
Kunnen we ons monetaire systeem op een eerlijker manier organiseren? Lees meer
Waarom is de creatie van geld in handen van – particuliere – banken? En moet dat altijd gepaard gaan met schuld? Ofwel: kunnen we ons monetaire systeem op een eerlijker manier organiseren?
Dat zijn vragen waar menig econoom zijn tanden op heeft stukgebeten. Toneelgroep De Verleiders zette een brede discussie in gang door op te roepen tot een burgerinitiatief. Met 120.000 handtekeningen moest de politiek wel reageren en nadenken over de aard en het wezen van ons geld en hoe het wordt gecreëerd. Dat leidde tot een opdracht voor de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) om onderzoek naar geldschepping te doen.
Op Follow The Money begon het debat in 2015, toen auteur en voormalig bankenlobbyist Robin Fransman reen open brief aan het toneelgezelschap schreef, die werd beantwoord door Martijn Jeroen van der Linden, bestuurder van de stichting Ons Geld. Daarnaast gaven tientallen lezers in het discussieforum hun visie op wat misschien wel de grote vraag van het moment is: van wie is ons geld eigenlijk?
Aan een digitale euro die niet met banken concurreert, heeft niemand iets
Als we de economen van morgen niet anders opleiden, blijft de wereld op dezelfde voet doorgaan
Geld bepaalt alles, maar bijna niemand snapt het. Reis door onze kaart en ontdek hoe ons geldstelsel in elkaar zit
De ECB deelt miljarden uit aan private banken en stuurt onze overheid de rekening
De belastingbetaler mag nu ook de verliezen van De Nederlandsche Bank betalen
De ontrafeling van ons geldstelsel
Nederlandse regering presenteert voor het eerst een visie op de digitale euro
Wordt digitaal contant geld programmeerbaar, en gekoppeld aan je identiteit?
De strijd om het digitale geld is losgebarsten
‘Ons geld is stuk’, maar is bitcoin echt de oplossing?
Reserves revisited
Vorige week pleitte Richard van der Linde voor het wijzigen van de terminologie voor de gelden die banken bij de centrale bank aanhouden. Het hiervoor gebruikte begrip ‘reserves’ zou onjuist zijn en daarom beter kunnen worden vervangen door een nieuwe term. Econoom Ewoud Jansen kan deze redenering volgen, maar betrapt Van der Linden wel op een fout.
Richard van der Linde snijdt in zijn artikel van 24 augustus een Babylonische spraakverwarring aan. De tegoeden die banken als ING aanhouden bij de centrale bank kunnen we beter geen ‘reserves’ meer noemen, zo betoogt hij.
Van der Linde stelt terecht dat die tegoeden bezittingen zijn, die dus terug te vinden zijn aan de activazijde van de balans. Deze bezittingen ‘reserves’ noemen is verwarrend, vindt hij, omdat hierdoor onterecht het beeld kan ontstaan dat die tegoeden vergelijkbaar zijn met posten als ‘winstreserve’ en ‘agioreserve’ die we op bedrijfsbalansen kunnen vinden.
Zo’n noodvoorraad is natuurlijk een voorbeeld van bezit, te vinden op de activazijde van de balans
Activa versus passiva
Tot zo ver ben ik het met hem eens. Maar zijn uitleg van wat die laatstgenoemde reserves precies inhouden is ook weer verwarrend en tegenstrijdig. Winstreserves zijn inderdaad onderdeel van het eigen vermogen, zoals Van der Linde aan het eind van zijn stuk stelt. Ze vormen dus een post op de passivazijde van de balans. Maar aan het begin van zijn betoog vergelijkt hij diezelfde winstreserves met ‘een potje waaruit in mindere tijden geput kan worden’. Als concreet voorbeeld haalt hij de reservetank op zijn vroegere bromfiets aan, met een laatste restje brandstof waar je in noodgevallen op kunt terugvallen. Maar zo’n noodvoorraad is natuurlijk een voorbeeld van bezit, te vinden op de activazijde van de balans. Iets anders dus dan een winstreserve.
