Vergroening en verduurzaming zijn nodig als klimaatoplossing. Pakken ze ook zo uit of zijn het nieuwe verdienmodellen? Lees meer

Terwijl de noodzaak om klimaatverandering tegen te gaan evidenter is, bloeit de markt voor vergroening op. Wie verdient er aan de wens voor een groenere wereld? Follow the Money onderzoekt of vergroening en verduurzaming uitpakken zoals ze bedoeld zijn, of dat het enkel leidt tot nieuwe verdienmodellen.
 

23 artikelen

© Matteo Bal

Prestigeproject van ’s werelds grootste CO2-handelaar leidde juist tot meer uitstoot

South Pole, het meest invloedrijke klimaatadviesbureau ter wereld, verkocht jarenlang grotendeels fictief gebleken uitstootrechten aan honderden bedrijven, waaronder Gucci, Volkswagen en energieleverancier Greenchoice. Dat blijkt uit onderzoek van Follow the Money. Daardoor bestaan de klimaatprestaties van de crème de la crème van het bedrijfsleven deels alleen op papier. Intern is het crisis: werknemers willen dat de fout wordt erkend, maar de bedrijfsleiding schuift die onder het tapijt.

Lees de volledige versie (22 minuten)
Lees de korte versie (4 minuten)

Bij het Zwitserse South Pole, ’s werelds meest toonaangevende klimaatadviseur, ontvouwde zich eind 2022 een scenario waardoor het voortbestaan van het bedrijf in het geding is. Door fouten bij de ontwikkeling van een groot bosbeschermingsproject staat niet alleen de reputatie van South Pole op het spel, maar ook de groene claims van honderden klanten, waaronder Volkswagen, Ernst & Young en het Nederlandse Greenchoice.

Ondanks de interne problemen speelde South Poles ceo Renat Heuberger naar buiten toe mooi weer. Op 6 december 2022 prees hij op LinkedIn het project waarover intern al maanden grote zorgen bestonden. ‘Met trots deel ik het verhaal van een van onze meest succesvolle bosbeschermingsprojecten: Kariba in Zimbabwe.’

South Pole biedt ruim 700 compensatieprojecten aan, waarmee het naar eigen zeggen een vijfde van de vrijwillige wereldhandel in CO2-rechten controleert. Het Kariba-project is verreweg hun belangrijkste: in 2022 was dat goed voor ongeveer tien procent van South Poles totale omzet, die naar eigen zeggen 232 miljoen euro bedroeg. Mede dankzij Kariba’s succes staat South Pole te boek als een ‘unicorn’: een niet-beursgenoteerd bedrijf met een geschatte marktwaarde boven een miljard dollar.

Een dag na Heubergers LinkedIn-post is het alle hens aan dek bij South Pole. Ruim honderd werknemers, verspreid over de hele wereld, nemen deel aan een online crisisoverleg over het Kariba-project, dat Heuberger gisteren nog de hemel in prees. Veel medewerkers maken zich ernstig zorgen over Kariba. ‘Zijn de producten die we dankzij dit project verkopen wel realistisch,’ willen ze van de bedrijfsleiding weten. En zo nee, wat betekent dat?

‘In deze sessie willen we bouwen aan het vertrouwen in dit geweldige project’ 

Wanneer de vergadering van start gaat, verschijnt er een powerpoint-slide met een foto van een ijsberg en een illustratie van een keizerpinguïn, het logo van South Pole. Carlos Garcia-Borreguero, de South Pole-consultant die de vergadering voorzit, heet iedereen welkom en zegt dat het doel van de meeting is om kritische vragen van de pinguïns – zoals de werknemers van South Pole zichzelf noemen – te beantwoorden. ‘In deze sessie willen we bouwen aan het vertrouwen in dit geweldige project.’

‘Het woord is aan jou, Christian.’ Aangezien ceo Renat Heuberger afwezig is, mag South Poles mede-oprichter Christian Dannecker het een en ander uitleggen. Hij is als uitvoerend directeur voor klimaatprojecten een van de weinigen die vanaf het begin, nu ruim tien jaar geleden, bij het Kariba-project is betrokken. ‘Cool, ik heb nog nooit 125 mensen tegelijk over Kariba mogen vertellen,’ begint Dannecker. ‘Dus bedankt voor jullie belangstelling.’

Er valt een ijzige stilte, die Dannecker met een ongemakkelijke lach vult. ‘Oké, ik zal eerst ingaan op de hoofdpunten die naar voren kwamen. Ik heb een paar slides en daarna lopen we alle vragen door.’ Met ‘hoofdpunten’ doelt Dannecker op de interne onrust over een cruciale weeffout die een groot deel van de Kariba-producten die South Pole zijn klanten heeft geleverd, waardeloos maakt. Inmiddels zijn al meerdere werknemers uit onvrede opgestapt. Het management vreest grote reputatieschade wanneer de problemen uitkomen.

Een wankele koppositie

South Pole, opgericht in 2006 door een groepje Zwitserse studievrienden, is een van de meest invloedrijke en naar eigen zeggen tevens het grootste klimaatadviesbureau ter wereld. Aan klanten als Volkswagen, Porsche, Nespresso en Gucci verkoopt het ‘klimaatoplossingen’.

