
Een van de grootste melkveehouderijen van Nederland. In 2008 stonden er nog 1300 koeien in de Limburgse megastallen; in 2020 waren dit er al zo’n 2250. © Vincent van den Hoogen / HH
In 11 grafieken: hoe de Rabobank miljoenen verdient aan schaalvergroting in de landbouw (en buiten schot blijft nu de rekening op tafel komt)
Binnen het ministerie van Landbouw circuleren plannen om honderden boeren uit te kopen en desnoods te onteigenen. Dat onthulde NRC Handelsblad. Het moet de stikstofcrisis bezweren en de landbouw verduurzamen. De kosten voor de operatie kunnen oplopen tot 17 miljard euro. Dat geld zal grotendeels stromen naar de Rabobank, die de schaalvergroting en intensivering in de landbouw jarenlang heeft aangejaagd.
- De belangrijkste ontwikkeling in de Nederlandse landbouw van de afgelopen decennia, is die van schaalvergroting en intensivering. Boerenbedrijven worden groter en ze houden per bedrijf steeds meer vee.
- Die intensivering is grotendeels gefinancierd door de Rabobank. Die bank adviseerde haar agrarische klanten decennialang om uit te breiden.
- Het gevolg hiervan is een groeiende schuldenberg bij de boeren en een groeiende berg leningen aan de agrarische sector bij de Rabobank, dat over die leningen rente ontvangt. Een flink deel van de jaarlijkse winst van de bank komt uit de agrarische sector.
- De berg leningen is echter zó groot geworden, dat de Rabobank hier nauwelijks nog op kan afschrijven. Na decennialange intensivering moet de landbouw nu geëxtensiveerd worden. En het is de belastingbetaler die daar de kosten voor zal dragen.
De tuin van melkveehouders Majella en Dirk-Jan Schoonman staat deze nazomerdag nog in volle bloei. Teunisbloemen, goudsbloemen, zonnebloemen, Japanse anemonen, prikneus, een grote hortensia, kattenstaart, wilde rozen, zinnia, cosmea, koeienoog. Er zijn bramen, uien, rode kool, een grote tamme kastanje, tomaten, zoete puntpaprika's, appelbomen, frambozenstruiken en een enorme hoeveelheid wilde kruiden.
De boerderij met rieten dak is gebouwd in 1850 en is al vijf generaties in de familie. Aan de hal bij de voordeur hangen foto's van de ouders en grootouders van Dirk-Jan Schoonman, die hier ook al boerden.
Vierendertig jaar geleden stapte Dirk-Jan bij zijn vader in het bedrijf. Ze waren heel gewone boeren. Op ongeveer 25 hectare grond hadden ze zo'n veertig melkkoeien. Daarmee waren de Schoonmans een gemiddelde Nederlandse veehouderij.
Sindsdien is er op het erf niet veel veranderd. De stal is nog dezelfde, want de Schoonmans vervangen eigenlijk alleen iets als het stuk is en écht niet meer te repareren valt. Zo bleken onlangs de betonnen mestroosters in de stal door te rotten. Daar hebben ze nu nieuwe voor in de plaats gelegd. Maar verder ziet alles eruit zoals het er ruim drie decennia geleden ook al uitzag: hardwerkende boeren op een flinke lap grond met een bloeiende tuin aan de rand van de Achterhoek, tussen zo'n vijftig melkkoeien.
En toch zijn de Schoonmans inmiddels atypische boeren geworden. Aan hen ligt dat niet, Dirk-Jan en Majella zijn gewoon zichzelf gebleven. Het ligt aan de wereld om hen heen. Was hun veehouderij ruim dertig jaar geleden iets groter dan gemiddeld, vandaag is het een kleine jongen. 'Mijn neef heeft onlangs een nieuwe stal laten bouwen', vertelt Dirk-Jan. 'Hij heeft daar nu tweehonderd melkkoeien staan.'
Schaalvergroting en intensivering zijn al jaren de grote constante in de agrarische sector. Het aantal boerenbedrijven is sinds 2000 bijna gehalveerd, terwijl de totale hoeveelheid bewerkte grond en de omvang van de veestapel in vergelijking nauwelijks zijn veranderd.
Het gemiddeld aantal koeien per boerenbedrijf is dan ook geëxplodeerd. In 2000 hield een gemiddelde melkveehouder zo'n 50 koeien; in 2020 waren dat er 105.
Ondertussen steeg de gemiddelde melkproductie de afgelopen 20 jaar van bijna 7400 tot ruim 9000 kilo per koe per jaar, onder meer het gevolg van fokprogramma's met een steeds hogere melkproductie als doel, een dieet dat steeds beter op een maximale melkproductie wordt afgestemd en efficiëntere melktechnieken en -robots. Zowel het aantal koeien per bedrijf als de hoeveelheid melk per koe steeg de afgelopen jaren dus enorm.
Een belangrijke oorzaak van deze intensivering is de melkprijs: die is gekelderd. In 1980 werd voor een kilo melk 26 eurocent betaald; veertig jaar later is dat 34 eurocent. Dat is een stijging van 28 procent, maar daar staat tegenover dat de inflatie over diezelfde periode volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) 235 procent bedraagt. Gecorrigeerd voor inflatie levert een kilo melk de boer dus nog maar half zoveel op als 40 jaar geleden.
En dus breidden de meeste boeren uit. Het idee daarachter volgt de logica van schaalvergroting: bij een hoger aantal koeien, dalen de gemiddelde kosten per koe en levert de melk gemiddeld meer op. Althans, dat is de boodschap waarmee talloze veevoedergiganten, zuivelverwerkers en financiële instellingen de agrarische sector decennialang hebben bestookt. De boer zou moeten groeien om te kunnen overleven en zijn bedrijf eventueel aan een zoon of dochter te kunnen overdoen.
Maar een melkveehouderij uitbreiden is natuurlijk niet gratis. De steeds grotere melkveehouderijen hebben betere machines en tractoren nodig, grotere stallen, meer land om de mest te kunnen uitrijden en computers en robots die het welzijn van de dieren in de gaten houden. Zelfs het recht om een koe te houden — of beter gezegd: het recht van een melkveehouder om fosfaat te mogen uitstoten — kost sinds 2018 geld.
De boeren hebben het geld daarvoor zelden op de plank liggen, dus moeten ze het lenen. Van oudsher kloppen ze daarvoor aan bij één bank: de Rabobank, die in 1972 is ontstaan uit een fusie tussen de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank en de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank.
De Rabo heeft van oudsher warme banden met de agrarische sector, en heeft dat nog steeds. Naar eigen zeggen heeft de Rabo een marktaandeel in de Nederlandse food- en agrisector van 85 procent. Van iedere zes boeren zijn er dus vijf klant bij de Rabobank. De Rabobank is zodoende dé financier van schaalvergroting en landbouwintensivering in Nederland geworden.
‘Talloze keren heb ik hier vertegenwoordigers van de Rabobank op mijn erf gehad,’ vertelt Schoonman. ‘Dan wilden ze weten wat mijn ambitie was. Of ik geen grotere stal wilde bouwen, of ik geen extra melkquotum wilde kopen. Het geld was het probleem niet, dat kon ik zo bij ze lenen.’
