© Newscom / Frank Hoermann / Sven Simon

Het ‘spectaculaire falen’ van de accountants van EY ligt altijd aan anderen

De problemen stapelen zich op voor accountantskantoor EY. Naast een strafrechtelijk onderzoek in de omkopingszaak rond telecombedrijf Vimpelcom en een Duitse dagvaarding in de Wirecard-fraude, ligt er nu ook een aansprakelijkstelling in het dossier Nidera. EY wast steevast de handen in onschuld, maar dat is niet terecht.

Op vrijdag 13 november ploft er een brief op de mat bij de Crown Commercial Service, de dienst die verantwoordelijk is voor alle publieke aanbestedingen van de Britse overheid. Het document telt 17 pagina’s en is afkomstig van Spotlight on Corruption, een actiegroep waar onder andere onderzoeksjournalist Oliver Bullough in het bestuur zit.

De boodschap: sluit accountantskantoor EY (voorheen Ernst & Young) voor een periode van drie jaar uit van alle overheidsopdrachten. De reden: ‘herhaaldelijk professioneel wangedrag’. De brief, die werd opgepikt door The Guardian, bevat een opsomming van recente fraudezaken. Al deze zaken hebben twee dingen gemeen. Ten eerste: de controlerend accountant was afkomstig van EY. En ten tweede: deze accountant rook geen onraad, terwijl daar goede redenen voor waren.

‘Missers in de jaarrekeningcontrole hebben verwoestende gevolgen voor de maatschappij,’ zegt Daniel Beizsley. Hij is criminoloog en één van de Spotlight on Corruption-onderzoekers die het initiatief namen voor de brief-campagne. ‘Ze ondermijnen het vertrouwen in de markt en zorgen ervoor dat corruptie, fraude en witwassen dooretteren. De “Big Four”-accountantskantoren domineren de markt en ervaren weinig consequenties als hun controles gebrekkig blijken te zijn. EY heeft spectaculair gefaald; overheden kunnen een ongelofelijk krachtig signaal afgeven door het bedrijf te weren van overheidscontracten. Net zolang totdat ze hun zaken op orde hebben gebracht.’

Of EY daadwerkelijk wordt uitgesloten van overheidsopdrachten, is nog maar zeer de vraag. De Britse overheid bestempelt het kantoor als ‘strategisch partner’: geen relatie die je zomaar bij het grofvuil zet. De campagne legt evenwel de vinger op de zere plek. Waarom duikt de naam EY zo vaak op in fraudedossiers?

Hoofdpijndossiers

Neem bijvoorbeeld het boekhoudschandaal bij NMC Health, één van de zaken die in de brief van Spotlight on Corruption worden benoemd. Deze privéziekenhuisketen is actief in het Midden-Oosten en heeft een notering aan de London Stock Exchange. Het concern is zelfs opgenomen in de FTSE 100, de lijst met de 100 grootste beursgenoteerde onderneming in het Verenigd Koninkrijk.

EY ondertekende de jaarrekeningen, en Cofco kon opdraaien voor de fraude

Begin dit jaar ging het echter behoorlijk mis. Er kwamen verborgen schulden boven water ter waarde van 4 miljard dollar, waarna het concern faillissement moest aanvragen. De controlerend accountants van EY bleken zich van geen kwaad bewust te zijn geweest.

De Financial Reporting Council, dat toezicht houdt op accountants in het Verenigd Koninkrijk en Ierland, is inmiddels een onderzoek gestart naar de zaak. De curatoren die zich met het faillissement van NMC Health bezighouden, dreigen ondertussen een schadeclaim van meer dan een miljard dollar bij EY neer te leggen. 

Ook in Nederland kent EY meerdere voortslepende hoofdpijndossiers. Zo is er de fraudezaak bij het Rotterdamse handelshuis Nidera: EY-accountants zagen daar in 2014 nog zo’n 18 miljard dollar per jaar aan soja, graan, zaden en biodiesel door de boeken stromen. Ook zagen ze hoe het in Shanghai gevestigde handelsbedrijf Cofco dat jaar 1,3 miljard dollar betaalde voor een meerderheidsaandeel in Nidera. Het vormde destijds de grootste Chinese overname van een Nederlands bedrijf ooit.