Consumenten, werknemers, toeleveranciers en overheden verlangen tegenwoordig van bedrijven dat ze klimaatverandering helpen tegengaan. Dat vergt vaak ingrijpende wijzigingen van bedrijfsprocessen, wat complex is en de winstgevendheid op de korte termijn kan raken. Dan is het voor bedrijven vaak aantrekkelijker om hun uitstoot van broeikasgassen elders te compenseren.

Maar dat is geen sinecure. Je moet broeikasgassen dan voor decennia weten vast te leggen – anders is het geen compensatie. Precies daar ligt het specialisme van South Pole.

Het bedrijf speurt de wereld af naar projecten waarmee de uitstoot van broeikasgassen kan worden gecompenseerd, bijvoorbeeld door een bos in Zimbabwe te beschermen of te investeren in zonneparken in Chili. Investeringen in zulke projecten leveren CO2-uitstootrechten op. Bedrijven die zaken doen met South Pole kunnen hun klanten vervolgens laten weten dat zij zonder uitstoot de weg op kunnen (Porsche), ‘klimaatneutrale’ koffie kunnen drinken (Nespresso), of bijdragen aan ‘de bescherming van cruciale ecosystemen’ (Gucci). De Nederlandse energiemaatschappij Greenchoice leverde dankzij het Kariba-project 'duurzaam gas' aan duizenden Nederlandse huishoudens.

South Pole haalt verreweg zijn meeste omzet uit de verkoop van CO2-rechten. Naar de buitenwereld presenteert het zich echter niet als CO2-handelaar, maar als adviseur en aanbieder van 'klimaatoplossingen'. Want naast die CO2-handel zet South Pole compensatieprojecten op, heeft het een adviestak en beheert het sinds juni 2021 een eigen investeringsfonds

De afgelopen jaren groeide de vraag naar hun diensten enorm. Het bedrijf verstevigde bovendien zijn marktpositie door de ene na de andere concurrent over te nemen, waaronder het Italiaanse Carbonsink en het Belgische CO2logic. Dat viel ook grote bedrijven als Swisscom en Salesforce op, evenals investeerder Temasek: zij maakten in 2022 alledrie bekend voor miljoenen een minderheidsbelang in South Pole te nemen.

Intern is al maandenlang bekend dat het fundament onder hun belangrijkste project, Kariba in Zimbabwe, wankelt

Maar nu loopt hun zorgvuldig opgebouwde marktpositie gevaar. Intern is al maandenlang bekend dat het fundament onder hun belangrijkste project, Kariba in Zimbabwe, wankelt. Een deel van de groene claims van South Poles vooraanstaande klanten bestaat alleen op papier. Dat blijkt uit onderzoek van Follow the Money, gebaseerd op interne documenten en gesprekken met meerdere bronnen.

Werknemers vragen zich af waarom de bedrijfsleiding haar klanten niet meedeelt dat er een cruciale fout is gemaakt. South Pole erkent inmiddels dat er problemen zijn, maar stelt dat alle afgegeven CO2-rechten nog steeds ‘legitieme’ certificaten zijn. Onder meer Greenchoice en Volkswagen zeggen tegen Follow the Money zelf  ‘nader onderzoek’ te willen doen.

Afrikaanse gouden bomen

De problemen van South Pole hebben hun oorsprong in Zimbabwe. Op de grens met Zambia ligt een natuurgebied, ongeveer anderhalf keer zo groot als de provincie Gelderland. Het Kariba-gebied, waar onder meer olifanten, leeuwen en nijlpaarden leven, wordt gekenmerkt door een droog bos, dat geleidelijk overgaat in savanne.

Dat bos wordt bedreigd. De bewoners, die vaak op of onder de armoedegrens leven, kappen de bomen om brandhout te winnen of landbouwgrond vrij te maken. Door deze kaalkap komen broeikasgassen vrij die de klimaatcrisis verergeren.

Dat maakt het Kariba-gebied geschikt voor CO2-compensatie, ontdekte Steve Wentzel, een Zimbabwaanse ondernemer met een serie startups op zijn naam, ruim tien jaar geleden. Hij runde indertijd diverse bedrijfjes in de safari-business en in zorgverzekeringen, en belandde per toeval in de wereld van CO2-rechten.

‘Het begon als een goed business idee. Mij werd verteld dat de prijs tien dollar per ton CO2 zou zijn’

‘Tien jaar geleden gaf ik niet zo om bomen en de mensen daar, maar nu wel,’ vertelt hij aan de telefoon vanuit Zimbabwe. ‘Een safari-operator was me geld verschuldigd. Hij kon me niet terugbetalen, maar had wel een jachtgebied te bieden.’ Daar waren inmiddels weinig dieren, maar wel veel bomen. Door die te beschermen zou Wentzel terugbetaald kunnen worden. ‘Het begon als een goed business idee. Mij werd verteld dat de prijs tien dollar per ton CO2 zou zijn.’