Wat heet: niet alleen was geld geen probleem, de bank oefende zelfs druk uit op de boeren om vooral meer te lenen. ‘Grote bedragen lenen is zelfs goedkoper dan het lenen van kleine bedragen’, vertelt Schoonman. ‘Wie een miljoen euro of meer leent krijgt een korting op de rente, omdat de bank stelt dat het per uitgeleende euro dan minder kosten hoeft te maken.’
Het gevolg is een groeiende berg leningen vanuit de Rabobank aan de ‘food en agri-sector’, zoals de bank de post in zijn jaarverslagen omschrijft. De berg groeide van (omgerekend) een kleine 14 miljard euro in 1990 tot ruim 105 miljard in 2020, waarvan 38 procent in Nederland is uitgeleend. De zuivelsector heeft met bijna 22 miljard euro de grootste schuld aan de Rabobank.
In de jaarverslagen van de Rabobank is dus te zien dat boeren zich steeds dieper in de schulden zijn gaan steken om hun beroep te kunnen uitoefenen. Dat blijkt ook uit steekproeven van de Wageningen Universiteit, die ieder jaar van een aantal boeren de actuele balans opmaakt en opschrijft hoe hun financiering in elkaar steekt. Ook daaruit blijkt dat boeren steeds meer schulden met zich mee torsen. Bedroeg de gemiddelde schuld van een melkveehouder aan het begin van deze eeuw zo'n 660.000 euro, in 2019 was dit gegroeid tot ruim 1,3 miljoen.
Hierin schuilt natuurlijk een risico: de melkprijs implodeert, terwijl de schuldenberg juist groeit. De kans bestaat dat een melkveebedrijf op een gegeven moment niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen.
Sinds 2018 zijn in Nederland nieuwe fosfaatregels van kracht. Melkveehouders kregen op basis van de omvang van hun bedrijf fosfaatrechten toegekend, die verhandelbaar zijn. Boeren die willen groeien moeten fosfaatrechten bijkopen, boeren die krimpen kunnen fosfaatrechten verkopen.
Fosfaatrechten vertegenwoordigen dus een economische waarde, die daarom bij de melkveebedrijven op de balans staat. Dit verklaart de flinke sprong van het eigen vermogen in 2018.
Binnen de regels van het financiële systeem is de Rabobank verplicht om ervoor te zorgen dat dit risico gedekt wordt. De bank kan zijn melkveehouders niet zomaar volproppen met schulden, als het risico bestaat dat die leningen nooit meer worden terugbetaald. Daarmee zou de bank zelf teveel risico lopen.
De risico’s voor de bank lijken echter beperkt. Tegelijk met de groeiende schuldenberg, is de afgelopen jaren namelijk het eigen vermogen van de melkveehouders gegroeid. Ze hebben doorgaans meer bezittingen dan schulden, waardoor de Rabobank in het geval van een faillissement zijn geld terugkrijgt. De melkveehouders zijn solvabel, zoals dat heet, en de solvabiliteit is de afgelopen jaren zelfs licht gestegen. Op papier lijkt het boerenbedrijf dus steeds gezonder.
Wie echter wat dieper op de cijfers inzoomt, ziet dat deze toenemende solvabiliteit met een enorme ‘maar…’ gepaard gaat. De toename van de waarde van de bezittingen van de gemiddelde boer wordt namelijk vrijwel uitsluitend veroorzaakt door de enorm gestegen grondprijs. Sinds 2001 is de waarde van de grond op de balans van een gemiddelde melkveehouder meer dan verdrievoudigd.
Alleen: tijdens het dagelijkse werk maakt het helemaal niet zoveel uit wat die grond waard is. Of het land op papier nou 25.000 of 75.000 euro per hectare kost, je rijdt er met dezelfde tractor overheen om er dezelfde hoeveelheid gras vanaf te halen of dezelfde hoeveelheid mest op uit te rijden. Een melkveehouder kan zijn land ook niet zomaar verkopen. Of nou ja: dat kan éénmaal. Als hij stopt met boeren.
De duurdere grond maakt het vooral mogelijk dat de boer steeds meer kan lenen. Hij kan bij de Rabobank een hogere grondwaarde als onderpand inbrengen. Voor de Rabobank zijn de risico's dan op papier beperkt: als de boer failliet gaat, wordt de grond verkocht en de lening terugbetaald.
Maar zo lang de boer niet failliet gaat, hangen met die hogere lening natuurlijk ook hogere rente- en aflossingsverplichtingen samen. Dat zorgt voor een paradoxale situatie: op papier mag zijn bedrijf dan een flinke waarde vertegenwoordigen, in de dagelijkse praktijk betekenen de hogere verplichtingen dat het inkomen van de melkveehouder juist onder druk staat.
Dat is terug te zien in de cijfers. De gemiddelde melkveehouder is sinds het begin van deze eeuw tweemaal zoveel koeien gaan houden en torst tweemaal zoveel schuld met zich mee. In bovenstaande grafiek is echter te zien dat het inkomen dat hij uit zijn bedrijf haalt juist licht daalt. De melkveehouder loopt door de toenemende schaalvergroting en intensivering steeds meer risico, maar dat leidde de afgelopen twee decennia niet tot een hoger inkomen.
De spreiding is bovendien groot. Een deel van de boeren beurt heel behoorlijk, en verdient in de vette jaren een ton per jaar of meer. Maar voor veel andere melkveehouders is het juist sappelen. De afgelopen twintig jaar is het regelmatig voorgekomen dat zij na een jaar lang hard werken een inkomen overhouden dat onder het wettelijk minimumloon ligt. In sommige jaren verdienden ze zelfs helemaal niets.
Hierdoor moeten boeren met grote subsidies op de been gehouden worden. Uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt dat het inkomen van een gemiddelde Nederlandse melkveehouder voor meer dan een derde (!) bestaat uit subsidie. En dan nog verdient meer dan de helft van de melkveehouders minder dan modaal. Majella Schoonman: ‘Het is eigenlijk vernederend dat we als boeren al decennia lang afhankelijk gehouden worden van Europese landbouwsubsidies om te kunnen voortbestaan, omdat onze marktpositie het onmogelijk maakt om gewoon van de productprijs te kunnen leven.'
Vanwege de steeds hogere grondprijs kunnen boeren een steeds grotere lening aangaan, waarmee zij investeren in een steeds groter bedrijf. Dirk-Jan Schoonman legt uit hoe de ene lening daarbij leidt tot de volgende: ‘Toen de Rabobank hier kwam met de vraag of ik wilde uitbreiden, heb ik op de achterkant van een sigarendoosje eens uitgerekend wat dat zou betekenen. Ik zou een lening krijgen om meer quotum te kopen. Maar dan zou ik ook een grotere stal nodig hebben, waarvoor ik opnieuw een lening zou moeten afsluiten. Ik zou meer koeien moeten hebben, wat betekent dat ik meer mest moet afvoeren en vaker een loonwerker moet inhuren. Ik heb toen uitgerekend dat ik onderaan de streep maximaal 1 cent per kilo melk extra zou overhouden, tenminste: als alles goed gaat. En daarvoor zou ik dan nóg harder moeten werken, want ik zou een hele zwik extra koeien hebben om te verzorgen. Ik heb die man van de Rabo toen gevraagd: zou jij dit doen?’

