Tax Wars #3. Panama Papers: fiscaal kleur bekennen

Christiaan Vos volgt voor Follow the Money agressieve belastingplanning van multinationals en de felle belastingconcurrentie tussen staten. Staten liggen onder fiscaal vuur van multinationals terwijl ze door andere staten in de flank worden aangevallen, met de EU en de VS als belangrijkste warlords. Wat betekent dit voor burgers in een geglobaliseerde wereld? Kunnen we ons nog wel verdedigen?

Begin jaren negentig, toen ik een jonge fiscalist was, lag de wereld aan mijn voeten. Belasting ontwijken was nog de nationale sport en als adviseur kon ik veel geld voor mijn cliënten verdienen. Zelf verdiende ik er ook goed mee. Het gebeurde destijds in alle openheid , zonder maatschappelijke gêne. Behalve als je het onderste uit de kan wilde en je zwarte geld illegaal op buitenlandse rekeningen zette. Dat is gewoon belastingfraude. Wat fiscalisten doen, past binnen de letter van de wet. En binnen de wet hebben we toch recht op fiscaal de meest voordelige weg?

Toch is er morele verontwaardiging als multinationals als Amazon, Starbucks en Google met ingewikkelde, maar op zich legale, fiscale constructies belasting ontwijken. En ook de onthullingen van de Panama Papers roepen boosheid op. Zelfs als het parallelle universum aan juridische structuren voor bedrijven en rijke personen helemaal legaal is — wat nog maar de vraag is — dan nog voel je dat er iets niet in de haak is.

Willens en wetens

De president van de Verenigde Staten, Barack Obama, draait het zelfs om. Het ziet er naar uit, zei hij, dat de boven water gekomen structuren allemaal legaal zijn, maar, voegde hij er terecht aan toe, dat maakt het juist zo erg! Onze wetten zijn slecht als er niet meer voor nodig is dan een relatief klein leger fiscalisten en accountants om je te onttrekken aan je maatschappelijke verantwoordelijkheden, aldus Obama. Staten moeten daar op aangesproken worden. Maar daar zit nou juist een van de grote problemen.

Een groot deel van wat agressieve belastingplanning wordt genoemd is door staten nadrukkelijk beoogd

Want deze geheime structuren zijn niet alleen het onbedoelde gevolg van slechte wetten, maar worden vaak willens en wetens door staten gefaciliteerd. Een groot deel van wat agressieve belastingplanning wordt genoemd, is door staten nadrukkelijk beoogd. Het doel: binnenhalen van buitenlandse investeringen voor banen en economische groei. Nederland, België en Luxemburg zijn hierin zeer actief en maken daarvoor belastingafspraken met het bedrijfsleven, zogenaamde rulings. De Europese Commissie heeft deze landen vorig jaar gevoelig op de vingers getikt. Europees Commissaris Margrethe Verstager betitelt de rulings als verboden staatssteun en eist dat het genoten belastingvoordeel wordt terugbetaald.

Nieuwe markt

Puntje voor de Europese Commissie, maar Nederland, België en Luxemburg zijn in beroep gegaan. En zelfs met de aanpak van die rulings is het probleem niet opgelost. De EU heeft niet kunnen verhinderen dat de combinatie van grote multinationals en superrijken enerzijds, en staten die om buitenlandse investeringen vechten anderzijds, heeft geleid tot een nieuw soort markt. Een mondiale markt waar landen de producten zijn en waar de prijs bepaald wordt door de fiscale en juridische faciliteiten die staten bieden. Multinationals shoppen op deze markt voor landen en kiezen als plaats van vestiging dat land waar het arbeidsrecht, het milieurecht, de bescherming van intellectuele eigendom voor hun het beste geregeld is en waar, natuurlijk, de belastingen het laagst zijn. De macht van de staat wordt door deze markt van landen ondermijnd. Om de machtsverhoudingen te schetsen: de jaarlijkse omzet van Walmart, een Amerikaanse supermarktketen, is net zo groot als het binnenlands product van België. En er zijn nog veel grotere bedrijven dan Walmart.

De jaarlijkse omzet van Walmart, een Amerikaanse kruidenier, is net zo groot als het binnenlands product van België

En daar zit het grote verschil tussen burgers die zo min mogelijk belasting betalen en belastingontwijkende multinationals en superrijken. Wij, als gewone burgers, maken onderdeel uit van de maatschappij, in het land waar we wonen. Wij maken gebruik van wat ons land te bieden heeft, de scholen, de ziekenhuizen, de wegen, de defensie, noem maar op. Wij dragen daar ook aan bij via belastingen en kiezen onze politici om die belastingen weer uit te geven aan publieke voorzieningen. De wederkerigheid tussen de burger en zijn staat maakt dat we een veilige en goed voorziene samenleving kunnen opbouwen. Binnen zo’n relatie is het oké als je de grenzen van de spelregels opzoekt.

