Rapport Europese Commissie over 'verdieping van de muntunie' heeft diepgang van een surfplank

4 Connecties

Relaties

Euro

Personen

Jeroen Dijsselbloem Mario Draghi

Organisaties

Eurozone
78 Bijdragen

Op 31 mei 2017 publiceerde de Europese Commissie (EC) haar Reflection Paper. Een 40 pagina’s tellend rapport ‘ter verdieping van de Economische en Monetaire Unie’ dat past in de reeks die begon met het ‘Plan der Vijf Presidenten’ en het witboek over ‘De Toekomst van Europa’. Bedoeld als discussiestuk over de toekomst van de euro en de eurozone, roept het op tot een reactie. Jean Wanningen beantwoordt die oproep.

Een lofzang op de euro, de eurozone en zichzelf. Zo kan dit EC-rapport kortweg worden samengevat. Die lofzang begint al direct vanaf de allereerste alinea, waar de munt gerelateerd wordt aan de vrijheid, kansen en het betaalgemak die we in de Europese Unie (EU) met elkaar genieten dankzij de euro.

Tegelijkertijd constateert de EC terecht dat er sprake is van een schrijnend gebrek aan vertrouwen. Binnen de lidstaten zelf, tussen de lidstaten onderling, en vooral ook tussen de Europese instituties en haar burgers. Maar in plaats van dat dit leidt tot ernstige zelfreflectie over de invoering van de politieke munt, komt de Commissie tot het oordeel dat de muntunie zo spoedig mogelijk ‘vervolmaakt’ moet worden. Er is geen tijd te verliezen!

Critici vrezen dat het pad naar een volledige schuldendeling binnen de eurozone wordt geëffend

Alles wordt in dit rapport uit de kast gehaald om de euro en daarmee de eurozone te redden. De gemeenschappelijke munt wordt beschouwd als de belangrijkste verworvenheid om tot diepere economische en politieke integratie te komen – de vurigste wens van de technocraten uit Brussel. Gesproken wordt over een opwaardering van de eurogroep, door deze een formele status te geven en door haar een full time en bezoldigde voorzitter te geven. Nu is dat nog een onbezoldigde baan, die Dijsselbloem ernaast moet doen, maar het is de bedoeling dat die functie permanent wordt en daar hoort – uiteraard – een passende beloning bij. Mogelijk kan de functie zelfs worden opgewaardeerd naar een heuse ‘Minister van Financiën van de EU’, zo schrijft de Commissie.

Schuldendeling

Maar dit is nog lang niet alles. Een ander voorstel van de Commissie is om zogeheten Europese Safe Bonds uit te geven. Dat zijn samengebundelde staatsleningen van ‘zwakke’ en ‘sterke’ landen, analoog aan de subprime hypotheekproducten die in 2007 de val van Lehman Brothers inluidden. Het roept vraagtekens op waarom de Commissie, tien jaar na die financiële crisis, alsnog met dergelijke structured financial products wil beginnen.

Critici vrezen bovendien dat met de introductie van deze zogeheten ESBies het pad geëffend wordt naar een volledige schuldendeling binnen de eurozone. De Duitse wetenschapper Markus Kerber verwoordde die vrees zo: ‘ESBies are a thinly veiled attempt to prepare the way for full-fletched common debt liability.’ Hij voegde er nog aan toe dat dit idee het beste direct naar de prullenbak verwezen kan worden.

Het rapport staat bol van zeer stellige beweringen, die nauwelijks of niet worden onderbouwd

Wie wél een groot voorstander van de plannen is, is de nieuwe Franse president Emanuel Macron. Het is evenmin een geheim dat hij voorstander is van een eigen eurozone-minister en dito eurozone-begroting. De Commissie stelt met zijn hartelijke goedkeuring ook voor om een aparte eurozone-Treasury op te richten, die naast het bewaken van de begroting tot taak heeft de uitgifte van de toekomstige ESBies te coördineren.

En tot slot wil de Commissie nog dat het Europees Stabiliteits Mechanisme (ESM), het 500 miljard grote permanente noodfonds van de eurozone, opgaat in een Europees Monetair Fonds, analoog aan het IMF. In 2025 zou de eurozone als entiteit ook lid moeten worden van het IMF. In de beoogde plannen komen niet alleen nooddruftige lidstaten in aanmerking voor financiële ondersteuning, maar mogelijk ook individuele banken die vallen onder de Bankenunie.

Dit hele reflectie paper ademt ‘TINA’: There Is No Alternative. Het rapport staat bol van zeer stellige beweringen, die nauwelijks of niet worden onderbouwd. Een paar voorbeelden: ‘We kunnen het ons niet veroorloven om te wachten tot de volgende crisis zich aandient, we moeten nú handelen’ (‘But we simply cannot wait for another crisis before finding the collective will to act’). En: ‘Verdere integratie is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het financiële systeem toekomstige crises kan weerstaan’ (‘Further integration is necessary to ensure the financial system can safely withstand any future crisis’). Of deze: ‘Een sterkere EMU kan er alleen komen als lidstaten aanvaarden dat er meer competenties en besluiten worden gedeeld met betrekking tot eurozone aangelegenheden, gebed in een gemeenschappelijk wettelijk kader’ (‘A strong EMU can only happen if Member States accept to share more competences and decisions on eurozone matters within a common legal framework’).

