
Onderwijs wordt gefinancierd met publiek geld. Sommige bedrijven weten dat deels af te romen. Lees meer
Steeds vaker zien binnen- en buitenlandse bedrijven ons onderwijs als een interessante markt. Het is mooi dat ondernemingen zo betrokken zijn, maar het moet er niet toe leiden dat zij ook hun stempel op het Nederlandse onderwijs drukken. In dit dossier onderzoekt Follow the Money de keiharde business achter onze scholen en opleidingen
Woekerwinsten voor uitgevers van wetenschappelijke tijdschriften, ondanks nieuwe regels
Stop met de verheerlijking van ranglijstjes in het onderwijs
Profileer- en publicatiedwang: wetenschap in de greep van het geld
Voor open science-project gaat de EU in zee met... Elsevier
Hoe de digitale halsband van Magister de privacy van schoolkinderen nekt
FTM Audio - Gemeentes paaien expats met subsidie op privaat onderwijs
Gemeentes paaien expats met subsidie op privaat onderwijs
Rondje om de school: wel duur, niet bewezen effectief
"Sprinkhaankapitalist" verovert de schoolboekenmarkt
Schoollunch? Leer die kinderen koken!
Profileer- en publicatiedwang: wetenschap in de greep van het geld
Vanochtend pakte de Volkskrant groot uit met nieuws over wetenschappelijke rooftijdschriften: bladen die tegen betaling en zonder enige kwaliteitscheck academische artikelen publiceren. Maar dat is niet het enige probleem waarmee de wetenschap kampt.
De publicatiedwang die al sinds eind vorige eeuw in de wetenschappelijke wereld heerst, is fnuikend. Wie niet publiceert, zakt op de citatieindex. En wie daarop zakt, krijgt minder (of geen) onderzoeksgeld en is zijn of haar baan niet altijd zeker.
Het fenomeen staat bekend als publish or perish: publiceer of verdwijn. Een van de akelige nevenverschijnselen ervan is een enorme wildgroei aan ogenschijnlijk nette wetenschappelijke tijdschriften, waar echter elke academische basis aan ontbreekt: auteurs betalen voor publicatie, er wordt geen peer review uitgevoerd, iedereen kan zijn brakke ei er tegen betaling in kwijt. Ook is een heel circuit ontstaan van schimmige ‘wetenschappelijke’ conferenties. Sommige wetenschappers doen naar hartenlust mee aan dit circus, anderen waarschuwen hun collega’s er juist voor.
Het internationale journalistieke onderzoeksplatform ICIJ heeft zich de afgelopen maanden over de kwestie gebogen. ICIJ nam twee grote en beruchte valsspelers in het veld onder de loep: het Indiase OMICS, dat sinds 2008 vanuit India wordt gerund en meer dan 700 tijdschriften zou uitgeven, en het Turkse WASET, dat vooral conferenties organiseert en daar vervolgens verslagen van publiceert. Beide bedrijven worden inmiddels verdacht van oplichting en bedrog en zijn al enige malen op de vingers getikt.
Het gaat niet om ‘neptijdschriften’; het zijn echte tijdschriften die doorhebben dat er flink geld valt te verdienen
Vanmorgen pakte de Volkskrant groot uit over het onderzoek: hun wetenschapsjournalist Martijn van Calmthout kreeg inzage in de onderzoeksresultaten en spitte de database door die van de artikelen van OMICS en WASET is aangelegd. Hij trof daarin ook Nederlandse wetenschappers aan, waaronder farmaceut Jaap Goudsmit en viroloog Ab Osterhaus, vaak als laatste auteur in artikelen van medewerkers of promovendi.
Over de periode van 2012 tot 2018 trof de Volkskrant circa 300 artikelen aan van zeker 750 Nederlandse wetenschappers aan die bij OMICS publiceerden. WASET publiceerde honderd conferentiepapers, van circa 500 auteurs van Nederlandse instellingen. Auteurs en instellingen vermelden de conferentie-papers van WASET doorgaans gewoon op hun publicatielijsten. Ze komen ook in de internationale citaten-index ISI, belooft WASET. Datzelfde geldt voor de artikelen in de honderden tijdschriften van OMICS, al zijn die vaak niet te vinden in Pubmed, de algemeen gebruikte databank voor medische literatuur. In de VS zijn inmiddels al academici vervolgd voor het opvoeren van zulke schimmige publicaties op hun cv, bijvoorbeeld bij sollicitaties.
