
Ieder jaar geven we meer geld uit aan de gezondheidszorg, zelfs veel meer dan onze buurlanden doen. Hoe komt dat?
In het dossier 'Wat maakt onze zorg zo duur?' doet FTM onderzoek naar de zorgkosten. Hierbij vormen bureaucratie, verspilling en onzinnige zorg centrale thema's.
Plan voor toegankelijke, betaalbare medicijnen doodgepolderd in werkgroep
De onzichtbare hand achter baby Pia
Hoogleraar Maroeska Rovers strijdt tegen onzinzorg: ‘De optie niets doen moet een vaste plek krijgen’
Podcast | Kapotte knie als kaskraker
Kapotte knie als kaskraker
Leid meer artsen op, dan kunnen de zorgkosten omlaag
De verliezers én winnaars van ons zorgstelsel
Marktfalen in de farma-industrie vraagt om praktische oplossingen
Een zorgzame zorgpolis: het kan wél
Welke prijs betalen we voor goedkope medicijnen?
Schnabbelende artsen onderhouden warme banden met Big Pharma
Sommige medicijnen leveren nauwelijks gezondheidswinst op, maar leiden mogelijk wel tot ernstige bijwerkingen. Desondanks worden dergelijke geneesmiddelen soms toch toegelaten tot de markt. Farmaceutische bedrijven krijgen daarbij hulp van arts-onderzoekers die in ruil voor een royale vergoeding fungeren als reclamezuil.
Onder artsen heerst teleurstelling over de nieuwste generatie statines en antidepressiva. De middelen blijken nauwelijks effect te hebben. Dat Big Pharma dit soort producten toch op de markt brengt, verbaast en frustreert artsen. Eén van hen is Dika Luijendijk, arts-onderzoeker en extern deskundige bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. Zij noemt 'evolocumab', een cholesterolremmer die sinds 1 april van dit jaar onder de merknaam Repatha op de markt is, als voorbeeld van zo’n teleurstellend geneesmiddel.
Luijendijk is er verbaasd over dat artsen de cholesterolremmer voorschrijven terwijl er volgens haar nauwelijks gezondheidswinst wordt geboekt. Daarom publiceerde ze onlangs met twee collega’s een kritisch artikel in Medisch Contact. Op basis van verschillende studies naar het geneesmiddel luidde het oordeel van Luijendijk en collega’s als volgt: ‘Slechts een zeer klein deel van de gebruikers van evolocumab ervaart gezondheidswinst, en mogelijk een groter deel ernstige schade.’
Posterboy van Big Pharma
Professor Erik Stroes mocht van Medisch Contact commentaar leveren op die analyse. Hij was het duidelijk niet eens met Luijendijk en haar collega’s. Wat aan de lezers echter niet werd gemeld, zijn de warme banden die de professor onderhoudt met Amgen, de farmaceut achter de nieuwe cholesterolremmer. Stroes heeft meegewerkt aan trials die zijn gefinancierd en verricht door Amgen. Dat heeft hem zes publicaties opgeleverd, waaronder twee in het gezaghebbende Journal of the American Medical Association (JAMA). Verder is de wetenschapper lid van de Nederlands Lipiden Academie en de Dutch Atherosclerosis Society, die beide gesubsidieerd worden door Amgen. Tot slot ontving deze hoogleraar in 2015 vergoedingen voor diensten die hij aan de farmaceut leverde. Deze diensten tellen samen op tot een bedrag van 14.678 euro, zoals blijkt uit gegevens van het transparantieregister Zorg.

Stroes, die als arts en hoogleraar verbonden is aan de UvA en het AMC Amsterdam, is bepaald niet onafhankelijk te noemen. De firma Amgen is niet de enige farmaceut voor wie hij cholesterolverlagers onderzoekt. Voor het bedrijf Sanofi onderzocht Stroes het middel alirocumab en hij bood er zijn diensten als spreker aan. De betalingen van Sanofi aan Stroes komen uit op een bedrag van 17.797 euro. Bij het Amerikaanse MSD kreeg hij betaald voor wat dienstverlening en onkosten, dit leverde hem 3.281 euro op.
Voor arts-onderzoekers kan het aantrekkelijk zijn om goede relaties te onderhouden met Big Pharma
Dergelijke relaties tussen artsen en Big Pharma blijken vaker voor te komen. Voor arts-onderzoekers kan het aantrekkelijk zijn om goede betrekkingen te onderhouden met de farmaceutische industrie. Niet alleen omdat het een extra zakcentje oplevert, maar ook omdat het gunstig kan uitpakken voor de academische carrière van de betreffende arts. Door bezuinigingen is er minder geld voor onderzoek. Wetenschappers staan onder druk om te publiceren en wenden zich soms tot de farmaceutische bedrijven die vaak wel bereid zijn om onderzoek te financieren. Aan de andere kant heeft de farmaceutische industrie artsen ook nodig. Voor onderzoek naar de werking van nieuwe medicijnen moeten deelnemende patiënten gerekruteerd worden. Wat is daarvoor nu een betere plek dan de spreekkamer van de dokter?

