
Wat betekent de opmars van China voor Nederland en Europa? Lees meer
China neemt nadrukkelijk zijn plaats op het wereldtoneel in. Naar verwachting streeft het de Verenigde Staten binnenkort voorbij als de grootste economie. Op allerlei manieren is China bezig kennis en hoogwaardige technologie in handen te krijgen; het wil in 2025 een onafhankelijke technologische grootmacht zijn. Wat betekent dit voor Nederland, dat al innig met China is verbonden?
België verbiedt aankoop van Chinese röntgencamera's voor de douane, Nederland (nog) niet
Hop uit China is doordrenkt van dwangarbeid, ook bij Heinekens partner
Heineken profiteert van de onderdrukking van Oeigoeren in China
Overheid hangt Nederland willens en wetens vol met Chinese repressie-camera’s
Defensie wist niet dat pantserwagens werden ingericht door ‘Chinees’ bedrijf
Defensie zet Oeigoers-Nederlandse luchtmachtofficier op non-actief uit vrees voor Chinese spionage
Sinologe Ingrid d’Hooghe: ‘Samenwerking met China moet, het biedt ook voordelen’
Chinees bedrijf betrokken bij bouw Nederlandse militaire voertuigen
Universiteit Leiden nam in stilte afscheid van haar omstreden Confucius Instituut
Chinese techreus Tencent gebruikt Nederland voor sluiproutes langs belasting en wetten
Burgemeester Peter den Oudsten van Groningen ontvangt een blijk van waardering van de Chinese zusterstad Xi'an. © Kees van de Veen
Achter stedenbanden met China schuilt propagandaclub van de Partij
Bij het aangaan van vriendschapsbanden met Chinese steden zien burgemeesters het vaak al helemaal voor zich: veelbelovende zakelijke contacten, de orders zullen binnenstromen. Wat ze meestal over het hoofd zien, is dat er meer aan vastzit dan wederzijdse economische belangen. Voor China zijn stedenbanden ook een politiek drukmiddel.
- Bij het aangaan van een vriendschapsband met een Chinese stad of regio denken gemeenten en provincies vaak enkel te maken te hebben met die ene lokale overheid daar, maar niets is minder waar.
- Alle stedenbanden met China worden gecoördineerd en gestuurd door de vriendschapsassociatie CPAFFC. Die doet zich voor als een ngo, maar wordt gesubsidieerd door de Chinese overheid en is nauw verweven met de Chinese bestuurlijke top.
- Instituut Clingendael publiceert vandaag een nieuw rapport over Nederlands-Chinese stedenbanden. Daarin wordt duidelijk dat de vriendschapsassociatie ervoor zorgt – met ‘latente aanwezigheid’ – dat Chinese lokale overheden primair het nationale belang dienen.
- Eerder liep het Chinese nationale belang parallel aan het commerciële belang. Onder Xi Jinping wordt via partnerschappen met buitenlandse steden vooral ook het Een-Chinabeleid gepusht.
- Vandaag, woensdag 26 januari, laat de Vaste Kamercommissie Buitenlandse Zaken zich vertrouwelijk inlichten – onder andere over stedenbanden met China.
Ter promotie van de diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en China zijn op 18 en 19 september 2017 ongeveer 300 vertegenwoordigers van bedrijven en lokale overheden bijeen op een conferentie in Den Haag. Op het podium prijken, tussen de bloemen, een Nederlandse en een Chinese vlag, het spotlight staat op vriendschapsbanden.
Zo wordt op deze conferentie de tiende verjaardag gevierd van de officiële band tussen Zuid-Holland en de Chinese provincie Hebei. Zuid-Holland kreeg daarvoor van Chinese kant in 2010 zelfs een ‘vriendschapsprijs’ uitgereikt, vanwege de ‘voorbeeldigheid’ van die band. Op dat moment heerste er in het Westen nog optimisme over de ontwikkelingen in China. In 2017 wordt de band nog innig gevierd, maar de jubelstemming is over het algemeen toch wat getemperd.
De Nederlandse initiatiefnemer is de Vereniging Nederland-China, een soort consultancy-kantoor dat de contacten tussen beide volken wil bevorderen. De vereniging staat onder leiding van de Haagse oud-wethouder Henk Kool, die voor het evenement steun krijgt van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, de provincie Zuid-Holland, en de gemeente Den Haag.