Tijd voor een voorbeeldje. Een nieuw bedrijf wil starten met een handelsvoorraad van 80 producten die €125 per stuk kosten. Er is dus een vermogensbehoefte van €10.000. Als €4000 hiervan kan worden geleend, moeten de eigenaren gezamenlijk €6.000 inleggen. We nemen aan dat er 100 aandelen worden uitgegeven tegen €60 per stuk. De balans ziet er als volgt uit:
Activa | Passiva |
Voorraad: 80 x €125 = €10.000 | Aandelenkapitaal: 100 x €60 = €6.000 |
Lening: €4.000 | |
Totaal: €10.000 | Totaal: €10.000 |
Vervolgens verkoopt het bedrijf 30 producten tegen €175 per stuk en realiseert dus een winst van 30 x (€175 – €125) = €1.500. Onmiddellijk na deze verkoop en betaling door de klant ziet de balans er als volgt uit:
Activa | Passiva |
Voorraad: 50 x €125 = €6.250 | Aandelenkapitaal: 100 x €60 = €6.000 |
Kas 30 x €175 = €5.250 | Gerealiseerde winst: €1.500 |
Lening: €4.000 | |
Totaal: €11.500 | Totaal: €11.500 |
Als de winst niet wordt uitgekeerd, volgt automatisch toevoeging aan de reserves, ongeacht hoe de winst intern wordt aangewend
Volgens van der Linde zijn er nu drie dingen die het bedrijf met de winst kan doen: uitkeren (aan de eigenaren), herinvesteren of toevoegen aan de reserves. Dat klopt niet. Er is geen keuze tussen ‘herinvesteren’ of ‘toevoegen aan de reserves’. Als de winst niet wordt uitgekeerd, volgt automatisch toevoeging aan de reserves, ongeacht hoe de winst intern wordt aangewend. Zou de winst in contanten aan de eigenaren worden uitgekeerd dan krijgen we de volgende balans:
Activa | Passiva |
Voorraad: 50 x €125 = €6.250 | Aandelenkapitaal: 100 x €60 = €6.000 |
Kas: €5.250 – €1.500 = €3.750 | Lening: €4.000 |
Totaal: €10.000 | Totaal: €10.000 |
Besluiten de eigenaren de winst niet uit te keren, dan wordt de gemaakte winst formeel op een aparte post geboekt die we ‘winstreserve’ noemen. De balans is nu als volgt:
Activa | Passiva |
Voorraad: 50 x €125 = €6.250 | Aandelenkapitaal: 100 x €60 = €6.000 |
Kas 30 x €175 = €5.250 | Winstreserve: €1.500 |
Lening: €4.000 | |
Totaal: €11.500 | Totaal: €11.500 |
Of de €1.500 vervolgens gewoon in kas blijft zitten, gebruikt wordt om extra voorraden te kopen of iets heel anders maakt niet uit. In al die gevallen blijft de winstreserve gewoon staan en zien we alleen een verandering in de activazijde. Nogmaals, de keuze tussen herinvesteren of toevoegen aan de reserves bestaat niet. Er is wat dit betreft alleen een keuze tussen uitkeren of niet. De winstreserve wordt samen met het aandelenkapitaal tot het eigen vermogen van de onderneming gerekend en op balans 4 bedraagt dat dus €7.500.
Laten we tenslotte eens aannemen dat onmiddellijk na volledige uitkering van de winst (het vertrekpunt is dus balans 3) de eigenaren het bedrag weer terugstorten door het kopen van 25 nieuwe aandelen tegen €60 per stuk. De balans zou er dan zo uitzien:
Activa | Passiva |
Voorraad: 50 x €125 = €6.250 | Aandelenkapitaal: 125 x €60 = €7.500 |
Kas 30 x €175 = €5.250 | Lening: €4.000 |
Totaal: €11.500 | Totaal: €11.500 |
Het enige verschil met balans 4 is dat het eigen vermogen nu geheel als aandelenkapitaal wordt gepresenteerd en dat we geen winstreserve meer zien. De reservetank-analogie van Van der Linde volgend, zou je nu kunnen concluderen dat balans 4 gezonder is omdat daar een ‘reserve’ te zien is. Maar hopelijk is nu duidelijk dat dit onzin is. Het eigen vermogen is in beide gevallen €7.500, en de omvang en kwaliteit van de activa is ook in beide gevallen identiek. De boekhoudkundige presentatie van het eigen vermogen in deelcomponenten als aandelenkapitaal en winstreserve is eigenlijk niet zo relevant.