En zo richtte Wentzel in 2010 een nieuw bedrijfje op: Carbon Green Investments (CGI). Via CGI investeerde hij aanvankelijk 750 duizend dollar, waarmee hij bijna 790 duizend hectare bosgebied zou gaan beschermen. Daar viel het jachtgebied onder, en vier Zimbabwaanse dorpsgemeenschappen. Die sloten zich vrijwillig bij het project aan, zegt Wentzel.

Wentzel hoopte zijn investering terug te verdienen met de verkoop van bespaarde CO2-uitstoot. Door de bevolking te helpen duurzamer te boeren, hoeft die minder bos te kappen en wordt uitstoot van broeikasgassen voorkomen. En dus begon CGI met de aanleg van akkers, distributie van zaden, het opzetten van een bijenhouderij en investeringen in eco-toerisme; alles met het doel de bewoners alternatieve bronnen van inkomsten te bieden en het bos tegen kaalkap te beschermen. 

Aanvankelijk financierde Wentzel alles uit eigen zak. De niet-uitgestoten broeikasgassen wilde hij als CO2-kredieten verkopen: de winst zou deels naar hemzelf gaan, om zijn investeringen terug te verdienen, en deels naar de Zimbabwaanse gemeenschappen, die er waterputten en gezondheidsklinieken mee konden opzetten. 

Zonder een netwerk van bedrijven die CO2-kredieten willen kopen, was het echter moeilijk aan de instandhouding van bomen te verdienen: Wentzel had een internationale zakenpartner nodig. Die vond hij in South Pole, dat zich sinds 2006 op carbon finance toelegde. ‘Ze waren het eerste zoekresultaat op Google,’ zegt hij droogjes. 

South Pole en Wentzel besloten in 2011 te gaan samenwerken en in 2013 brachten ze hun Kariba-kredieten op de internationale markt. Zakenman Wentzel veranderde in een natuurbeschermer en het Kariba-project was geboren.

Het verdienmodel van Kariba

In de Zimbabwaanse Kariba-regio staan veel bomen. Als die blijven staan, houden ze koolstof vast. Maar worden ze gekapt en verbrand, bijvoorbeeld om ruimte te maken voor landbouw, dan komt die koolstof vrij als CO2. Dat draagt bij aan klimaatverandering.

Door de bomen te beschermen, kan Wentzel geld verdienen: hij voorkomt namelijk CO2-uitstoot. Deze besparing zet hij vervolgens om in een certificaat (CO2-kredieten) waar multinationals tegenwoordig veel geld voor neerleggen. Uitstootrechten kopen is vaak goedkoper dan zelf hun uitstoot verminderen.

South Pole houdt naar eigen zeggen een kwart van de omzet uit het project als commissie. Van de overige 75 procent vloeit 30 procent terug naar CGI

Elk certificaat staat voor één ton CO2, vergelijkbaar met de uitstoot van een Nederlandse benzineauto gedurende zes maanden. Klanten kopen vaak tien- tot honderdduizenden kredieten tegelijk. Tien jaar geleden lag de marktprijs nog rond een paar euro, inmiddels betalen bedrijven tientallen euro’s per CO2-certificaat. Tussen 2020 en 2021 verdubbelde de wereldwijde vraag naar CO2-kredieten en bereikte een totale marktwaarde van 2 miljard dollar. In 2030 is de markt naar verwachting nog eens 5 tot 20 keer zo groot.

South Pole houdt naar eigen zeggen een kwart van de omzet uit het project als commissie. Van de overige 75 procent vloeit 30 procent terug naar CGI. Het resterende bedrag gaat naar Kariba: 40 procent naar de lokale autoriteiten, 30 procent naar community-activiteiten, 20 procent naar projectmanagement en 10 procent naar een fonds dat het voortbestaan van het project moet garanderen.

Bij het verkopen van CO2-certificaten maakt Wentzel gebruik van vrijwillige keurmerken die de kwaliteit moeten garanderen: de Verified Carbon Standard (VCS) en de Climate, Community & Biodiversity Standards (CCB Standards). Beide standaarden zijn door het non-profit bedrijf Verra ontwikkeld.

Lees verder Inklappen

Inmiddels is Kariba uitgegroeid tot South Poles prestigeproject. Tussen 2011 en 2021 claimt South Pole zo’n 36 miljoen ton CO2 te hebben bespaard met het project – negen keer de jaarlijkse uitstoot van heel Amsterdam.

De uitstootrechten die dat oplevert, zijn inmiddels fors meer waard. Lag de prijs van een CO2-krediet in 2011 rond de één euro, inmiddels is dat ruim 20 euro. Sinds de start van het project verkocht South Pole voor zo’n 100 miljoen euro CO2-kredieten uit het Kariba-bos aan honderden klanten, blijkt uit Follow the Moneys analyse van interne documenten die inmiddels door South Pole is bevestigd.

Volgens de bedrijfsleiding van South Pole is het project dan ook een groot succes: de Zimbabwaanse bevolking is blij, klanten lijken tevreden en het adviesbureau kan er ook nog eens goed aan verdienen. ‘De reden dat ik ’s morgens uit mijn bed stap is om dit soort projecten op te zetten en de wereld een betere plek te maken,’ schreef Dannecker in 2016 over Kariba. Totdat in 2022 alles ineens op losse schroeven kwam te staan: de bespaarde CO2-uitstoot bleek niet te kloppen.