Keizerlijk paleis
Vanuit China wordt het evenement georganiseerd door de Chinese People’s Association of Friendship with Foreign Countries – de CPAFFC – met ondersteuning van de Chinese ambassade.
Deze vriendschapsassociatie huist in Beijing in een complex van negen gebouwen achter een sierlijke, zwart stalen poort met bewaking – twee straten verwijderd van het Keizerlijk Paleis en het Tiananmenplein. De CPAFFC telt elf departementen, nog afgezien van haar lokale branches. Wereldwijd organiseert ze vriendschapsbanden met Chinese steden en regio’s.
In een Engelstalig verslag van de conferentie in Den Haag – ‘in het kader van het Belt and Road-initiatief’ ofwel van de Nieuwe Zijderoute – benadrukt de CPAFFC later het succes van de bijeenkomst.
Wat is dit voor organisatie en wat voor invloed heeft die hier? Follow the Money zocht het uit.

Bij het aangaan van een vriendschapsband met een Chinese stad of regio denken gemeenten en provincies vaak enkel te maken te hebben met die ene lokale overheid in China, zo wordt duidelijk uit een rondgang langs 48 relevante gemeenten en provincie (26 gemeenten en 8 provincies hebben geantwoord). Maar dat is een vergissing.
Alle relaties met ‘zustersteden en -provincies’ worden gecoördineerd en gestuurd door de vriendschapsassociatie CPAFFC, die zich weliswaar presenteert als een ngo maar voornamelijk wordt gesubsidieerd door de Chinese overheid. Ze onderhoudt ook nauwe banden met het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken (bijna alle voorzitters zijn oud-diplomaten) en andere belangrijke politieke figuren. Oud-voorzitter Li Xiaolin is bijvoorbeeld de dochter van Li Xiannian, de voormalige president van de Volksrepubliek China.
Iemand die de Chinese vriendschapsassociatie van binnenuit kent is Chen Yonglin, een man die jarenlang voor de Chinese ambassade in Australië werkte en daar uiteindelijk politiek asiel kreeg. ‘Voorzitter zijn van de CPAFFC is net een ministerschap: het geldt als een beloning,’ zegt hij tegen Follow the Money. ‘De associatie is een overheidsinstituut, vermomd als ngo.’
‘Voorzitter zijn van de CPAFFC is net een ministerschap, een beloning’
Ook de Tsjechische en Amerikaanse denktanks Sinopsis en CBSA benadrukken dat bij vriendschapsbanden geen onderscheid te maken is tussen lokale Chinese belangen en China’s nationale beïnvloedingscampagne.
Sinopsis: ‘[De vriendschapsassociatie] speelt een sleutelrol bij het uitoefenen van lokale beïnvloeding door lokale overheden en andere organisaties in het buitenland te benaderen, relaties met zustersteden te onderhouden en regionale en wereldwijde uitwisselingsplatforms voor lokale overheden op te zetten.’
Wat de Chinese overheid wil met deze banden en deze contacten met lokale overheden in Nederland is tweeledig: ze gebruikt ze als propagandakanaal en om te profiteren van de kennis van bepaalde Nederlandse topsectoren.
De CPAFFC doet naar eigen zeggen aan ‘het versterken van de vriendschap tussen groepen/individuen, het bevorderen van internationale samenwerking, het bevorderen van wereldvrede en gemeenschappelijke ontwikkeling.’
Maar China-onderzoekers wijzen erop dat die woorden vanuit Chinees perspectief wat anders betekenen dan vanuit het westerse.
De Amerikaanse denktank CBSA citeert het boek van China-expert Anne-Marie Brady (Making the foreign serve China): ‘Vriendschap betekent [in het Chinese communistische jargon] een strategische relatie; niet een goede of intieme persoonlijke relatie. Vriendschaps-terminologie is eerder een middel om de oppositie psychologisch te neutraliseren en de werkelijkheid te herordenen.’ De ‘vriendschap’ kortom, is met name strategisch.
In Nederland staan voor gemeenten en provincies geen politiek-strategische maar economische belangen op de voorgrond, blijkt uit navraag. Ze gaan ervan uit dat hun Chinese evenknieën bij vriendschapsbanden dezelfde doelen hebben als zij.