Onhandig
Ik weet het, Van der Linde’s verhaal was primair bedoeld om verwarrende terminologie aan te kaarten. Maar als hij uitlegt wat een winstreserve is, moet het verhaal natuurlijk wel kloppen. Zelf vind ik het onhandig om ingehouden winsten of agio’s met de term ‘reserve’ op de balans te presenteren. Hierdoor kan onterecht de indruk ontstaan dat het om potjes gaat waaruit geput kan worden, zoals Van der Linde dus denkt. Wel of geen winstreserve, het zegt helemaal niets over de vraag of er nog een reservevoorraadje geld of benzine in de kelder ligt. Dat hangt ervan af hoe de activakant van de balans eruit ziet. Misschien dat we de term ‘reserves’ voor tegoeden bij de centrale bank beter kunnen laten zoals die is en iets anders moeten vinden voor het benoemen van ingehouden winsten.
53 Bijdragen
Michiel WERKMAN 8
MatthijsK 7
Die heeft alleen maar uitstaande leningen en een klein beetje goud, misschien.
Gilles Wattel 1 3
MatthijsKMatthijsK 7
Gilles Wattel 1Matthijs 11
Waar het bij het artikel van Van er Linde om ging is dat het reservegeldsysteem bij de centrale bank min of meer los staat van het kredietgeldsysteem bij de banken. Iets wat veel mensen (incl economen) niet goed begrijpen. En omdat ze dat niet goed begrijpen ontstaan er misverstanden. Misverstanden zoals het voorspellen van hyperinflatie als gevolg van QE bijvoorbeeld.
http://www.pragcap.com/reserves-do-not-allow-banks-to-make-more-loans/
Centrale bank reserves blijven bij de Centrale bank. Kredietgeld blijft binnen de commerciele banken. Centrale bank reserves worden dus niet uitgeleend door banken aan klanten. En worden niet gemultiplied zoals in de fractionele reserve theorie (die dus niet klopt). Zie hier voor een goede uitleg van Standard and Poors
http://z822j1x8tde3wuovlgo7ue15.wpengine.netdna-cdn.com/wp-content/uploads/2015/02/S_and_P__Repeat_After_Me_8_14_13.pdf
en
http://www.pragcap.com/the-basics-of-banking/
http://brown-blog-5.blogspot.nl/2013/03/banking-example-11.html
Berend Pijlman 13
Gaat er om dat banken geld creëren en daarvoor een klein deel aan reserves aanhoudt. Het lijkt alsof die reserves bestaan uit dezelfde materie als wij op onze digitale bankrekeningen zien, maar dat is niet zo.
Matthijs 11
Berend PijlmanDit dekt de lading niet helemaal of kan de verkeerde suggestie wekken. Banken creëren geld (krediet). Uit het niets, zonder reserves of spaargeld of wat dan ook nodig te hebben. Daarnaast worden eventueel (in landen waar dat vereist is, dat is niet overal zo) reserves aangehouden bij de centrale bank om betalingsverkeer naar andere banken te kunnen doen. Maar die twee staan dus feitelijk los van elkaar. Zie mijn reactie hierboven en de links die ik er in geef.
Als je iets zegt in de trend van "een deel als reserve houden", impliceer je dat die reserves bij de centrale bank een deel van het kredietgeld zijn. Maar dat is dus niet zo.
Je laatste zin ("Het lijkt alsof die reserves bestaan uit dezelfde materie als wij op onze digitale bankrekeningen zien, maar dat is niet zo.") geeft dus wel de lading aan.
Berend Pijlman 13
MatthijsMatthijs 11
Berend PijlmanM. van Deelen 11
Die reserve bij centrale banken is als de zwanenhals van een syphon.
Daar blijft altijd water in staan ook al stroomt er veel doorheen. Het wordt zelfs ververst en als je meer "reserve" nodig hebt omdat er meer water stroomt vergroot je de leidingen en het syphon.
MatthijsK 7
M. van DeelenDaarnaast hebben ze nog een beetje goud, maar dat dekt de lading allang niet meer.
Dus eigenlijk is het een droge zwanenhals aan een kraan waar iedereen denkt dat water uit stroomt.
https://en.wikipedia.org/wiki/Gold_reserve
Anton Van de Haar 8
MatthijsKhttp://neweconomicperspectives.org/2016/01/money-banking-part-1.html
http://neweconomicperspectives.org/2016/01/money-banking-part-2.html
http://neweconomicperspectives.org/2016/01/money-banking-part-3.html
http://neweconomicperspectives.org/2016/01/money-banking-blog-part-4.html
http://neweconomicperspectives.org/2016/02/money-banking-part-5.html
MatthijsK 7
Anton Van de HaarDaarom kan er ook niet iets op de balans van een centrale bank staan, ze heeft niks, anders dan het wapen om jou op te sluiten als jij ook euro's gaat drukken.
