In de afgelopen jaren kwam bij verschillende woningcorporaties het ene schandaal na het andere naar boven. Lees meer

Het bekendste geval is Vestia, dat door gerommel met derivaten voor bijna 2 miljard euro moest afboeken. De overige corporaties draaiden op voor de schade en berekenden de kosten door aan de huurders. Ook het Rotterdamse Woonbron en het Amsterdamse Rochdale kwamen in het nieuws door schandalen omtrent risicovolle investeringen en graaiende bestuurders. Peter Hendriks volgt het dossier en doet op FTM regelmatig verslag van de ontwikkelingen in deze sector.

178 artikelen

Hoogste tijd om te stoppen met zeuren over de OZB

Het staat vast: 2016 is het vijfde jaar op rij waarin de Onroerende Zaak Belasting (OZB) van de gezamenlijke Nederlandse gemeenten meer stijgt dan afgesproken. Daardoor ontstaat de indruk dat de ruim 400 gemeenten er een potje van maken en de OZB naar believen verhogen. Dit lijkt echter niet het geval.

Iedere keer als de envelop met lokale heffingen bij de woningbezitters op de mat valt, kun je het tandenknarsen bijna horen. Meestal moet in twee termijnen een bedrag van vele honderden euro’s worden overgemaakt. Het irritantste onderdeel van de aanslag – die ook de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en vaak de waterschapsbelasting omvat – is de OZB. Veel mensen ervaren de OZB als een soort boete voor het hebben van een eigen woning. Verhalen dat die OZB enorm uiteenloopt per gemeente en dat veel gemeenten zich weinig aantrekken van het door het rijk vastgestelde stijgingsplafond, jaagt de irritatie over deze belasting alleen maar aan.

Macronorm

Maar hoe liggen de feiten? Nederlandse gemeenten heffen belasting op het onroerend goed binnen hun grenzen. Iedere gemeente bepaalt daarbij jaarlijks zelf hoeveel procent van de WOZ-waarde de eigenaar van een pand aan OZB moet betalen. Gemiddeld bedraagt de OZB 0,133206 procent van de WOZ-waarde. Die OZB is de belangrijkste bron van inkomsten van een gemeente na de algemene uitkering uit het gemeentefonds.

In 2008 is de zogeheten macronorm in het leven geroepen, om zo te voorkomen dat gemeenten de OZB zouden inzetten om even snel een gat in de begroting te dichten. De macronorm is voor individuele gemeenten geen hard plafond, maar geeft aan met hoeveel procent de gezamenlijke OZB-opbrengst van alle gemeenten jaarlijks mag stijgen.

De macronorm is voor individuele gemeenten geen hard plafond

Zo’n systeem lijkt alleen werkbaar als de ruim 400 gemeenten onderling contact houden over de verdeling van de stijgingsruimte. Soms heeft een gemeente even wat meer inkomsten nodig, terwijl andere gemeenten best even met wat minder toe kunnen. Dat verschil moet je proberen te middelen, maar een overlegstructuur daarvoor ontbreekt. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft ook geen model om de beschikbare ruimte eerlijk te verdelen. Iedere gemeente opereert onafhankelijk bij het vaststellen van het OZB-percentage.

Lokale democratie

Volgens Corine Hoeben, onderzoekster bij het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) in Groningen, kijken gemeenten meestal goed naar de hoogte van de OZB in de omringende gemeenten. De grote steden richten zich vooral op de ontwikkeling van de stijgingen binnen de G32-groep. Dat zijn informele, absoluut niet waterdichte methodes, maar het is moeilijk om te bedenken hoe het anders moet. Hoeben benadrukt dat als je de OZB laat bepalen door een instantie buiten de gemeentes, je de lokale democratie buitenspel zet en je de gemeentes de mogelijkheid ontneemt om af en toe een beetje te spelen met die inkomstenbron. 

Naast het in de gaten houden van wat de buurgemeenten doen, hanteren de wethouders de macronorm ook als richtsnoer. Dat is iets anders dan een plafond, maar de macronorm heeft zo wel een matigend effect op de stijging van de OZB.

Boze kiezers zijn het ultieme schrikbeeld voor wethouders met ambitie om langer aan te blijven

Daarbij is iedere lokale politicus zich ervan bewust dat elke overschrijding van de macronorm electoraal ongunstig is. Boze kiezers zijn het ultieme schrikbeeld voor wethouders met ambitie om langer aan te blijven en dus is men voorzichtig met het verhogen van de OZB.

Melkkoe

De OZB stijgt dan weliswaar al vijf jaar meer dan de regering beoogt, maar de minister zal zeker hebben vastgesteld dat die overschrijdingen zeer beperkt zijn. Er zijn in Nederland ongeveer 4 miljoen huizen die worden bewoond door hun eigenaar. In 2012 bedroeg de overschrijding van macronorm in geld uitgedrukt 7,7 miljoen euro, dus gemiddeld nog geen twee euro per woning. De koploper is 2015, toen moest gemiddeld per woning 11 euro boven de macronorm worden betaald. Let wel, dit zijn bedragen per jaar. Iedere keer als iemand voor 50 euro boodschappen doet, betaalt hij een dergelijk bedrag aan btw.