Maar voor China zijn economische middelen een manier om een doel (politieke macht) te bereiken. Zo schrijven de Nederlandse veiligheidsdiensten in hun ‘Dreigingsbeeld statelijke actoren’ van 2021: ‘China’s economische agenda is politiek gemotiveerd. Dit blijkt onder andere uit een scala aan economische middelen dat China inzet om politieke doelen te behalen en politieke druk of invloed uit te oefenen.’
De vriendschapsassociatie CPAFFC is sterk voorstander van people-to-people-diplomatie: niet de nationale overheden maar mensen op een lager niveau houden de banden warm tussen landen onderling.
Belangrijke individuen
Het is dan ook geen toeval dat de associatie is opgericht in mei 1954, toen China grotendeels geïsoleerd was van de rest van de wereld.
‘Om toch contacten te kunnen onderhouden met andere landen, investeerde China in “vriendschapsbanden” en “people-to-people diplomacy”,’ schrijft China-kenner Ties Dams van het Instituut Clingendael in een vandaag verschenen rapport. Hij onderzocht de kwestie in opdracht van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). ‘Dit zijn in feite partijgeleide diplomatieke kanalen, ook wel “non-onofficiële” banden genoemd.’
Uit een interview met de vicepresident van de vriendschapsassociatie in het pro-Chinese Bauhinia Magazine blijkt dat people-to-people diplomacy nog steeds hoog op de agenda van zijn organisatie staat: ‘Uiteindelijk hangt de ontwikkeling van de nationale betrekkingen af van de harten en geesten van de mensen. Wil de “Nieuwe Zijderoute” stabiel zijn en blijven voor de lange termijn, dan kan die niet los worden gezien van de steun en de garantie van peer-to-peer-banden.’
Die peers zijn niet altijd de minsten. Sinds 2013 komen ieder jaar ongeveer dertig ceo’s van ‘s werelds grootste bedrijven op uitnodiging bij elkaar in Beijing. Ze vormen de global ceo council van de associatie. Onder anderen de topmannen van Coca-Cola, Dell, Disney, Volkswagen, Philips en Carrefour maken deel uit van de club. De afgelopen jaren vonden de meetings digitaal plaats.
Volgens de CPAFFC zelf is de global ceo council bedoeld als een netwerkclub die advies geeft aan Chinese leiders. De ceo’s praten tijdens hun meetings met de Chinese premier over onderwerpen die belangrijk zijn voor de Chinese overheid. China’s snelle verstedelijking bijvoorbeeld, en de problemen die daaruit ontstaan, zoals afvalverwerking en energievoorziening. Door hun oor te luisteren te leggen kunnen de bedrijven ook zelf kansen ontdekken op de Chinese markt.
Ook Feike Sijbesma, tot augustus 2021 coronagezant van Nederland, was als ceo van DSM tussen 2013 en 2019 verbonden aan de global ceo council van de CPAFFC. Hij zei in 2013 op de website van DSM daar vereerd mee te zijn. ‘De organisatie weerspiegelt China's belangstelling en inzet om het land op een innovatieve en duurzame manier verder te ontwikkelen, en er wordt ingegaan op de onderwerpen en kansen waarmee China wordt geconfronteerd.’ Nu Sijbesma ceo af is, is Dimitri de Vreeze lid, zijn opvolger bij DSM.
Feike Sijbesma was vereerd met zijn lidmaatschap: ‘De organisatie weerspiegelt China's inzet om zich innovatief en duurzaam te ontwikkelen’
We belden Sijbesma over zijn tijd bij de council, maar hij vindt het ‘niet gepast’ om daar nu op te reflecteren omdat hij er drie jaar geleden uit is gegaan en ‘niet op de hoogte’ is van de laatste ontwikkelingen.
Ook andere ceo’s koesteren hun banden met de CPAFFC. Zo adviseerde Stephan Wöllenstein (voormalig topman van Volkswagen) de Duitse kamer van koophandel in China – waarvan hij zelf voorzitter is – om vooral intensiever samen te werken met de vriendschapsassociatie.