Anton Van de Haar 8
MatthijsKMatthijsK 7
Anton Van de HaarEens of oneens?
Gilles Wattel 1 3
MatthijsKDat geldt en gold altijd voor alle geld, tot aan kauri schelpen op Nieuw Guinea.
MatthijsK 7
Gilles Wattel 1Subtiele verschil tussen de euro en de kauri schelp, is dat de kauri schelp vrijwillig door de bevolking als geld gezien werd. De bewoners van het eiland Yap kozen ook zelf dat ze stenen wilden gebruiken.
De euro is niet iets fysieks, de euro is niet iets schaars, de euro is enkel geweld.
We aanvaarden hem niet, we krijgen hem opgedrongen. Dat is een fundamenteel verschil. Zodra die dwang wegvalt, is het als betaalmiddel waardeloos. Vandaar ook dat er legers nodig zijn, zodra iemand er uit wil, moet je die in het gareel meppen.
Schijnt een ander ligt op de petrodollar, niet?
Gilles Wattel 1 3
MatthijsKMatthijsK 7
Gilles Wattel 1Matthijs 11
Anton Van de HaarMatthijsK: als je denkt dat je euro's niks waard zijn, dan geef ik je graag mijn rekeningnr dan kun je ze aan mij overmaken.
M. van Deelen 11
MatthijsHoe verzin ik 't ook...., maar nou weet ik 't nog niet.
Het leesvoer heb ik doorgenomen. Te moeilijk voor mij, lig ik niet wakker van. Ik heb FTM en jullie toch?
Matthijs 11
M. van Deelenhttp://www.pragcap.com/the-basics-of-banking/
Je moet het zo zien: banken creëren krediet als er een nieuwe (kredietwaardige) klant binnenkomt. Aan twee kanten van de balans wordt het bedrag gezet: het krediet is het bezit van de bank en het deposito is de schuld van de bank. Voor de klant is het krediet de schuld en de deposito het bezit. Zo ontstaat geld.
Als de klant een betaling doet aan iemand anders die toevallig bij dezelfde bank bankiert, dan hoeft de bank niets anders te doen dan het bedrag van deposito van klant A naar klant B te verplaatsen. Als de klant A het bedrag overmaakt naar iemand bij een andere bank, dan moet bank 1 bij de centrale bank reserves overmaken aan bank 2. Die tweede bank wil immers niet alleen de deposito 'krijgen' want dat is een schuld aan de klant. De tweede bank wil dus ook een 'bezit' krijgen. Bank twee verhoogt dan de deposito van klant B (dat deposito is een schuld aan die klant) en heeft voor eenzelfde hoeveelheid een hogere reserve bij de centrale bank gekregen. Zie
http://brown-blog-5.blogspot.nl/2013/03/banking-example-11.html
Maar het belangrijkste is dat die reserves bij de centrale bank los staan van de kredieten. De reserves zijn de getallen op de spreadsheet van de centrale bank. Die kunnen nergens anders heen. De kredieten (/geld) staan op de spreadsheets van de banken.
M. van Deelen 11
MatthijsGilles Wattel 1 3
MatthijsNee, alleen als de ene bank relatief veel meer geld heeft geschapen dan een andere.
Matthijs 11
Gilles Wattel 1Gilles Wattel 1 3
MatthijsMatthijsK 7
MatthijsEr gaat een verschil over van bank naar bank aan het eind van de dag.
Bank1 zegt; ik krijg 1000 van jou bank2
Bank2 zegt; ik krijg 500 van jou bank1
Beide banken veranderen het bedrag wat ze van elkaar nog moeten ontvagen.
Klaar.
Matthijs 11
MatthijsKHeb je al tijd gehad voor de links van Anton?
MatthijsK 7
MatthijsMaar er gaat helemaal niks over van bank A naar bank B, ze werken gewoon elkaars tegoeden bij, that's it. Dan komt de financiële waakhond langs en die zegt; je moet minimaal 10% van je verplichtingen in deze tegoeden hebben. Zolang je boven die 10% zit, is er niets aan de hand.
Komt die 10% in gevaar dan moeten er wat nieuwe hypotheken verkocht worden, of wat er tegenwoordig voor bezit wordt aangezien.