Opgeblazen cijfers

De spanning in de crisisvergadering loopt op wanneer een van de kernvragen van de meeting op Danneckers slide verschijnt: ‘Zijn de Kariba-kredieten wel op werkelijkheid gebaseerd?’

Dannecker probeert de vraag te parkeren. ‘Wat is de werkelijkheid? [..] We kunnen nu een theoretische discussie voeren en met de huidige technologie beoordelen hoeveel van die kredieten legitiem zijn of niet, maar die kennis hadden we tien jaar geleden niet. [..] Die rekensom maken is behoorlijk lastig, dus ik zou zeggen: laten we hier niet dieper op ingaan.’

Dan kaatst hij de vraag naar een collega. ‘Naomi heeft haar hand opgestoken en ik weet zeker dat zij dit kan aanvullen.’ Naomi Swickard, hoofd public affairs, kan alleen maar zeggen dat South Pole voor Kariba gebruikmaakt van een geverifieerde methode en de relevante richtlijnen altijd heeft gevolgd.

Een medewerker die over de verkoop van CO2-rechten in Noord-Amerika gaat, neemt daar geen genoegen mee. ‘Ons kernproduct is dat we klanten een geloofwaardige compensatie verkopen. Als klanten ons straks benaderen met de vraag of de impact die zij met onze kredieten claimen wel realistisch is, is het heel belangrijk dat we vol vertrouwen kunnen verklaren dat South Pole achter de geclaimde impact staat.’

Uit satellietdata die South Pole onlangs zelf verzamelde, blijkt dat het bedrijf de ontbossing zwaar heeft overschat

De discussie raakt de kern van het probleem met Kariba: het rekenmodel dat South Pole gebruikte. Met dat model berekende South Pole hoeveel bomen de komende 30 jaar in het gebied zouden worden gekapt als het bos niet was beschermd. Er is een financiële prikkel om die kaalkap te overschatten: als je ervan uitgaat dat de lokale bevolking het bos in razend tempo zou hebben gekapt, dan voorkomt bosbescherming veel CO2-uitstoot. Het project levert dan extra CO2-kredieten op, en daarmee extra inkomsten voor South Pole en Steve Wentzel.

South Pole stelde de toekomstige ontbossing in het Kariba-gebied indertijd op 3,2 procent van het bosoppervlak per jaar. Met andere woorden: werd het bos niet beschermd, dan zou het binnen 30 jaar bijna compleet zijn verdwenen.

Voor die schatting baseert South Pole zich op eerdere ontbossingscijfers uit gebieden die aan het Kariba-project grenzen, maar die niet worden beschermd. Hun redenering: als de ontbossing in deze controlegebieden tijdens het project sneller toeneemt dan in het Kariba-bos, kan dat verschil worden toegeschreven aan de inspanningen van CGI. 

Uit satellietdata die South Pole onlangs zelf verzamelde, blijkt echter dat het bedrijf de ontbossing zwaar heeft overschat. Dat is goed nieuws voor het klimaat, maar slecht nieuws voor de handel van South Pole: momenteel overschat het bedrijf de ontbossing die het zou hebben voorkomen met ongeveer een factor 14.

Daarnaast overschat South Pole de effectiviteit van de inspanningen in Kariba. De bewoners gooiden natuurlijk niet al op de eerste dag dat South Pole het bos begon te beschermen het bijltje erbij neer. Daar gaan vaak jaren overheen. Toch doet South Pole in zijn rekenmodel alsof de ontbossing in het gebied meteen van 3,2 procent per jaar naar 0 procent zakte.

Alles bij elkaar bracht South Pole dus veel meer CO2-kredieten op de markt dan het in Zimbabwe aan uitstoot voorkwam. South Poles voorlopige schattingen, waar Follow the Money inzage in had, komen uit op 27 miljoen ton CO2-reductie die alleen op papier bestaat; dat is meer dan de helft van wat het project in totaal opbracht.

South Pole ontkent tegenover Follow the Money dat de teveel afgegeven uitstootrechten een negatieve klimaatimpact hebben. Het bedrijf verwacht dat het gat van 27 miljoen ton CO2 de komende jaren kan worden gedicht door nieuwe CO2-rechten vertraagd uit te geven. Oftewel: het wil de overschatte CO2-compensatie compenseren met toekomstige CO2-compensatie.

South Pole wist al sinds juni 2022 dat de ontbossing meeviel. Toch sloot het ook nadien transacties af met enkele belangrijke klanten. Eind september 2022 legde accountants- en advieskantoor EY ruim een half miljoen euro neer om via het Kariba-project CO2 te compenseren. En zelfs daags nadat South Pole op 9 november 2022 intern een verkoopstop op alle Kariba-certificaten afkondigde, verkocht het aan advieskantoor McKinsey voor ruim twee ton aan Kariba-kredieten, zo blijkt uit interne documenten van South Pole. (Saillant detail: een van South Poles oprichters was zelf McKinseyaan.)