Veel wetenschappers zijn diep bezorgd, maar iedereen kent het fenomeen. Hoogleraar Marc van Oostendorp (Academische Communicatie, Radboud Universiteit), spreekt over ‘rooftijdschriften’: ‘Tijdschriften waarvan het alle betrokkenen behalve de auteurs puur om geld te doen is.’ Paula Mommersteeg (Medische biologie, Tilburg) reageerde op het nieuws door een inkijkje in haar mailbox te geven: ‘Dit is de dagelijkse wegswipe sessie in mijn mailbox. 80-90% predatory journals and conference invitations.’
Dit is de dagelijkse wegswipe sessie in mijn mailbox. 80-90% predatory journals and conference invitations. pic.twitter.com/RRogA4f3u4
— Paula Mommersteeg (@PaulaUvT) August 8, 2018
Het gaat niet om ‘neptijdschriften’. Dir zijn echte online tijdschriften, die doorhebben dat er flink geld valt te verdienen aan de publicatiedwang die aan wetenschappers is opgelegd. De rooftijdschriften onderscheiden zich niet van ‘echte’ tijdschriften, behalve in de kwaliteit – maar dat is nu net waar het in wetenschap om draait: reproduceerbaarheid, controle, onafhankelijkheid en peer review.
De enige remedie is om de publicatie van wetenschappelijke tijdschriften weer rigoreus in eigen hand te nemen, constateert onder meer Van Oostendorp: hij bepleit ‘een systeem waarin wetenschappers (universiteiten, universitaire bibliotheken) zélf hun tijdschriften uitgeven, zodat de commerciële prikkel wegvalt’.
Maar de invloed van het grote geld beperkt zich niet tot publicaties. Ilona Dahl liet afgelopen weekend op FTM zien hoe medisch onderzoek steeds meer in handen is gekomen van de medische industrie. Farmaceuten, fabrikanten van hulpmiddelen en diagnostische apparatuur zijn vrijwel de enigen die nog medisch onderzoek financieren, aangezien de geldstroom vanuit de overheid vrijwel is opgedroogd.
Het gevolg: een steeds grotere invloed van het bedrijfsleven op de wetenschap. De industrie betaalt en bepaalt welke onderzoeken artsen moeten uitvoeren. Meestal zijn dat de zogenaamde grootschalige trials. Deze trials leveren weinig voordeel op voor patiënten, maar zijn wél rendabel voor de medische concerns. Ook schuwt de industrie niet om belangrijke data achter te houden, of zelfs te manipuleren, om een behandeling succesvol te kunnen introduceren.
Een overheid die weigert research en wetenschappelijketijdschriften te financieren, ondermijnt de onafhankelijkheid van onderzoek en academische publicaties. Dat is de werkelijke motor achter rooftijdschriften, nepconferenties en horige onderzoekers.
34 Bijdragen
R. Eman 8
Als niet-academicus sta ik raar te kijken van dit fenomeen. Logischerwijs zou ik verwachten dat iemand onderzoeksresultaten publiceert als er iets te publiceren valt en niet om maar iets te publiceren. Dit hele gebeuren geeft mij dan ook de indruk dat het niet meer is dan een facebook-variant voor academici.
HH Manders 4
R. EmanAangezien het gros van de managers absoluut geen enkel verstand heeft van het vakgebied waarin de wetenschappers actief zijn, en vaak ook niet kundig/capabel genoeg is om andere elementen te beoordelen (goed onderwijs geven bijvoorbeeld) kiezen zij voor makkelijk te meten 'indicatoren': artikelen, citaties (want daar laat je een zoekmachine op los) en examenresultaten. Natuurlijk - in hun beleving - zijn die indicatoren een accurate weergave van de werkelijkheid, terwijl iedereen met daadwerkelijk academisch denk-niveau en kennis van het vakgebied weet dat dat niet klopt.
