
'Econoom Nijkamp (VU) vrijgepleit van sjoemelen,' kopte de Volkskrant op 13 januari. Eerder liep Nijkamps wetenschappelijke reputatie aanzienlijke averij op na verdenkingen van 'zelfplagiaat'. Maar gastauteur Harrie Verbon, hoogleraar Openbare Financiën aan de Universiteit van Tilburg, heeft ernstige bedenkingen bij dit eerherstel voor Nijkamp. Hij uit fundamentele kritiek op de wetenschappelijke kwaliteit van Nijkamps werk en dat van diens promovenda en co-auteur Karima Kourtit.
De affaire Nijkamp, emeritus hoogleraar ruimtelijke economie aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, lijkt inmiddels op een rit langs de achtbaan. Het begon (in 2013) met geruchten over wetenschappelijk wangedrag in de omgeving van Peter Nijkamp; toen waren er beschuldigingen die hout leken te snijden. Een commissie vond plagiaat in zijn werk, waarna zijn artikelen met argwaan werden bekeken en zelfs teruggetrokken door tijdschriften. Een andere commissie bestreed echter weer dat Nijkamp plagiaat had gepleegd. Begin dit jaar (2016) leek het tij definitief te keren: een commissie pleitte hem vrij van datafraude. Peter Nijkamp kraaide victorie en zette zichzelf in de media neer als de vermoorde onschuld, zoals bijvoorbeeld in het VU blad Ad Valvas. Het is echter eenvoudig aan te tonen dat de evaluatie van zijn werk door, minstens drie commissies, niet altijd even grondig is gedaan. Zijn wetenschappelijk werk bestaat voornamelijk uit junk science, rommelwetenschap, die inhoudelijk rammelt. Waarom wil een man die geen fatsoenlijk wetenschappelijk betoog meer op papier krijgt toch almaar doorgaan? En waarom lijkt hij, ondanks zijn povere werk toch weer gerehabiliteerd te worden? En waarom is dat eigenlijk erg? Hieronder een weergave van de feiten en een poging tot verklaring.
Nijkamp betrapt?
Tot mei 2013 was Peter Nijkamp een regionaal econoom met een glanzende reputatie. Jaar in jaar uit stond hij hoog in de Economen top40 die door het economenblad ESB (Economische en Statistische Berichten) wordt bepaald aan de hand van publicaties en citaties van economen in Nederland. Nijkamp ontving in 1996 de Spinoza-premie van het NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek), waarbij hij werd gekwalificeerd als 'een onderzoeker van internationaal erkende topkwaliteit'. Hij was voorzitter van NWO, fellow van de KNAW en universiteitshoogleraar aan de VU. Maar al deze glans begon opeens te verbleken toen in mei 2013 berichten in de pers verschenen over ‘academisch wangedrag’ van een promovenda van Peter Nijkamp, Karima Kourtit. Ze zou ten onrechte de doctorstitel al gevoerd hebben en in haar proefschrift waren artikelen opgenomen die in feite door co-auteurs waren geschreven. De rol van Nijkamp was aanvankelijk duister, al beweerde een website als Geen Stijl dat Nijkamp een dubieuze niet-academische rol speelde. In november 2013 verscheen er een (niet openbaar) rapport waarin sprake was van een onderzoekscommissie onder leiding van emeritus hoogleraar psychologie Pieter Drenth die concludeerde dat er tekortkomingen in het desbetreffende proefschrift waren geconstateerd; die konden echter worden hersteld. Dit kwam naar buiten via een persbericht van de VU. Inmiddels was er op de VSNU-site een bericht over deze zaak geplaatst, maar omdat er geen namen genoemd werden, duurde het tot januari 2014 voordat dit bericht de aandacht trok van de pers. Toen kwamen zowel de NRC als De Volkskrant met analyses van een aantal artikelen van Nijkamp waaruit zelfplagiaat bleek.
Inmiddels kwam ook een anonieme klacht over het proefschrift van Kourtit aan het licht
Inmiddels kwam ook een anonieme klacht over het proefschrift van Kourtit aan het licht. Deze klacht bleek de oorspronkelijke aanleiding tot de ‘affaire’ en was al in mei 2013 door een anonieme klager, N.N., ingediend bij de ombudsman wetenschappelijke integriteit van de VU. De VU had er echter, naar de mening van N.N., niet adequaat op gereageerd. Hij/zij kwam daarom in maart 2014 met een uitgebreide beschrijving van schendingen van wetenschappelijke integriteit, waaronder zeer veel voorbeelden van zelfplagiaat, door Nijkamp (en Kourtit). Ook suggereerde de (tot op de dag van vandaag) anonieme klager dat Nijkamp datafraude pleegde. De laatste versie van de klacht dateert van juni 2014. Deze klacht had vooral betrekking op het proefschrift van Kourtit, maar leidde indirect naar de onzorgvuldige academische werkwijze van Peter Nijkamp.
