Premier Mark Rutte en Menno Snel, staatssecretaris van Financien, kijken naar Thierry Baudet tijdens het debat om de divienbelasting te behouden [16-10-2018]

Premier Mark Rutte en Menno Snel, staatssecretaris van Financien, kijken naar Thierry Baudet tijdens het debat om de divienbelasting te behouden [16-10-2018] © ANP / Remko de Waal

Ruttes erfenis

3 Connecties

Relaties

FvD

Organisaties

PVV VVD
372 Bijdragen

Volgens Ewald Engelen dankt het Forum voor Democratie zijn grote winst vooral aan proteststemmers: het anti-establishmentkarakter van de partij heeft Baudet zijn verkiezingsoverwinning bezorgd. Een groeiende groep kiezers is het politieke bedrijf gaan haten. En hoe meer de gevestigden afgeven op de buitenstaanders, hoe mooier die burgers dat vinden.

Het behoort inmiddels tot de Nederlandse verkiezingsfolklore: getergde Groningers die het geklungel van het kabinet met herstelbetalingen voor aardgasschade zo zat zijn dat ze op een partij stemmen die weliswaar spuwt op de politieke elite, maar tegelijkertijd wil doorgaan met het oppompen van aardgas. Ik heb het uiteraard over de Provinciale Statenverkiezingen van 20 maart jongstleden en over de fenomenale overwinning van het Forum voor Democratie.

Tonnen inkt zijn er verspild aan de duiding van deze Groninger verkiezingsparadox. Vaak wordt getamboereerd op het anti-multiculturalisme van de partij. Het commentariaat meent vrijwel unaniem dat de verschuiving van de PVV naar het Forum voor Democratie vooral te maken heeft met een wispelturig electoraat, dat ofwel uitgekeken was op Geert Wilders en iets nieuws wilde, ofwel Wilders’ politieke stijl te ordinair vond en op zoek was naar iets beschaafders.

En inderdaad klinkt ‘homeopathische verdunning’ een stuk  corporaler en deftiger dan ‘minder, minder, minder’, al wordt hetzelfde bedoeld en tappen beide partijen uit hetzelfde zondebokvaatje. En inderdaad steken de Latijnse citaten en de verwijzingen naar Duitse romantici die de speeches van Baudet bevolken, scherp af tegen de manke tegeltjeswijsheden waarmee Wilders schermt.

Voeg een scheut klimaatscepsis toe – een onderwerp waar Wilders zichtbaar meer moeite mee heeft dan de voorman van het Forum voor Democratie – en beweer doodleuk dat klimaatverandering onzin is en alle (flink overdreven) uitgaven voor emissiereducerende maatregelen dus overbodig zijn, en je komt aan 20 tot 25 zetels in de peilingen. Daarmee ben je vanzelf een van de grootste partijen in het gefragmenteerde politieke landschap van vandaag.

Toch is dit wat mij betreft niet het hele verhaal. Die analyse gaat er namelijk van uit dat datgene waar de media over berichten – vluchtelingen, islamitisch terrorisme, de keerzijden van de multiculturele samenleving, en pas sinds kort op enige substantiële schaal: klimaatverandering – ook de voornaamste dimensies zijn waarlangs kiezers hebben gekozen.

Waar wij over schrijven is belangrijk, omdat wij er over schrijven!

Dit soort analyses zijn typerend voor het wereldbeeld van een in zichzelf gekeerde, sterk verburgerlijkte mediakaste die de eigen gelagkamer voor de wereld houdt. Onder het motto: waar wij over schrijven is belangrijk, omdat wij er over schrijven! Geluiden uit de samenleving dringen zelden in deze kamer door, en als dat gebeurt, zoals in 2002 na de moord op Fortuyn en zoals dit jaar met Baudet, dan worden deze wederom egocentrisch geduid. Namelijk als geluiden die ‘wij’ gemist hebben en die ‘wij’ ‘ons’ dus moeten toe-eigenen door ‘onszelf’ nu tot spreekbuis te maken van een gedroomde volksbuurt waarlangs ‘wij’ in het vervolg iedere politieke uitspraak kunnen leggen om deze te beoordelen op haar door ‘ons’ gedefinieerde authenticiteit. En in de mediawerkelijkheid van het Nederlandse journalistendom is dat eerst en vooral het standpunt dat migratie en multiculturalisme de grootste problemen zijn waar de volksman en volksvrouw vandaag de dag mee worstelen. En zo amuseren wij onszelf nu al dertig jaar dood met het identitaire gezelschapsspel van Zwarte Piet, islamitisch terrorisme, genderneutrale wc’s en de historische schuld voor kolonialisme, apartheid en slavernij.

Waar tot nog toe veel minder aandacht voor is geweest, is het pure protestkarakter van je stem uitbrengen op het Forum voor Democratie. Naar mijn mening waren het niet zozeer de standpunten van het FvD over vluchtelingen en klimaatbeleid, maar het anti-establishmentkarakter van de partij die Baudet zijn verkiezingsoverwinning heeft bezorgd. Elke keer dat een collega-politicus van een van de gevestigde partijen – en daar versta ik niet alleen de traditionele grote drie onder (VVD, PvdA en CDA), maar ook D66, SGP, ChristenUnie en GroenLinks – Baudet de maat neemt omdat hij zich niet aan de mores van het politieke bedrijf houdt, stijgt zijn partij in de peilingen.

