De belofte van een Nederlands gitaarmerk dat de wereld gaat veroveren, zette Jerry Langelaar aan tot een miljoeneninvestering. Vooralsnog houdt hij enkel de blues over aan het project.
Jerry Langelaar, oprichter en eigenaar van vermogensbeheerder Wilgenhaege, is een bekende verschijning in de kapitaalkrachtige kringen van Nederland. Enkele jaren geleden schoof de blonde belegger vaak als vaste gast aan in het programma Business Class van Harry Mens. Daarnaast was zijn Wilgenhaege in betere tijden de hoofdsponsor van Circuit Zandvoort en
de de oudste voetbalclub van Nederland, de Koninklijke HFC.
Minder bekend bij het publiek is Langelaars investering in het Nederlandse gitaarmerk Aristides. De zakenman uit Hoofddorp begon in 2007 aan dit muzikale project toen de aandelenmarkten nog overeind stonden en de vastgoedprijzen nog enthousiast omhoog bewogen. Inmiddels, vijf jaar later, staat niet alleen zijn vermogensbeheerbedrijf er beduidend minder goed voor. Ook gitaarbedrijf Aristides loopt ondanks miljoeneninvesteringen niet al te best. Dat is vervelend voor Langelaar, die als kredietverstrekker en grootaandeelhouder ongeveer 1,5 miljoen euro in het gitaarmerk heeft geinvesteerd.
Aristides Poort ontwikkelt revolutionaire gitaar
Het verhaal van het bijzondere snaarinstrument begint in 1995 als Ingenieur Aristides Poort het lab van de Technische Universiteit van Delft induikt en een kunststofgitaar ontwikkelt. Niet zomaar een gitaar, maar een gitaar gemaakt van Arium - een gepatenteerde kunststof met unieke klankeigenschappen. Een revolutie in gitaarland. Grote gitaarbouwers Fender, Gibson en Gretsch maken hun gitaren namelijk traditiegetrouw van hout. Het verzet vanuit conservatieve muziekwereld tegen de ‘plastic’ gitaar is dan ook groot.
Desondanks weet Poort toch een fabriekje op te zetten en in ruim tien jaar tijd een bescheiden 1000 gitaren te verkopen. Vakbladen zijn enthousiast over de gitaren, maar Poort weet dat hij met zo’n bescheiden verkoop nooit een grote speler zal worden. Hij heeft iemand nodig die zijn droom financieel kan ondersteunen zodat hij een serieuze poging kan doen om Gibson en Fender uit te dagen.
Zakelijke kansen
Het is 2007 als Poort op een feestje Jerry Langelaar van vermogensbeheerder Wilgenhaege tegen het lijf loopt. 'Ik kwam hem ergens tegen en we raakten aan de praat', vertelt Poort. 'De crisis was toen nog ver weg en met Langelaar ging het financieel goed. Toen ik hem vertelde over de gitaar waar ik mee bezig was, werd hij enthousiast. Vooral omdat hij zakelijke kansen zag.'
Gitaren bouwen is heel wat anders dan geld beheren, maar
Langelaar ontdekt na enige research dat de markt voor gitaren interessant is. Jaarlijks gaan er honderdduizenden gitaren van de grote merken over de toonbank. De totale markt is een kleine miljard euro groot. Als de gitaar van Aristides Poort ook door gitaarliefhebbers omarmt wordt, ligt er een potentiële kans om een miljoenenbedrijf op te bouwen.
Poort legt Langelaar uit dat de markt nogal conservatief is. Mensen stappen niet zomaar over op een andere gitaar. Maar het kan het heel hard gaan, wanneer het senitment omslaat. Het beste voorbeeld is de meest verkochte gitaar ooit: de Fender Stratocaster. In de jaren zestig leed Fender als bedrijf een zieltogend bestaan. Het had al de beslissing genomen om de Stratocaster uit productie te nemen. Poort: ‘En toen ging opeens Jimi Hendrix erop spelen. Die zocht een uniek geluid, dat hij niet bij andere gitaren vond. Nu is het de succesvolste gitaar ooit.’
Langelaar leent 1 miljoen aan Aristides
Het kan snel gaan, wil Poort maar zeggen. Langelaar, die in zijn goede tijd
ook nog overwoog circuit Zandvoort over te nemen, is verkocht. Hij zoekt enkele andere investeerders en tuigt een een nieuw bedrijf op waar fors in wordt geïnvesteerd. Hij neemt nieuwe mensen aan en zet een gloednieuwe fabriek in Haarlem neer. Alleen een mooie merknaam ontbreekt nog. Langelaar bedenkt dat het romantisch is als de gitaar de naam draagt van zijn geestelijk vader. Na enig aandringen geeft Poort toe.
Het gitaarmerk Aristides is geboren.