Academische reacties
De klachten tegen Nijkamp door N.N. werden door journalisten opgepakt (met name door Frank van Kolfschooten in de NRC), maar aanvankelijk niet of nauwelijks door economen (met Thijs ten Raa en ondergetekende als uitzondering. Later voegde ook Pieter Gautier zich bij de critici uit de economische hoek. De statisticus Richard Gill behoorde ook bij de critici van het eerste uur). Integendeel, vanuit Nijkamp’s directe en minder directe werkomgeving kwamen allerlei steunbetuigingen. Een tekenende reactie was die van Peter Wakker in Ad Valvas, het mededelingenblad van de VU. Hij liet op 6 maart 2014 noteren: 'Eens met deze steun. De schade die het NRC, met hun incompetente journalist, hebben aangericht is schandalig. De phrase ‘gebaseerd op eigen onderzoek van het NRC’ is kolderiek'. Deze reactie was bedoeld als teken van instemming met een open brief aan de rector van de VU van meer dan 80 wetenschappers uit de hele wereld die het voor Nijkamp opnamen. Zij kwamen met het argument dat academisch onderzoek voortbouwt op eerder gedaan onderzoek: 'Dan is het vaak nodig om eerder onderzoek te parafraseren en bestaande data te gebruiken om voortgang te boeken en om nieuwe bijdragen uit te leggen'. Jan Luiten van Zanden, hoogleraar economische en sociale geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht en, net als Nijkamp, een winnaar van de Spinoza-premie, nam het in januari 2014 in een ingezonden brief in De Volkskrant ook voor Nijkamp op. Hij maakte het punt dat als je in bladen van verschillende specialismen publiceert, dingen opnieuw uitgelegd moeten worden, zoals hoe de gegevens zijn verzameld, welke toetsen zijn toegepast. Dan schrijft hij: 'Uit door de Volkskrant gepubliceerde gegevens over het zelfplagiaat van Nijkamp blijkt het inderdaad meestal om dit type informatie te gaan. Het is niet bepaald efficiënt en ook weinig vruchtbaar om daarvoor steeds net weer andere formuleringen te bedenken, dus maken onderzoekers het zichzelf weleens gemakkelijk door hun eigen teksten te kopiëren'. Oftewel, zelfplagiaat is soms onvermijdelijk en journalisten als Frank van Kolfschooten in de NRC begrijpen dat niet. Dat was ook de suggestie van Nijkamp zelf toen hij in Ad Valvas schreef: 'Het identificeren van de substantie en originaliteit van onderzoek dient aan deskundigen te worden overgelaten en zeker niet aan de populaire pers'.
Opvallend: er wordt op geen enkele wijze ingegaan op de inhoud van het werk van Nijkamp
Wat in deze reacties opvalt is dat er op geen enkele wijze ingegaan wordt op de inhoud van het werk van Nijkamp. De suggestie is voortdurend dat die inhoud boven alle discussie is en dat vaststaat dat Nijkamp vernieuwend onderzoek aflevert.
'Solide wetenschapper'
Zo schrijven de ruim 80 wetenschappers dat zij 'Peter Nijkamp al vele jaren kennen als een solide en vernieuwende wetenschapper en als een van de wereldleiders op het gebied van de ruimtelijke economie. Zijn intellectuele en oorspronkelijke bijdragen vormen een baken voor een hele generatie van jonge wetenschappers op dit gebied. Zijn publicaties, vaak in prestigieuze vaktijdschriften (…) hebben een wereldwijde invloed gehad'. De collega’s van Nijkamp gaan blind af op zijn reputatie. Kennelijk is die reputatie voldoende om zijn werk als onaantastbaar te beschouwen. Dat werk hoeft dan ook niet meer besproken te worden, want het is per definitie goed. Pieter Gautier, collega hoogleraar van Nijkamp aan de VU, kwam op 1 juli 2014 opeens met een indirecte kritiek op de kwaliteit van het werk van Nijkamp. In Ad Valvas beweerde hij dat Nijkamp alleen maar publiceert in 'bladen waar je als wetenschapper je publicaties beter niet naartoe kunt sturen'. Goede artikelen moet je in goede bladen publiceren en aangezien Nijkamp alleen maar in inferieure wetenschappelijke tijdschriften publiceert, kunnen zijn publicaties niet veel voorstellen. Dat klopt, maar Gautier had natuurlijk beter een paar van de desbetreffende artikelen van Nijkamp en zijn co-auteurs kunnen inzien. Als hij zijn oordeel daarop gebaseerd had, had dat een wat sterker betoog opgeleverd.
Het werk van Nijkamp
Uiteindelijk moet toch de vraag centraal staan of het gewraakte werk van Nijkamp voldoet aan de gebruikelijke academische eisen. Daar heeft N.N. een zeer uitgebreid rapport over geschreven. Dit rapport richtte zich op het proefschrift van Kourtit, maar omdat alle hoofdstukken gebaseerd waren op artikelen met Nijkamp als co-auteur, richtte N.N. zich indirect tot Nijkamp. De aanklacht van N.N. bestaat uit verschillende onderdelen. Ten eerste datafraude. N.N. vermoedt in diverse empirische artikelen datafraude, omdat de resultaten te onwaarschijnlijk zijn. Direct bewijs heeft N.N. niet, omdat de data niet openbaar gemaakt zijn. Het tweede belangrijke onderdeel van de klacht van N.N. betreft (zelf)plagiaat. Op diverse plekken in de artikelen van Nijkamp bleken stukken tekst letterlijk overgeschreven te zijn van andere artikelen (met Nijkamp, maar ook anderen als co-auteur). N.N. toont dit zeer gedetailleerd aan.
Het behoort tot de onderzoekcultuur in de economie om wel veel te schrijven, maar niet om elkaars papers ook te lezen
Het behoort tot de onderzoekcultuur in de economie om wel veel te schrijven, maar niet om elkaars papers ook te lezen. Tegen die cultuur is N.N. ingegaan door wel de papers van Nijkamp te gaan lezen. Overigens verlangde Nijkamp zelf in een uitgebreide apologie voor zijn handelen in Ad Valvas van 15 januari 2014 dat hij op de inhoud beoordeeld wilde worden, maar: de beoordeling van zijn werk moet aan ‘peers’ worden overgelaten, die in staat zijn het werk inhoudelijk naar waarde te schatten. Hoewel N.N. anoniem is, moet hij of zij zeer dichtbij Nijkamp zijn/haar werk doen, getuige de kennis van zaken op de terreinen waar Nijkamp actief is. N.N. legt veel de nadruk op (zelf)plagiaat in het werk van Nijkamp, maar heeft ook inhoudelijk veel te melden over de onderzoekmethode van Nijkamp. Ik heb de analyse van N.N. nog eens dunnetjes over gedaan en kan niet anders dan veel van diens conclusies bevestigen. Hieronder volgt een korte samenvatting van mijn bevindingen (voor een uitgebreide bespreking van een aantal artikelen van Kourtit en Nijkamp, zie hier.) In het onderzoek van Nijkamp is een aantal thema’s te onderscheiden. Eén thema is de verklaring voor de prestaties van bedrijven, veelal in grote steden, met als deelthema de prestaties van etnische ondernemers. Een opvallende constante bij dit thema is dat data verkregen worden door interviews met ondernemers. Dat leidt vaak tot betrekkelijk weinig waarnemingen, zodat het moeilijk is daar algemene conclusies op te baseren. Bovendien is de meting van de ‘prestaties’ van de bedrijven subjectief omdat die gebaseerd is op meningen en niet op objectieve waarnemingen. Hoe objectief of subjectief die waarnemingen zijn valt echter niet te controleren. Nijkamp (al dan niet samen met Kourtit) is namelijk weinig scheutig met het geven van informatie over zijn data. Zo wordt er wel vaak in zijn artikelen een hele opsomming gegeven van variabelen die bepalend zijn voor de prestaties van een bedrijf, maar over eventuele metingen krijgt de lezer weinig te horen. Er wordt vaak niet eens een tabel getoond met wat gemiddelde waarden van de relevante variabelen, terwijl dit toch wel het minste is wat je als lezer zou mogen verwachten.