Bijna de helft van de totale opbrengst van Kariba is vergaard in 2022, het jaar waarin intern bekend werd dat het op drijfzand was gebouwd

2022 werd zo veruit het lucratiefste jaar ooit voor het Kariba-project. Bijna de helft van de totale opbrengst ervan is vergaard in het jaar waarin al grotendeels bekend was dat het project op drijfzand was gebouwd.

South Pole laat Follow the Money weten in het najaar van 2022 een aantal belangrijke klanten op de hoogte te hebben gesteld van de overschatting. Dit als voorzorgsmaatregel: ‘We waren bezorgd dat klanten die in de toekomst opnieuw grote hoeveelheden CO2-rechten wilden kopen, dat niet zouden kunnen doen indien we onze aantallen rechten zouden moeten aanpassen.’

Klanten die geen actieve relatie hadden, werden niet op de hoogte gesteld, zoals de Nederlandse energieleverancier Greenchoice, eerder veruit de grootste afnemer van Kariba-rechten. Greenchoice laat weten dat de bevindingen van Follow the Money ‘als een verrassing komen,’ en zelf ‘te goeder trouw’ te hebben gehandeld. Ook Volkswagen, dat in het verleden naar schatting minstens 10 miljoen euro aan Kariba-rechten uitgaf, werd niet op de hoogte gesteld. Beide bedrijven melden Follow the Money zelf nader onderzoek te willen doen. Volkswagen meldt bovendien zijn eigen CO2-compensatieprojecten te willen starten om ‘onafhankelijk te [worden] van externe aanbieders’. Gucci en McKinsey reageerden niet op vragen van Follow the Money.

Het bos als geldpers 

De overschatting van de CO2-certificaten is niet de enige bom onder het Kariba-project. South Pole claimt publiekelijk dat het 25 procent van de omzet uit het project als commissie houdt en dat de rest terugvloeit naar CGI, het project zelf en de Zimbabwaanse bevolking. Maar South Pole erkent na vragen van Follow the Money dat het in werkelijkheid aanzienlijk meer opbrengsten in eigen zak stak. Door een slimme truc hield het zelf niet een kwart, maar ruim 40 procent van de circa 100 miljoen euro omzet.

Dat deed South Pole door zijn klanten de kredieten niet rechtstreeks bij CGI te laten kopen, maar die zelf goedkoop van CGI over te nemen. Vervolgens verkocht het die kredieten – soms jaren later, wanneer de marktprijs flink was gestegen – voor een veel hogere prijs aan klanten, zonder dat CGI of de Zimbabwaanse bevolking iets van die extra omzet terugzagen.

Dit leidde tot extreme marges. Sommige kredieten kocht South Pole voor minder dan een euro in, terwijl de latere verkoopprijs boven de 20 euro lag. Zo pakte South Pole alsnog enorme winsten over meer dan de helft van de kredieten die het doorverkocht, blijkt uit documenten die Follow the Money inzag.

En dat alles terwijl South Pole in een recente promotievideo nog goede sier maakte met zijn ‘garantie’ dat mensen in ontwikkelingslanden ‘die niet hebben bijgedragen aan klimaatverandering, moeten kunnen profiteren van het oplossen ervan’. Ondertussen verdiende het met deze doorverkoop 18 miljoen euro extra, bevestigt het bedrijf bij navraag, zonder dat de Zimbabwaanse bevolking daarvan profiteerde.

Een groot deel van deze extra inkomsten werd in 2022 opgehaald. Zonder die hoge marges zou de totale bedrijfswinst van 11 miljoen euro het afgelopen jaar waarschijnlijk negatief zijn geweest. 

South Pole ontkent dat het ‘speculeerde’ met CO2-rechten: de bulk-aankopen dienden om het Kariba-project tijdens jaren van tegenslag (2015-2019), toen de prijzen lager waren en nog weinig bedrijven interesse hadden in CO2-rechten, in leven te houden. Het omschrijft de extra winst die het wist te maken als een ‘buitengewone meevaller’, die in de verdere groei van het bedrijf zou zijn geïnvesteerd.

Alarmbellen over partner CGI

Daar komt bij dat dat binnen South Pole sterke twijfels bestaan of het geld dat wél naar CGI ging, ook echt bij de Zimbabwaanse bevolking is terecht gekomen. Het was een heet hangijzer op de powerpoint-slides van Dannecker: ‘Op 9 juli 2022 is er aan de bel getrokken omdat CGI niet wil of kan bewijzen dat het ontvangen geld besteed is als bedoeld. Hoe heeft South Pole op deze alarmbel gereageerd?’ 

In zijn antwoord maakt Dannecker duidelijk dat deze ‘alarmbel’ afging nadat CGI slecht naar voren kwam uit een due diligence-onderzoek dat South Pole in het voorjaar van 2022 uitvoerde. South Pole wilde de banden met CGI – gevestigd in het belastingparadijs Guernsey – verder aanhalen en rechtstreeks in zijn Zimbabwaanse partner investeren. South Pole kwam daarop terug nadat bleek dat het bij lange na niet kon achterhalen of de tientallen miljoenen die het aan CGI overmaakte, waren besteed zoals was afgesproken. Oftewel: South Pole kon niet garanderen dat al het geld dat aan de lokale gemeenschap was beloofd, daar ook echt is terechtgekomen.