De invloed van de CPAFFC strekt verder dan ceo’s van multinationals. Directeur Hu Zhirong had bijvoorbeeld ook contact met Donald Trump, Boris Johnson, een groot aantal andere Britse oud-premiers en met leden van het Britse koninklijk huis.

Steeds politieker
Waar voorgaande presidenten stedenbanden overwegend commercieel inzetten, speelt onder Xi Jinping China’s nationale politiek een grotere rol. De vriendschapsassociatie wil bijvoorbeeld de Een-Chinapolitiek uitdragen, schrijft ze op haar website. In die filosofie is geen plaats voor een onafhankelijk Taiwan of Hongkong.
Het bekendste voorbeeld van politieke druk via vriendschapsbanden komt uit Praag. In 2019 verbrak die stad haar zusterband met Beijing vanwege de verplichting om de Een-Chinaverklaring te ondertekenen. Praag ging in 2020 een zusterband aan met de Taiwanese stad Taipei, waarna ook Shanghai de band met Praag subiet verbrak. De reden was dat de Praagse connectie met Tapei indruiste tegen de ‘core interests’ van China.
Ook in Bangladesh zet China vriendschapsbanden in als politiek-strategisch drukmiddel. In ruil voor Chinese hulp bij de bestrijding van corona werden zes steden verplicht om een city-to-city partnership aan te gaan met lokale overheden in China.
De CPAFFC probeert ook binnen Europese organisaties aan invloed te winnen, bijvoorbeeld via de officieuze EU-China Vriendschapsgroep en de China-EU Association (CEUA). Deze laatste vriendschapsgroep staat onder leiding van de oud-voorzitter van de CPAFFC en van He Luli, voormalig vice-voorzitter van het Permanente Comité van het Nationaal Volkscongres, het hoogste orgaan van de staats- en wetgevende macht in China.
‘Grooming’
Clive Hamilton, een Australische hoogleraar public ethics, gaat zelfs zo ver dat hij de CPAFFC beschuldigt van ‘grooming’ van lokale burgemeesters.
Dat paaien van bestuurders blijkt af en toe succesvol. Zo liet de burgemeester van het Australische Rockhampton een door scholieren geschilderde Taiwanese vlag weghalen bij een kunstproject dat de diversiteit van de jongeren moest vieren. Ze zei daarover: ‘De overeenkomst tussen de Australische regering en China is dat Australië Taiwan niet als een afzonderlijk land erkent – vandaar ook geen vlag.’ Rockhampton heeft sinds 2016 een vriendschapsovereenkomst met de Chinese miljoenenstad Zhenjiang.
Ook in Nederland tonen burgemeesters zich enthousiast over de vriendschapsbanden met China. Zo schrijft de CPAFFC in een artikel over de gemeente Wageningen, die een ‘prijs’ won voor haar ‘succesvolle band’ met Zhangzhou: ‘Burgemeester Van Rumund bewaart de trofee op zijn bureau en toont hem trots aan zijn gasten.’
Verderop in het artikel: ‘Burgemeester Geert van Rumund en Li Jianguo, de toenmalige burgemeester van Zhangzhou, grapten dat Wageningen en Zhangzhou officieel getrouwd waren. Ze dronken zogenoemde "love shots" van champagne uit elkaars glazen, naar traditioneel Chinees gebruik.’ Sinds juni 2021 is Geert van Rumund geen burgemeester meer van Wageningen.

Toch lijken slechts enkele Nederlandse gemeenten ooit van de CPAFFC te hebben gehoord. Alleen Den Haag zegt contact te hebben gehad met de organisatie, voor de conferentie in 2017.
Wageningen zegt desgevraagd: ‘We kennen en kenden de CPAFCC verder niet, zij hebben alleen in 2014 een vriendschaps-award toegekend. We zijn niet bekend met de genoemde onderzoeksrapporten en werkwijze van het CPAFFC (..) Mochten jullie de onderzoeksrapporten beschikbaar hebben dan ontvangen we die graag! We willen wel graag benadrukken dat we ‘grooming-praktijken’ ten zeerste afkeuren en ons niet laten beïnvloeden om bepaalde berichtgeving naar buiten te brengen.’
Provincies zijn doorgaans beter bekend met de organisatie, maar zich niet bewust van haar politieke functie, blijkt bij navraag door Follow the Money.