Resultaat is dat goed en grondig onderzoek doen naar een moeilijk (en niet 'hip') onderwerp voor academici eigenlijk gelijk staat aan carrière-technische zelfmoord. Het wordt helemaal een drama als bij een moeilijk onderwerp er geen fatsoenlijke uitkomst is, of een onderzoek mislukt: weinig te publiceren, en geen patenten.
Voor het geven van een hoogstaand werkcollege over een non-generiek onderwerp waarbij je hoge eisen stelt aan het werk van de student (niet genoeg volume, cijfers niet hoog genoeg) geldt hetzelfde. Een boek schrijven is ook problematisch (want een inefficiënte investering).
Andrel Linnenbank 7
HH Manders(De hirsch index vindt je door alle publicaties te sorteren naar het aantal keren dat ze geciteerd zijn. Dan kijkt je van hoog naar laag of het aantal citaties meer is dan het rangnummer op de lijst. Als er dan bv 7 artikelen meer dan 7 keer geciteerd zijn maar het 8e maar 6 keer, dan is de hirsch-index 7)
De publicatie om de publicatie speelt vooral bij promovendi. Nogal wat faculteiten stellen als voorwaarde dat er minimaal een x-aantal (2-4) in peer-reviewed tijdschriften moeten zijn gepubliceerd voor tot een promotie kan worden besloten. Deze regel lijkt vooral bedoeld om de professoren in de commissie het zo makkelijk mogelijk te maken. Ze hoeven niet meer naar de kwaliteit van het werk te kijken, want van alles wat al gepubliceerd is mag je aannemen dat het goed genoeg was, dus die stukken hoef je pas vlak voor de promotie vluchtig door te lezen. De rest is in de meeste gevallen een verbindende inleiding, een conclusie-discussie hoofdstuk en het dankwoord. Dat leest allemaal wat makkelijker weg. (Dat reken ik de professoren overigens niet echt aan, ze hebben domweg te weinig tijd om hun werk goed te doen, dankzij alle efficientiekortingen en andere bezuinigingsmaatregelen)
Ook een cum-laude onderscheiding wordt soms bepaald door te kijken wat de impactfactor was van de tijdschriften waarin gepubliceerd is, ongeacht het onderwerp van studie. (Waarom dat relevant is is een langer verhaal)
En zo ken ik nog wel meer praktijkvoorbeelden van misbruik van bibliometrische maten.
Marla Singer 7
Andrel LinnenbankJe zou zeggen dat je ipv kwantiteit als meetstaf te gebruiken je voor kwaliteit zou moeten gaan. Maar dat lijkt mij in de praktijk vrij lastig.
Wellicht iets dat micropayments via blockchain zou kunnen werken voor elke keer dat een wetenschappelijk werk gelezen wordt in combinatie met een gegeven cijfer. In die richting zou het event kunnen gaan.
Andrel Linnenbank 7
Marla SingerHet hele idee van de Academische Gemeenschap is dat het een web is van mensen die elkaar kennen en waarvan de reputatie afhangt van hoe betrouwbaar ze zijn. Door het volledig te overbelasten met promovendi kan dat niet meer. En het weghalen van structureel geld om dat dan in competitie weer terug te geven, is een belangrijke factor in het doorbreken van het gemeenschapsgevoel. We zijn immers continue elkaars concurrent geworden.
Dit is een schoolvoorbeeld van een systeem waarbij competitie leidt tot een afname van de kwaliteit. Maar probeer dat maar eens uit te leggen aan politici die heilig in marktdenken geloven.
Douwe Maat
Andrel LinnenbankInteressant idee en deels ook wel eens , maar ik zie ook wel de voordelen van die competitie: nieuwe ideeen, doelgerichter werken, zelfreflectie. Dat mist toch vaak als er weinig nieuw bloed en druk op een afdeling is. Hoe denk jij daarover?
Andrel Linnenbank 7
Douwe MaatWat je nodig hebt is een goede mix van oud en jong, nieuw en ervaren, liefst met een aantal vakgebieden bij elkaar. Wat er de afgelopen periode is gebeurt is dat het accent verschoven is van zo'n gebalanceerde groep, naar één waarin vrijwel alleen de jongeren nog onderzoek doen en de ouderen met pensioen gaan. Dit hele proces speelt namelijk al een jaar of 20-30. Daarmee is er te veel kennis verloren gegaan en kunnen de jongeren eigenlijk niet meer voldoende worden opgeleid. Vaste staf medewerkers zijn vooral bezig met geld binnenhalen voor de volgende lichting en doen te weinig zelf onderzoek.