MatthijsK 7
MatthijsOh en om dat briefje te hebben, wel netjes rente betalen.
Misschien kom jij er een keer achter hoe het werkt.
Jan Smid 8
Het lijkt mij wel correct en logisch om de reserve te bestemmen waarvoor die is. Dus als de winstreserve 1500 is kan je daar niet iets voor kopen dat niet direct met de aandeelhouders te maken heeft.
bps 12
Spaargeld = goed geld, want er is een prestatie voor geleverd en met veel moeite verworven.
Kredietgeld = slecht geld, want er moet nog een prestatie voor worden geleverd.
Indien niet, dan is het een slecht krediet of NPL (non-performing loan) waar Zuid Europa vol mee zit.
Spaargeld levert geen rente meer op. De rente op kredietgeld valt alleen aan de bank toe die het creëerde en uitleende, áls er rente op wordt betaald.
Het bezwaar van teveel kredietgeld is dat het de productiezijde eenzijdig opfokt, groter dan de consumptiezijde kan bijsloffen, niet anders dan ook met meer krediet. Dan ontstaat een schuldencrisis met inzakkende afzet en productie, hoge werkeloosheid, wankele banken, veel faillissementen, risico, wantrouwen, etc.
Alles wat we nu ook zien.
Jan Smid 8
bpsbps 12
Jan SmidDus dat téveel geld geleend wordt (voor toegevoegde waarde die niet komt). Dan wordt de lening nl. niet betaald.
Mijn vraag was of kredietgeld-uit-niets, spaargeld-voor-iets verdringt.
Ditmaal door banken die duur verworven spaargeld verdringen met eigen goedkoop kredietgeld.
Dus dat geld voor nog geen, of minder toegevoegde waarde, geld voor reeds toegevoegde waarde verdringt, of dit ook een toepasselijkheid is van de Wet van Gresham, zij het in een andere situatie.
'Dat bij een recessie de afzet en productie iets afneemt is begrijpelijk.'
Is de oorzaak van de recessie ook begrepen? (té veel schuld)
Het is wel begrijpelijk dat de financiële economie maar door blijft groeien, blijft zwellen, als ook de hoeveelheid kredietgeld (-schuld!) maar door blijft groeien en risico toeneemt als toegevoegde waarde (dekking) afneemt t.o.v. dat geld en die schuld.
Dat er een nog grotere crisis komt, is wel aannemelijk omdat de hoeveelheid schuld sinds 2008 niet is afgenomen, maar juist is toegenomen (wereldwijd >40%, bron: McKinsey 2015) en de tegenwaarde niet of te weinig. Dan moeten ze wel juistere maatregelen nemen.
Matthijs 11
bps1) ondernemer of klant stap naar bank voor een lening
2) bank zet bedrag X aan beide kanten van de spreadsheet: deposito X als schuld aan de klant, lening ter waarde van X als bezit van de bank.
Dat geld gaat vervolgens rond in de economie. Iemand kan dat ontvangen en denken "ha, nu heb ik wat spaargeld", maar het blijft geld dat ontstaan is als krediet. Op het moment dat de eerste persoon de lening bij de bank afbetaalt, verdwijnt het geld weer in het niets.
Het lijkt in eerste instantie heel raar dat het zo werkt, maar als je het eenmaal doorhebt is het best logisch en zit het eigenlijk heel elegant in elkaar.
Belangrijkste is dat krediet op de juiste manier gebruikt wordt. Zolang het gebruikt wordt voor nuttige investeringen in de echte economie, groeit die economie waardoor de schuldlasten ook netjes uit het toegenomen inkomen betaald kunnen worden. Echter, gaat een te groot deel van het krediet naar het financieren van bestaande assets (lees: vastgoed), dan gaat het mis: want steeds meer lenen om duurder wordende huizen te betalen (een zichzelf versterkende spiraal) gaat -niet- samen met een toename van inkomens. De schuldlast kan dan steeds minder goed betaald worden. Zie deze column van Bezemer
http://www.groene.nl/artikel/zonnig
of een langer praatje van hem "Creating a Socially Useful Financial System"
https://www.youtube.com/watch?v=qvBuK8yQxbY
bps 12
MatthijsSpaargeld is ooit ontstaan als kredietgeld. Dat klopt. Maar zo oppervlakkig ligt het niet.
Spaargeld is bestaand geld dat al bestond. Nieuwbakken kredietgeld bestond nog niet.