De overschrijdingen zijn dus verre van spectaculair. Zeker niet als je meeweegt dat de het voor de gemeenten al geruime tijd zware tijden zijn. De belangrijkste oorzaken: de effecten van de recessie, de weggesmolten inkomsten uit het gemeentelijk grondbedrijf en het beleid waarbij taken worden verlegd van het centrale naar het gemeentelijke niveau. Vooral die laatste operatie verklaart de relatief grote overschrijding van 2015.  

Organisaties die veel huizenbezitters in hun achterban hebben, uiten zich meestal minder genuanceerd over de overschrijdingen. De Vereniging Eigen Huis laat bij iedere overschrijding haar onmin blijken. Ook is er een groepje VVD-Kamerleden, met mensen als Roald van der Linde, Helma Neppérus en Foort van Oosten dat zich opwerpt als verdediger van de, voor de VVD zo belangrijke, huiseigenaar. De Telegraaf publiceerde op 2 maart 2016 als stelling van de dag: 'De huiseigenaar is de melkkoe geworden van de gemeenten'. Die stelling werd met veel enthousiasme omarmd door de lezers.

Reputatieschade

Die kwalificatie van De Telegraaf is zwaar overdreven, maar dat gevoel melkkoe te zijn zullen ze zeker wel hebben in het Limburgse Meerssen, waar in 2016 de OZB met 37 procent steeg. Volgens de wethouder gaat het om een soort inhaalslag, die noodzakelijk was omdat de gemeente de burgers te lang had ontzien. Het is vervelend voor Meerssenaren als Mark van Bommel en Bert van Marwijk, maar Meerssen is echt een uitschieter.

Per 2019 moet er een nieuw stelsel van lokale belastingen in werking treden

Het ziet er niet uit als een blijk van krachtig bestuur, als jaar na jaar een door de Centrale Overheid opgelegde norm wordt overschreden, maar het lijkt erop dat de regering deze reputatieschade nog even voor lief neemt. Per 2019 moet er een nieuw stelsel van lokale belastingen in werking treden en minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties liet op 15 december 2015 weten, het oplossen van de problemen met de macronorm als onderdeel te zien van die operatie.

Ergernis

We zitten in 2017 en 2018 dus nog met die niet goed functionerende macronorm. Om de komende twee jaar de ergernis binnen de perken te houden, volgt hier een aantal redenen waarom we de schouders kunnen ophalen over eventuele overschrijding van de macronorm.

  • Vergeet niet dat in 2009, 2010 en 2011 de stijging van de OZB onder de macronorm bleef. Gerekend over meerdere jaren is de gemiddelde overschrijding dus minder groot dan als alleen de laatste vijf jaar wordt bekeken. Dit uitmiddelen treedt ook op bij individuele gemeenten. Een jaar met een overschrijding kan worden gevolgd door een jaar van een OZB-stijging onder de norm. Er waren dit jaar sowieso meer dan 200 gemeenten die zich netjes aan de norm hielden.
  • Vaak kiezen gemeenten ervoor om een wat hoger uitgevallen OZB-heffing te compenseren met een verlaging van bijvoorbeeld de afvalstoffenheffing of de rioolheffing. Die laatste heffing mag alleen worden ingezet voor werkzaamheden aan het riool. Een jaartje wat minder onderhoud is zelden rampzalig. In Duiven in Gelderland stijgt de OZB dit jaar met 28 procent, maar door een matiging van de rioolheffing is de stijgingen van de totale gemeentelijke heffing heel beperkt. In Kampen, waar de OZB met 17 procent steeg, is iets soortgelijks gedaan met de afvalstoffenheffing.  In 2016 steeg de som der woonlasten gemiddeld in alle gemeenten slechts met 11 euro tot 745 euro.
  • De OZB bedraagt maar 1,6 procent van het totaal aan directe en indirecte belastingen van de gemiddelde burger.
  • De sociale huurders hebben sinds 2009 de huren met bijna 30 procent zien stijgen. Dat heeft veel te maken met de verhuurderheffing die de regering heeft ingevoerd. De meeste huiseigenaren daarentegen hebben in die periode hun hypotheekrente flink zien dalen. Die stijgingen van de OZB doen per saldo dus geen pijn.
  • De gemeenten hebben door bezuinigingen en overheveling van taken van het centrale naar het gemeentelijke niveau heel veel extra kosten moeten maken. De beperkte overschrijdingen van de macronorm is zo bezien een toonbeeld van financiële discipline.

Tot slot: het zou een goed idee zijn als vanaf 2019 die woonlasten gewoon in heel Nederland maandelijks werden afgeschreven. Iedere maand 60 euro doet minder pijn dan twee, altijd weer onverwachte, acceptgiro’s met daarop de woonlasten en de heffing van het waterschap erop.   

Uw woonlasten

Nieuwsgierig hoe uw woonlasten uitvallen? U kunt hier op de website van COELO de woonlasten van uw gemeente vergelijken met die van andere gemeentes.

Lees verder Inklappen