Volgens Schoonman maken veel van zijn collega's die berekening niet. ‘Ze staren zich blind op de hogere omzet, en geloven hun bank als die zegt dat ze daarmee extra gaan verdienen en hun bedrijf toekomstbestendiger wordt. Ze hebben bovendien een langjarige relatie met hun accountmanager bij de bank, waardoor ze er van uitgaan dat die met hen meedenkt. Wat ze vergeten is dat ze hun vrijheid verliezen, dat ze tot hun nek toe zijn gefinancierd en dat zij degene zijn die de risico's dragen. Dat ze keihard zullen moeten werken om te voorkomen dat ze in bijzonder beheer terechtkomen.’
De schaalvergroting in de agrarische sector betekent volgens Schoonman bovendien dat boeren zich steeds meer zijn gaan specialiseren in één onderdeel van het boerenbedrijf. ‘Er zijn boeren die het heerlijk vinden om de hele dag tussen de koeien te lopen in de stal, en verder al het werk uitbesteden, zoals het maaien van het gras. Er zijn ook boeren die de hele dag achter hun laptop zitten om uit te rekenen hoe ze hun koeien nog net iets meer melk kunnen laten geven. Begrijp me niet verkeerd: dat is hun goed recht. Maar ik vind het toch wel fijn dat mijn dagen wat afwisselender zijn.’
De schaalvergroting in de agrarische sector heeft zo geleid tot boerenbedrijven met hoge schulden, hoge omzetten, hoge rente- en aflossingsverplichtingen, dunne marges en daardoor lage winsten en lage besteedbare inkomens. Hierdoor zijn de boeren kwetsbaar bij tegenslagen. ‘Ik ken een boer met een paar honderd melkkoeien,’ vertelt Dirk-Jan Schoonman. ‘Hij had een machine die kapot ging, wat 20.000 euro kostte om te vervangen. Maar dat geld had hij niet. De Rabobank wilde hem ook niet helpen, omdat hij al maximaal gefinancierd is. Zijn bedrijf is op papier miljoenen waard, maar een reparatie van 20.000 euro kan hij niet opbrengen.’
Dat de Rabobank van dit systeem profiteert is helder. Vanwege de almaar stijgende grondprijzen kan de bank steeds meer geld aan de agrarische sector uitlenen. Dat geld wordt vervolgens met rente terugbetaald. Daar verdient de bank aan.
Het valt alleen niet heel precies te becijferen hoeveel de bank hier precies aan verdient. De Rabobank rapporteert in zijn jaarverslag wel het totaal aan leningen aan de food- en agrisector, maar niet hoeveel rente het daarop incasseert en welk deel van de winst uit de agrarische sector komt. ‘De bank rapporteert niet verdisconteerd in mogelijke thema’s hierover', zegt een woordvoerder. 'Een benadering hiertoe is dan ook voor eigen rekening.’ Ook land- en tuinbouworganisatie LTO zegt 'geen zicht te hebben' op de rente die boeren gemiddeld op leningen betalen.
Volgens de website van de Rabobank kunnen de rentetarieven voor een zakelijke lening uiteenlopen van 1 tot 12 procent. De uiteindelijke hoogte is onder meer afhankelijk van het risicoprofiel van de ondernemer, de waarde van eventueel onderpand, en de omvang van de lening. De lokale bankiers die het contact met de boeren onderhouden, hebben echter geen idee hoe deze variabelen het uiteindelijke rentevoorstel precies beïnvloeden. Een voormalig bankier van de Rabobank omschrijft het model dat de basis vormt voor een rentevoorstel aan een agrarische ondernemer als een ‘black box’: alleen de maker van het model begrijpt helemaal hoe het werkt.
Het is extreem lastig om uit te rekenen wat de Rabobank precies aan zijn boeren verdient
Daar komt nog eens bij dat verschillende soorten leningen op verschillende manieren gefinancierd worden. De Rabobank trekt op verschillende manieren op de kapitaalmarkt geld aan, zoals leningen bij andere financiële instellingen, spaartegoeden van consumenten of geld van de Europese Centrale Bank. Bij die verschillende kapitaalstromen horen verschillende kosten, en het is niet duidelijk welke potjes met geld precies onder de leningen aan de food- en agrisector liggen.
En dan zijn er nog de kosten die de Rabobank zelf maakt. De Rabobank gebruikt hier intern 'houten euro's' voor, zoals een oud-bankier het noemt: een interne verrekening om de winstgevendheid van de verschillende bedrijfsonderdelen te bepalen. In de jaarrekening wordt niet gerapporteerd welk deel van de kosten met de leningen food- en agrisector samenhangen. Wel gaan grote leningen doorgaans gepaard met een lagere rente, omdat per uitgeleende euro minder kosten gemaakt hoeven worden.
Het is dan ook extreem lastig om uit te rekenen wat de Rabobank precies aan zijn boeren verdient. Enerzijds zijn boeren relatief kleine ondernemers, waardoor de kosten per uitgeleende euro relatief hoog zullen zijn. Anderzijds brengen boeren met hun grond onderpand in dat steeds meer waard wordt, waardoor leningen aan de agrarische sector relatief veilig zijn. Daarnaast zeggen verschillende oud-bankiers dat bij het bepalen van de commerciële opslag op de rente meespeelt hoeveel andere producten de boer nog bij de Rabobank afneemt. Hij kan immers ook zijn woonhuis financieren bij de Rabobank, hij kan er het leasecontract voor zijn tractors afsluiten, hij kan zich bij de bank verzekeren en er zijn betaal- en spaarrekening aanhouden. Dit heeft invloed op zijn rentetarief, enerzijds omdat hij toch al met handen en voeten aan de Rabobank gebonden is, anderzijds omdat de bank kan besluiten een relatief lage rente te vragen, omdat het op andere manieren al genoeg aan de boer verdient.
Kortom: het is onduidelijk hoe en wat de Rabobank precies aan zijn leningen aan boeren verdient. Vanwege deze intransparantie adviseert bedrijfseconoom en analist Roel Gooskens de grove benadering: ‘Van iedere euro op de balans van de Rabobank, bestaat 17 cent uit leningen aan de food- en agrisector. Ik denk dat je er gevoeglijk vanuit kan gaan dat dan ook 17 procent van de nettowinst zijn oorsprong vindt in deze sector.’ Beleggingsanalist Sven Hubens stelt dat met deze benadering inderdaad een grove berekening te maken valt, al adviseert hij wel de eenmalige winsten en reserveringen van de nettowinst in een bepaald jaar af te trekken.
Uit deze grove berekening valt op te maken dat de Rabobank in het coronajaar 2020 ongeveer 300 miljoen euro winst maakte (voor belasting) op haar activiteiten in de food- en agrisector. Over de afgelopen vijf jaar vindt in totaal ruim 3 miljard euro winst zijn oorsprong in deze sector. Voormalig Wall Street-analist Stephen Simpson vermoedt dat dit een ondergrens is: ‘Gezien zijn marktmacht verwacht ik dat de Rabobank op zijn food- en agrileningen een meer dan gemiddelde winst maakt.’