‘We hebben algemene statements die laten zien hoe het geld stroomt, maar weten niet precies waar elke dollar terechtkwam. Dat zou ook bevoogdend zijn; het is niet ons project maar dat van de communities,’ zegt Dannecker tegen zijn collega’s tijdens het crisisoverleg.

South Pole kan bij navraag niet duidelijk meedelen hoeveel geld er naar Zimbabwe ging. Aanvankelijk stelde het bedrijf dat het 40 miljoen euro naar CGI overmaakte – een bedrag dat Wentzel bevestigt. Maar nadat Follow the Money South Pole voorlegt dat het meer verdiende aan Kariba dan het aan de buitenwereld kenbaar maakte, stelt het plotseling dat er 57 miljoen euro naar Zimbabwe zou zijn gegaan.

Op de besteding van dit geld heeft South Pole bovendien beperkte invloed. Er zou ruim 30 miljoen naar de plaatselijke gemeenschappen zijn gegaan, maar het bedrijf kan dit niet met zekerheid stellen: ‘We vertrouwen erop dat de afspraken [met Wentzel] zijn nagekomen.’

Steve Wentzel reageerde niet op vragen over South Poles twijfels omtrent zijn bedrijf.

Een gapend gat dat tien jaar onopgemerkt bleef

Dannecker weet tijdens de crisisvergadering de gevoelige punten inzake Kariba vakkundig te omzeilen. Hij meldt niet expliciet dat het Kariba-project nu klimaat-negatief is: het leidde uiteindelijk tot meer CO2-uitstoot dan het CO2 wist vast te houden. Want doordat grote bedrijven hun uitstoot naar eer en geweten wegstreepten tegen CO2-certificaten die deels op niets waren gestoeld, zijn er ettelijke miljoenen tonnen CO2 zonder enige compensatie de lucht ingegaan. 

De overschatting van de ontbossing die er zonder het project zou hebben plaatsgevonden – ook wel de baseline inflation genoemd – is een bekend risico bij bosprojecten als Kariba. Een studie die projecten met dezelfde rekenmethodes in de Democratische Republiek Congo en Madagascar analyseerde, spreekt zelfs van ‘untestable guesses’ – oftewel natte vingerwerk, zonder enige wetenschappelijke basis. 

Desondanks zijn deze overschattingen nimmer opgemerkt door de drie certificeringsbureaus die het Kariba-project in 2014, 2017 en 2020 hun goedkeuring verleenden. Volgens de richtlijnen van Verra, het private (non-profit) bedrijf dat de internationale standaarden voor dit soort bosprojecten opstelt, hoeven zij namelijk niet te controleren wat de daadwerkelijke ontbossing gedurende die jaren is.

Het Kariba-project is nu klimaat-negatief: het leidde uiteindelijk tot meer CO2-uitstoot dan het CO2 wist vast te houden

Het enige dat wordt gecontroleerd is of de berekeningen goed zijn uitgevoerd, op basis van het rekenmodel dat bij de start van het project is ingediend. Of dat model überhaupt hout snijdt, is in die tien jaar nooit bekeken. Toen de overschatting al een half jaar bij South Pole bekend was, accepteerde Verra in december 2022 nog een verzoek om zo’n 7 miljoen CO2-rechten af te geven die tussen 2019 en 2021 zijn gegenereerd – de periode waarin de ontbossing een factor 14 lager was dan het model voorspelde.

Verra heeft een conflicterend belang: enerzijds wil het een betrouwbare reputatie behouden en bij mogelijke overschatting van CO2-kredieten ingrijpen, anderzijds krijgt het per geverifieerd krediet een commissie van 10 dollarcent uitbetaald. Oftewel: Verra moet South Poles berekeningen controleren, maar heeft er baat bij wanneer de hoeveelheid CO2-rechten niet te conservatief is ingeschat.

Als Follow the Money aan Verra vraagt hoe ze dit risico afdekken, omzeilt het de vraag door te zeggen ‘een van de goedkoopste’ te zijn en als non-profit slechts een kostendekkende commissie te rekenen.

Ondertussen blijft South Pole, ceo Renat Heuberger voorop, critici wijzen op Verra’s richtlijnen om te onderbouwen dat er niets aan de hand is. 

Ook bij South Pole zelf ligt het risico van belangenverstrengeling op de loer. De onderneming verkoopt CO2-kredieten, voorziet klanten van klimaatadvies, ontwikkelt compensatieprojecten en beheert sinds kort ook een duurzaam investeringsfonds. Dat kan makkelijk door elkaar heen lopen.

Door via samenwerkingen met partijen als CGI zijn ‘eigen’ CO2-kredieten te genereren, hoeft South Pole minder kredieten bij andere handelaren in te kopen

Net als Verra hebben South Pole en CGI belang bij een te hoge inschatting van de tegengehouden ontbossing. Door via samenwerkingen met partijen als CGI zijn ‘eigen’ CO2-kredieten te genereren, hoeft South Pole minder kredieten bij andere handelaren in te kopen – waarover het commissie zou moeten betalen. 