Dat verschil bedoel ik.
Een bank kan bestaand spaargeld opnieuw als krediet uitlenen, of er nieuwbakken geld bijmaken zonder daarvoor bestaand spaargeld te hoeven ‘inhuren’ en daarvoor rente te betalen.
Er is kennelijk weinig vraag naar bestaand spaargeld, want het levert heel weinig rente op.
Vandaar de vraag of nieuwbakken kredietgeld het bestaande spaargeld verdringt.
En waarom zou een bank spaargeld inhuren als het ruimte heeft om het zelf te creëren?
Matthijs 11
bpshttp://www.money-for-nothing.nl/monetair-systeem-2/lezersvraag-wat-hebben-banken-aan-spaartegoeden
Het is allemaal super verwarrend in eerste instantie. In de kranten lees je "banken lenen spaargeld uit" of "banken lenen spaargeld 10x uit", etc etc. maar het is allemaal exact omgekeerd. En ook de terminologie is verwarrend. Wat voor ons als leek "bezit" is (spaargeld bijv), is voor een bankbalans weer een schuld. Enzovoort.
Wat voor mij heeft geholpen is het vergeten te denken vanuit mijzelf als individu met inkomen en geld op de bank zetten etc en het puur naar spreadsheets van banken en centrale banken kijken. Een bank creëert een lening en deposito. Dat is de start. Dat geld van die deposito gaat rond. De centrale bank verzorgt het reservesysteem. De links die ik gaf hebben me daar het best mee geholpen. Deze is ook goed, wat betreft verschil tussen inside money en outside money
http://www.pragcap.com/understanding-inside-money-and-outside-money/
bps 12
Matthijs'Op het moment dat de eerste persoon de lening bij de bank afbetaalt, verdwijnt het geld weer in het niets.'
Ondertussen zijn er al weer meer nog af te betalen leningen bij gekomen en roept men triomfantelijk: ‘Kijk, er is economische groei’. Dat is volumegroei, BBP-groei. Echte groei is als leningen afbetaald zijn en er dan nog iets over is van waar het geld voor geleend is.
Pas dan stijgt solvabiliteit, welvaart, buffer en rijkdom echt in een economie.
Tot dan is het schijnwelvaart: op de pof.
Stel: iemand leent geld voor een auto en die auto is eerder verbruikt dan de lening is terug betaald. Dan is er nog geld in omloop waar geen tegenwaarde meer voor is.
Dat geld is dan “teveel” en verwatert (ontwaardt) de waarde van overig geld in omloop.
Met consumptief krediet > productief krediet gaat het nog harder.
Ik geloof niet dat er ooit interbancair overzicht en coördinatie is geweest om de economie en het bankwezen gezond te houden, omdat de BIS ook al te laat was met de Bazel-akkoorden en sindsdien het kredietvolume toch weer veel harder is gegroeid dan de economie, schuld met schuld is bestreden. (Whatever it takes...)
Blijft de vraag: verdringt slecht geld (van slecht krediet), goed geld (van goed krediet)?
Het antwoord is ook hier, lijkt mij, ja!
Slecht krediet(geld) is het teveel-gedeelte dat vertraagt, stagneert, en de loon-prijsspiraal aandrijft, inflatoir is en het bestaande geld in gebruikswaarde en rente aantast.
Ten tijde van Gresham verdrong nieuw nikkelgeld bestaand goudgeld uit de roulatie. Dat werd opgepot en deed geen rente meer. Dat is de parallel.
Vandaag de dag is goud nog steeds reservegeld dat geen rente geeft.
Een wet als de Wet van Gresham is pas een wet als deze steeds geldt, en hoe dan ook en waar en wanneer dan ook, blijft gelden in z’n principe. Dat principe werkt dan altijd en overal. En dat doet het, dacht ik.
Wat denk jij, zo bezien?
Matthijs 11
bpsEr is wel een verschil met BBP, omdat BBP de hoeveelheid uitgaven per tijdseenheid meet: dat is dus een flow. De geld(/krediet) hoeveelheid is een stock. Die twee zijn natuurlijk wel gerelateerd maar het verschil is wel belangrijk.
Op zich is er volgens mij niks mis met geld/kredietgroei, als het maar naar echte investeringen gaat, zoals Dirk Bezemer zo goed aangeeft. Lenen om bestaande bezittingen te kopen, in de verwachting dat die in waarde stijgen waarmee je dan de rente op die lening terugverdient, is een soort ponzi die op een gegeven moment wel moet klappen. Die huizenprijzen kunnen niet eindeloos sneller stijgen dan de inkomens.