Poort is vanaf de verhuizing naar Haarlem niet meer dagelijks bezig met het instrument, maar blijft wel vanaf de zijlijn betrokken als technisch adviseur bij de ontwikkeling van nieuwe gitaren. Langelaar zelf steekt veel geld in het bedrijf. Via zijn holding Mercurius, waar alle Wilgenhaege-ondernemingen onder hangen, geeft hij een lening aan Aristides Instruments die oploopt tot 1,1 miljoen euro, zo blijkt uit het jaarverslag van het gitaarbedrijf uit 2011. Daarnaast is hij de grootste aandeelhouder.
Op een dag benadert Langelaar de bekende Nederlandse rockster Adje Vandenberg om de gitaar eens te proberen. De oud-gitarist van Whitesnake, dat in de jaren tachtig met
Here I go again nog een nummer 1 hit scoorde in Amerika, is op slag verliefd op de gitaar.
Vandenberg fungeert sindsdien als het boegbeeld. Hij krijgt daarvoor 35000 euro per jaar en 50 euro per verkochte gitaar. Bij het kampioenschap van FC Twente schenkt VandenBerg live op tv voor het oog van tienduizenden voetbalfans een Aristides aan gitaarliefhebber Joop Munsterman.
Cijfers Aristides zijn nog steeds rood
De verbintenis met de Nederlandse rocker geeft glans aan het merk Aristides, maar ook de recensies van binnenlandse en buitenlandse muziekbladen zijn zeer lovend over de gitaar. De kwaliteit van het instrument wordt wereldwijd erkend. ‘De gitaar heeft zoveel power’, vertelt Poort trots. ‘Dat voel je gewoon. Je moet het zien als het verschil tussen een blaaspijpje en een Kalasjnikov. De gitarist hoeft veel minder te geven om er toch een prachtig vol geluid uit te halen.’
De muzikale erkenning voor de gitaar mag er inmiddels dan zijn, maar helaas voor Poort passen de verkoopcijfers vooralsnog meer bij het blaaspijpje dan de beloofde Kalasjnikov ‘Op dit moment verkopen we geloof ik rond de 80 gitaren per jaar’, zegt Poort licht aarzelend.
Er worden door de lage afzet jaarlijks tonnen euro's verlies gedraaid bij Aristides en de investering van Langelaar verdampt. Het eigen vermogen van de fabriek daalt naar een schamele 175.00 euro in 2011. Er wordt ook nauwelijks omzet gedraaid, zo blijkt uit de Aristides-jaarverslagen van 2010 en 2011. Over 2011 wordt voor iets meer dan 40.000 euro aan gitaren verkocht. Bij een verkoopprijs van 3000 euro per stuk, betekent dat een verkoop van 14 verkochte gitaren
Obligaties
Aristides heeft dus meer geld nodig en Langelaar
doet waar hij altijd zo goed in was: hij schrijft een in maart 2012 een investeringsmemorandum voor particuliere beleggers. Die kunnen tegen 7,9% rente een vijfjarige obligatie kopen in Aristides. In het prospectus, dat niet wordt gecheckt door de AFM, staat dat Aristides ‘in mei 2010 is gestart haar instrument op grote schaal te introduceren op de markt’ en dat ‘de gitaren door 23 dealers in 13 landen worden verkocht.’
Verder vermeldt het prospectus dat Aristides Instruments op het high end-gitaarsegment mikt en met zijn verschillende modellen, die tussen de 3000 en 5000 euro kosten, een marktaandeel van ‘tussen de vijf en tien procent’ wil veroveren. In het jaar 2015 moeten er zelfs 3400 per jaar verkocht worden.

Maar de oplettende lezer die doorbladert naar de bijlage van het prospectus, treft een bescheidener prognose aan. Hier wordt gesproken over 2350 exemplaren in 2015. Overigens nog steeds een stuk ambitieuzer dan de huidige 90 verkochte gitaren in 2013.

Het is bij FTM onbekend of de campagne om investeerders binnen te halen succesvol was. Wel staat vast dat Langelaar voor 350.000 euro met zijn eigen woning garant staat voor de kredietfaciliteit van Aristides Instruments bij de bank.
Voor Langelaar heeft de investering in Aristides niet alleen vanwege de garantstelling van zijn huis een persoonlijke kleur. Zoon Pascal Langelaar is sinds enkele jaren de general manager van het bedrijf. De 23-jarige zoon komt in een
interview met het Financieele Dagblad van vorige week uitgebreid aan het woord en wordt 'mede-oprichter' genoemd. Langelaar senior zegt in het interview: ‘Dat Pascal mijn zoon is, staat los van de business. Het kost tijd, maar ik denk dat deze formule vernieuwend genoeg is om een plek in de markt te veroveren.’ Als Poort wordt gevraagd naar de rol van Pascal is het even stil. Uiteindelijk antwoordt de ingenieur: ‘Nou ja, hij is geloof ik manager of bedrijfsleider. Ik hou mij daar niet zo mee bezig. Het interesseert me ook niet hoe je zo'n functie precies noemt.'