Steeds duidelijker wordt echter dat de toenemende intensivering in de landbouw gepaard gaat met schadelijke neveneffecten. De stikstof die natuurgebieden beschadigt, is voor bijna de helft afkomstig uit de mest en urine van de enorme Nederlandse veestapel. In talloze nationale en Europese akkoorden heeft Nederland beloofd deze stikstofuitstoot te gaan terugdringen — een belofte waaraan bij lange na nog niet is voldaan.
Daarnaast draagt de landbouw bij aan de opwarming van de aarde. Koeien stoten methaan uit, wat een zeer sterk broeikasgas is. Ook staan veel melkveebedrijven in veenweidegebieden, bijvoorbeeld in het Groene Hart. Daar wordt de grondwaterstand kunstmatig laag gehouden, zodat de koeien droge voeten houden en de boeren er met hun zware machines kunnen rijden. Deze lage grondwaterstand veroorzaakt oxidatie van het veen, waarbij opnieuw verschillende broeikasgassen vrijkomen.
Vanwege deze en andere bronnen van uitstoot is de landbouwsector in Nederland goed voor ongeveer 14 procent van de uitstoot van broeikasgassen. In diverse nationale, Europese en mondiale akkoorden en wetten heeft Nederland beloofd deze uitstoot terug te dringen, maar ook aan deze beloftes is nog lang niet voldaan.
Om deze crises het hoofd te bieden, moet de Nederlandse landbouw extensiveren. Simpel gezegd: de uitstoot moet omlaag, de veestapel moet kleiner en boeren kunnen in de toekomst minder productie uit de beschikbare grond halen. Dichtbij de kwetsbaarste Nederlandse natuurgebieden kan mogelijk helemaal geen landbouw meer plaatsvinden; in andere gebieden zal de maximale productie dalen.
Dit raakt de inkomsten van boeren. Als zij moeten verdwijnen of hun productie moeten inperken, verdienen zij minder en zijn zij minder goed in staat om hun schulden en renteverplichtingen aan de Rabobank te voldoen.
Dit raakt ook de waarde van die grond. Als een individuele boer failliet gaat, kan de Rabobank zijn grond verkopen en wordt de lening afgelost. Maar als de boer verdwijnt of zijn productie drastisch moet inperken, omdat zijn veestapel aan de omliggende natuurgebieden teveel schade toebrengt, dan komt daar geen nieuwe productie voor in de plaats. De waarde van de grond daalt, waardoor het onderpand van de boer in waarde daalt en de lening risicovoller wordt.
Hoewel de Rabobank decennia goed verdiend heeft aan de intensivering in de landbouw, heeft ze op de balans met een dergelijke extensivering nooit rekening hoeven houden. Bij toezichthouder De Nederlandsche Bank leeft de discussie hierover overigens wel: de laatste jaren bracht DNB meerdere rapporten uit waarin de biodiversiteits- en klimaatcrisis genoemd worden als bedreigingen van de stabiliteit van het financiële systeem.
Tot dusver heeft die discussie echter niet tot extra wet- en regelgeving voor banken geleid, en zijn op de balans geen extra voorzieningen getroffen. Mede hierdoor is het totaal aan uitstaande leningen aan food en agri inmiddels tweeënhalf keer zo hoog als het eigen vermogen van de bank. Alleen aan Nederlandse bedrijven heeft de bank al een berg leningen uitstaan die grofweg gelijk is aan het hele eigen vermogen.
De Rabobank kán simpelweg niet massaal gaan afschrijven op die leningen, nu stikstof- en klimaatcrises de landbouw tot een sanering dwingen. Het zou de winstgevendheid van de Rabobank in gevaar brengen, die dan op andere manieren op peil gehouden zou moeten worden. Aangezien de Rabobank óók de grootste hypotheekverstrekker van Nederland is, lijkt het haast ondenkbaar dat de samenleving hier niet op de een of andere manier de prijs voor betaald.
Zo wordt een complex probleem zichtbaar, waarbij een partij die de intensivering en schaalvergroting in de landbouw jarenlang heeft aangejaagd (en daarvan heeft geprofiteerd), de dans lijkt te ontspringen nu de negatieve effecten van die intensivering zichtbaar worden en er moet worden gesaneerd. Dát is waarom de verduurzaming van de landbouw zoveel gemeenschapsgeld kost.
Uit de plannen die via NRC Handelsblad uitlekten blijkt dat het opkopen en eventueel onteigenen van enkele honderden tot een paar duizend boeren tot wel liefst 17 miljard euro kan kosten. Dat is grofweg gelijk aan de jaarlijkse uitgaven aan primair en voortgezet onderwijs samen.
Dat geld gaat naar de boeren die hun bedrijf moeten verlaten of inperken, maar daar zal het niet blijven. De boeren zullen het geld voor een belangrijk deel moeten aanwenden om hun leningen aan de Rabobank te voldoen. En zo stromen er straks miljarden naar de bank die de jarenlange intensivering in de veehouderij heeft aangejaagd en gefinancierd, waarbij de berg met leningen zó hoog is geworden dat ze er zelf niet op kan afschrijven. Als een individuele boer failliet gaat, dan wordt de bank gered door de hoge grondprijs. En als een groot deel van de veehouderij gesaneerd moet worden, dan springt de belastingbetaler bij.
We hebben dit verhaal voorgelegd aan de Rabobank ter commentaar. De reactie van de bank luidde als volgt:
‘De landbouw ontwikkelde over de jaren, jaren waarin Rabobank boerenondernemers in de portefeuille had die de bank financierde, en ook vandaag de dag nog financiert bij het ondernemen. De BV Nederland plukte de vruchten van de Nederlandse agrisector sinds de wederopbouw. Dankzij de ontwikkeling die ze doormaakte hebben we er goed van kunnen eten en exporteren, welvaart opgebouwd, werkgelegenheid versterkt, en op innovatief en duurzaamheidsfront ontginningswerk verricht voor de rest van de wereld. Het zijn generaties boeren die dat voor elkaar hebben gekregen. Tegelijkertijd staan een aantal van de ontwikkelingen in die decennia aan de basis van problemen van vandaag de dag. Buitengewoon naar voor de boeren, die het middelpunt vormen van alle debatten hierover. Laat duidelijk zijn: Rabobank erkent de vraagstukken, en heeft en neemt een rol om te komen tot oplossingen.’
91 Bijdragen
Marco Fredriks 4
Dit is een inleidende zin die prima past bij de Great Reset van het WEF gepredikd door Klaus Schwab (of is het nou Ernst Stavro Blofeld), "You will own nothing but will be happier"
Tim Willemsen
"het opkopen en eventueel onteigenen van enkele honderden tot een paar duizend boeren (kan) tot wel liefst 17 miljard euro (kosten)"
Maar lijkt me dat we dat wel moeten doen, liever nu dan later want die rekening wordt alleen maar hoger.
