Rechter: Bijzonder Beheer 'nodeloos schadend' voor hypotheekklant

De rechter heeft eerder deze maand de goede intenties van Rabobanks afdeling Bijzonder Beheer openlijk in twijfel getrokken, omdat de bank een huis per se snel wil verkopen, ook al blijft de verkoper daardoor achter met honderdduizend euro extra restschuld. '[Het] doet vermoeden dat Rabobank andere drijfveren heeft dan het realiseren van een zo hoog mogelijke verkoopopbrengst,' stelt de rechter.

Het is een verwijt dat Bijzonder Beheer-klanten al langer maken, maar dat banken steeds met veel stelligheid ontkennen. De klanten hebben het gevoel dat de bank van hen af wil: omdat probleemkredieten door de toegenomen buffereisen te duur zouden zijn, omdat de stapel probleemdossiers simpelweg te groot is en volgens sommigen zelfs omdat de bank zelf een oogje heeft op hun vastgoed. De klachten worden vaak niet serieus genomen: in een onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten naar de praktijken van Bijzonder Beheer, worden ze zelfs van tafel geveegd. Het onderzoek, waar veel Bijzonder Beheer-klanten van te voren hun hoop op hadden gevestigd, constateerde dat er alleen sprake was van slechte communicatie. Van 'structurele benadeling' van de klant was geen sprake volgens de toezichthouder.
Rabo informeert rechtbank niet volledig en naar waarheid, oordeelt rechter
Maar de rechtbank in Overijssel komt in het dossier van een Almelose hypotheekklant van Rabobank tot een heel andere conclusie dan de AFM. De rechter oordeelde begin deze maand hard over het optreden van Rabo’s Bijzonder Beheer tegen een klant die de hypotheek niet meer kon betalen. 'Nodeloos schadend', noemt de rechter het optreden van de ziekenboeg van de bank, die 'coûte que coûte lijkt aan te sturen op een openbare verkoop', ook al levert dat veel minder op. Daarnaast oordeelt de rechter dat Rabo de rechtbank niet volledig en naar waarheid heeft geïnformeerd over alle relevante feiten in deze zaak.

Dreigen met executieverkoop

Wat is er aan de hand in deze zaak? Rabo gaf in 2006 aan een klant een hypotheek van 425.000 euro op een Almelose woning die voor 315.000 euro was gekocht. In de jaren daarna volgden nog twee leningen van in totaal vele tienduizenden euro’s aan de klant en haar partner, waarvan een met het huis als onderpand. In 2010 begint de ellende als de klant haar baan verliest en betalingsachterstanden ontstaan. Een jaar later wordt het huis te koop gezet, maar tot een verkoop leidt dat niet. In 2013 zegt de bank de leningen op en dreigt met een executieverkoop van de woning.
Rabo wijst twee boden af, ook al liggen die bijna tweemaal hoger dan executiewaarde
Die dreiging wordt echter niet doorgezet en in april van dit jaar lost de bank weer een volgende schot voor de boeg: de klant krijgt drie maanden om de woning te verkopen, anders volgt alsnog een veiling. Vanwege de hoge restschuld die dreigt bij verkoop (de totale schuld is inclusief achterstanden opgelopen tot zo'n 5,5 ton, plus nog ruim 60.000 euro aan leningen aan haar en haar partner) kan de woning alleen met instemming van de bank worden verkocht. De klant levert twee kant-en-klaar-getekende koopovereenkomsten aan bij de bank. Beide kopers zijn bereid 320.000 euro te betalen, ver boven de taxatiewaarde van 270.000 euro. Toch wijst de bank de beide overeenkomsten af, omdat beide kopers pas volgend jaar willen kopen en dat de bank te lang duurt. Een koper die 265.000 euro biedt en per oktober dit jaar wil kopen, krijgt wel groen licht van Rabo. Die verkoop strandt echter doordat een andere schuldeiser beslag heeft gelegd op de woning. Rabobank besluit daarop de daad bij het woord te voegen en stapt naar de notaris: 4 november wordt er geveild. De executiewaarde van de woning wordt geschat op 162.000 tot 176.000 euro, bijna een halvering ten opzichte van de door de bank afgewezen koopovereenkomsten. De klant zou daardoor met zo’n 400.000 euro restschuld blijven zitten, betoogt haar advocaat.