Wat opvalt in de artikelen van Nijkamp is dat hij vooropgezette meningen heeft die hij met alle geweld wil bevestigen
Wat ook opvalt in de artikelen van Nijkamp is dat hij vooropgezette meningen heeft die hij (zo lijkt het) met alle geweld wil bevestigen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een artikel (met Kourtit) over Marokkaanse ondernemers. Die beschikken, volgens de auteurs in hun inleiding, over uitstekende ondernemersvaardigheden en dragen daarom bij aan culturele integratie en diversiteit onder ondernemers in moderne steden. De jongere generatie Marokkaanse ondernemers is bovendien ‘meer open’ en op zoek naar nieuwe kansen buiten de traditionele sectoren. Deze nogal zware claims worden vervolgens ‘aangetoond’ door een aantal statistische bewerkingen te doen op een vragenlijst die is afgenomen onder 24 ondernemers van Marokkaanse origine.
De conclusies over Marokkaanse ondernemers die Nijkamp trekt, kunnen hoe dan ook niet volgen uit zo weinig waarnemingen
Je hoeft geen doorgewinterd statisticus te zijn om te kunnen concluderen dat met zo weinig waarnemingen de variatie in de variabelen niet voldoende kan zijn voor significante resultaten. Bovendien worden de waarnemingen ook nog bewerkt, maar op welke manier dat wordt gedaan, wordt niet onthuld. De conclusies over Marokkaanse ondernemers die Nijkamp trekt, kunnen hoe dan ook niet volgen uit zo weinig waarnemingen. De enige zinvolle conclusie die je uit een dergelijke exercitie kunt trekken is dat sommige Marokkaanse ondernemers succesvol zijn.
Migratie
Een ander groot thema in het werk van Nijkamp is migratie. Uit de artikelen over etnische ondernemers blijkt al dat Nijkamp de effecten van immigratie positief inschat. Hij vindt dat de negatieve effecten te veel belicht worden, terwijl uit 'een uitgebreide literatuur' de conclusie volgt dat de positieve effecten per saldo domineren. Bovendien zijn de negatieve effecten alleen maar van tijdelijke aard. In een artikel met Kourtit zegt hij ‘strategische keuzeanalyse’ te gaan toepassen om 'het socio-economisch belang van migratie voor de maatschappij, nationaal of lokaal, te analyseren'. Dat doet hij door aan 13 ‘deskundigen’ te vragen welke variabelen zij het belangrijkste vinden als het gaat om de effecten van migratie. Van de gevonden ‘waarden’ worden dan plaatjes gemaakt waaruit de lezer kan zien wat de deskundigen belangrijk vinden. Nijkamp geeft vervolgens commentaar bij deze plaatjes in de trant van: 'het stimuleren van diversiteit van migratiestromen (…) levert een positieve bijdrage aan de overheidsfinanciën (…) van de ontvangende regio’s en landen'. Deze en andere meestal vergaande conclusies worden in feite gebaseerd op een paar kruisjes die door de 13 ‘deskundigen’ in een matrix zijn gezet.
De academische exercities van Nijkamp hebben weinig van doen met wetenschappelijk onderzoek maar veel met wishful thinking
Uit deze korte bloemlezing blijkt dat de academische exercities van Nijkamp weinig van doen hebben met wetenschappelijk onderzoek, maar wel heel veel met wishful thinking. Zijn werk bestaat uit het telkens weer herhalen van dezelfde mantra (‘migratie is een zegen’, ‘steden zijn bronnen van creativiteit’ en zo ook zijn etnische ondernemers, enz.). Kritisch onderzoek blijkt hier te ontbreken, alles is in de lijn van de ‘hypotheses’. Om zijn voorop gezette meningen te staven is hij bereid degelijkheid en integriteit in wetenschappelijk onderzoek opzij te zetten. Zijn onderzoek kan ook nauwelijks vernieuwend, origineel en grensverleggend genoemd worden. Veel beweringen van Nijkamp zijn ook niet op eigen onderzoek gebaseerd, maar vooral op wat anderen beweren. Het doet er eigenlijk ook niet zo veel toe of hier sprake is van fraude, plagiaat of zelfplagiaat. Er is sprake van slechte wetenschap, omdat de gebruikte methoden niet geschikt zijn, de datasets te klein, de conclusies niet gebaseerd op de verzamelde data, maar op een overdosis aan confirmation bias. Deze harde conclusies zijn gebaseerd op zijn recente werk. Of zijn oudere werk ook gekenmerkt wordt door wetenschappelijke wanprestaties zou uitgezocht moeten worden.