Maar dan wel tegelijkertijd maatregelen doorvoeren die ervoor zorgen dat we een paar jaren later niet opnieuw de knip moeten trekken.
Wilco de Rijck 3
Tim WillemsenMarco Fredriks 4
Verdient de bank aan, of is dit nodig om het huidige geldsysteem op de been te houden??? Voor mij geldt het laatste. Alles moet bellend worden om het systeem (geld creatie op basis van leningen) in de lucht te houden, zoals credit cards, nu naar de kapper en later betalenm, studie schulden, inflatie van huizen en ga zo maar door.
Gerard van Dijk 6
Marco Fredriksrichard Janssen 2
Gerard van DijkGerard van Dijk 6
Marco FredriksMarco Fredriks 4
Leon Mentink
Marco FredriksJan Ooms 10
Leon Mentink👍👍👍
Macha roesink 3
Marco FredriksTies Joosten 5
Marco FredriksOverigens speelt hier ook een zekere irrationaliteit mee. Een boerenwijsheid is 'buurmans land is maar één keer te koop'. Wat zoveel betekent als: als er in de buurt land te koop is, dan koop je dat (als je het enigszins dragen kunt). Dit zorgt voor een permanent hoge vraag naar landbouwgrond, wat de prijzen hoog houdt.
Marco Fredriks 4
Ties JoostenGeertje Korf 2
Marco FredriksHerman Caron
Marco Fredriksrichard Janssen 2
Marco FredriksJurrien Roossien 2
Ik hoor dat tot 25-30% van het bestaande areaal niet of nog (zeer) beperkt inzetbaar is voor de productie van hoogwaardig humaan voedsel. Misschien is de regeneratie van deze gronden een ontwikkeling waar zowel de burgers als bankiers een stukje toekomst aan kunnen ontlenen
Armando van Vlastuin
Ties Joosten 5
Armando van VlastuinArmando van Vlastuin
Ties Joostenhttps://www.rabobank.com/nl/images/07-overview-loan-portfolio-hy2021.pdf
https://www.rabobank.com/en/images/esg-facts-figures-2020.pdf
Ties Joosten 5
Armando van VlastuinWilco de Rijck 3
Ties Joostenrichard Janssen 2
Armando van VlastuinArmando van Vlastuin
richard JanssenBinnen de landbouw gaat dit ten koste van milieu & klimaat, maar ook boeren (waarvan de helft de afgelopen 20 jaar is gestopt). De profiteurs hiervan zijn grotendeels de agri-multinationals die diervoer, zaden, kunstmest, pesticiden en machines produceren en transporteren, die eindproducten verwerken en verkopen, en die deze steeds complexer wordende productiemiddelen en ketens financieren. Van alle bedrijven die hieronder vallen is de Rabobank het meest bekend en geworteld in Nederland én betrokken bij een aanzienlijk deel van de industriële landbouw. Dat ze daarbij allerlei vieze spelletjes spelen en zich vervolgens voordoen als een 'groene' bank die verandering voorstaat, maakt het alleen maar aanlokkelijker voor ons om eens goed de waarheid gaan vertellen.
Dat alles is waarom wij actie voeren tegen de Rabobank, hoewel er méér dan genoeg alternatieven zijn.
Wilco de Rijck 3
Armando van VlastuinArmando van Vlastuin
Wilco de RijckWilco de Rijck 3
Armando van VlastuinWalter Boer 3
Mooie invulling van "Follow The Money"
Bart Kroon
De realiteit rond melkvee emissies is veel genuanceerder, methaan emissie is een korte keten, korter dan die van biomassa centrales ! De Nederlandse veehouderij draagt via methaan niet echt bij aan opwarming door broeikasgas (ook nu erkend door IPCC).
Ook waar het stikstof emissies betreft. Eeen beetje makkelijk om de RIVM waarheid hier over te nemen, in de waarden van RIVM worden hele emissie categorieën uitgesloten, lijken me meer gebaseerd op modellen dan op metingen en waar ze gebaseerd zouden zijn op metingen is door STAF aangetoond dat deze bias hebben doordat een aantal meetpunten feitelijk naast mest/riool putten gepositioneerd zijn.
Waarom ontbreekt in de analyse dat het wensdenken het "probleem"in NL op te lossen door veehouderij te extensiveren (halveren) heeft een hoog NIMBY gehalte (not in my backyard), het is het verplaatsten van een probleem en daarmee het probleem vergroten. Dat de 17 miljard , als die uitgegeven wordt, daarmee feitelijk een onrendabele milieu investering is.
Is het niet zo dat het Nederlandse / EU mestbeleid zelf bijgedragen heeft aan de situatie ? Wanneer in der tijd Ministeries zich binnen de EU beter hadden ingezet voor een kringloop benadering van mest (en daarmee een vermindering van kunstmest mogelijk te maken) hadden we nu meer innovatie gehad en minder emissies. De sector kan dat nog steeds oplossen, wanneer het wettelijk kader dat toestaat. Dat kost het minder dan 17 Miljard, en zijn rendabele milieu investeringen.
Ties Joosten 5
Bart Kroonhttps://www.ftm.nl/artikelen/agrifacts?utm_campaign=Ties-Joosten&utm_source=article&utm_medium=link&share=ufKMJ%2FF9pmqZD4V5uSfA83GOb18Mkn9FP13GYQMkfSl%2BRJ77Pikiro%2FaHLbk
Van die discussie over de klimaateffecten ben ik op de hoogte, ook van wat er precies in het IPCC-rapport staat. Daar schrijf ik binnenkort een verhaal over, want dat zinnetje in het IPCC-rapport veroorzaakt veel ruis en misinterpretatie. In het kort: ja, je kan op verschillende manieren de opwarmende effecten van methaan berekenen, en afhankelijk van je rekenmethode komt er dan een ander effect uit. Maar nee, methaan is niet opeens geen sterk broeikasgas meer.
Bart Kroon
Ties JoostenElmar Otter 6
Ties JoostenMethaan heeft wel een veel kortere cyclus dan CO2, maar zorgt op de korte termijn voor een veel sterkere opwarming van de aarde. Verminderen van methaan uitstaat is nodig om tijd te winnen om de opwarming tegen te gaan.
"De bijdrage van methaan aan klimaatverandering ligt steeds meer onder een vergrootglas. Het broeikasgas wordt gezien als probleem én als oplossing. De 'levensduur' van methaan is veel korter dan van CO2, dat tientallen of zelfs honderden jaren actief blijft. Maar in die kortere periode draagt het gas méér bij aan het opwarmen van de aarde dan CO2. Het voordeel: het terugdringen van de methaanuitstoot heeft daardoor relatief snel effect op het tempo en de mate waarin de aarde opwarmt."
Wouter van der Weijden
Elmar OtterHet biogene methaan komt uit CO2 die eerst door planten is opgenomen uit de atmosfeer en die daarna door koeien zijn opgegeten. Het eerste is een positief klimaateffect dat we in mindering moeten brengen op het negatieve effect van het methaan.
Het klimaateffect van biogeen methaan is dus veel kleiner dan tot dusver door IPCC aangenomen.