Er is niemand die betrokkenen ter verantwoording kan roepen

Let op het woordje ‘gedeeld’, waar bedoeld wordt ‘overgedragen’. Wensen worden aldus als feiten gepresenteerd en hiermee betoont de Commissie zich van een weinig zelfreflectieve kant. En daarmee klinkt haar oproep tot een genuanceerde gedachtewisseling tamelijk hol.

Bodemloze geldput

De huidige impasse en gebrek aan vertrouwen in de euro en de instituties die haar vormgeven wordt dus door de Commissie benut om een heuse vlucht naar voren te bepleiten. Met het met belastinggeld gevulde ESM als bodemloze geldpot voor failliete landen en banken. En een ESM dat zich aan werkelijk élke democratische controle onttrekt. Niet alleen genieten de gouverneurs (de ministers van Financiën van de eurozonelanden) immuniteit, hetzelfde geldt voor het ongekozen bestuur. Er is dus niemand die betrokkenen ter verantwoording kan roepen. De schematische afbeelding op pagina 16 van het rapport maakt dat in één oogopslag duidelijk:

En de burger dan? Hebben de burgers van de eurozone en de hun vertegenwoordigende nationale parlementariërs nog iets te zeggen? Daarover uit het rapport zich in mistige bewoordingen. Het spreekt van de noodzaak tot grotere transparantie en verantwoording, van een ‘breed gedragen consensus’, maar hoe dat dan precies vormgegeven moet gaan worden blijft vaag. Het rapport spreekt van verantwoording aan het Europees Parlement, dat echter een notoire applausmachine is van de Commissie. En het spreekt over een inbreng van bestaande parlementaire Commissies, zoals de ECON-commissie. En de leden van de eurogroep – de nationale ministers van Financiën – hebben immers toch een verantwoordingsplicht aan hun nationale parlementen? Het riekt allemaal sterk naar slagers die hun eigen vlees moeten keuren.

Toediening van hetzelfde medicijn zal de ziekte niet genezen

Samenvattend is dit voorstel van de EC een sterk pleidooi voor een door een Europese politieke unie geleide Planeconomie met een goed oog voor de belangen van het grote bedrijfsleven, ook al wordt met zoveel woorden geschreven dat het vooral bedoeld is om de belangen van het midden- en kleinbedrijf te waarborgen en de groeiende verschillen tussen de eurozone lidstaten tegen te gaan. Sinds de invoering van de euro zijn die verschillen niet kleiner geworden, zoals de bedoeling en voorspelling was, maar juist groter.  

Wensdenken

En juist daarom zijn deze ideeën geen oplossing en niet constructief. Als hiervoor al een maatschappelijk draagvlak zou zijn, kan een politieke unie uitsluitend slagen indien de nationale economieën hebben bewezen onderling duurzaam convergent te zijn. Het was vorige maand nota bene ECB-president Mario Draghi zelf, die in ons parlement verklaarde:

‘We can’t have a union with divergent countries. And we can’t have a union where you have permanent debtors and permanent creditors. There has to be convergence!’

En daarvan is dus in de verste verte geen sprake, ook niet na implementatie van deze voorstellen. We hebben gezien wat voor een ravage de Europese eenheidsmunt de laatste tien jaar heeft aangericht in de onderling zo uiteenlopende eurolanden. 

Desondanks meent de Commissie dat met de implementatie van dit plan de verschillen kleiner worden. Dat is puur wensdenken, gebaseerd op een aantoonbaar gefaalde dogmatische ideologie van de ‘ever closer union’ van de Europese politiek-bestuurlijke elite. Er is geen enkele aanleiding om te verwachten dat toediening van meer van hetzelfde medicijn de ziekte geneest, dat getuigt van een enorme tunnelvisie. De EC heeft een ronduit belabberd trackrecord als het gaat om voorspellingen, die na verloop van tijd steevast veel te optimistisch bleken te zijn. Bovendien, zie Mario Draghi, zijn de onderlinge nationale economieën veel te divergent om financiën en beleid op een grote hoop te gooien.  

Herverdeling armoede

Met dit plan wordt de welvaart in de eurozone niet verhoogd maar de – als gevolg van de one-size-fits all structuur van de eurozone – toenemende armoede alleen maar herverdeeld. Er zal daarmee een overdracht plaatsvinden van welvaart van de sterke landen (Duitsland en Nederland) richting zwakke eurozone landen (Zuid- en deels ook Oost-Europa). Staats- en bankenschulden worden gedeeld, inclusief de Non-Performing Loans (NPL), waarvan Frankrijk en Italië de helft voor hun rekening nemen. Voegen we Spanje daaraan toe dan is het percentage zelfs driekwart van álle Europese NPL.

Het is dus niet vreemd dat de Macrons van deze wereld groot voorstander zijn van dit plan. Angela Merkel lijkt inmiddels door de knieën te gaan nu zij heeft gesteld dat Duitse (en daarbij vanzelfsprekend ook Nederlandse) betalingen aan Frankrijk niet onredelijk zijn om daar de financiële lasten te verlichten. En de invloedrijke Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble is nu voorstander van een Europees Monetair Fonds.

 Het valt te hopen dat Nederland bij de les blijft, maar helemaal gerust kunnen we daarop niet zijn. Ondanks zijn retoriek voor de Nederlandse bühne tekent juist Mark Rutte altijd bij het Europese kruisje.