Rommelwetenschap en rommelevaluaties
Grote mannen (en vrouwen??), hoe groot ze ook al zijn, hebben kennelijk het onweerstaanbare verlangen nog groter te worden, desnoods via onoorbare middelen. Dat geldt bij banken, woningcorporaties en dus ook in de wetenschap. Als een ‘grote man’ betrapt wordt, zullen degenen die baat hebben bij de reputatie van de zondaar (collega’s, bestuurders), de zondaar tot het uiterste verdedigen, desnoods ook via onoorbare middelen. Wat Nijkamp betreft was de eerste bestuurlijke reactie van zijn werkgever, de VU, er op gericht de reputatie van Nijkamp hoog te houden. Dat werkte uiteindelijk contraproductief, maar daarover valt een apart artikel te schrijven. In januari 2014 besloot het College van Bestuur van de Vrije Universiteit (VU) een commissie het hele oeuvre van Nijkamp alsnog op plagiaat te laten doorlichten. Deze commissie, genoemd naar zijn voorzitter Zwemmer is meer dan een jaar bezig geweest, en kwam in maart 2015 met een rapport. De belangrijkste bevinding was dat er in 43 van de 261 (16,5 procent) onderzochte publicaties van Nijkamp sprake is van plagiaat. Over de kwaliteit van het werk van Nijkamp trekt de commissie een suggestieve conclusie: 'De geconstateerde "questionable research practice" past in de kennelijk door Nijkamp gekozen publicatiestrategie, waarbij kwantiteit leidend lijkt te zijn en nauwelijks in toptijdschriften wordt gepubliceerd'. Dat was weer een indirect bewijs voor het gebrek aan kwaliteit in het werk van Nijkamp, maar een direct ‘officieel’ bewijs, dat wil zeggen een bewijs gebaseerd op lezing van de artikelen van Nijkamp, ontbrak. De toenmalige rector van de VU, Frank van der Duyn Schouten, zag daar voldoende aanleiding in om de conclusie over het gebrek aan kwaliteit niet te volgen en het belangrijkste deel van het rapport niet openbaar te maken. Het stelde Nijkamp in staat de commissie oncontroleerbare verwijten (‘broddelwerk’) te maken.
Lowi aan het werk
Inmiddels was ook het Landelijk orgaan wetenschappelijke integriteit (Lowi) aan het werk gezet. Dit orgaan was in actie gekomen op verzoek van Nijkamp en Kourtit zelf, die hun beklag deden over de VU en de commissie Drenth. Het Lowi gaf Nijkamp en Kourtit grotendeels gelijk en concludeerde dat er in een aantal publicaties van Nijkamp c.s. geen sprake was van plagiaat. Dit oordeel van het Lowi was vooral gebaseerd op de evaluatie van maar één artikel, namelijk het artikel Evaluation of cyber-tools in cultural tourism dat Kourtit en Nijkamp, samen met nog twee andere auteurs van de VU hadden geschreven. Dit is een typisch artikel uit de Nijkamp-school: slordig, gegevens gebaseerd op een onduidelijke steekproef, vol stukken tekst die overgeschreven zijn van anderen (letterlijk), analyses die niet deugen (of dus zijn overgeschreven), conclusies die niet volgen uit de analyses. Het artikel is verschenen in de International Journal of Sustainable Development (IJST). Volgens het Lowi beroepen Nijkamp c.s. zich er op dat zij het artikel 'niet willen presenteren als een origineel wetenschappelijk werk zonder erkenning voor auteurs'. Het Lowi concludeerde daarom dat er geen sprake van plagiaat kan zijn omdat het om een literatuuroverzicht gaat. Helaas blijkt het Lowi dit artikel niet al te aandachtig gelezen te hebben. Er wordt namelijk een soort meta-analyse toegepast. Bij een meta-analyse zijn de resultaten van andere studies de gegevens, waarin de onderzoekers dan zelf weer patronen proberen te ontdekken. Het is eigen werk derhalve, en ook al valt er inhoudelijk nogal wat op dat werk aan te merken, het is evident dat hier de gebruikelijke normen voor citeren moeten gelden. Hele bladzijden vol overgeschreven teksten zonder bronvermelding passen hier in ieder geval niet en zijn als plagiaat te bestempelen. Het lijkt er dus op dat het Lowi een oordeel velde over een artikel zonder het artikel (goed) gelezen te hebben. Men vraagt zich misschien af hoe het kan dat een respectabel genootschap, verzameld in het Lowi, verzuimd heeft het desbetreffende artikel grondig te analyseren en daardoor het ware karakter van het artikel gemist heeft. Dit geldt vooral omdat een econoom lid van het Lowi was met een degelijke reputatie die in staat moet zijn de geschriften van Peter Nijkamp te lezen en te beoordelen.
Nu is het oordeel van deze integriteitscommissie helaas verdacht
Het antwoord kan wellicht gevonden worden in het feit dat deze Lowi-econoom Nijkamp goed kent. Ze hebben zich beiden met migratie bezig gehouden en de Lowi-econoom heeft in diverse promotiecommissies met Nijkamp als promotor gezeten. Als je elkaar goed kent, ben je wat aardiger voor elkaar als er om een kritisch oordeel wordt gevraagd. De Lowi-econoom zou er daarom verstandiger aan gedaan hebben zich niet met dit advies te bemoeien. Nu is het oordeel van deze integriteitscommissie helaas verdacht.
Deskundigencommissie
Er was nog een laatste VU-commissie met ‘deskundigen’ aan het werk gezet om het gewraakte werk van Nijkamp te beoordelen. Deze commissie pleitte in januari 2016 Nijkamp vrij van datamanipulatie. De commissie heeft zeven klachten van de anonieme klager over fraude met onderzoekgegevens bekeken. De manier waarop de commissie te werk ging, kan aan de hand van de afhandeling van de eerste klacht geïllustreerd worden. Die klacht betreft een artikel van Nijkamp (en Kourtit) over de gevolgen van massa-immigratie waar wij eerder al naar verwezen. De commissie concludeert over dat artikel dat 'de aanbevelingen [van Nijkamp over migratiebeleid, HV] niet in de analyses als zodanig zijn gefundeerd'. Met andere woorden, wat Nijkamp concludeert over migratiebeleid is niet gebaseerd op de verzamelde gegevens voor dat artikel. Het was dus volgens de VU-commissie ook niet aannemelijk 'dat de auteurs de gegevens zodanig hebben bewerkt (…) dat een op voorhand bepaalde onderzoeksuitkomst werd bereikt'.