Eigenlijk in alle groepen die ik ken is er tenminste 1 dagdeel per week bespreking van lopend onderzoek met de hele groep. Dat is het moment dat we elkaar, en onszelf, tot het uiterste testen op wat we aan het doen zijn en of dat ook relevant en correct is. Dat gaat er vaak niet zachtzinnig aan toe en we zouden niet anders willen of kunnen. Daarnaast is er ook een aparte literatuurbespreking, waarin we een artikel (doorgaans) fileren en de jongeren daardoor wordt geleerd wat wel en niet moet in een publicatie.
Paul 121 5
R. Emanj.a. karman 5
Een omslag om echt inhoudelijk bezig te zijn is hard nodig.
Jan Willem van Borselen 1
"Al jaren betaalt de samenleving een hoge prijs voor toegang tot wetenschappelijke informatie. En dat is opmerkelijk: met ons belastinggeld zijn we immers met z’n allen de belangrijkste financiers van academisch onderzoek."
en:
"Farmaceuten, fabrikanten van hulpmiddelen en diagnostische apparatuur zijn vrijwel de enigen die nog medisch onderzoek financieren, aangezien de geldstroom vanuit de overheid vrijwel is opgedroogd."
Wie kan/wil dit toelichten?
[Verwijderd]
Jan Willem van Borselen 1Eerste citaat beter in de voltooid verleden tijd. Dan snap ik het
Andrel Linnenbank 7
Jan Willem van Borselen 1De eerste wordt gedragen door de overheid, op de tweede is zoveel bezuinigd dat er, een beetje afhankelijk van de faculteit, geen ruimte is om onderzoekers aan te stellen waarvan het salaris niet voor een groot deel gedekt wordt door externe financiering. Faculteiten waarvan niet redelijkerwijs kan worden aangenomen dat ze grote bedragen binnenhalen (talen bv) zullen bij de bezuinigingen enigszins ontzien zijn. De medische faculteiten, met zijn connecties met de industrie, omdat ze inmiddels allemaal gefuseerd zijn met het academisch ziekenhuis, zijn daarom relatief nog meer afhankelijk geworden van externe financiering.
Een tweede effect is waarschijnlijk dat het aantal promovendi in de geneeskunde relatief meer gestegen is, omdat een promotie als impliciete voorwaarde wordt gesteld voor een schaarse specialisatie opleidingsplek. Iets wat bij de geesteswetenschappen minder speelt.
Karin Spaink 5
Jan Willem van Borselen 1De tweede zin die je aanhaalt, komt uit mijn stukje, en beschrijft een veel recenter probleem: de overheid betaalt nog amper een cent voor medisch onderzoek, dat notoir duur is (je moet immers langlopende dubbelblinde trials opzetten en dergelijke). Voor dergelijk onderzoek zijn de universiteiten helaas vrijwel volledig afhankelijk geworden van de medische industrie.
Ik hoop dat dit je vraag beantwoordt?
Andrel Linnenbank 7
Karin SpainkComplicerende factor is de verwevenheid van het academisch ziekenhuis (privaat) en de faculteit (overheid). Die maakt dat zelfs als er afgesproken is dat bezuinigingen in de zorg niet doorwerken in het universitaire onderzoek, dat dat via sluipwegen toch kan gebeuren. En in theorie ook de andere kant op. Voeg daarbij dat de hoofden van het onderzoek meestal ook een klinische taak hebben, zelf medicijnen en devices (pacemakers bv) voorschrijven en invloed hebben op wat er door iedereen wel of niet gebruikt wordt bij de behandeling, op zaal en op de OK, en je begrijpt waarom farmaceutische bedrijven graag onderzoek willen sponsoren. Uiteraard in een voor wat hoort wat afspraak.
Kortom er is een grote zak met geld voor onderzoek voor diegenen die gelieerd zijn aan de artsen en hoogleraren die de beslissingen nemen.
Dus kan je de 1e geldstroom van die groepen inperken en voor minder lucratieve specialismen of voor patientenzorg gebruiken. Of de overheid is je een stap voor en verlaagt gewoon je 1e geldstroom.