Voorts werken er bij South Pole veel klimaat-consultants. Zij vormen met de CO2-handelaren de afdeling climate solutions en draaien een gezamenlijke omzet. Daardoor riskeren ze meerdere petten te dragen. Wanneer een klant zich bij South Pole meldt om hun klimaatvoetafdruk te verkleinen, zijn de consultants mogelijk eerder geneigd CO2-compensatie te adviseren en de klant te verwijzen naar hun collega’s van sales, terwijl het klimaat meer baat zou hebben bij een advies dat de klant helpt zijn CO2-uitstoot te beperken.

Volgens South Pole is er een duidelijke afbakening tussen de consultants en verkopers. Zo zouden klanten aparte verkoopovereenkomsten sluiten voor klimaatadvies en CO2-rechten. Andere waarborgen noemt het niet. Wel benadrukt South Pole dat klimaatadvies geven en CO2-rechten verkopen allebei nodig zijn om de klimaatdoelen te halen.

Als eerste tegen de lamp gelopen?

Medewerkers van South Pole zijn bezorgd dat het Kariba-project het eerste is in een reeks waarvan bij herevaluatie zal blijken dat een groot deel van de beloftes niet is waargemaakt. ‘Dit is de eerste herevaluatie van een bosproject die wij doen,’ antwoordt Dannecker. ‘Ik geloof dat we daarmee de eerste ter wereld zijn.’ Vanwege het risico op overschattingen wil niemand de oude methode nog gebruiken: projectontwikkelaars wachten allemaal op de nieuwe richtlijnen van Verra, vult hoofd public affairs Naomi Swickard aan. Die zullen halverwege 2023 bekend worden. ‘Ik denk daarom niet dat iemand anders al zelf een bosproject heeft herbeoordeeld.’

Bij Verra staan elf andere projecten volgens dezelfde methode als het Kariba-project geregistreerd. Daaronder vallen vijf projecten in Afrika die allemaal zo’n tien jaar geleden zijn opgezet. Sommige daarvan beloven tot wel 6 miljoen ton CO2 per jaar te besparen en behoren daarmee binnen Verra tot de grootste leveranciers van CO2-kredieten. 

Maar verkeerde schattingen zijn ook mogelijk bij andere rekenmodellen dan die bij Kariba zijn gebruikt. Uit een recente analyse van het onderzoeksjournalistieke platform SourceMaterial, waarmee de Britse krant The Guardian en de Duitse Die Zeit intensief samenwerkten, bleek dat liefst 94 procent van alle CO2-kredieten uit dit soort bosprojecten geen enkel voordeel voor het klimaat oplevert.

Dat onderzoek, gebaseerd op diverse wetenschappelijke studies, analyseerde in totaal ongeveer tweederde van Verra’s bosprojecten, die tezamen 95 miljoen ton CO2 claimen te compenseren. De conclusie: de bedreiging door ontbossing was gemiddeld met 400 procent overschat. Verra ontkent de aantijgingen en zet vraagtekens bij de methodologie die de onderzoekers hebben toegepast.

Thales West, milieu-econoom aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en hoofdauteur van twee van deze wetenschappelijke studies, is niet verrast door de enorme overschattingen van het Kariba-project. ‘Deze methodologieën zijn gebaseerd op zeer zwakke aannames. Dat maakt ze fundamenteel onbetrouwbaar. Er is veel ruimte om het systeem te bespelen.’

Volgens West, die eerder als certificeerder van bosprojecten werkte, moeten de bedrijven die CO2-rechten opkopen zelf uitzoeken of de projecten waarop ze leunen, ook werkelijk uitstoot compenseren. ‘Kopers moeten de onderliggende methodologieën en analyses zelf goed kunnen begrijpen. Want afhankelijk van hoe je de modellen kalibreert, kun je een explosie van [zogenaamd vermeden] ontbossing teweeg brengen – precies wat we bij sommige projecten zien gebeuren.’ 

Simpelweg vertrouwen op de goedkeuring van Verra en de certificeringsbureaus volstaat volgens West niet. ‘Ontbossing kun je nooit perfect voorspellen, maar de methodes die wij [als wetenschappers] gebruiken om de impact van projecten te meten zijn lichtjaren verder dan die van Verra.’

Thales West, milieu-econoom

Onze analyses suggereren dat de huidige [vrijwillige] koolstofmarkt een veel lagere impact op bosbescherming heeft dan zij claimt

In reactie op vragen van Follow the Money wijst South Pole op het belang van de verkoop van CO2-rechten om bosbescherming te financieren. ‘Het belangrijkste resultaat van dit soort projecten is het effectief beschermen van bossen op de lange termijn – niet of de jaarlijkse berekening van CO2-rechten volledig correct is. Dat kan gecorrigeerd worden tijdens de looptijd van het project.’ Volgens South Pole levert de vrijwillige koolstofmarkt zo een cruciale bijdrage aan bosbescherming, waaraan alleen maar meer behoefte zal komen. Een recente studie schatte dat er halverwege deze eeuw mogelijk 400 miljard dollar per jaar voor bosbescherming nodig is, als onderdeel van wereldwijde klimaatactie. 