Nijkamp sjoemelt dus niet met zijn data, hij sjoemelt met zijn conclusies
Het is een soort conclusie uit het ongerijmde: als je je data niet gebruikt bij de gevolgtrekkingen uit je onderzoek hoef je die data ook niet te manipuleren. De manier waarop Nijkamp de data verzamelt en verwerkt doet er in feite niet toe. Nijkamp sjoemelt dus niet met zijn data, hij sjoemelt met zijn conclusies. Terwijl het verzinnen van je gegevens een wetenschappelijke doodzonde is, is het trekken van onjuiste of niet gefundeerde conclusies niet frauduleus.
Nijkamp slaat terug
Als de conclusies van je onderzoek niet uit de data volgen die je gebruikt, kan er ook geen sprake zijn van datafraude. Dat concludeerde de VU-commissie die klachten over datafraude door Nijkamp heeft onderzocht. Nijkamp zelf interpreteerde de bevindingen van de VU-commissie echter heel anders. In januari van 2016 zond hij (samen met Kourtit) een brief naar de website Retraction Watch, waarin hij meldde dat een 'agressieve journalist' de klachten tegen hem wereldkundig had gemaakt, terwijl 'diverse onderzoekcommissies die klachten hadden bestudeerd. (…) De conclusie van deze studies was duidelijk en ondubbelzinnig: geen enkel deel van de klacht was gegrond'. De manier waarop Nijkamp de conclusies van de diverse commissies hier verwoordt, is echter tamelijk misleidend. De laatste VU-commissie hield zich alleen bezig met datafraude, niet met plagiaat. Wat plagiaat betreft zijn er de tegenstrijdige conclusies van de commissie Zwemmer en het Lowi. Daar heeft de laatste VU-commissie zich niet in gemengd, zoals uitdrukkelijk vermeld wordt op pagina 5 van het VU-rapport. Retraction Watch is een website die bijhoudt welke artikelen uit wetenschappelijke tijdschriften worden teruggetrokken. De website meldde eerder dat diverse gepubliceerde artikelen van Nijkamp door redacties van internationale tijdschriften waren teruggetrokken, onder andere omdat, zonder juiste bronvermelding, grote delen van die artikelen al in andere tijdschriften waren verschenen. Het lijkt niet erg aannemelijk dat die redactionele beslissingen worden teruggedraaid. Dat Nijkamp desondanks kans ziet een brief te sturen naar Retraction Watch met het kennelijke doel zijn naam te zuiveren, hangt samen met, ten eerste, de rommelige wijze waarop de evaluatie van het wetenschappelijke werk van Nijkamp is aangepakt. De commissies richtten zich ieder op verschillende klachten en spraken elkaar desondanks deels tegen. Daardoor is er voornamelijk mist opgeworpen die het zicht op het werk van Nijkamp belemmert. Daardoor kon Nijkamp ook hier sjoemelen met conclusies, namelijk door selectief te winkelen in de rapporten van de commissies.
Nijkamp heeft een kennelijk onbedwingbare neiging om terug te slaan
Ten tweede heeft Nijkamp een diep ontwikkeld eergevoel en een kennelijk onbedwingbare neiging om terug te slaan. Vanaf het begin van de ‘affaire’ heeft hij geprobeerd de aanvallen op zijn wetenschappelijke standing te ontkrachten. Zo beschuldigde hij journalisten die zijn werk tegen het licht hielden van incompetentie. Hij beschuldigde de statisticus Richard Gill die de door Nijkamp gebruikte data opvroeg om ze zelf te analyseren, van kwade bedoelingen (en Nijkamp gaf de data niet). Over zijn collega hoogleraar Pieter Gautier zei Nijkamp dat een niet-vakgenoot niet het recht heeft over hem te oordelen: 'Alsof een tandheelkundige zich een oordeel kan aanmatigen over de kwaliteit van het werk van een oncoloog. Gautier zou zich diep moeten schamen'. Zo slaat Nijkamp om zich heen en het lijkt vruchten af te werpen. In de media wordt Nijkamp afgeschilderd als een man op wie karaktermoord is gepleegd. Gunnen wij hem dit succes?
Much ado about nothing?
Een collega van mij in Tilburg, die bekend is met het werk van Nijkamp, zei mij eens, dat iedereen het recht heeft slechte wetenschap te bedrijven. Peter Nijkamp dus ook. Dat zijn data en zijn analyses van de data rammelen, dat zijn conclusies uit de lucht komen vallen, who cares?
Dat zijn data en zijn analyses van de data rammelen, dat zijn conclusies uit de lucht komen vallen, who cares?
Bovendien, anders dan in de medische wetenschappen heeft ‘foute’ wetenschap in de economie weinig consequenties. Het rommelonderzoek van de medicus Don Poldermans naar het effect van bètablokkers bij hartoperaties kon fatale gevolgen hebben voor patiënten, maar de ongefundeerde conclusies van rommelonderzoeker Nijkamp over, bijvoorbeeld, de effecten van migratie zouden zulke dramatische consequenties niet kunnen hebben. Dat zou allemaal waar zijn als Nijkamp een grijze muis was geweest die ergens in een donker hoekje van de academie zijn werk had gedaan. Het probleem is juist dat Nijkamp aanzien en reputatie genoot, zijn conclusies legden gewicht in de schaal. Hij vindt dat zelf ook. Zo zei hij in 2015 in een interview met de Volkskrant: 'Ik heb een enorme drive in mijn leven. Het klinkt misschien jongensachtig, maar ik wil de samenleving verbeteren met de wetenschap'. Juist nu de effecten van migratie en de positie van allochtonen door de vluchtelingencrisis weer in het centrum van de belangstelling staan, is wetenschappelijke kennis over deze zaken van cruciaal belang.