Het was bovendien een van de grootste miskopen. Nog geen half jaar later barstte de eerste rotte plek open: Nidera-handelaar Tim Remie, het hoofd van de biodieselafdeling, bleek in de voorbije jaren een verborgen verlies van 200 miljoen dollar te hebben opgebouwd.

Het was geen incident. In 2016 onthulde Follow the Money dat Nidera een lange traditie kent van falende risico- en compliance-systemen, schimmige grondstoffendeals en bestuurders die niet bepaald het goede voorbeeld geven. Denk aan een Chief Risk Officer die in zijn vrije tijd in een wingsuit uit vliegtuigen springt, of een vertrekkend ceo die zijn afscheidsbonus wil laten storten op een Zwitserse anonieme bankrekening.

Deze dubieuze bedrijfscultuur bleken de accountants van EY dan weer niet gezien te hebben. Jaar na jaar ondertekende EY de jaarrekeningen, en de nieuwe eigenaar Cofco kon direct na de overname opdraaien voor de fraude.

Als het beschuldigende vingertje naar hem of haar wijst, dan zegt de accountant altijd: 'Ik ben voorgelogen'.

Maar daar bleef het niet bij. In 2016 kwamen er zogeheten accounting irregularities aan het licht bij de Braziliaanse tak van Nidera. Het gevolg: een plotseling verlies van 267 miljoen dollar. Cofco kreeg bovendien een domper te verwerken bij een andere aanwinst: Noble, een groot handelshuis uit Singapore. Ook daar was er sprake van verborgen verliezen en opgeklopte winsten. En ook bij Noble was EY de controlerend accountant. Als gevolg van de fraude leed Noble in 2016 een megaverlies van 1,7 miljard dollar.

In september dit jaar bleek uit een vonnis bij de rechtbank Rotterdam dat Cofco de schade op EY probeert te verhalen. EY probeert de volledige schuld echter af te schuiven op de voormalige (familie)eigenaren van Nidera. EY richt zich hierbij op Cygne BV, het bedrijf waar de Nidera-aandelen in waren ondergebracht. Dat bedrijf zou ‘op basis van onjuiste informatie en onder invloed van bedrog’ Nidera hebben verkocht aan Cofco. ‘Als Cygne bedrog heeft gepleegd, treft haar een hoge mate van schuld. Het was ook Cygne die de beweerdelijk teveel betaalde koopprijs ontving,’ aldus het verweer van EY.

Standaardreflex

Het afschuiven is een standaardreflex, verzucht hoogleraar Forensische Accountancy aan de Universiteit Leiden Marcel Pheijffer. ‘Als het beschuldigende vingertje naar hem of haar wijst, dan zegt de accountant altijd: “Ik ben voorgelogen”.’ Pheijffer verbaast zicht erover  dat accountants ‘zo vaak menen dat zij fraude niet hoeven te ontdekken’: ‘In de accountancy-regels staat juist dat de accountant “een redelijke mate van zekerheid” verstrekt, dat hetgeen is gecontroleerd “geen afwijkingen van materieel belang” bevat als gevolg van fraude of fouten. “Fraude” wordt in dat rijtje als eerste genoemd. De vragen aan de accountant zijn dus: heb je de risico's van fraude voldoende ingeschat? Heb je eventuele signalen van fraude goed genoeg gesignaleerd? En heb je de controle daarop afgestemd? Ook indien het management niet ter goeder trouw is, een accountant moet deze vragen goed kunnen beantwoorden.’