De reden dat de meeste mainstream economen dit niet inzien is omdat in hun modellen dit soort verschillen weggelaten wordt. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen krediet voor het bouwen van een fabriek (=productief) en het kopen van een bestaand huis (=niet productief). In veel modellen wordt geld en de financiele sector zelfs helemaal weggelaten. De economie wordt dan als een soort barter economie gezien met uitruil van goederen en diensten. Dan is het niet vreemd dat je huizenbubbels en recessies niet ziet aankomen.
Ook wordt niet of nauwelijks rekening gehouden met groei en krimp van krediet. Steve Keen laat mooi zien hoe dat effect tot recessies kan leiden.
Dus zolang er geen rekening gehouden wordt met deze zaken, kan er ook geen goed toezicht gehouden worden op de financiele sector. En kan er ook geen goede regulering plaatsvinden. Je zou bijvoorbeeld hypotheekverstrekking veel minder aantrekkelijk moeten maken ten opzichte van leningen aan bedrijfssector. Nu is dat omgekeerd.
bps 12
MatthijsEr is ook een belangrijke overeenkomst met BBP. Het ligt iets genuanceerder.
Stel: de geld(/krediet)grootte bij aanvang van een bbp-meetperiode in een economie is 10.
Dat is bestaand geld dat stroomt in het reële circuit, flow, dus niet buiten die stroom is in stock van een sok, matras, spaarvarken, een spaarrekening of belegging op een beurs.
Er wordt net zoveel krediet geleend als afgelost. Het saldo is 10.
Dat saldo 10 kun je een ‘stock’ noemen, maar dat is geen ‘stock’ omdat het in het reële circuit rond stroomt, van eigenaar wisselt en van samenstelling wisselt. Dan is het geld(/krediet) geen ‘stock’ maar een grootheid. Ik vind de benaming ‘stock’ daarvoor eigenlijk een misvatting.
Stel simpel: die 10 bestaande geldeenheden wisselen in de meetperiode 10x van eigenaar: BBP-flow is dan 100.
2 eigenaren lenen elk 5 nieuwbakken geldeenheden extra en geven dat in de meetperiode uit aan een andere eigenaar. BBP-flow is dan 110.
"Groei !" roept Rutte dan, omdat het geld(/krediet)volume is toegenomen met 10.
Als die 10 bestaande geldeenheden in de meetperiode 11x wisselen van eigenaar, is de BBP-flow ook 110, echter zonder een volumetoename van geld(/krediet).
Die 110 BBP-flow heeft wel een gegroeide tegenwaarde van 110, uit voorraad of nog te produceren. Dat is groei.
Als bij elke wisseling een winst wordt gemaakt, -de incentive voor een wisseling ofwel transactie- groeit de tegenwaarde van dezelfde geldhoeveelheid.
Geld wordt dan duurder, sterker en beter, krijgt meer tegenwaarde, meer rente en meer koopkracht.
Als bij wisseling een verlies wordt gemaakt, wordt geld goedkoper, zwakker, slechter en krijgt het minder tegenwaarde, minder rente en minder koopkracht.
Vervolgd.
bps 12
MatthijsDat slechte geld tast het goede geld aan en verdringt op die manier goed geld.
Goed geld heeft dus veel tegenwaarde, dekking. Slecht geld weinig. Eigenlijk is het heel logisch en bekend.
Slecht geld is bij een eenheidsmunt fysiek niet te onderscheiden van goed geld.
Maar politiek en banken sturen aan op steeds meer -slecht- geld met steeds minder tegenwaarde, dekking en koopkracht.
Ik wijt het aan kortzichtigheid -een lange termijn belang heeft het niet- en nu ook enigszins aan onbegrip van de Wet van Gresham. De Wet van Say is als wetmatigheid ook al zo vaak misvat en niet begrepen en leidde tot verkeerd beleid van beleidsmakers, o.a. onder Thatcher en Reagan aan wie de excessen van (neo)liberalisme wordt verweten.
Stock-Flow models zijn nooit compleet en conform met de erg complexe realiteit.