Gespannen relatie wetenschap en bedrijven
Onafhankelijke arts-onderzoekers noemen het een kwalijke ontwikkeling, want de banden met de farmaceutische industrie zouden het oordeel van de arts vertroebelen. Dick Bijl, arts en hoofdredacteur van Het Geneesmiddelenbulletin, reageerde verbolgen op het commentaar van professor Stroes. Hij maakt gehakt van Stroes' repliek en laakt zijn warme banden met Amgen. ‘Het is bekend dat artsen met conflicterende belangen anders redeneren dan artsen zonder belangenverstrengelingen. Ook redeneren zij vaker niet-rationeel. Het promoten van niet-rationele farmacotherapie door artsen die ook onderwijs geven aan aanstaande artsen is een kwalijke zaak voor artsen en patiënten, en toont opnieuw dat de relatie tussen wetenschap, bedrijven en zakendoen zeer gespannen is. De academische geneeskunde dient gevrijwaard te blijven van commerciële bias,’ zo stelt Bijl.
'De academische geneeskunde dient gevrijwaard te blijven van commerciële bias'
Een van de arts-onderzoekers die FTM sprak zei: ‘Het transparantieregister is er niet voor niets. Dat is eigenlijk al een goede aanwijzing dat dit zich op grotere schaal voordoet.’ Artsen die fungeren als reclamezuil van de farmaceutische industrie zouden er mede de oorzaak van zijn dat geneesmiddelen die nauwelijks effect hebben toch worden toegelaten tot de markt.
Incompleet
Hoofdredacteur van Medisch Contact Hans van Santen laat weten dat zij Stroes gevraagd hebben een commentaar te schrijven bij het artikel van Luijendijk. 'Aan al onze auteurs wordt expliciet gevraagd mogelijke belangen door te geven. Het is aan de auteurs om dit zo adequaat mogelijk te doen, in dit geval is dat niet gebeurd. Wij gaan dat zelf niet onderzoeken, we zijn geen privédetective,' aldus Van Santen. Professor Stroes reageerde op schriftelijke vragen van FTM. 'Ik heb voldaan aan de vragen die mij gesteld zijn door Medisch Contact: affiliaties. In het zelfde licht zijn ook de referenties niet in Medisch Contact verschenen. Dat kan inderdaad als "incompleet" aangemerkt worden,' zo schrijft de professor.
Wij gaan dat zelf niet onderzoeken, we zijn geen privédetective
Wanneer wij Stroes de kritiek van Dick Bijl op zijn commentaar voorleggen, schrijft hij: 'Ik heb een eed gezworen waarin ik aangeef mijn stinkende best te zullen doen voor patienten die een medische vraag hebben. Zoals ik in mijn eerdere commentaar verwoord heb, ga ik niet in op "gevoelens, meningen of anderzijds subjectieve zaken". Ik presenteer spijkerharde feiten en de meest logische conclusies. Internationaal is door meerdere instanties, zoals de European Society of Cardiology en de European Atherosclerosis Society, aangegeven dat bepaalde patiënten in aanmerking dienen te komen voor cholesterolverlaging met alle beschikbare mogelijkheden.Daarmee bemoei ik mij niet met reclame maken, stemming-maken, maar met de beste beslissing nemen om een sterk verhoogd cardiovasculair risico te verlagen.' Verder schrijft Stroes dat vergoedingen vanuit de farmacie aan wettelijke regels onderhevig zijn. 'Er wordt hard gewerkt om ervoor te zorgen dat daar geen persoonlijk voordeel voor een arts meer uit voortvloeit.'
"De beschuldiging dat ‘een ieder die onderzoek doet samen met de industrie, dus niet betrouwbaar is’, dat vind ik niet. Helaas worden geneesmiddelen praktisch alleen nog maar ontwikkeld door industrieën"
Op de vraag of het mogelijk is dat banden met de farmacie het oordeel van een arts-onderzoeker vertroebelen, antwoordt Stroes: 'U kunt nalezen op alle internationale websites en in de richtlijnen van alle toonaangevende bladen dat onderzoekers alleen nog volgens strikte richtlijnen onderzoek mogen doen. Daarbij is geen ruimte voor gewoon maar wat opschrijven. Binnen deze strikte richtlijnen mogen wij als medici-onderzoekers proberen om de medische zorg in de toekomst voor het grootste deel van de patienten te verbeteren. En dat doen we naar eer en geweten; elke dag opnieuw. De beschuldiging dat "een ieder die onderzoek doet samen met de industrie, dus niet betrouwbaar is", dat vind ik niet. Helaas worden geneesmiddelen praktisch alleen nog maar ontwikkeld door industrieën. Als je daar "geen zaken" meer mee doet, zal er ook weinig innovatie op het gebied van geneesmiddelen plaatsvinden.'