Zuid-Holland mailt: ‘De CPAFFC is een overheidsorganisatie op nationaal niveau die de people-to-people diplomatie en lokale overheidsuitwisselingen coördineert. CPAFFC keurt de aanvragen voor officiële zusterrelaties goed, maar heeft geen rol in de daadwerkelijke uitvoering daarvan.’
Rapport
Het ligt allemaal toch wat genuanceerder, zegt China-deskundige Ties Dams. Hij deed in opdracht van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid onderzoek naar de Chinese achtergrond van vriendschapsbanden met lokale overheden in Nederland en publiceert daarover vandaag zijn rapport. Dams keek onder andere naar de specifieke rol van de CPAFFC.
Volgens hem zit er in China op elk bestuursniveau – bij iedere stad en regio – wel iemand van die vriendschapsassociatie – vaak op de afdeling Buitenlandse Zaken. Dams: ‘Ze moeten soms in overleg met zichzelf.’
Zo heeft de associatie een netwerk op z’n plaats – mocht ze hier en daar ‘aan een lijntje willen trekken’. Het CPAFFC houdt toezicht op alle formele overeenkomsten die bij vriendschapsrelaties met buitenlandse steden of regio’s worden afgesloten.
Dams: ‘In het kader van vriendschapsbanden is er altijd – onder iedere Chinese leider – een belangrijke nationale aansturing geweest. Meestal is die latent of achteraf, dat er checks plaatsvinden. Die nationale aansturing wordt weer wat strakker, proactiever en politieker onder Xi Jinping.’
Andere onderzoekers zeggen zelfs dat de CPAFFC een onderdeel is van – of gezien kan worden als – het gezicht van het Verenigd Front: een organisatie van de Chinese Communistische Partij, gericht op het beïnvloeden van opinies over China wereldwijd.
Maar zo ver wil Dams niet gaan. ‘Ik ben daar goed ingedoken, en mijn onderzoek wijst uit dat de vriendschapsassociatie binnen de invloedssfeer van het bredere United Front-mechanisme valt, maar niet onder directe controle van het United Front Work Department.'
Volgens Dams is de CPAFFC belangrijk genoeg om op zichzelf te staan. Toch is er een duidelijke overlap tussen de twee organisaties. ‘Daar wordt ook geen groot geheim van gemaakt.’
In zijn vandaag verschenen rapport schrijft hij: ‘Opvallend is dat de adviesraad van de CPAFFC grotendeels bestaat uit leden van het Nationaal Comité van de Politieke Consultatieve Conferentie van het Chinese Volk (hierna CPPCC). Volgens de Chinese Grondwet heeft de CPPCC een belangrijke rol in het stimuleren van vriendschap met andere landen. De CPPCC wordt alom gezien als een instituut dat wordt geleid door het UFWD.’
De burgemeester van Sittard-Geleen maakte een filmpje om zusterstad Maoming te bedanken voor de mondmaskers
Zo dient de CPAFFC in de praktijk als een kanaal voor het werk van het Verenigd Front.
Een duidelijk voorbeeld van de Verenigd Front-strategie waarbij vriendschapsbanden worden ingezet, is de mondkapjesdiplomatie. Meerdere gemeenten zeggen van hun Chinese zusterstad medische hulpmiddelen te hebben gekregen. De burgemeester van Sittard-Geleen maakte zelfs een filmpje om zusterstad Maoming te bedanken voor mondmaskers ter waarde van ongeveer 25.000 euro.
Dams: ‘De mondkapjesdiplomatie is duidelijk vanuit het Verenigd Front gecoördineerd. Stedenbanden worden bijvoorbeeld aangegrepen voor fotomomenten. Dat laat zien dat die structuren in normale tijden misschien niet echt gebruikt worden, maar dat die wel latent aanwezig zijn, zodat ze op zo’n moment als met die mondkapjes redelijk efficiënt aangewend kunnen worden.’
(Nog) geen dreiging
Veel hoeven Nederlandse steden vooralsnog niet van de vriendschapsbanden te vrezen, zegt Dams. Daar zijn we simpelweg niet belangrijk genoeg voor. Op de website van de CPAFFC wordt in de lijsten van partnersteden en -regio’s ook geen gewag gemaakt van de banden met Nederland.