Er zijn legio studies die aantonen dat massale immigratie negatieve effecten heeft voor de positie van de laagst betaalden
De empirische resultaten van economische wetenschappers over deze onderwerpen zijn echter geenszins eensluidend. Er zijn legio studies die aantonen dat massale immigratie negatieve effecten heeft voor de positie van de laagst betaalden, waaronder eerder geïmmigreerde allochtonen. Er zijn echter ook genoeg studies die empirisch aantonen dat die effecten klein en verwaarloosbaar zijn. Peter Nijkamp voegt daar zijn ‘wetenschappelijke conclusies’ aan toe dat immigratie voornamelijk positieve effecten heeft en dat het goed gaat met de allochtonen, vooral als ze ondernemer zijn. Dat is zijn mening en hij heeft recht op die mening, maar zodra hij die mening als wetenschappelijk onderbouwde beleidsaanbevelingen gaat presenteren, worden die conclusies gevaarlijk. Die kunnen dan een makkelijk alibi voor luie politici zijn die op zoek zijn naar een excuus voor het vermijden van moeilijke beleidsingrepen.
Prof. dr. Harrie Verbon is hoogleraar Openbare Financiën aan de Tilburg School of Economics and Management.
28 Bijdragen
Contramine
Jean
ContramineContramine
Jeansquarejaw
Hank.Rearden
docki
Hank.ReardenHank.Rearden
docki1. https://podium.knaw.nl/thema/financiering/
docki
Hank.ReardenAls je een wetenschapper bént ga je niet lopen liegen over je data om financiële redenen (hooguit stop je met onderzoek doen).
Als je een wetenschapper bént baseer je je conclusies op je onderzoek, niet op je eigen toevallige mening.
Nijkamp is geen slachtoffer van financieel uitholbeleid, Nijkamp heeft de mentaliteit van een tweedehands autoverkoper die toevallig door een universiteit is gerold.
Het is een charlatan, een gebakken lucht verkoper uit dezelfde categorie als Roos Vonk.
Nijkamp is hooguit slachtoffer van een vervelende combinatie van grote incompetentie en groot ego.
Ik kom tot deze conclusie op basis van een onderzoek bij twee niet nader te noemen individuen uit een niet nader te noemen bevolkingsgroep.
Hank.Rearden
docki1. http://journals.plos.org/plosmedicine/article?id=10.1371/journal.pmed.0020124
2. http://www.nature.com/news/2011/110817/full/476253a.html
docki
Hank.ReardenDe wereld wordt immers niet anders van de hoeveelheid geld die men je betaalt, dus een (echte) wetenschapper gaat de wereld ook niet anders beschrijven.
Maar goed, het verschijnsel zal wel met de degeneratie van alfa 'wetenschappen' te maken hebben, die het beschrijven van subjectieve vermoedenschappen tot hoogste doel lijken te hebben verheven.
En ja, dán gaat geld wel een rol spelen natuurlijk.
docki
dockiGuest
De inhoud van deze bijdrage is verwijderd.
Sanne
GuestDie ijstijd was bedacht door de scepticie, daarbij zijn de laatste jaren de warmste ooit. Dat plaatje past precies in één van de modellen van het IPCC.
Ga maar lekker door met kolen stoken, lijkt mij echt een goed plan maar niet heus. Het IPCC is andere koek dan de pseudo wetenschappers die klimaatverandering ontkennen.
Exxon is al sinds de jaren zeventig geld aan klimaatontkenning aan het geven dus ik denk dat je een beetje aan de verkeerde kant zit met je theorieen. Daarbij gaan derde wereld landen meer meer hebben aan zonne-energie dan aan kolen, die kolen worden al meer dan honderd jaar gebruikt en het zijn nog steeds derde wereld landen, zwakke theorie dus...
Degene die voor het gerecht gesleept moeten worden zijn degenen die de aarde willen slopen voor financiele winst, niet degene die het hier mooi willen houden.
rijke zakenlieden zijn juist rijk geworden van fossiele brandstoffen, niet van groene energie. dus weer een zeer zwakke onderbouwing.
Edit:
"Als laatst CO2 is heilzaam voor alles wat leeft en groeit op deze aarde en is geen vervuiler zoals men dat wil voorstellen."
Ik zou me toch een beetje meer in deze materie verdiepen als ik jou was, planten leven onder andere van CO2 ja, maar hebben wel een voeding in balans nodig anders sterven ze sneller af dan ooit.
Het wordt ook niet als vervuiler gerekend maar als broeikasgas, maar goed ...
docki
GuestDaarnaast: welke rechtvaardiging heb jij ervoor dat het window van de huidige 4 of 5 generaties alle olie, gas en kool zouden mogen opmaken?
Niet eens om de brandstof, maar om de grondstof voor alles wat kunststof is. Vind je het niet van de pot gerukt dat generaties na ons geen medicijnen meer kunnen produceren (want geen aardolie meer, dus geen koolwaterstoffen) omdat wij zo nodig in kunststof verpakte levensmiddelen willen, kunststof auto's, kunststof speelgoed, etc.
(om nog maar te zwijgen over de zooi die in de oceanen belandt).
Als je een goed rentmeester bent zorg je dat er minstens zoveel overblijft aan het eind van je rentmeesterschap dan er was aan het begin.
Wij zijn daarentegen uitzuigers, en figuren die een dergelijke uitzuigconsumptie propageren mogen van mij aan de heilzame CO2...