'Coûte que coûte verkopen'

Op de valreep gaat de veiling niet door. Twee dagen voor de veilingsdatum zet de rechter een streep door de executieveiling. Rabobank heeft volgens de rechter onvoldoende argumenten aangevoerd om niet in te stemmen met de eerdere koopovereenkomsten, die boven de taxatiewaarde liggen. 'Het feit dat (de afdeling bijzonder beheer van) Rabobank coûte que coûte lijkt aan te sturen op een openbare verkoop die blijkens de taxatie minstens een ton minder opbrengt dan de laagste verkoopprijs uit de koopovereenkomsten doet vermoeden dat Rabobank andere drijfveren heeft dan het realiseren van een zo hoog mogelijke verkoopopbrengst', stelt de rechter in het vonnis. Dat is een hard oordeel, waarmee de rechter de intenties van de bank openlijk in twijfel trekt. Vorig jaar vertelden oud-medewerkers van Bijzonder Beheer al aan FTM dat het 'doordraaien' van probleemdossiers vaak inderdaad belangrijker wordt gevonden dan het voorkomen van een hoge restschuld voor de klant. Het optreden van de bank in deze zaak is volgens de rechter 'nodeloos schadend' voor de klant. Rabo vonnis rechtbank overijssel almelose hypotheekklant november 2015

Uit het vonnis van de rechtbank Overijssel

'Pijnlijk duidelijk' volgens rechter dat Rabo onjuistheden inbrengt in rechtszaak
Ook stelt de rechter vast dat de bank in de rechtszaal niet eerlijk is geweest. Zo zei de (centrale) afdeling Bijzonder Beheer iets heel anders dan de lokale Rabobank en beweerde de bank dat er al tijden niet was betaald, terwijl de klant kon aantonen tot en met augustus voldaan te hebben aan de betalingsregeling. Ook beweerde de bank dat de woning niet goed verzekerd was omdat deze werd verhuurd, terwijl de eigenaar kon aantonen dat ze wel degelijk was verzekerd. 'De proceshouding van de Rabobank in dit geding is niet volgens hetgeen artikel 21 Rv voorschrijft,' schrijft de rechter in juristentaal. Artikel 21 gaat erover dat partijen verplicht zijn 'de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.' De rechter stelt dat 'pijnlijk duidelijk [werd] dat er verschillen en onjuistheden blijken te bestaan in de informatieverschaffing en stellingen van de afdeling bijzonder beheer van de Rabobank enerzijds en (het optreden van) de plaatselijke vestiging van de Rabobank anderzijds.'

Onderhandelingen gestart

De advocaat van de klant wil niet reageren. 'Wij zijn nu in onderhandeling met de bank, dus ik vraag mij af of het opportuun is om ruchtbaarheid te geven [aan deze uitspraak].'
'Korte metten gemaakt met het dumpen van vastgoed'
Advocaat financieel recht Hester Bais, die niet bij deze zaak betrokken is, noemt het opvallend dat de rechter de bank verwijt oneerlijk te zijn. 'Ik heb zelf net ook voor het eerst een beroep gedaan op artikel 21, omdat ik het zat ben dat banken de boel bij elkaar liegen, bijvoorbeeld in zaken over rentederivaten. Dat banken de waarheid niet spreken is een frustratie bij veel advocaten.' Bais is daarnaast blij dat de rechter met deze uitspraak 'korte metten maakt met de praktijk dat vastgoed gedumpt wordt'. Rabobank zegt in een reactie 'voorop te willen stellen dat de bank geen enkel belang heeft bij het niet juist of onvolledig informeren van de Rechtbank. We betreuren het dat we er kennelijk onvoldoende in geslaagd zijn de feiten en omstandigheden goed te belichten. Uitgangspunt blijft altijd om samen met de klant tot een structurele oplossing te komen, dat is immers in beider belang. En gelukkig slagen we daar ook meestal in. De inzet van de bank is er nog steeds op gericht, er met de klant in overleg uit te komen. Gezien de huidige gesprekken die we voeren met de klant, achten we het niet wenselijk om hier nu nader en meer in detail op in te gaan.'