Soortgelijke vragen worden inmiddels ook gesteld in het boekhoudschandaal bij de beursgenoteerde Duitse betalingsverwerker Wirecard. Daar kwam begin dit jaar een gat van bijna 2 miljard euro aan het licht. Het missende bedrag kon niet worden getraceerd in de boekhouding; hoogstwaarschijnlijk heeft het geld zelfs nooit bestaan. De beurskoers stortte in, directieleden vluchtten naar het buitenland en Amerikaanse en Duitse officieren van justitie openden een strafrechtelijk onderzoek.

Ook bij dit schandaal komt EY als controlerend accountant in de problemen. De Nederlandse Vereniging van Effectenbezitters (VEB) sleepte EY in augustus in Stuttgart zelfs voor de rechter vanwege opzettelijke koersmanipulatie. Volgens de VEB heeft EY verzuimd om in te grijpen toen begin dit jaar in een rapport van KPMG melding werd gedaan van de fraude, en Wirecard-ceo Markus Braun daar sussende uitlatingen over deed. Als gevolg van die uitlatingen kregen beleggers weer vertrouwen en steeg de koers. Later bleek de fraude allesbehalve mee te vallen en klapte de koers in elkaar.

‘Het is onbegrijpelijk dat ze belangrijke signalen niet hebben opgepikt’

EY wast echter de handen in onschuld: in een reactie van EY Duitsland spreekt het bedrijf over een ‘uitgebreide en verfijnde fraude’, waar sprake was van ‘moedwillige misleiding’. Volgens EY had ‘zelfs de meest robuuste en uitgebreide accountantscontrole’ de fraude niet bloot kunnen leggen.

VEB-voorzitter Paul Koster, in het verleden bestuurslid bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en in die hoedanigheid belast met het toezicht op accountantskantoren, wuift het verweer van EY weg. ‘De ceo van EY kan wel zeggen dat ze zijn voorgelogen, maar een accountant wordt geacht om materiële afwijkingen door fraude en fouten te doorzien,’ zegt hij tegen FTM. ‘Het is onbegrijpelijk dat ze belangrijke signalen niet hebben opgepikt.’

Zo publiceerde de Financial Times in 2019 al meerdere onderzoeksartikelen over Wirecard. Daarin werd uit de doeken gedaan dat medewerkers van het bedrijf de omzet en winst oppompten door middel van ‘round-tripping’: kunstmatige kasrondjes, waarbij geld van het ene land naar het andere (en terug) wordt overgeboekt. De geldstroom wekt dan de indruk dat er handel wordt gedreven.

Ondanks deze publicaties sloeg EY bij de accountantscontrole over boekjaar 2019 niet aan op een overboeking van 1,9 miljard dollar naar een bank op de Filipijnen. ‘Als zo’n grote overboeking tegen het jaareinde plaatsvindt, dan moet je daar als accountant bovenop gaan zitten,’ zegt Koster. ‘EY zegt nu dat ze de overboeking hebben gecontroleerd door navraag te doen bij de trustee, maar dat is accountancy één punt nul. Er waren al veel twijfels. Dan moet je als accountant gewoon navraag doen bij de bank: “Is het geld er wel echt?”’

Achteraf zou blijken dat de transactie nooit heeft plaatsgevonden. Koster neemt het EY kwalijk dat het kantoor niet verder heeft gekeken dan zijn standaard checklist: ‘Een accountant kan niet alleen maar de financiële rapportering bekijken. Ze moeten ook de interne controle en de fraudegevoeligheid van de omgeving meenemen. Het was al anderhalf jaar onrustig bij Wirecard en in de media waren er al veel twijfels geuit. Als er dan ook sprake is van een razendsnelle omzetgroei en veel acquisities, dan betekent dat een verhoogd risicoprofiel. De accountant moet daar dan de duur en diepgang van de controle daarop afstemmen.’