Ik verwacht dat ze dat in hun volgende rapport gaan corrigeren.
Wat de verblijftijd van methaan in de atmosfeer betreft: die is slechts 10 jaar, die van CO2 vele eeuwen.
Het maakt dus veel uit of je voor het "global warming potential" kiest voor 50, 100 of 200 jaar. Bij 50 jaar is de bijdrage van methaan veel groter dan voor 200 jaar. Het IPCC kiest voor 100 jaar, dat is een arbitraire keuze. Met hoeveel generaties willen we rekening houden?
Wilco de Rijck 3
Elmar OtterWilco de Rijck 3
Ties JoostenWietze van der Meulen 6
Bart KroonIk zie het risico opdoemen van de Treuhand. Ik sprak een aantal jaren geleden mensen bij de Peene in NO-Duitsland. De Treuhand had na de val van de DDR daar de landbouwgronden in handen gekregen. Nadien ging die grond niet naar (veel) regionale particuliere boeren maar een beperkt aantal grote partijen (o.a. institutionele beleggers). In de nieuwe situatie wordt de grond dus bewerkt door loonbedrijven of grote buitenlandse boeren. Je ziet het ook aan het materieel dat over de velden rijdt (niet echt kleinschalig).
Hadden de burgers aldaar in de DDR-tijd geen eigen landbouwgrond en na de DDR-tijd nog steeds niet. Dat schiet dus niet erg op. Is het ook nog maar de vraag of de grond voor goede prijzen is verkocht. Bij het verkopen (als Treuhand) van andermans product (grond) is men immers minder kritisch dan als het persoonlijke bezittingen waren geweest die verkocht moesten worden. Gaan we dat straks hier ook zien bij het geven van een nieuwe bestemming van de aangekochte gronden?
Dus straks 17 miljard kwijt en dan de duurzaamheid? Daar verwacht ik weinig van. De verslechtering van het sociale klimaat zou daarmee wel eens groter kunnen zijn dan de verbetering van het atmosferische klimaat (voor zover dat laatste ooit hard aantoonbaar).
Wilco de Rijck 3
Bart KroonWietze van der Meulen 6
Ik denk dat de opkoopkosten, die, volgens het artikel, 17 miljard zouden kunnen bedragen, niet grotendeels naar de Rabobank zullen vloeien maar alleen het schulddeel op dat bedrag (dus alleen het vreemd vermogen (voor het gemak even gelijk te stellen met de bankschuld van het bedrag dat, per boerenbedrijf, zou worden aangekocht)).
Die 17 miljard is ook circa 3/4 van de totale schuld (22 miljard volgens het artikel) van de Nederlandse zuivelsector bij de Rabobank (daarmee kan ook niet een groot deel van de 17 miljard opkoopkosten als aflossing naar de Rabobank doorgesluisd worden bij de aankoop van een aantal melkveehouderijen).
Het lijkt mij daarom zinvol om nog eens kritisch naar de relatie tekst-getallen van het artikel te kijken.
Maar los van bovenstaande ben ik wel positief over de aandacht voor de materie.
Alfons Seelen 2
Ik mag aannemen dat 'de maker van het model' dit niet voor iedere boer met de hand uitrekent. Als softwareontwikkelaar kan ik zeggen dat de werking van het model waarschijnlijk minimaal driedubbel gedocumenteerd is: 1) het ticket voor het team dat het model heeft geprogrammeerd, ofwel de werking in gewonemensentaal; 2) diverse testscenario's die de uitkomsten van de berekeningen verifiëren (gegeven x; als y; dan z); 3) de broncode zelf. Misschien kan de lokale bankier eens bij de softwareafdeling op het hoofdkantoor informeren.
Ties Joosten 5
Alfons SeelenHet is overigens expliciet niet de bedoeling dat de lokale bankier dat model helemaal begrijpt, want dan kan hij het minder goed beïnvloeden en voor een boer die toevallig in dezelfde kroeg als de lokale bankier zijn bier drinkt (ik zeg maar wat) een lage rente regelen.
Alfons Seelen 2
Ties JoostenElmar Otter 6
Ties JoostenZie ik dit goed?
En zo ja, heb je zicht op wat dit de RaboBank gaat opleveren en wat deel van de afkoop aflossing is?
Het is dan niet zo dat de banken profiteren van de afkoop. Echter de uitkoop is het bedrag van de toekomstige kasstromen verrekend met een te bepalen rentevoet. Ik kan het niet zo snel uitrekenen, maar het lijkt me niet dat de ratio schuld/eigen vermogen invloed heeft op dit bedrag. Maar ik kan dat laatste natuurlijk mis hebben.
Het is wel zo dat de banken bijgedragen hebben aan de situatie van boeren met hoge schulden waardoor zij moesten intensiveren. Als dat niet gebeurd was, hadden we niet hoeven uit te kopen, omdat dan het boeren niet zoveel milieuproblemen had opgeleverd.
Jeroen van Beek 2
Ruimt
Alle
Boeren
Op
Alfons Seelen 2
Ties Joosten 5
Alfons Seelenrichard Janssen 2
Ties JoostenMichel Riemersma
Alfons SeelenAndere vraag aan Ties: gezien het grootste deel van de zuivel geëxporteerd wordt en de Nederlandse boeren op een internationale markt actief zijn, is er info over in hoeverre de prijsdaling van melk komt door de prijs die Nederlandse afnemers vs. buitenlandse afnemers betalen aan de boer?
Ties Joosten 5
Michel RiemersmaDie verwerken de melk (tot melkpoeder, kaas, etc) en handelen wél op de wereldmarkt. Bovendien: zij importeren ook heel veel melk om in Nederland te verwerken. De prijs voor melk op de wereldmarkt heeft dus absoluut invloed op hetgeen de boeren in Nederland krijgen, hoewel ze zelf vrijwel uitsluitend aan Nederlandse verwerkers leveren.
Bart Kroon
Michel RiemersmaNL heeft wel een van de meest innovatieve zuivel ketens, waarmee de efficiëntie van boeren en de verwaarding van melk centraal staat. Daarbij is melk een basis grondstof die je in delen terug vindt in andere producten, waaronder in Kaas en dergelijke maar ook in babyvoeding, cosmetica, medicijnen etcetera. Melk is als ruwe olie, het wordt gesplitst in verschillende te gebruiken componenten.
Met vloeibare melk kilometers maken kan niet snel uit, bij een melkprijs van 0,38 per liter voor de boer, verdampt de marge als transport boven 250 KM komt. Daarom is er weinig import/export van melk. Maar afgeleide producten van melk kun je wel exporteren tegen redelijke kosten, melk poeder, lactose , caseine, vet etc. Het zijn die producten die de wereld over gaan.
Hierin is Nederland (de boeren en coöperaties) sinds jaar en dag leidend. En leidt dus tot relatief hoge waarde voor melk (de eind producten) en tegelijk lage productie kosten en (in vergelijking met de rest van de wereld) een beperkte milieu impact (al doet de Ties je anders geloven)
Jan Ooms 10
Alfons SeelenVoor een (groot) deel hebben de boeren dit ook aan zichzelf te danken. In het verleden hebben ze al hun coöperaties voor veel geld verkocht aan 'de Friesland Campina's' in dit land. Gewoon kortzichtig (neo-)liberaal winstdenken.