Van een grootheid als geld(/krediet) kan er statisch een hoeveelheid eenheden zijn op een moment: een ‘stock’, maar als de eenheden wisselen, toe- en afnemen en in beweging zijn, is er geen sprake meer van een vast te stellen ‘stock’, maar van een complex-dynamische flow van de grootheid met omvangen en snelheden, aangedreven door een veranderlijk economisch vermogen van geldeigenaren en bezitters.
Stock-Flow modeling dekt de realiteit niet geheel. Het concept is wel reëel en fascinerend, omdat het overeenkomstig het energiefenomeen bij complexe systemen is: opslag en omzettingen van energie in verschillende vormen naar verschillende vormen.
Matthijs 11
bpsIk maakt die opmerking alleen om aan te geven dat het twee verschillende grootheden zijn. Dus dat je geld/krediethoeveelheid (=stock) niet moet verwarren met de snelheid ervan (=BBP). Dat is een fout die sommige goudgekkies maken: die definieren inflatie als de geldhoeveelheid. Maar dat klopt niet, omdat geld dat stilstaat niets doet aan de prijs van goederen en diensten. Al die 'excess reserves' in het banksysteem zouden allang tot hyperinflatie hebben moeten leiden. Gebeurde (natuurlijk) niet. Even los gezien van het feit dat er allerlei definitiekwesties zijn van wat als geldhoeveelheid gemeten moet worden.
Wat economie betreft zijn beide grootheden natuurlijk van belang, naast vele andere dingen. Wat er misleidend aan is begrijp ik niet. Het zijn gewoon twee eenheden.
Dat de echte economie meer is dan alleen te vangen in die getallen ben ik helemaal met je eens. Juist daarom verwijs ik naar mensen als Dirk Bezemer. "Credit is what credit does" zei hij geloof ik: het gaat er om waar geld/krediet voor gebruikt wordt.
bps 12
MatthijsIk denk we wel in dezelfde band lopen van begrip en de discussie hier met jou is een welkome aanvulling of bevestiging.
Ik heb mijn voorgaande reactie dienaangaande nog wat geredigeerd met:
'Stock-Flow modeling dekt de realiteit niet geheel. Het concept is wel reëel en fascinerend, omdat het overeenkomstig het energiefenomeen bij complexe systemen is: opslag en omzettingen van energie in verschillende vormen naar verschillende vormen.'
Ik kijk er altijd naar door een 'complexity bril'. Dat heb ik van Lex Hoogduin geleerd.
Dat lijkt soms demarrerend, maar is vaak integraal parerend.
Dirk Bezemer en Lex Hoogduin zijn collega's in dezelfde complexity-discipline aan de RUG.
Matthijs 11
bpsMaar uiteindelijk gaat het om de echte wereld en echte welvaart. Het maakt nogal uit of een bank een lening verstrekt om een duurder wordende tulpenbol te financieren of een lening voor een startup die een nieuw geneesmiddel weet te ontwikkelen. Etc
bps 12
Matthijsen https://glocomnet.com/
Matthijs 11
bpsbps 12
Matthijsbps 12
MatthijsZijn de banken gezond, dan is de economie ook gezond.
M. van Deelen 11
bpsbps 12
M. van DeelenAls je die balansen naast elkaar zou leggen, zie je een spiegelbeeld.
Ik doe mijn stropdas wat losser van jouw complimenten, M, ;-).
Gilles Wattel 1 3
Duitse bedrijfseconomie boeken waren glashelder.
Helaas verloren Duitsers twee oorlogen, daardoor kwamen we in terminologie terecht voortkomend uit primitief boekhouden, zo heeft het Engels hetzelfde woord 'expense', voor kosten èn voor uitgaven.
Ik heb het altijd verdraaid lastig gevonden de, m.i. primitieve VS en Britse begrippen, te vertalen naar Nederlandse bedrijfseconomische termen.
Misschien kan Barroso goed werk doen in dit opzicht bij Goldman Sachs.
bps 12
Gilles Wattel 1Ik ben nog steeds Nederlands aan het leren.
Gilles Wattel 1 3
bpsDaarvoor in de plaats business administration, bedrijfskunde, waar mijn Groningse professoren in de 60 er jaren fel tegen waren.
Ik nog steeds.
Eén van mijn medewerkers was bedrijfskundige, hij zei eens tegen mij 'ik heb een niet bestaand vak gestudeerd'.
Mijn antwoord was 'jij snapt het tenminste'.
Rosenthal was of is nog prof bedrijfskunde.
Zijn departement vond hem een grote domoor.