Jan Willem van Borselen 1
Karin SpainkIk maak mij er zorgen over dat binnen de hele gezondheidszorg en onderzoek, het geld verdienen steeds meer centraal staat en niet de gezondheid van de mens. De macht van de medische industrie, door hun monopolie als geldverstrekker, lijkt mij een zeer ongunstige ontwikkeling. Zeker ook omdat zij vaak geen inzicht geven in de volledige onderzoeksdata.
Andrel Linnenbank 7
Jan Willem van Borselen 1gaat ook over co-financiering. Het geld dat universiteiten zelf moeten bijleggen uit 1e geldstroom om die uit 2e of 3e te kunnen bemachtigen. Waarmee de industrie ook zeggenschap heeft gekregen over die delen van de 1e geldstroom die nog niet aan vaste lasten opgaan.
Uiteraard is is het zorgelijk. Een consequentie is ook dat onderzoek naar dingen die geld kunnen besparen niet financierbaar zijn. Men ziet vaak wel de gevaren van onderzoek dat door belanghebbenden gestuurd wordt, maar er is m.i. te weinig aandacht voor onderzoek dat nu gewoon niet meer gedaan wordt.
Wietze van der Meulen 6
[Verwijderd]
Wietze van der MeulenPeter Urbanus 5
Bas van de Haterd 5
Idem met een andere 'wetenschapper' recent. Ik kreeg vanwege mijn goede relaties met de organisatie een gratis ticker voor een water conferentie. Niet mijn ding, dus ik stuurde hem door. Kreeg ik de opmerking dat dit ging over drinkwater en hij zich alleen bezig hield met oppervlakte water. Ik vroeg me serieus af of iemand het water ooit verteld had....
Is er veel mis? Ja. Aan beide kanten van het spectrum...
Andrel Linnenbank 7
Bas van de HaterdWat het probleem met bv de WASET conferenties is, is dat er te weinig inhoudelijk expertise bij de organisatie is.
Op zich organiseerden wij ook wel brede conferenties, nl over de hele biomedische technologie (software en hardware voor zowel puur onderzoek als voor klinisch onderzoek in elk medisch specialisme), maar daar zat dan wel een organisatie van tientallen wetenschappers achter die de peerreview deden en de sprekers uitnodigden etc. Kleinere conferenties/symposia worden vaak georganiseerd door één groep van, zeg, een onderzoeker of 10, mét een heel beperkte focus. Wederom, om te zorgen dat alle aanwezigen voldoende achtergrond hebben dat je de inleiding kort kan houden.
Bas van de Haterd 5
Het bijzondere is dat de EU nu al bezig is met iets vergelijkbaars, maar dan op vacature gebied. Vanaf 2020 moeten alle wetenschappelijke vacatures gepubliceerd worden in een Europese databank voor vacatures. Anders niet kom je niet meer in aanmerking voor Europese onderzoeksgelden. Je mag dus ook niet meer als hoogleraar een promotieplek aan een master student geven (om zoals in de wandelgangen wordt gezegd, te voorkomen dat 'de beste' gaat over tussen de lakens en niet de wetenschappelijke kwaliteit.
Een vergelijkbaar systeem zou natuurlijk heel makkelijk kunnen voor publicaties. Een verplichting te publiceren in een centraal systeem, dat volledig open is voor iedereen. De financiering kan je vanuit de universiteiten doen, want die betalen zich nu blauw aan abonnementen, die ze dan niet meer nodig hebben.
Bouw een systeem, ik denk dat blockchain een goede techniek hiervoor is, waarbij je meteen algoritmes laat controleren op plagiaat. Bij een te grote overlap laat je andere wetenschappers er naar kijken of wijs je ze er op bij peer review. Het eist dat je een X aantal mensen een peer review laat doen. Voor elke review krijg je punten, een review laten doen kost je punten. Zo verdeel je de lasten. Natuurlijk mag je in de min, anders krijgen starters geen kans, maar niet te ver (dan moet je eerst reviewen). Je kan meteen controleren op review fraude, mensen die onterecht goed- of afkeuren kan je minpunten geven en bij te vaak kan je daar zelfs melding van maken. Je hebt een systeem dat slechte wetenschappers daadwerkelijk kan ontmaskeren. Uiteraard moeten hier menselijke checks in zitten om recht te spreken. Afwijkend gedrag is niet altijd onterecht.