Nu plukken ze er de wrange vruchten van en is het huilen geblazen.
Bart Kroon
Jan OomsJan Ooms 10
Bart KroonGewoon kortzichtig (neo-)liberaal winstdenken.
Theunis Holtrop
Jan OomsDe coöperaties zijn gefuseerd tot 1 grote coöperatie.
Jan Ooms 10
Theunis HoltropEn wie hebben de centen gebeurd van de verkoop/fusie/overname/of hoejehetookmaarnoemenwil?
Juist! De boeren zelf!
En Friesland Campina is nog steeds eenzelfde coöperatie, alleen een beetje groter?
Laat je inderdaad nog maar eens héél goed informeren…
richard Janssen 2
Alfons SeelenWat bedoel je met extensivering? ik denk dat product innovatie (hogere kwaliteit melk, duurzamere melk, meer vitaminen, mineralen, minder bacteriën etc) tot een hogere prijs kan leiden. Of procesverbetering, door robotisering.
vandaar dat ik het te makkelijk vind om naar een Bank te wijzen. In de keten is iedereen bezig met schaal en volume alleen de andere partijen zijn beter in staat om er voordeel uit te halen en te innoveren. en de boer betaald deels die innovaties van de keten.
Rob Huibers 4
Lezend over het heldere oordeel van Majella en Dirk-Jan Schoonman raak ik benieuwd naar hun bedrijfsvoering en naar het antwoord van 'die man van de Rabo' op de vraag: zou jij dit doen?
Ties Joosten 5
Rob HuibersRob Huibers 4
Ties JoostenWietze van der Meulen 6
Rob HuibersMochten ze op biologisch zijn overgestapt, is de opbrengst per kg een 15 cent hoger.
Weinig tot geen schuld op het bedrijf (weinig tot geen rente en aflossing) schat ik in.
Dan niet te veel in duur materieel investeren en de verdere kosten laag houden en waarschijnlijk verder niet al te veel privé-uitgaven en je komt een heel eind. De ouders van een kennis hebben ook zo’n bedrijf. Ziet er allemaal netjes uit maar zonder veel “opsmuk”. M.n. die opsmuk kost veel geld.
Dit is altemaal wat met de “natte vinger” maar ik schat in dat ze het zo ongeveer doen.
Mocht iemand een andere/betere inschatting hebben, m.n. t.a.v. de bedrijfskosten, hoor ik het graag!
Erik Zillig 1
Wietze van der MeulenA. 2000
squarejaw 5
Michel Fleur 6
Ik zou er erg voor voelen om die banken een groot deel van de kosten te laten betalen, bijvoorbeeld door lekker af te schrijven o.i.d. Niet WEER de burger laten opdraaien met een inmiddels vervuilde grond EN hogere belastingen vanwege het uitkopen. Ik zie die miljarden die het kabinet volgende week gaat aankondigen voor het milieu al in de zakken van de Rabobank verdwijnen.
[typos,spelling]
Wietze van der Meulen 6
Michel FleurPas als de grondprijs (zwaar) onder druk komt te staan, heeft de bank een probleem (ook bij de boeren die niet onteigend worden omdat dan ook van die bedrijven het eigen vermogen (m.n. de grondwaarde) sterk onder druk komt te staan).
En of het milieu zo veel beter wordt van de miljarden die er voor “uitgegeven” worden, is nog maar zeer de vraag (want wat gaat er nadien met die grond gebeuren?).
Wat ik ook niet snap is dat de boer niet een aantal jaren wordt gegund om van een niet-duurzaam bedrijfsmodel over te stappen op een duurzaam/duurzamer bedrijfsmodel. Mochten die overschakelingskosten niet draagbaar zijn voor de boer, zou de staat ook daarin tegemoet kunnen komen. Dan is 17 miljard m.i. beter bestemd dan het puur voor de aankoop van bedrijven te benutten (en het nog maar de vraag is wat er dan op termijn met die grond gaat gebeuren).
Dit soort plannen doen mij een beetje denken aan de onteigening van blanke boerenbedrijven in Rhodesië/Zimbabwe. Daar viel op zich wel wat voor te zeggen (de wijze waarop is wat anders) maar de overdracht aan zwarte boeren nadien was voor de voedselproductie nu niet echt zo’n succes. Dus dat na onteigening alles beter wordt? FTM heeft tenslotte ook wel wat ervaring met de kwaliteit van bestuurlijk Nederland….
Michel Fleur 6
Wietze van der MeulenJe kan zeggen dat het "beïnvloeding van de markt is", maar dat geldt ook voor de banken zelf en alle denktanks - inmiddels de mainstream economische stroming op alle universiteiten - die onze samenleving dwingen om te concurreren met landen zonder regels en bescherming van werknemers en milieu.
Uiteraard zitten deze partijen met de politieke partijen aan tafel lang nadat wij onze stem hebben uitgebracht, dus uiteraard gaat het geld naar de banken en gaan we gewoon door zoals nu. Met een paar miljard voor de Bühne.
Wietze van der Meulen 6
Michel FleurIk denk dat de staat beter de boeren kan helpen met de overgang naar een duurzamer bedrijfsvoering (door een groot deel als staat te financieren) dan de bank omdat ik vrees dat de boer in het laatste geval nogmaals kind van de rekening is (en met nog meer leningen wordt opgezadeld).
Michel Fleur 6
Wietze van der MeulenDat laatste is waar: ik denk dat de overheid met beleid veel beter kan sturen. Het geld moet alleen niet via de boer weer naar die bank lopen.
Wietze van der Meulen 6
Michel FleurHet probleem van niet af kunnen lossen zal wel spelen als de huizenprijzen in Nederland weer eens een "tik naar beneden" krijgen. En dat bij een prijsniveau dat nu nog aanzienlijk hoger ligt dan in 2008/2009. Huizen die "onder water" komen te staan zie ik daarmee eerder gebeuren dan landbouwbedrijven die "onder water" staan. Maar ook bij de huidige hypotheekboost kijken in mijn ogen weer de meeste partijen weg van de problemen die kunnen ontstaan (l'histoire se repete).
Jan Ooms 10
Michel FleurEn we weten allebei wel dat het zo niet gaat gebeuren. De miljarden die het kabinet gaat aankondigen verdwijnen wel degelijk in de (diepe) zakken van de Rabobank. 100% zeker weten!
Privatising profits, socialising losses, heet dat in goed neoliberaal Nederlands!
Michel Fleur 6
Jan OomsHet is nog steeds een wonder dat mensen op leugenaars blijven stemmen, die na de verkiezingen samen met het grote geld aan tafel gaan zitten om de toekomst te verkwanselen. En er zijn weinig partijen die hier iets aan veranderen. Niet alleen de grote, maar ook juist partijen die schoppen tegen het pluche: die doen dat vooral voor de Bühne en hebben dezelfde economische (vriendjes)politiek als de grote partijen. Politiek corrumpeert.