Liever kiezen zij voor onverantwoordelijke politiek, dan te stemmen op een van die inwisselbare sprekende pakken van de middenpartijen

Wat eerder Fortuyn met de LPF, Wilders met de PVV, Jan Marijnissen met de SP en in zekere zin ook Thieme met de Partij voor de Dieren hebben gedaan – namelijk: afgeven op de technocratische, consensuszoekende, anti-theatrale want op vermeende verstandigheid en deskundigheid gebaseerde politiek van de middenpartijen, en dat op een non-conformistische, karikaturale, droogkomische wijze – doet ook Baudet nu, en met succes.

Zie zijn theatrale legervestje bij een debat over het defensiebudget, de Latijnse aanheffen, weigeren zijn partijprogramma te laten doorrekenen, afwezig zijn bij plenaire debatten die het Haagse establishment belangrijk vindt, een campagnestop met de voeten treden, te laat komen bij een herdenking – het zijn evenzovele vloeken in een kerk waarvan de liturgie wordt geschreven door de middenpartijen en hun acolieten onder journalisten, columnisten en het commentariaat.

Voor een groeiende groep kiezers zijn het echter evenzovele opgestoken middelvingers jegens een politiek bedrijf dat ze meer en meer zijn gaat haten. En hoe meer de gevestigden afgeven op de buitenstaanders, hoe mooier die burgers dat vinden. Liever kiezen zij voor onverantwoordelijke politiek (uiteraard gedefinieerd vanuit het centrum) – ook al zijn ze het zelden eens met de standpunten die de protestpartijen erop nahouden en weten ze dondersgoed dat de oplossingen die de protestpartijen voorstaan, zelden een antwoord bieden op hun problemen – liever dat, dan stemmen op een van die inwisselbare sprekende pakken van de middenpartijen. De metafoor waarmee D66-leider Jetten op internet wordt getooid is in dit verband veelzeggend: robot. De gladde, nietszeggende one-liners van de gemiddelde politicus en zijn door marketeers bedachte kleding, gebaren en mimiek zijn in de ogen van veel kiezers typerend voor een politiek die niet authentiek is, slechts uit is op effectbejag en die bijna niet verder verwijderd kan zijn van de behartiging van hun belangen.

De winst van het protest en – van de weeromstuit -- de diepe crisis van normale politiek zijn wat mij betreft de belangrijkste verhalen van de laatste verkiezingen. Ga maar na: in 2015 kreeg de combinatie PVV, SP en Partij voor de Dieren nog 20 zetels. In 2019 won de combinatie PVV, SP, Partij voor de Dieren en Forum voor Democratie 25 zetels. Het is een verkiezingsuitslag die impliceert dat pakweg een op de drie kiezers een proteststem heeft laten horen. Met uitzondering wellicht van de kiezers van de ideologisch veel meer uitgesproken Partij voor de Dieren en SP, hebben zij in mijn ogen dan ook niet zozeer voor iets gekozen, als wel tegen iets.

Er is niets netjes aan een politieke normaliteit die zich niets aantrekt van de normen en waarden die in de samenleving voor gewoon worden gehouden

Zij hebben gekozen tegen een politieke kaste die iets belooft en het tegendeel doet; die het over koopkrachtverbetering heeft, maar ondertussen de vaste lasten opschroeft; die minder Europa zegt en meer Europa doet; die zegt op te komen voor de gewone man maar ondertussen vooral het grootkapitaal bedient; die zich volksvertegenwoordiger noemt maar het parlement vooral gebruikt voor het vergaren van zoveel mogelijk sociaal kapitaal om dat na de politieke carrière te kunnen verzilveren; die de belastingbetaler laat opdraaien voor een crisis die is veroorzaakt door incompetente, arrogante en overbetaalde bankiers; die de rechtsstaat belangrijk zegt te vinden maar ondertussen frauderende bijstandsgerechtigden veel harder aanpakt dan frauderende bankiers; die van iedereen offers vraagt om de nakende klimaatcrisis af te wenden maar ondertussen rijken een Tesla-subsidie geeft; die grootbedrijven een emissieheffing oplegt die ze meteen weer teruggestort krijgen en alleen huishoudens opzadelt met een fors hogere energieheffing.

Zo bezien is er niets wonderlijks aan de Groningse paradox. Een groeiende groep kiezers is het vertrouwen in de politieke kaste, de media, en instituties dermate kwijtgeraakt dat in hun ogen alleen het botte geschut van een proteststem nog helpt. En het helpt dan niet om deze proteststem, met een wonderlijk mengsel van hypocriete afkeer en bijna pornografische fascinatie, pejoratief weg te zetten als grofbesnaard  ‘populisme’ en normatief te contrasteren met de nette eerbied voor de rechtsstaat en het keurige respect voor de parlementaire democratie die is voorbehouden aan de democratisch pluralisten van de middenpartijen, zoals in de media en academia gebeurt.

Er is namelijk niets netjes aan een politieke normaliteit die zich niets aantrekt van de normen en waarden die in de samenleving voor gewoon worden gehouden: je woord houden, niet stelen, afspraak is afspraak en belofte maakt schuld. En er is niets keurigs aan poortwachters van een democratisch bestel die zich niet houden aan de kernwaarde van politieke gelijkheid, maar veelverdieners en grootbedrijven exclusieve toegang geven tot het wetgevingsproces en de kosten van deze voorkeursbehandeling doodleuk afschuiven op burgers.

En dat mogen de minister-president en zijn partij zich aanrekenen: het Forum voor Democratie is het monster dat Rutte heeft gebaard. Ik kan mij zo voorstellen dat hij stilletjes op een andere nalatenschap had gehoopt.