De tijd tikt
Aristides staat er op het moment financieel slecht voor, net als Fender in de jaren 60. Het is de vraag of de fabriek staande kan blijven totdat er een nieuwe Jimi Hendrix met het Nederlandse merk aan de haal gaat. Het lijkt het er namelijk op dat Langelaar zelf niet al te veel reserves meer heeft om Aristides overeind te houden. Vermogensbeheerder Wilgenhaege gaat na de crisis niet helemaal crescendo en de verschillende vastgoedfondsen,
waaronder Propertunity, liggen al enige tijd onder vuur. Langelaars holding Mercurius en zijn Langelaar investments tellen samen volgens de jaarverslagen van 2011 een eigen vermogen van iets boven de anderhalf miljoen euro. Geen grote buffer wanneer je kans loopt op een miljoenenflop.
Mocht Aristides het niet redden, dan krijgt Langelaar het moeilijk om zijn miljoen euro lening aan Aristides terug te krijgen. Tevens zal de bank haar garantstelling op Langelaars huis in Hoofddorp opeisen. Andersom betekent de situatie bij het noodlijdende Wilgenhaege dat Aristides financieel niet meer kan bouwen op haar enige echt grote geldschieter.
Hoe de financiën zich ook zullen ontwikkelen, voor Poort is duidelijk dat het niet aan het product ligt. ‘Als het product niet lukt dan ligt het aan mij. Als deze onderneming niet lukt dan ligt het aan het management. Het product is groter dan de betrokkenen. De kans dat de gitaar zelf - met of zonder ons - ooit een succes wordt, is 100%.’
Jerry Langelaar praat niet over privéinvesteringen. Over Wilgenhaege wil hij wel praten maar daar kan hij ‘zeker tot aan volgende week woensdag’ geen kwartiertje voor vrij maken. Zoon Pascal Langelaar laat weten niet te willen reageren.
8 Bijdragen
PeterO
De kwaliteit ging daarna flink achteruit door grotere productieaantallen, slechte kwaliteitscontrole, slechter hout en een paar desastreuze ontwerpwijzigingen. Zoals de bullet trekstang in de hals en vooral de driepuntsbevestiging van de hals en de body bij de stratocaster en luxere modellen van de telecaster. Begin jaren '80 stond Fender er beroerd voor en verkocht CBS het merk maar al te graag.
Ook Gibson heeft een aantal slechte periodes doorgemaakt.
Dat de gitaarwereld conservatief is, zie ik niet als een probleem. Hout klinkt gewoon het beste, mede doordat het ademt. Houtproductie is natuurlijk belastend voor natuur en milieu, maar een elektrische gitaar belandt zelden op de vuilnisbelt. Een goede stratocaster kan bijna eindeloos worden gereviseerd.
De afgelopen decennia zijn er nogal wat nieuwe merken opgekomen en weer verdwenen, die een vernieuwend concept hadden uitgewerkt. Maar de Fender stratocaster, telecaster, jazzbass en precison bass, de Gibson Les Paul zijn en blijven ijzersterke iconen. Nieuwe concepten zijn meestal alleen levensvatbaar als die op een kleine doelgroep zijn gericht. Bassisten zijn wel stukken minder conservatief en staan meer open voor nieuwe ontwerpen.
boer-breekt-klomp
Zonder Jimmy's legacy en andere cokesnuivers was de stratocaster ergens een stille dood gestorven. Of een ewig hawai instrument gebleven. Geld plukken van gitaarproducten in tijden van electronische mainstream muziek? Klinkt toch als countertrend. Basis voorwaarde is ook es een keer dat je een beetje gitaar moet kunnen of willen leren spelen spelen ipv een ringtone downloaden op je laptop en uren sequencen in Ableton. Speculeren op het draaitafelmerk van Tiesto heeft een betere kans op gewin. Dit is in feite hetzelfde: een bubbelblazer op zoek naar naar leverage en een Tiesto.
PeterO
boer-breekt-klompYamaha maakte ook de baanbrekende SG-1000/2000-series, destijds ook wel Les Paul-killers genoemd. Het idee was niet echt nieuw, maar het vakmanschap, de houtkwaliteit en de halsconstructie waren veel beter dan die bij de concurrenten Les Paul en SG van Gibson.
Toch bleven die oertypes het meest tot de verbeelding spreken, al werden de Yamaha SG's goed verkocht en zijn ze vandaag de dag gewild. Yamaha maakte (daarom?) ook erg goed gebouwde, letterlijke kopieën van de Gibson Les Paul, onder de naam Lord Player en Studio Lord.
Chris
boer-breekt-klompArthur van L.
Blijkbaar doet het Financiële Dagblad zelf geen onderzoek en kan iedereen zijn verkooppraatje bij de krant neerleggen.
Hans
Arthur van L.bos
Ik herinner mij die naam in de vele artikelen:
Onder Investeerders hebben velen geen goed ervaringen met Jerry
Althans met zijn beleggingsfondsen............
Hans Wiegman
Enserink werkte begin jaren 90 met Poort samen, dat werd geen succes.