Maar juist wanneer Nederland zich meer van China afkeert, zal het die stedenbanden eerder inzetten als politiek drukmiddel, voorspelt hij. Dams: ‘Misschien gaan ze dan – ik noem maar wat – de Rotterdamse haven allerlei interessante contracten ontzeggen.’ Dit is een zichzelf versterkend effect: ‘een vicieuze cirkel van vijandschap’.
Volgens Dams is het echter niet noodzakelijk om de banden met lokale Chinese overheden door te knippen. ‘Stedenbanden gaan niets veranderen aan China's mensenrechten. Toch kan het belangrijk zijn om die dialoog open te houden. Om te vertellen waar wij voor staan. Om in tijden van crisis kanalen voor bemiddeling te hebben.’
Voor die dialoog is het wel belangrijk om te weten met wie je praat. Zoals Sun Tzu, bekend militair strateeg uit de Chinese oudheid, zei: ‘Als je jezelf kent maar de ander niet, lijd je bij elke overwinning ook een verlies.’
De Nederlandse veiligheidsdiensten bepleiten alertheid voor heimelijke politieke beïnvloeding vanuit China: ‘In sommige gevallen is er geen bewijs van directe beïnvloeding maar kunnen relaties tussen statelijke actoren en Nederlandse burgers, bedrijven en organisaties wel als zorgelijk worden gekenmerkt.’
Onderzoekers van de Tsjechische denktank Sinopsis waarschuwen dat bij vriendschapsbanden vooral ‘economische diplomatie’ en ongelijke verdeling van informatie op de lange termijn tot beïnvloeding leiden.
De Sinopsis-onderzoekers benadrukken daarnaast dat het belangrijk is dat er meer voorlichting moet komen over de risico’s van contact met partijen als de Chinese vriendschapsassociatie. Ze drukken lokale overheden ook op het hart transparant zijn over deals met dit soort organisaties, en daarover verantwoording af te leggen.
Dat wordt lastiger wanneer niet overheden maar private partijen die contacten onderhouden.
Nieuwjaarswensen
In Nederland is de Vereniging Nederland-China van de Haagse oud-wethouder Henk Kool (in de wandelgangen ook wel: Chinese Kool) een belangrijk aanspreekpunt van de CPAFFC.
Bij dergelijke constructies worden in het buitenland vraagtekens gezet, zegt Ties Dams. ‘In de Verenigde Staten is de CPAFFC aangeduid als een diplomatieke missie, en is besloten om daar alleen nog maar vanuit bepaalde overheidskanalen mee te praten. In Nederland gebeurt dat door een private partij.’
Henk Kool zegt zelf dat het contact tussen zijn vereniging en de vriendschapsassociatie beperkt blijft tot het uitwisselen van nieuwjaarswensen. Foto’s op de website van de CPAFFC maken duidelijk dat Kool in anderhalf jaar tijd drie keer in Beijing op bezoek ging, met de oud-voorzitters Jaap Post en Niek Meijer.
De Vaste Kamercommissie Buitenlandse Zaken laat zich vandaag vertrouwelijk inlichten over China’s invloed in Nederland, waarbij ook de stedenbanden aan bod zullen komen.
De CPAFFC en de Chinese ambassade reageerden niet op onze vragen.
7 Bijdragen
Jelko Dijkman 2
Het is een beetje jammer dat dat vervolgens wordt aangedikt met de meningen van enkel China-vijandige denktanks om er een alarmistischer verhaal van te maken.
Jan Ooms 10
Jelko DijkmanDaarmee doet u het artikel ernstig tekort.
Overigens waarin zou deze 'vijandigheid' zijn oorsprong vinden?
Zou dat misschien iets te maken kunnen hebben met de reputatie van China op het gebied van mensenrechten, minachting voor- en onderdrukking van de eigen bevolking?
Yvonne Koster 6
Jan OomsJan Ooms 10
Yvonne KosterIk ben het helemaal met u eens en reageerde hierboven (licht cynisch) op de bijdrage van Jelko Dijkman, die het Clingendael rapport wel voldoende vond en het artikel kennelijk te ‘alarmistisch’.
Willem Kooiman 1
Walter Boer 3
Annemiek van Moorst 11