(waarvna overigens ook NIEMAND zegt dat het een vervuiler is, dat maak jij ervan in een soort frame om je egoisme te rechtvaardigen)
Jan Willem de Hoop
Hulde aan kritische geesten in woord en daad, zoals economen professor Harrie Verbon, , Thijs ten Raa , Pieter Gautier en de statisticus Richard Gill als critici van het eerste uur. Dat dit voor vakgenoten in ons land niet vanzelfsprekend is blijkt uit eerste citaat dat ik hier onder aanhaal: Hulde ook aan anonieme indiener klachten N.N.
Citaat 1 uit het artikel": "Als een ‘grote man’ betrapt wordt, zullen degenen die baat hebben bij de reputatie van de zondaar (collega’s, bestuurders), de zondaar tot het uiterste verdedigen, desnoods ook via onoorbare middelen. Wat Nijkamp betreft was de eerste bestuurlijke reactie van zijn werkgever, de VU, er op gericht de reputatie van Nijkamp hoog te houden. Dat werkte uiteindelijk contraproductief, maar daarover valt een apart artikel te schrijven."
Citaat 2 uit het artikel: "Bovendien, anders dan in de medische wetenschappen heeft ‘foute’ wetenschap in de economie weinig consequenties. Het rommelonderzoek van de medicus Don Poldermans naar het effect van bètablokkers bij hartoperaties kon fatale gevolgen hebben voor patiënten, maar de ongefundeerde conclusies van rommelonderzoeker Nijkamp over, bijvoorbeeld, de effecten van migratie zouden zulke dramatische consequenties niet kunnen hebben."
Opvallend is dat de beschuldigde, Peter Nijkamp, eenvoudig met alle critici de vloer zou kunen aanvegen door oder andere data beschikbaar te stellen / openbaar te maken. Hij doet dit dus niet. Omdat ................?????? Of hij gaat het alsnog doen.
docki
Jan Willem de HoopBen bijvoorbeeld wel benieuwd hoeveel zelfmoorden er in de nasleep van de kredietcrisis wereldwijd zijn geweest onder bankmedewerkers en (met name) zelfstandigen. Hoeveel kinderen zijn oipgegroeid in krotten omdat hun ouderlijk huis moest worden geveild.
In mijn beleving ligt de verantwoordelijkheid voor die doden en voor die kinderen deels bij de economen die beleidsmakers hebben geadviseerd de geest uit de fles te laten en daarnaast ook de slager zijn eigen vlees te laten keuren.
En dan heb ik het nog niet eens over de invloed van economen op het migratiestandpunt van beleidsmakers. Zit er wellicht een oorzakelijke relatie in de streng
immigratie-econoom - Merkel: Kom maar - vele mensen in gammele bootjes - vele verdronkenen op zee - dooie jongetjes op het strand
?
Hoezo zouden ongefundeerde conclusies van economen geen dramatische consequenties kunnen hebben? Aan wie denken economen dat ze hun adviezen uitbrengen dan? Aan de burgemeester van Madurodam?
Economisch rommelonderzoek kan net zulke grote consequenties hebben als medisch rommelonderzoek. Zij die de wetenschap onwaaardig zijn moeten daarom met pek en veren door de straten gejaagd worden en daarna worden tentoongesteld als de duivel.
Jan Willem de Hoop
dockiIk wilde bij citaat 2 eigenlijk benadrukken dat het maar de vraag is of het in de medische wereld wel goed geregeld is gelt op citaat 1 die ik aanhaal. (Was ik vergeten te melden in mijn bijdrage, dus hierbij alsnog.)
Zie ook Zembla uitzending van vorig jaar over fraude medische wetenschap.
Levensgevaarlijke wetenschap
http://zembla.vara.nl/seizoenen/2015/afleveringen/11-02-2015
Ko Pernicus
dockiNiet een beetje tekort door de bocht, Docki?
Ik kan me vinden in veel van wat je zegt. Maar bedenk je 2 dingen. Consequenties toewijzen aan slecht onderzoek is in wezen - shoot the messenger. Het is volgens mij altijd de primaire verantwoordelijkheid van beleidsmakers welk onderzoek of advies ze als basis nemen voor beleid. Het is ook zo, dat je de mogelijkheid hebt dat slecht onderzoek (through God's mysterious ways) leidt tot goed beleid, of goed onderzoek leidt tot slecht beleid.
Het moeilijkste lijkt mij om de "ego factor" eruit te halen. Zeer menselijk, maar ook potentieel zeer schadelijk. In mijn werk komt dat ook veel voor... alleen heet het daar geen onderzoeker, maar Subject Matter Expert (voor wat het waard is). En die zijn er in 2 smaken... je hebt er die het fantastisch vinden als ze "gevraagd worden", goed kunnen kletsen en dan heb je het risico dat ze de grens missen waar ze in het gebied komen "hier weet ik niks van". Puur om het ego gaan ze dan door. Je hebt er ook die dat direct aangeven - die vraag kan ik niet beantwoorden, of aangeven waar ze twijfelen. Die laatste kwaliteit zou je ook graag bij wetenschappers willen zien die beleidsmakers voeden. (zou bij mij bijna nog hoger op het ranglijstje staan dan goed of slecht onderzoek)..
docki
Ko PernicusOf wil je beweren dat medisch rommelonderzoek in een niche dat
misschien aan 20 mensen het leven kost, grotere consequenties heeft dan
economisch rommelonderzoek waar de halve wereld inmiddels 8 jaar de
gevolgen van ondervindt?
Wanneer beleid dat is gebaseerd op onderzoek van 'wetenschappers' vergaande negatieve consequenties heeft of zelfs doden kost, schrijf ik die toe aan de onderzoekers (nb: of eea ook verwijtbaar is is een andere vraag, dan gaat de oprechtheid van de wetenschapper een rol spelen).
Ik zie niet in waarom dat in de economische hoek anders zou moeten zijn dan in de medische hoek.
Als een bestuurder iemand vraagt die zichzelf als deskundige presenteert, zijn de gevolgen van het beleid ook voor rekening van de deskundige op wiens koers wordt gevaren.
