Prinsjesdag 2018

Prinsjesdag 2018 © ANP/Bart Maat

Roep om een ongekende maatregel: publieke geldschepping

Het coronavirus leidt tot een ongekende situatie in de geschiedenis van de markteconomie: steeds meer landen leggen grote delen van de economie stil. De kosten lopen snel op, waardoor ook een economische crisis dreigt. In dit artikel betoogt Martijn van der Linden dat een onconventioneel instrument – monetaire financiering ofwel publieke geldschepping – de coronacrisis kan verlichten en de economische effecten kan beperken.

Het woord ‘ongekend’ is de afgelopen weken vaak gevallen. Terecht. Om het virus in te dammen treffen overheden ongekende maatregelen: productie en handel zijn grotendeels stilgelegd, consumptiemogelijkheden beperkt. Bars, restaurants, theaters en kappers zijn gesloten. Ongekend in de geschiedenis van de markteconomie.

Ongekend is ook de grote mate van onzekerheid die corona met zich meebrengt. Niemand weet hoe het virus en de bestrijding ervan zich ontwikkelen. Is het worstcasescenario tienduizenden doden, grenzen dicht, de wereldeconomie tot de zomer op slot en een recessie? Of nog ongekender? 

Omzet en inkomen vallen weg

Het op slot gaan van de reële economie en de stijgende onzekerheid leiden tot onrust op de beurzen. Koersen dalen, investeerders proberen verliezen te beperken. Bovendien is er een enorme behoefte aan geld omdat kasstromen uit omzet en inkomen wegvallen. Om te voldoen aan de vraag naar geld (liquiditeit) hebben centrale banken maatregelen getroffen. De basisrente waartegen commerciële banken kunnen lenen is verlaagd, en de eisen aan onderpand zijn versoepeld. Daarnaast is het opkopen van effecten uitgebreid. De Europese Centrale Bank kondigde een Pandemic Emergency Purchase Programme (PEPP) aan ter waarde van 750 miljard euro bovenop het bestaande opkoopbeleid van 20 miljard per maand. De Fed, de Amerikaanse centrale bank, beloofde zelfs onbeperkt Amerikaanse staatsobligaties op te kopen. Ook dit is ongekend. Er is vrij veel wetenschappelijk bewijs dat een dergelijk opkoopbeleid leidt tot ‘zeepbellen’ en grotere ongelijkheid. 

Centrale banken richten zich op de liquiditeit van financiële instellingen (banken). De veronderstelling is dat deze dan − op commerciële basis − weer zorgen voor de liquiditeit van burgers, bedrijven en overheden. Maar als de schulden hoog zijn en de markten instorten, is het voor banken niet altijd opportuun om iedereen van het benodigde krediet te voorzien. Zelfs niet als de overheid garant staat.

Kettingreactie

Standaard in crises is dat huishoudens en bedrijven niet meer kunnen voldoen aan hun betalingsverplichtingen. Dat is ook nu het geval. Omdat kosten zoals lonen, aflossingen en rentebetalingen doorlopen, kunnen bedrijven bankroet gaan. Om dat enigszins te voorkomen grijpt de overheid in. Faillissement van in wezen gezonde bedrijven is onwenselijk. Opgebouwde waarde gaat verloren en mensen komen op straat te staan. Om een kettingreactie van stijgende werkloosheid, lagere inkomens, minder vraag en lagere bestedingen te vermijden, springen overheden bedrijven bij. Zo worden de lonen in de meeste Europese landen tot een bepaald percentage gegarandeerd; in Nederland tot maximaal 90%. Deze maatregelen zijn effectief, maar leiden wel tot hogere overheidsschulden. Minister van Financiën Wopke Hoekstra verwacht bijvoorbeeld 45 tot 65 miljard euro meer te lenen om bedrijven en werknemers te steunen. 

Faillissement van in wezen gezonde bedrijven is onwenselijk

Normaliter gebeurt dit door middel van uitgifte van nationale staatsobligaties. Maar gezien de toch al hoge schulden en fiscale tekorten in sommige eurolanden worden alternatieven onderzocht. Zo roept econoom Thomas Piketty de Europese Commissie op tot het uitgeven van euro-obligaties in plaats van nationale staatsobligaties. Dertien andere economen, onder wie Arnoud Boot (hoogleraar Corporate Finance en Financiële Markten aan de Universiteit van Amsterdam) en Dirk Schoenmaker (hoogleraar Banking and Finance aan de Erasmus Universiteit Rotterdam), bepleiten een covid credit line in het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). Hoekstra is tot op heden tegen euro-obligaties en ESM-leningen omdat hij niet garant wil staan voor schulden van andere landen.

Lenen op kapitaalmarkten of van het ESM is op dit moment sowieso riskant. Schulden nemen er door toe en een aantal Europese landen heeft al – of nadert – onhoudbare niveaus. De Italiaanse schuld is nu bijvoorbeeld 134 procent van het bbp. Daarnaast kunnen rentes oplopen, wat de kans op ineenstorting van hele stelsel vergroot. Meer schulden kunnen dus leiden tot escalatie van de coronacrisis en moeten koste wat kost worden voorkomen. 