Recente fraudeschandalen met een bijrol voor EY

EY is verwikkeld in een lange lijst van fraudedossiers. NMC Health, Nidera, Noble en Wirecard kwamen al aan bod, maar er zijn nog meer dossiers met losse eindjes. Sommige zaken, zoals de dubieuze rol van EY bij de overname van begrafenisonderneming De Facultatieve door VVD-partijvoorzitter Henry Keizer, liepen met een sisser af. Maar dat was lang niet altijd het geval. Een bloemlezing:

Kaloti Jewellery International

EY-partner Amjad Rihan stuitte in 2013 tijdens een audit op grove misstanden bij Kaloti Jewellery International, de grootste goudraffinaderij van Dubai. Het bedrijf bleek op vernuftige wijze aan goudsmokkel te doen (ze omhulden goudstaven met een laagje zilver) en deden zaken met partners in (conflict)gebieden als Iran, Congo en Soedan. Ook ontdekte Rihan grote witwasrisico’s: Kaloti deed in 2012 voor zo’n 5 miljard dollar aan contante verkopen.

De EY-partner trok aan de bel bij zijn leidinggevenden, maar die zetten hem op een zijspoor en probeerden het goudschandaal — onder druk van de toezichthoudende instantie in Dubai — in de doofpot te stoppen. Zo werd de omschrijving ‘goudstaven omhuld met zilver’ afgezwakt tot ‘transacties’, waar er ‘certain documentary irregularities’ waren opgetreden.

Klokkenluider Rihan vertrok, maar stapte wel naar de rechter. Hij kreeg afgelopen april genoegdoening bij het hooggerechtshof in het Verenigd Koninkrijk: EY moet hem 11 miljoen dollar betalen.

Luckin Coffee

Dit koffieconcern was hard op weg om de Chinese versie van Starbucks te worden. Het telde 4500 koffiezaken in China en verkreeg in mei 2019 een beursnotering aan de Amerikaanse Nasdaq. De shortsellers van Muddy Waters waren wantrouwend en publiceerden begin 2020 een vernietigend onderzoeksrapport. Daaruit bleek dat de operationeel directeur van Luckin Coffee de verkopen met 310 miljoen dollar had opgeblazen. Door het rapport daalde de beurskoers van Luckin Coffee met 81 procent;  5 miljard dollar aan beurswaarde ging in rook op. De jaarrekeningen werden gecontroleerd door EY.

Danske Bank

EY was jarenlang verantwoordelijk voor de accountscontrole van Danske Bank. Deze Deense bank raakte in 2018 in opspraak, toen duidelijk werd dat er jarenlang voor honderden miljarden dollars aan verdachte transacties hadden plaatsgevonden via hun Estlandse bijkantoor. Door het witwasschandaal bij Danske Bank kwamen ook de accountantskantoren KPMG en EY onder vuur te liggen. In eerste instantie waren de accountants onderwerp van een strafrechtelijk onderzoek, maar dat is inmiddels opgeschort. Wel moeten twee EY-accountants zich nog in Denemarken verantwoorden in een tuchtrechtelijke procedure.

Vimpelcom

EY raakte verstrikt in het dossier Vimpelcom (VEON). Dit internationale telecombedrijf, gevestigd op de Zuidas, betaalde steekpenningen aan de Oekraïense presidentsdochter Gulnara Karimova. Bij EY werden er echter geen rode vlaggen gehesen bij de overboekingen.

Vimpelcom wist in 2016 met het openbaar ministerie te schikken voor een bedrag van 358 miljoen euro. Het openbaar ministerie sloot daarmee niet het gehele dossier: EY wordt strafrechtelijk vervolgd, zo bleek in 2018 tijdens een regiezitting waar FTM aanwezig was. Het openbaar ministerie verdenkt EY van het schenden van de meldplicht. Tussen 2009 en 2012 zou het accountantskantoor een achttal ongebruikelijke transacties niet, onvolledig of niet op tijd hebben gemeld bij de Financial Intelligence Unit Nederland. Het is nog onbekend wanneer de inhoudelijke behandeling gaat plaatsvinden.

