van video-controles of al bij voorbaat extra tijd te geven lijkt me absoluut niet de bedoeling.
Roland Geerders 1
SM vDongenEr zijn andere mogelijkheden, zoals het opzetten van een soort teams-achtige meeting, zonder opname, met een of meerdere docenten die “wacht houden” zoals in een gewone tentamen situatie.
Dit heeft als voordeel dat elke student direkt kan worden aangesproken, en het risiko op onnodige disqualificatie kleiner wordt, doordat er menselijke interactie is.
Proctorio is niet zomaar een dingetje, het is een bedreigend en zeer indringend systeem.
Dit is bovendien een glijdende surveillance schaal, waar veel te gemakkelijk mee omgesprongen wordt.