Andrel Linnenbank 7
Bas van de HaterdMaar laat ik wel even specifiek reageren op de impliciete beschuldiging dat sex een rol speelt bij de selectie van promotieplekken. Dat heb ik in mijn pakweg 25 jarige carrière nooit meegemaakt. Ik ken wel een kleine minderheid groepsleiders die een ongezonde voorkeur hadden voor vrouwelijke medewerkers, maar dat er ooit iets aan de benoeming vooraf gegaan is, daar geloof ik niets van. Zou ook bij de andere promovendi heel veel problemen hebben gegeven. Misschien dat het in de medische faculteit anders is dan elders, maar ik ken genoeg groepen in andere faculteiten om het naar het rijk de fabelen te willen verwijzen dat dit op relevante schaal voorkomt.
Ik ken wel een geval waarbij iemand haar benoeming vooral aan de relatie met de hoogleraar te danken had, maar dat was op een heel ander niveau dan master-student. Dat kan ook alleen maar als er toch al een groot probleem met de gezagsverhoudingen in de groep is. En dan ben je als griekse of spaanse schone die hier langskomt voor een sollicitatie nog kwetsbaarder, lijkt me.
Wat ik al zo vaak gezegd heb, een deel van de oplossing is inderdaad simpel. Stop met die competities voor onderzoekgeld, die verzwakken de universiteit. En om bij je fictieve sexschandaal te blijven. Een situatie scheppen waarbij een hele groep financieel afhankelijk is van de nukken en kuren van één hoogleraar is vragen om excessen. Misschien dat daar de medische faculteit anders is, bijna alle groepen hebben meerdere hoogleraren of PI's die elkaar scherp houden.
Bas van de Haterd 5
Andrel LinnenbankIk heb de op universiteit gewerkt en deze regeling is door de EU ingesteld om, dit soort excessen uit te sluiten. Andere excessen zijn de aanstelling geven aan familie of familie van bevriende collega's. In Nederland noemen we dit 'Italiaanse toestanden', maar elke wetenschapper die ik heb gesproken en gevraagd: kan je uitsluiten dat het hier gebeurt stelde: nee. En je geeft het zelf al aan. Ik geloof het niet (een echte wetenschapper onderzoekt dingen, die gelooft niet) en relevante schaal. Elke plek die om de verkeerde redenen naar de verkeerde persoon gaat is relevant! Je kan er een leven mee maken of verwoesten.
De oplossing als je de kwaliteit van de wetenschap nog verder naar beneden wil brengen is inderdaad gewoon geld geven en nooit meer kijken. Mijn steven is het verhogen van de wetenschappelijke kwaliteit. Ik geloof sterk in het nut van goed, onafhankelijk onderzoek. Daarvoor moet de kwaliteit echter wel omhoog en het zou goed zijn als we daar eens op gingen selecteren.
Ook zou het goed zijn, en daar ging het verhaal over, een objectief open access systeem voor alle met publiek geld gefinancierde publicaties.
Andrel Linnenbank 7
Bas van de HaterdIk ken maar 1 geval van een 'italiaanse toestand', dat vindt ik alleszins meevallen gezien mijn totale netwerk. Natuurlijk is dat er 1 teveel, maar niets van wat je voorstelt zou dat voorkomen hebben.
De kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek kan alleen maar omhoog als wetenschappers over langere tijd een redelijke baanzekerheid hebben. De idiote situatie dat we de meeste promovendi na 4 jaar afschrijven, net nadat ze zich een beetje het vak hebben eigengemaakt, en dat we dan weer van voren af aan beginnen met een nieuwe lichting, dát is een aanslag op de kwaliteit van onderzoek.
En mensen de tijd geven om zich te ontwikkelen, betekent niet dat je geld geeft en nooit meer kijkt. Zo werkt de academische gemeenschap niet.
Ik begrijp je opmerking dat we kennelijk t.n.t. nooit op kwaliteit hebben geselecteerd niet, we doen niet anders.