 

 

 

Lees verder Inklappen

Accountants moeten in de spiegel kijken

De beschuldigingen aan het adres van EY komen niet uit de lucht vallen. Al in 2014 kregen alle ‘Big Four’-accountantskantoren – EY, KPMG, PwC en Deloitte – een dikke onvoldoende van de AFM. De toezichthouder controleerde dat jaar steekproefsgewijs dossiers en ontdekte dat allevier de kantoren jaarrekeningen ten onrechte hadden goedgekeurd.

De AFM dwong de kantoren om verbeterpunten door te voeren en besloot de vier accountantskantoren te beboeten vanwege het schenden van de zorgplicht. EY, waar 3 van de 10 controledossiers niet op orde waren, kreeg de hoogste boete opgelegd: 2,2 miljoen euro. De ondermaatse controles konden echter volgens de rechter – zo bleek in hoger beroep – niet toegerekend worden aan de zorgplicht van EY als geheel. De boete ging van tafel.

In de jaren daarna bleef de kritiek evenwel aanhouden. Martine Frijlink, voormalig partner bij EY, verweet de kantoren in 2016 een gebrek aan diepgang: ‘Vertrouwen is heel goed,’ vertelde ze tijdens een interview met FTM. ‘Maar een kritische controle is beter, en het is een noodzaak — zeker als dit je kerntaak is. Het kost alleen wel tijd. Kijk, als het budget op is, en je bent morgen alweer ingepland bij een andere cliënt, dan is het heel menselijk om op de laatste dag niet ook de laatste stoeptegel nog om te keren. Maar je moet overal een vraagteken achter zetten. Niet omdat je een zuur en wantrouwend mens bent, maar omdat dat je taak en rol is.’

Ook de Amerikaanse belegger Carson Block merkte op dat de grote accountantskantoren regelmatig verzaken. Hij legde met zijn Muddy Waters Research grote boekhoudschandalen bloot bij onder meer Noble, NMC Health en Luckin Coffee (zie kader). ‘Auditors werken met de aanname dat het bestuur hen de waarheid vertelt en dat ze echte documenten bestuderen,’ zei Block in 2018 in een interview met Follow the Money. ‘Ze gaan er niet vanuit dat ze mogelijk valse documenten aan het narekenen zijn. De auditors die in de loopgraven worden gestuurd, zijn bovendien vaak net afgestudeerde jongelui die een checklist afwerken. Ze gaan ervanuit dat dingen kloppen. [...] Een auditor is vooral een dienstverlener die zijn klant blij wil maken. Zij kunnen niet te argwanend zijn.’

EY heeft naar aanleiding van de Wirecard-zaak beterschap beloofd. Carmine Di Sibio, de bestuursvoorzitter van EY Global, schreef in september in een brief aan zijn klanten dat hij het ‘betreurt’ dat EY de fraude bij Wirecard niet eerder heeft doorgeprikt. De topman kondigde maatregelen aan om scherper te gaan controleren op fraude.

Volgens Pheijffer is er echter veel meer nodig: ‘Zodra accountants kritiek krijgen, komen ze weer met een aanvullende cursus, roepen ze om versterking van de keten en verwijzen ze naar de rol van anderen zoals het bestuur, de commissarissen of de auditcommissie. Maar accountants dienen vooral in de eigen spiegel te kijken en zich de vraag te stellen of ze genoeg doen aan dit onderwerp. De ruimschoots voorhanden zijnde casuïstiek, ook van recente datum, laat te vaak zien dat accountants zelf steken laten vallen.’

Pheijffer hoopt op meer fundamentele veranderingen: ‘Accountants moeten beter de houding, wil en mindset tonen om een wezenlijke rol te spelen ten aanzien van fraude, zodat zij daadwerkelijk een redelijke mate van zekerheid kunnen verstrekken dat de jaarrekening er vrij van is.’

Een woordvoerder van EY Nederland zegt dat verscherping van de fraudedetectie de aandacht heeft en verwijst naar de aanbevelingen van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). De woordvoerder zegt vanwege de juridische procedure geen inhoudelijke vragen te kunnen beantwoorden over de Nidera-zaak: ‘Wij vinden het niet passen om hier op vooruit te lopen.’