Dat ontslaat de beleidsmaker niet van zijn eigen verantwoordleijkheid, maar de deskundige heeft ook een eigen verantwoordelijkheid.
Dat willen ze niet, want makkelijk (soms zelf verzonnen) onzin toeteren op kosten van de samenleving terwijl een ander de klappen opvangt is natuurlijk veel fijner.
Ko Pernicus
dockiWat ik moeilijker vind om te bepalen - stel dat die Peter Nijkamp een broddelaar is... Obv het verhaa hierboven... Loopt hij alleen voor een leuk salaris te hobyen? Of hij heeft aanwijsbare invloed?
Als dat laatste zo is - dan praat je in wezen over 2 problemen. Het doen van broddelonderzoek. En dan ben ik met je eens dat medisch broddelonderzoek net zo kwalijk is als economisch. Maar het 2e probleem is dat beleidsmakers blijkbaar niet in staat zijn de nepperij te herkennen.
iFred
Doet me denken aan de uitspraak van Phil Jones, bekend van Climategate: <i>“Why should I make the data available to you, when your aim is to try and find something wrong with it?”</i> meh....
Wetenschappers, die uiteindelijk door de samenleving worden betaald, leven nog veel te veel in een ivoren toren.
MvdB
Ook TPO heeft een klein dossiertje: http://tpo.nl/tag/peter-nijkamp/
Dat speelt dan allemaal zo'n beetje vanaf 2013. Net als de data in het artikel.
Dan stuit ik op deze artikelen uit 2009 ( http://www.elsevier.nl/Politiek/nieuws/2009/10/Weigering-Van-der-Laan-is-ambtsmisdrijf-ELSEVIER247518W/ ) en 2010 ( http://www.wereldjournalisten.nl/artikel/2010/04/09/migrantenondernemers_houden_steden_leefbaar/ ) en begin me af te vragen of men destijds in wetenschappelijke kringen niet heeft aangedurfd Nijkamps bevindingen nader te onderzoeken en dat de tijd daarvoor in 2013/2014 wél rijp was. Zoek een aanleiding en je vindt 'm. Zie ook het commentaar van squarejaw hieronder.
David
Ik twijfel al sinds enige tijd aan het nut van de sociale wetenschappen. Kunnen al die duizenden studenten beter niet wat anders gaan studeren of vanuit huis een cursus volgen? De onderzoeken waarmee sociale wetenschappers zich bezighouden zijn vaak irrelevant, bijzonder zwak onderbouwd of anderszins overbodig. Toch houden we in dit land tientallen faculteiten met miljarden belastinggeld overeind, maar wat levert het nou werkelijk op? Kennis wordt dan vaak gezegd, maar wat levert de sociale wetenschap nou daadwerkelijk op aan relevante kennis?
De Universiteiten zouden zich veel meer moeten specialiseren naar relevante onderzoeksgebieden. Nu wordt alles maar in middelmaat aangeboden, veel te grootschalig, bijzonder irrelevant. Wat dat betreft is het niet erg dat dit jaar met het nieuwe financieringsstelsel de aantallen studenten stevig dalen. Het studeren is decennialang een soort gesubsidieerde vrijetijdsbesteding gebleken, daardoor is de studentenpopulatie ook zo enorm groot. Nu jongeren zelf moeten meebetalen, gaan ze al heel ander (beter) keuzegedrag vertonen. Met de opkomst van online cursussen en andere ontwikkelingen gaat het helemaal hard.
Hebben we over 10 jaar nog wel collegezalen met professoren die elk jaar hetzelfde verhaal afdraaien? Kan dat niet anders/efficiënter? In mijn tijd deden werkgroepjes alles al via de mail en kwam je elkaar alleen nog tegen bij de presentaties. Hoorcolleges volgde je online, al die gebouwen worden dus straks overbodig. Die academische wereld gaat grote veranderingen ondergaan, dat kan niet anders. Ik denk dat de tijd va
Emmef
Deze bewering is onwaar, want "data-fraude" en "conclusies trekken die niet uit je data volgen" zijn onafhankelijk.
peter klein
EmmefEmmef
peter kleinDe bewering is:
<blockquote>
Als de conclusies van je onderzoek niet uit de data volgen die je gebruikt, <strong>kan er</strong> ook <strong>geen sprake zijn van datafraude</strong>.
</blockquote>
Je kunt prima verkeerde conclusies trekken met data waarmee <em>ook nog eens</em> gefraudeerd is, hetgeen strijdig is met de bewering. Het doet er niets aan af dat de conclusies dan wellicht nog verder van de waarheid liggen.
Overigens is het ook nog mogelijk om uit data waarmee gefraudeerd is, de juiste conclusies te trekken <em>op basis van die data</em>. Iemand anders kan bijvoorbeeld gefraudeerd hebben zonder de de trekker van de conclusie dat weet.
De gebruikte bewering is dus <em>te sterk</em> en volgens de redenering zou een fraudeur onmiddellijk van zijn daad ontslagen moeten worden zodra ook maar iemand een conclusie trekt die je niet op basis van die data kunt trekken.
Emmef
Behalve wanneer de mainstream economie geen crisissen kan voorspellen en ook na de crisis nog steeds grootste adviesgever is voor de politiek.
eezacque
kritische blog een artikel schrijft met als titel 'Anonymous complaint
about Dutch economist is “unfounded”: Report', waarin niet alleen met
zoveel woorden wordt gesuggereerd dat Nijkamp nu eindelijk van alle
blaam gezuiverd is, maar waarin bovendien Nijkamp uitgebreid aan het
woord gelaten wordt met de letterlijke weergave van een brief die meer
dan een kwart van het hele artikel beslaat. Relativerend commentaar
mijnerzijds, waarin onder verwijzing naar het rapport Struiksma wordt
beargumenteerd dat Nijkamp's conclusies en aanbevelingen niet uit zijn
data volgen, wordt door de moderator geblokkeerd. Het lijkt erop dat
Nijkamp inderdaad 'too big to fail' is...