West onderschrijft dat argument. ‘Er is dringend behoefte aan geld om bossen wereldwijd te beschermen. Het zou mooi zijn als een deel daarvan op de vrijwillige koolstofmarkt kan worden gevonden.’ 

Maar hij wijst erop dat de impact die bedrijven als South Pole claimen, niet in wetenschappelijk onderzoek is terug te zien. ‘Onze analyses suggereren dat de huidige [vrijwillige] koolstofmarkt een veel lagere impact op bosbescherming heeft dan zij claimt.’

Ondertussen staat de toekomst van het Kariba-project op losse schroeven. Indien South Pole het door henzelf geslagen CO2-gat moet dichten, dan gaat het project de ijskast in en kan er jarenlang nauwelijks geld voor de lokale bevolking worden vrijgemaakt. Het Kariba-project is volgens Christian Dannecker namelijk nog steeds ‘sterk afhankelijk van carbon finance.’ 

Interne schattingen van South Pole wijzen uit dat het tien tot vijftien jaar kan duren voordat dit gat is gedicht. Tot die tijd kunnen er hoogstwaarschijnlijk geen nieuwe Kariba-rechten worden verkocht, wat het financieel voortbestaan van het project in Zimbabwe op het spel zet. Daarmee dreigt ook de  inkomensstroom weg te vallen waarvan de plaatselijke gemeenschap afhankelijk is geworden.

Correctie, 1 feb. 2023: Aanvankelijk stond in het artikel dat South Pole ook EY in het najaar van 2022 op de hoogte heeft gesteld van de overschatting. Dat was niet het geval.

Reactie South Pole

In een uitgebreide reactie op vragen van Follow the Money erkent South Pole dat Follow the Money over informatie beschikt die ‘vertrouwelijk’ is. ‘Maar die wordt niet in de juiste context gepresenteerd en er ontbreekt belangrijke achtergrondinformatie, wat onze acties in een negatief daglicht plaatst.’

‘Het Kariba-project maakt een serieus verschil in ontbossing, bosbehoud en voedsel- en waterzekerheid. Dit doet het door duurzame landbouwpraktijken te introduceren, bosbranden te helpen voorkomen en te beheersen, en de lokale economie te versterken. Het project ondersteunt ook het behoud van biodiversiteit door bedreigde diersoorten te beschermen, en zorgt voor betere toegang tot gezondheidszorg en veilig drinkwater voor lokale gemeenschappen.’

Reactie op de overschatting van 27 miljoen ton CO2

‘Initiële berekeningen van South Pole laten zien dat de ontbossing in het controlegebied van Kariba niet zo hoog was als voorspeld en dat het ontbossingsmodel daarom naar beneden moet worden bijgesteld.

We kunnen gemodelleerde gegevens niet bevestigen zonder verificatie ter plekke [in Zimbabwe]. Daarom kunnen we het getal van 27 miljoen ton CO2 - of enig ander getal - op dit moment niet bevestigen. Het getal zal definitief zijn wanneer we de herevaluatie hebben afgerond. Hierbij zal de opnieuw gevalideerde baseline worden gecontroleerd door een derde partij.’

Reactie op de hoge marges

‘South Poles aanschaf van CO2-rechten was een noodgreep toen er geen andere kopers waren en er dringend behoefte was aan financiering voor het project. Dit was het gevolg van de uitzonderlijke omstandigheden die destijds bestonden [2015-2019].

Het is belangrijk om het risico te begrijpen dat wij hierbij namen, gezien de toenmalige omvang van South Pole. South Pole investeerde in 2017 bijvoorbeeld circa 10 procent van zijn omzet (en 50 procent van zijn bedrijfswinst) in de aanschaf van Kariba-rechten. Op dat moment hadden we geen zekerheid dat we die kredieten zouden kunnen verkopen. In wezen zagen we dit als een risicovolle lening, met CO2-rechten als onderpand.’

Reactie op het falen van de due diligence van partner CGI

‘Het is belangrijk om in gedachten te houden dat elk compensatieproject gedetailleerd wordt beoordeeld bij de initiële validatie. Dit zou je een ‘project due diligence’ door externe partijen kunnen noemen. Vervolgens worden de geldstromen en het verdelingsmechanisme bij elke verificatie door een externe auditor opnieuw gecontroleerd. Dit is hoe we de “co-benefit statements” op onze website hebben laten controleren.

Een grondiger due diligence-proces was in 2022 in gang gezet omdat we eind 2021 in gesprek raakten met CGI over een aanzienlijke investering in een nieuw REDD+ project, waarmee we het beschermde gebied in Kariba verder konden uitbreiden. Het is staande praktijk om bij een grote investering extra due diligence-checks te doen, omdat de risico’s die worden genomen aanzienlijk zijn en omdat er nieuwe gebieden betrokken zouden raken. 

De investering is nu gepauzeerd, maar we overwegen het nog steeds.’ 

Afsluitend

South Pole verwacht dat het begin 2024 met een nieuw rekenmodel komt voor Kariba, waarin de meevallende ontbossing sinds 2011 wordt meegenomen. Het bedrijf is dan ook nog steeds trots op het Kariba-project. ‘Kariba was en is het belangrijkste project voor onze reputatie.’

Lees verder Inklappen