Voormalig Eurogroep-voorzitter Jeroen Dijsselbloem presenteert de Griekse editie van het boek 'De Euro Crisis' in Athene, oktober 2018.

Voormalig Eurogroep-voorzitter Jeroen Dijsselbloem presenteert de Griekse editie van het boek 'De Euro Crisis' in Athene, oktober 2018. © EPA Simela Pantzartzi

Sociaaldemocratische lenigheid

Het kabinet wil Jeroen Dijsselbloem, de man van het begrotingsbeleid dat Griekenland de afgrond in stortte en in Nederland de langste en onnodigste recessie ooit teweegbracht, voordragen als kandidaat voor hoofd van het Internationaal Monetair Fonds. Ewald Engelen kan daar niet bij.

Het kabinet wil Jeroen Dijsselbloem voordragen als hoofd van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Dat is typerend voor de toondoofheid van de Europese politieke elite. Ongeacht welk serieus boek je erop naslaat, welke serieuze analyse je hanteert en welke serieuze expert je erover hoort: vrijwel iedereen onderschrijft het oordeel dat de Europese politieke kaste een flater van jewelste heeft begaan door de eurocrisis te bestrijden met megabezuinigingen en dito lastenverzwaringen. 

Niet in de laatste plaats de partners van de Trojka zelf. Het IMF, een van de diefjesmaten van de Europese Commissie tijdens de eurocrisis, liet honderden pagina’s aan zelfevaluatie het licht zien. Daarin werd niet alleen de stupiditeit van de bezuinigingen breed uitgemeten, ook werd de bijl gezet in de neoliberale structurele aanpassingsprogramma’s die in de jaren ’80 en ’90 dood en verderf zaaiden in Afrika, Latijns-Amerika en Zuidoost-Azië. Het IMF legde daarnaast de zwarte piet bij de Europese Commissie, die zich stokdoof had betoond voor goede economische argumenten en zich om ideologische redenen van zijn hardste kant wilde laten zien. Griekenland moest en zou een afschrikwekkend voorbeeld voor andere eurolanden worden. 

Ook in de publicaties van de Europese Centrale Bank (ECB) over de eurocrisis stonden veel kritische noten. Onder andere over de toegenomen divergentie tussen de lidstaten en over de scherp toegenomen informalisering van de arbeidsmarkt in de eurozone: een op de vijf werknemers in de eurozone is volgens de ECB nu underemployed.

Griekenland is een kolonie van de Europese Commissie

Iedereen is kritisch - behalve de Europese Commissie. In speeches, op websites en in rapporten bejubelt de Commissie haar eigen ingrijpen in Griekenland, Portugal, Spanje en Ierland. Juncker bestond het zelfs te roepen dat Griekenland en de eurozone sterker uit de crisis zijn gekomen dan ze erin zijn gegaan.

Dat is een onversneden leugen. De groei in Griekenland is minimaal, de werkloosheid nog altijd extreem hoog, honderdduizenden hoogopgeleide jongeren hebben een goed heenkomen in het buitenland gezocht, cruciale infrastructuur is in buitenlandse (soms Chinese) handen gekomen en de Griekse staat heeft zich tot 2060(!) verplicht tot voortdurend economisch afknijpen, wie er ook aan de knoppen zit. Als je mij niet gelooft, lees dan deze huiveringwekkende blog van Bill Mitchell over de huidige condities in Griekenland. Griekenland is geen zelfstandige staat, maar een kolonie van de Europese Commissie. 

Wie gelooft dat de eurozone uit de crisis is, moet eens naar de balans van de ECB kijken. Die is verdrievoudigd sinds de crisis. Niet om de vergroening van de eurozone te financieren of om huishoudens iets van hun verloren koopkracht terug te geven, maar om chanterende banken in staat te stellen hun verrotte balans te herstellen zonder management en aandeelhouder pijn te hoeven doen. De hoop was dat zij in ruil daarvoor via de band van ruimere kredietverlening economische groei zouden aanjagen. In plaats daarvan hebben zij de waarde van de activa van de bezittende klasse opgepompt en daarmee hun eigen winstgevendheid. 