Ook ik ben voor meer 'open access' en 'open data', maar als je dat vorm wil geven moet je wel begrijpen waarom wetenschappers willen publiceren in een vaktijdschrift. Dan moet je eerst die prikkels wegnemen. En ja, dat impliceert dus ook meer vaste banen, minder competitie om onderzoeksgeld en een verlaging van (opgelegde) werkdruk.
Bas van de Haterd 5
Andrel LinnenbankVoor de goede orde is dit niet iets dat ik voorstel, het is iets dat reeds is ingevoerd door 'Europa'. Op een hele slechte manier waar ik veel kritiek op heb, een manier die uiteindelijk een hoop geld kost (dat niet naar de wetenschap kan gaan) omdat blijkbaar de onderlinge controle en integriteit te wensen over laat.
Met je tweede opmerking ga je wederom voorbij aan de wetenschap. Misschien dat je echt eens een keer zou moeten leren eerst onderzoek te doen voor je uitspraken doet.
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat er verschillende soorten mensen zijn die onder verschillende vormen optimaal presteren. Een deel presteert optimaal bij baanzekerheid, een deel juist niet. Er is nog nooit gekeken welke groep uiteindelijk onder ideale omstandigheden de beste prestaties haalt, maar iedereen baanzekerheid geven is een recept voor problemen.
De selectie vind in zijn geheel niet plaats op basis van kwaliteit, aangezien de gebruikte methodieken (selectie op basis van cv's en ongestructureerde sollicitatiegesprekken) wetenschappelijk aantoonbaar geen voorspellende waarde hebben.
Het is mij opgevallen dat er binnen de universiteit twee type mensen zijn. De mensen die klagen over werkdruk en prestatie- en publicatiedruk en de mensen die klagen over het feit dat er te weinig eisen worden gesteld. Nu heb ik geen wetenschappelijk onderzoek er naar gedaan, maar mijn observatie was wel dat er een duidelijke correlatie ook was met prestaties van die personen.
Aangezien deze post bedoelt was een oplossing voor de tijdschriften te bieden, niet om wetenschappelijke basiskennis over psychologie en selectie te delen, stop ik er verder mee. Succes met je 'wetenschappelijke' carrière.
Jesse 19 1
Andrel LinnenbankAndrel Linnenbank 7
Jesse 19Op een dag zal ik wel eens, op een andere plek, opschrijven wat mijn ideale model is. Voorlopig deze korte samenvatting:
- onderzoekers publiceren eigen data minimaal eens per jaar lokaal en met ruwe data erbij, al of niet onder embargo en met een access control lijst. Waarbij de toegang in de loop der jaren steeds verder opengaat (eerst zelf en eigen groep, dan faculteit, eigen universiteit,...). Proefschriften moeten gebaseerd zijn op dit materiaal.
- daaruit worden regelmatig artikelen over die data geproduceerd, die samenvatting en duiding geven, en die worden door universiteit of KNAW gepubliceerd. Peer review in elk geval door de eigen groep. Toegang in principe ook voor derden.
- artikelen die een boodschap hebben die voor vakgenoten echt relevant zijn, gaan het normale review proces in. Al of niet via commerciele uitgevers. Reviewers krijgen voor de loop van de tijd toegang tot alle data.
Als ik kijk naar de pakweg 100 publicaties waar ik aan heb meegewerkt, denk ik dat een ruime meerderheid niet het 3e stadium had hoeven bereiken. De belangrijkste reden voor publicatie was punten verzamelen voor het proefschrift. Een argument dat ook zwakker wordt als onderzoek weer vaker door ervaren wetenschappers wordt gedaan.
NB dit model is kansloos, omdat er voor commerciele partijen te weinig aan verdient kan worden en, erger nog, bestaande financiele belangen worden geschaad
Douwe Maat
Vervolgd? Echt waar. Hoe werkt dat dan? Heb je een bron?
Karin Spaink 5
Douwe MaatDouwe Maat
Karin SpainkMisschien bedoelde hij dat de rooftijdschriften zelf vervolgd worden?
http://library.stonybrook.edu/2016/09/21/predatory-peer-review-journals-under-federal-prosecution/
Karin Spaink 5
Douwe MaatMaarten Brons 7
Niek Jansen 9
Wetenschappers van alle vlaamse universiteiten publiceren in neptijdschriften.