Het 'schnabbelaarsklassement'
Follow the Money is geïnteresseerd geraakt in medici die warme banden onderhouden met de farmaceutische industrie en wil er daarom meer onderzoek naar verrichten. Uw hulp kunnen we daarbij goed gebruiken. Over enkele weken willen we een ranglijst publiceren met daarop de arts-onderzoekers die het meeste geld bij elkaar schnabbelen bij Big Pharma. Welke arts-onderzoeker ontvangt het meeste geld vanuit de industrie? En in welke mate stuurt dat het gedrag van de desbetreffende arts?
Tips en suggesties zijn welkom via: jeffrey.stevens@ftm.nl
15 Bijdragen
Gilles Wattel 1 3
Van één van mijn specialisten weet ik dat die best kritisch is op wat 'verkopers' van nieuwe medicijnen beweren.
Er zullen ook onder medici wel mensen zijn die geldbelust zijn, maar het artikel ademt naar mijn mening de suggestie dat dat op grote schaal zo is.
Als patient kan ik dat niet beamen.
MatthijsK 7
Heb je al eens contact opgenomen met Sanofi? Of is dat 'Big Farma', schuldig totdat haar onschuld bewezen is?
Jeffrey 5
MatthijsKMatthijsK 7
JeffreyIn die aanduiding ligt een lading, als je hem gebruikt veroordeel je de mensen in die sector al voordat je onderzoek begint.
Wat motiveert de fabrikant? In een normale markt staan de fabrikanten in dienst van hun klanten, waarom dienen ze hier het klantbelang niet?
Lydia Lembeck 12
MatthijsKMatthijsK 7
Lydia LembeckEelco de Wit 2
MatthijsKDaarbij heb je onder een steen gelegen de afgelopen 20 jaar, en ga je nu even je morele journalistieke ''ik'' naar boven halen. Ik wilde bijna de suggestie plaatsen dat er wellicht andere belangen bij u meespelen. Maar naar het e.e.a. overwogen te hebben, toch maar van afgezien, want ik kreeg de bewijslast niet sluitend.
Tip: Haal journalistiek en rechtspraak niet door elkaar.
MatthijsK 7
Eelco de WitGilles Wattel 1 3
JeffreyZoals mijn voorschrijvende specialist zegt "U reageert daar goed op'.
Had het niet gewerkt, dan was alleen een riskante orgaantransplantatie het alternatief geweest.
Dat het bij mij werkt blijkt er uit dat ik de eerste zes maanden, na diagnose van wat mij mankeerde, dat was ook al niet eenvoudig, de aandoening is uiterst zeldzaam, meedeed aan een dubbel blind onderzoek naar het middel, kennelijk kreeg ik de placebo, mijn conditie verslechterde.
Daarna knapte ik op.
Vandaar mijn twijfels bij een pertinente uitspraak als 'waarvan vaststaat dat het nauwelijks gezondheidswinst oplevert'.
Nog steeds is, zo verzekerde mij iemand gepromoveerd op farmaceutische chemie, of iets dergelijks, van geen enkel geneesmiddel bekend hoe het werkt op moleculair niveau.
Medici kunnen dus wel degelijk integer met elkaar van mening verschillen, zo lijkt me.
MatthijsK 7
Gilles Wattel 1Ik kan wel verder gaan, maar dan gaat mijn bloed koken.
Jan Smid 8
MatthijsKhttp://doktermedia.nl/reviews/2016/07/31/iedereen-zou-vitamine-d-supplementen-moeten-overwegen/
MatthijsK 7
Jan SmidGaan wel even bepalen wat goed voor ons is.
En dan blijkt ineens vet wel gezond te zijn en dan blijkt ineens dat suikervervangers schadelijker zijn dan suiker. En dan passen ze het snel aan of gaan zoals in de usa met de hakken in het zand totdat iedere amerikaan moddervet is.
Ja, daar gaat mijn bloed ook verder van koken.
Gilles Wattel 1 3
MatthijsKMatthijsK 7
Gilles Wattel 1Lydia Lembeck 12
MatthijsKVerder de verzuiling, waardoor interacties tussen zuilen nogal weinig was.
Inderdaad: weinig stress dus.
Lees eens iets van Kevin Trudeau. Ja, lijkt op een ophitser, maar hij heeft in veel dingen gewoon wel gelijk.