Geen enkele twijfel over het oerdomme begrotingsbeleid dat heeft geleid tot de onnodigste recessie ooit

Ook politiek Nederland is bevangen door deze Brusselse zelfgenoegzaamheid. De enige zorgen die Rutte 1, 2 en 3 tijdens de eurocrisis hadden, was of de zuidelijke lidstaten zich wel aan de gemaakte begrotingsafspraken hielden en of het Nederland geen geld kostte. Afgaand op de parlementaire vragen over het begrotingsconflict tussen Commissie en de Italiaanse regering is dat nog altijd de dominante zorg. Zelfs Forum voor Democratie deelt die zorg, in plaats van dat het Salvini en de zijnen steunt in hun strijd tegen het begrotingsdictaat van Brussel, wat je op basis van de euroscepsis van Forum toch mag verwachten. Uit het Haagse heb ik tien jaar lang geen enkele twijfel over het oerdomme begrotingsbeleid vernomen dat in Europees verband is afgesproken en dat in Nederland geleid heeft tot de langste en onnodigste recessie ooit. Als je me niet gelooft, lees Bas Jacobs er dan maar op na. 

In dit universum kon Jeroen Dijsselbloem tot held van de eurocrisis uitgroeien. Dijsselbloem, de rechtse PvdA’er die in 2012 minister van Financiën werd en uit dien hoofde zijn handtekening zette onder 16 miljard aan bezuinigingen en lastenverzwaringen, die de coupe de grâce betekenden voor de Nederlandse economie. Dijsselbloem, die in 2013 voorzitter van de Eurogroep werd en in die functie verantwoordelijk is voor de vernietiging van Griekenland. Pers en politiek hesen hem kritiekloos op het schild en loofden hem als belichaming van Nederlandse soberheid. 

Het bontst maakte de Volkskrant het. Door het eigen embourgeoisement wentelt een fors deel van deze ooit zo progressieve krant zich in linkse zelfhaat met hagiografische sentimenten jegens de machtigen in politiek, bedrijf en samenleving tot gevolg. Toen Dijsselbloem in een interview met de chique Duitse krant Frankfurter Allgemeine op botte en arrogante wijze zijn Zuid-Europese collega’s wegzette als hoerenlopers en zuipschuiten, die geen Noord-Europese solidariteit verdienden, werd dat door de Volkskrant vergoelijkt als Hollandse directheid: zeggen waar het op staat. In ruil voor toegang tot de macht was de krant een roeptoeter van het establishment geworden.

Nu dan deze voordracht. Niemand in politiek Den Haag twijfelt kennelijk aan de geschiktheid van een kandidaat die niet eens de ideologie achter de eigen neoliberale standpunten herkent. Niemand steekt kennelijk de kop weleens buiten de eigen economische zeepbel en hoort dat er in de buitenwereld ook andere opvattingen leven. Niemand vraagt zich af of het pas geeft om een man aan het hoofd van een organisatie te plaatsen die nog nooit kritische kanttekeningen heeft geplaatst bij de economische consensus, terwijl de organisatie zelf steeds dringender en steeds pregnanter vragen stelt bij de neoliberale orthodoxie en de eigen rol in de verbreiding ervan.

De enige troost is dat Dijsselbloem zich tijdens zijn politieke carrière een typische derde-wegger heeft betoond: hij neemt altijd de kleur van zijn omgeving aan. Dat kan interessante taferelen opleveren: Dijsselbloem de IMF’er, die zich distantieert van het beleid dat hij als voorzitter van de eurogroep ooit heeft afgedwongen. Het worden weer prachtige staaltjes sociaaldemocratische lenigheid. Ben benieuwd wat de Volkskrant ervan gaat vinden.