Jan Ooms 10
Michel Fleurjoop verhaar
Joop Verhaar
Ties Joosten 5
joop verhaarHet staat niet in het stuk, omdat het dit verhaal in essentie niet om biologische melk gaat (en het nu al ruim 3000 woorden lang is ;-))
Annemiek van Moorst 11
Ties JoostenElmar Otter 6
Annemiek van MoorstDit probleem zou maatschappelijk opgelost dienen te worden door wetgeving. Alle producten zouden op een duurzame wijze geproduceerd dienen te worden. Boris van der Ham heeft dit jaren geleden al eens voorgesteld. Maak al het voedsel biologisch en verbied niet biologische landbouw en veeteelt.
Annemiek van Moorst 11
Elmar OtterElmar Otter 6
Annemiek van MoorstIk ben het helemaal met je eens qua doelstelling. Alleen denk ik dat de overheid moet ingrijpen. Van de producenten en supermarkten verwacht ik niet veel of het zal veel te lang duren.
Annemiek van Moorst 11
Elmar OtterWietze van der Meulen 6
joop verhaarSjoerd Nelissen 6
richard Janssen 2
Mijn inschatting. De boer is het minst bezig met waarde toevoegen. Daar waar andere spelers in de keten hun kosten goed maken door een hogere prijs te kunnen vragen, lukt dat boeren minder. Dat is een verantwoordelijkheid voor de hele keten en niet alleen voor de boer, de bank, maar ook voor de ander ketenpartners en de overheid.
Juist door te wijzen naar 1 partij, "ontsla" je de andere in het systeem van verantwoordelijkheid Ties.
Vincent Huijbers 9
Wat me opvalt is dat onze gefinancierde samenleving kennelijk zo weinig échte waarde vertegenwoordigd onder aan de streep. Waar een lening een heel nuttig instrument kan zijn om een doel te bereiken is de lening zelf het doel geworden. Ditzelfde zie je op de huizenmarkt (minder huis voor meer geld) of de consumentenkredieten (meer betalen voor hetzelfde) die bijna opgedrongen worden.
Het komt steeds meer op mij over dat dáár het werkelijke probleem van onze samenleving zit die zowel overconsumptie, roofbouw, individualisme boven collectief veroorzaakr. Deze zelf opgelegde afhankelijkheden staan ook de noodzakelijke veranderingen en verduurzaming in de weg. De sectoren die hier (samen met ons) verantwoordelijk voor zijn hebben we 'too big to fail' gemaakt.
'zou jij dit doen?’
Nog een toevoeging over de adviseur. We zouden het begrip advies moeten heruitvinden. Een advies lijkt vooral een kunstgreep om vooral het systeem van financiering in stand te houden. 'Ik zou dit in uw geval niet doen' is eerder 'op deze manier kunnen we dit toch mogelijk maken'. Wat is een advies? En voor wie adviseren die? Zijn ze echt begaan met jouw bedrijf of gezin? Dus de afhankelijkheid die we financieel aangaan uit zich in totale onafhankelijkheid op persoonlijk of sociaal vlak. Een advies van een familielid of zelfs de kapper kan in deze tijd waardevoller zijn. Sociale afhankelijkheden creëren verantwoordelijkheden. Waarom moeten we zo veel moeite doen om banken en grote bedrijven verantwoordelijk te houden?
Erik Zillig 1
Daarbij vind ik dat bij geïnstitutionaliseerde fraude, de oorsprong van de stikstofcrisis en andere ontsporingen, een miljardenvergoeding buitensporig onterecht. Het één tweetje tussen ambtenaar en boerenlobby is crimineel. Het intrekken van de vergunningen volstaat. Onteigening daarna is logisch en rechtmatig. Net als bij andere criminele ondernemers. Wij hebben met de overgebleven agrarische grond heel veel boeren nodig, kennelijk niet deze. Welwillende duurzame wel. Gelukkig zijn er velen die het inzien en zelf nadenken.
Theunis Holtrop
Om de Rabobank de schuld te geven vind ik erg kortzichtig. Uiteindelijk zijn het de ondernemers die de keuze maken om te ondernemen of niet.
Het stel dat geïnterviewd is heeft bewust de keuze gemaakt om dit niet te doen, maar hoe eel toekomst zit er nog in dit bedrijf.
Daarnaast moeten we niet denk dat wij een nationale productie kunnen realiseren, al niet denken aan het egoischme dat dit uit straalt, geen zuivel willen exporteren maar wel koffie thee en mango's etc. Willen Importeren.
Daarnaast worden alle sectoren kapitaal intensiever, aangezien alles groter wordt en fuseert, dit zowel in de agrarische sector als zowel in de mkb als de overheden. Waarom gaan overheden fuseren en groter worden, dit is de zelfde ontwikkeling in de landbouw.
Vincent Huijbers 9
Theunis HoltropDaar ben ik het met u eens. De ondernemer (en samenleving als je het breder trekt) hebben ook een verantwoordelijkheid hierin. Toch denk ik dat de bank niet geheel vrijuit gaat. Wanneer u het stuk over Dirk-Jan Schoonman hierboven leest kun je stellen dat er nauwelijks sprake is van 'advies'. Datzelfde speelt ook in de particuliere kredietverstrekking.
Waar een advies ook kan zijn om iets NIET te doen lijkt het vrijwel overal uit te pakken in dat er WEL kredieten aan worden gegaan. In dit artikel zijn het ondernemers maar ook starters op de huizenmarkt wordt het mogelijk gemaakt om te hoge leningen aan te gaan. Allemaal volgens de regels en vrije wil van de leners en tot groot genoegen van de financiële sector.
Ondertussen heeft dit zeer kwalijke neveneffecten en is de faciliterende sector 'too big to fail' geworden. kapitaal iintensiever en schaalvergroting zijn geen natuurlijke wetmatigheid maar een door mensen opgelegd idee.
De vraag is hoe lang we dit volhouden en of het wenselijk is.
antoine wagenaars
Dorothea Moes
antoine wagenaarsOoit las ik op FTM of elders een artikel over een volgens mij Leidse professor economie die het zo samenvatte: De boer heeft geen verdienmodel, hij is het verdienmodel. Ik kan het nergens terugvinden, kan iemand me helpen?
hans van rheenen 7
Dorothea Moes28.06. 2022 TROUW, column Irene va Staveren
https://12ft.io/proxy?q=https%3A%2F%2Fwww.trouw.nl%2Fopinie%2Fde-boer-is-het-verdienmodel-van-de-agro-industrie%7Ebeefb28d%2F%3Freferrer%3Dhttps%253A%252F%252Fduckduckgo.com%252F
Adriaan Boot
Bart Adema
Zij zijn toch ook als zelfstandig ondernemers bij open ogen deze schulden aangegaan.
hans van rheenen 7
Wat ik nooit heb begrepen is de coöperatieve inslag (dat is toch het samen delen van lief en leed), waarmee de uitspraak van de bank moet worden waargemaakt "dat we niet op grondslag van winst werken"! Juridisch een fout etiket?
https://www.cooperatie.nl/informatie/wat-is-een-cooperatie/