Extra verplegers

Diverse economen opperen om deze reden monetaire financiering. Bijvoorbeeld de Nederlandse economen Lex Hoogduin en Jan Snippe in de NRC en Laurence Boone (hoofdeconoom van de OESO) in de Financial Times. Monetair financieren betekent dat er nieuw geld in omloop wordt gebracht, zonder nieuwe schulden aan te gaan, zonder nieuwe obligaties uit te geven. Dit wordt ook wel ‘schuldvrije’ geldschepping genoemd. Activisten spreken van publieke geldschepping. 

In theorie gaat dit als volgt: De centrale bank creëert geld en geeft dit vervolgens aan de overheid of aan burgers die het in omloop brengen door het uit te geven. De overheid kan bijvoorbeeld extra verplegers inhuren of meer ondernemers compenseren. Burgers kunnen boodschappen doen of schulden afbetalen. Het eerste wordt in de literatuur monetaire financiering van fiscale uitgaven genoemd, het tweede monetaire financiering van private uitgaven (ook wel bekend als ‘helikoptergeld’ en QE4people).

In de huidige situatie moeten met name corona-gerelateerde uitgaven van de overheid worden gefinancierd. Geld geven aan burgers heeft vooralsnog weinig zin omdat het geld niet kan worden uitgegeven. Grote delen van de economie zijn locked down. Zodra de coronacrisis voorbij is, is monetaire financiering van private uitgaven echter een effectief en egalitair instrument om de vraag te herstellen. Een bijkomend voordeel is dus dat het instrument niet leidt tot hogere private of publieke schulden. Maar het is van belang het niet ongelimiteerd in te zetten want dan kan het leiden tot hyperinflatie. Zolang de balansen van centrale banken nog zo groot zijn, is inflatie echter vrij eenvoudig te bestrijden. Door effecten te verkopen, kan de centrale bank de geldhoeveelheid verkleinen. 

Besmettingshaard

In de eurozone is het monetair financieren van overheidsuitgaven vanwege corona op nationaal niveau aantrekkelijk. Europa is inmiddels de besmettingshaard van de wereld en een nieuwe eurocrisis ligt op de loer. Vorige week liep het verschil tussen de rente op Italiaanse staatsobligaties en Duitse staatsobligaties nog verder op. Dit oplopen van zogeheten rentespreads gebeurde ook tijdens de vorige eurocrisis waarvan Griekenland het middelpunt was. De ECB greep dit keer meteen in met het Pandemic Emergency Purchase Programme (PEPP) maar de kans op een nieuwe eurocrisis blijft bestaan. Marktspelers verwachten grootschalige emissies van obligaties en weten dat een aantal eurolanden al enorme schuldposities en fiscale tekorten heeft, en er dus slechter voorstaat dan Nederland en Duitsland. Daarnaast is de gezondheidszorg in Europa per land georganiseerd. Kosten worden nationaal en niet op Europees niveau gemaakt. Ook deze onevenwichtigheden zijn een vruchtbare grond voor een nieuwe eurocrisis.

In diverse andere landen is monetaire financiering niet verboden

Er is echter een hindernis voor monetaire financiering in de eurozone. Het is verboden. Artikel 123 van het Europees Verdrag verbiedt dat Europese centrale banken krediet verlenen aan hun lidstaten of staatsobligaties direct opkopen. Toen het Verdrag werd opgesteld heerste het idee dat de politiek geen invloed mag hebben op het monetair beleid. Door fiscaal en monetair volledig te splitsen zou prijsstabiliteit eenvoudiger gerealiseerd worden. In diverse andere landen, waaronder Groot-Brittannië, is monetaire financiering niet verboden. Bovendien blijkt uit onderzoeken van de Britse econoom Josh Ryan-Collins dat monetaire financiering in het verleden vaak heeft bijgedragen aan economische ontwikkeling. Het idee achter het verbod wordt dus niet door iedereen gedeeld en lijkt enigszins verouderd.

Conference call

De eurolanden moeten nu dus op zoek naar een creatieve manier om het verbod te omzeilen. Hier een optie: minister-president Rutte, minister van Financiën Hoekstra, Nederlandsche Bank-president Knot en eurocommissaris Timmermans zouden hun Europese collega’s moeten uitnodigen voor een overleg, een conference call, komende week. Op de agenda staat een ‘ongekend’ voorstel: opheffing van het verbod op monetaire financiering – tijdelijk, zeg voor 1 jaar. Zodra er een akkoord ligt, openen de nationale centrale banken voor iedere overheid een rekening met daarop een bedrag van xx miljard, bedoeld voor de bestrijding van het coronavirus en ongewenste economische effecten. Wat hiertoe mag worden gerekend, moet van te voren worden vastgesteld. Aan de andere kant van de balans komt een lening met een eeuwigdurende looptijd en zonder rente: geldschepping zonder schuld. 

Met deze ‘simpele’ boekhoudhandeling kan veel ellende worden voorkomen. Monetaire financiering van fiscale uitgaven zorgt ervoor dat schulden en rentes niet te hoog oplopen en dat de coronacrisis niet leidt tot ineenstorting van het financiële stelsel. Ook kan ze voorkomen dat lidstaten voor elkaars schulden garant moeten staan. Tot slot is monetaire financiering van private uitgaven een effectieve en egalitaire manier om de economie weer op gang te krijgen zodra het coronavirus is bestreden.

Rutte, Hoekstra, Knot en Timmermans, waar wachten jullie op?