© ANP Xtra / Lex van Lieshout

Waarom het Havenbedrijf Rotterdam niet (meer) verantwoordelijk is voor het verbeteren van woon- en werkklimaat

3 Connecties

Relaties

Klimaatverandering

Organisaties

Havenbedrijf Rotterdam

Locaties

Rotterdam
6 Bijdragen

Toen het Rotterdamse Havenbedrijf werd verzelfstandigd, kreeg het nog expliciet de opdracht mee om het woon- en werkklimaat in de stad te verbeteren. Die voorwaarde is inmiddels losgelaten. Hoe zit dat?

Eergisteren publiceerde klimaatactivist Vatan Hüzeir op VICE een bijzonder kritisch opiniestuk over het Havenbedrijf Rotterdam. Daarin beweert hij dat de maatschappelijke doelstelling die bij de verzelfstandiging in 2003 nog in de statuten stond, later is verwijderd. Volgens Hüzeir stond in artikel 2, lid 2, sub c de volgende doelstelling: ‘het leveren van bijdragen aan de stedelijke ontwikkeling, de ontwikkeling van stadshavens en de verbetering van woon-, werk- en leefklimaat van de stad en regio Rotterdam, ook indien deze activiteiten voor de vennootschap (aanvankelijk) verliesgevend zijn.’

In de huidige statuten, die voor het laatst in 2014 gewijzigd zijn, is die bepaling verdwenen. Alleen de 'ontwikkeling, aanleg, beheer en exploitatie van het haven- en industriegebied' worden nog genoemd. Over stedelijke ontwikkeling en het verbeteren van woon-, werk- en leefklimaat in de stad is niets meer te lezen. Ook de toevoeging dat deze verplichting óók geldt als de investeringen verliesgevend zijn, komt niet meer terug. 

Nu is de wijziging van de statuten op zichzelf natuurlijk geen bewijs dat het Havenbedrijf ‘naar de pijpen van de fossiele industrie danst’. De statutenwijziging is niettemin opmerkelijk: het laat immers zien hoe het denken over de maatschappelijke rol van het Havenbedrijf is veranderd. 

Volgens een woordvoerder van het Havenbedrijf zijn de statuten in 2006 door de gemeente zelf gewijzigd. Dit gebeurde toen duidelijk werd dat de Staat voor 30 procent mede-aandeelhouder zou worden van het Havenbedrijf (de overige 70 procent zijn van de gemeente): 'De Staat gaf er de voorkeur aan niet indirect via het Havenbedrijf betrokken te worden bij de stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam. Dat werd gezien als een oneigenlijke vermenging van taken op overheids- en gemeenteniveau. Daarop heeft de gemeente in de aandeelhoudersvergadering van 2006 de bepaling zelf geschrapt.'

Stephan Leewis (Raadslid)

Wij vinden dat het Havenbedrijf zich juist méér moet laten gelden als een maatschappelijke organisatie

Het Havenbedrijf geeft aan dat er wel degelijk geïnvesteerd wordt in de stad, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van de RDM-campus op de Heijplaat (4 miljoen in 2017, op een totale omzet van 712 miljoen) en bij de ontwikkeling van het Merwe-Vierhavensgebied (3 miljoen in 2017). Ook zou stadsontwikkeling als 'speerpunt' in een 'aandeelhoudersovereenkomst' zijn uitgewerkt. Deze is niet openbaar, maar volgens de woordvoerder staat hierin letterlijk: 'Door HbR [Havenbedrijf Rotterdam, red.] en de staat wordt erkend en expliciet aanvaard dat een goede relatie met de omgeving (regio en stad Rotterdam) onderdeel van een juiste exploitatie van de onderneming van HbR is en dat het niet de bedoeling is dat “HbR met de rug naar de stad” komt te staan.'

Notaris Wijnand van Eijck legt uit wat de statutaire wijziging betekent: 'Een vennootschap heeft een statutaire doelomschrijving. Daarmee hebben de oprichters bij oprichting voor het eerst bepaald wat het doel is van de vennootschap, dat is wettelijk verplicht. Dat een gedeelte is geschrapt, betekent dus gewoon dat dit niet langer tot de statutaire doelen van de vennootschap behoort. Dit hoeft, in zijn algemeenheid, overigens niet te betekenen dat een vennootschap überhaupt geen maatschappelijke investeringen meer zou mogen doen.'

Raadslid Stephan Leewis van GroenLinks Rotterdam vindt het dan ook vreemd dat de maatschappelijke plichten van het Havenbedrijf uit de statuten zijn verdwenen. 'Ik wil van de wethouder precies weten waarom dit uit de statuten is gehaald. Wij vinden dat het Havenbedrijf zich juist méér moet laten gelden als een maatschappelijke organisatie. Tijdens de discussie over steenkool in de haven streed het Havenbedrijf bijvoorbeeld alleen maar voor de financiële belangen van de bedrijven in de haven. Maar daarvoor hebben we Deltalinqs al. Wij willen dat de gemeente als grootaandeelhouder een veel actievere rol gaat spelen, om zo een maatschappelijk verantwoord Havenbedrijf af te dwingen.' 

Ook Dennis Tak van de Rotterdamse PvdA vindt dat de gemeente een belangrijke rol te spelen heeft bij het uitstippelen van de strategie van het Havenbedrijf. 'Dat betekent niet dat we op de bestuurlijke stoel moeten gaan zitten en ons tegen de dagelijkse gang van zaken moeten aanbemoeien, maar wel dat de gemeente moet meedenken over de strategische koers. Dat heeft de afgelopen jaren wel wat te wensen overgelaten. De verduurzaming van de haven is een enorme uitdaging met een gigantische impact op de stad en het lijkt me niet meer dan logisch als de gemeente als grootaandeelhouder daarover de strategie mede bepaalt.’