Multinationals ‘wonen’ overal en de superrijken kunnen ook gemakkelijk kiezen zelf van woonplaats te wisselen of delen van hun vermogen elders te stallen. Ze lijken hier alleen maar op bezoek te zijn. Ze maken gebruik van onze voorzieningen, maar willen er niet voor betalen. De noodzakelijke wederkerigheid ontbreekt en het gaat veel verder dan het opzoeken van de grenzen van de spelregels. Ze spelen het spel namelijk volgens heel andere regels: volgens de regels van het belastingparadijs waar ze formeel ‘inwoner’ van zijn. Agressieve belastingplanning mag dan wel binnen de wet zijn, maar niet binnen ‘onze’ wetten. Moreel wringt dit.

Multinationals maken gebruik van onze voorzieningen, maar willen er niet voor betalen

In zekere zin is er niks nieuws onder de zon. De Panama Papers laten zien wat al vele decennia aan de hand is. Iedereen weet wel dat Zwitserland lang aan een absoluut bankgeheim heeft vast kunnen houden, net als Liechtenstein en Luxemburg. Dat had vroeger ook een zweem van romantiek: hebzucht en Zwitserse franken. Maar er is ook iets wél veranderd: ‘Greed is good,’ zei Gordon Gekko in de beroemde film Wall Street. Toch belandt hij aan het eine van de film in de cel. Vijfentwintig jaar later in Wall Street deel 2, net terug uit de gevangenis, herinnert dezelfde Gordon Gekko zich zijn uitspraak, maar, laat hij ogenschijnlijk verrast, daarop volgen: ‘Nowadays, greed is legal.’

Gewijzigde moraal

Onder invloed van het neoliberale denken mochten hebzucht en deregulering de laatste decennia hand in hand gaan. Beïnvloed door de Amerikaanse schrijfster Ayn Rand, die egoïsme als hoogste deugd presenteert, is de moraal van zakendoen zichtbaar gewijzigd. Behalve de kredietcrisis van 2008, die grote economische schade heeft opgeleverd waar we allemaal nog steeds de prijs voor betalen, heeft dit ook de meeste miljardairs ooit opgeleverd.

De 1 procent superrijken van deze aarde hebben bijna de helft van het wereldvermogen in handen

Er zijn meer mensen met veel geld. En er zijn meer mogelijkheden om belasting te ontwijken. Er is misschien dan wel niks nieuws onder de zon, maar de schaal is veel groter geworden en daarmee, zoals de Franse econoom Thomas Piketty onderbouwd laat zien, de ongelijkheid in de wereld ook. De 1 procent superrijken van deze aarde heeft bijna de helft van het wereldvermogen in handen. En dat vermogen willen de superrijken beschermd hebben, niet zichtbaar, maar het liefst onzichtbaar. Het eerste politieke slachtoffer van de Panama Papers, de IJslandse premier Sigmundur David Gunnlaugson, heeft zich hier zwaar aan vertild. Als politicus pleitte hij voor terugbetaling van schulden aan buitenlandse schuldeisers van een failliete IJslandse bank, waaronder Nederland. Wat hij niet vertelde, is dat zijn vrouw via Panama aandelen had in een bedrijf dat ook schuldeiser was van diezelfde bank. Hij en zijn vrouw hadden dus een privébelang bij zijn politieke pleidooi.

Betere wetten

Het is goed dat dit soort duistere zaken aan het licht komt. Misschien is het slechts het topje van de ijsberg, maar het levert hopelijk een gevoel van urgentie bij politici op dat wél leidt tot goede wetten en internationale afspraken. Volgens John Christensen van Tax Justice Network zijn goede wetten de eerste voorwaarde voor een betere moraal bij bedrijven en staten. Staten moeten stoppen met schadelijke belastingconcurrentie waardoor de mogelijkheden voor agressieve belastingplanning vanzelf eindigen. Bedrijven, op hun beurt, moeten gedwongen worden verantwoording af te leggen over hoe ze de wereld gebruiken en hoe ze daarvoor hun bijdrage in de vorm van belastingen leveren. Bedrijven én staten moeten fiscaal kleur bekennen. En ook fiscalisten en internationale banken moeten daartoe gedwongen worden.

Bedrijven én staten moeten fiscaal kleur bekennen

Nu is het niet zo dat er helemaal niets gebeurt. Met FATCA, de Foreign Account Tax Compliance Act, hebben de Verenigde Staten in 2010 bijvoorbeeld al een belangrijke stap gezet. Deze wet verplicht buitenlandse banken en advieskantoren, zoals in Panama, met de Amerikaanse belastingdienst samen te werken om buitenlandse bezittingen van Amerikaanse burgers op te sporen.

Ook in OESO-verband wordt gewerkt aan meer transparantie en betere coördinatie van belastingsystemen wereldwijd. Een ambitieus plan moet zowel schadelijke belastingconcurrentie als agressieve belastingplanning tegengaan. De uitvoering hiervan is begonnen, zij het uiterst moeizaam. De Europese Commissie loopt voorop, en heeft aan de EU-lidstaten maatregelen voorgesteld die zelfs verder gaan dan de plannen van de OESO. Maar er is veel weerstand tegen. Nederland is kritisch. De plannen zouden het fiscale vestigingsklimaat in Nederland verslechteren. Ook de VS zijn kritisch. De dag nadat de voorstellen door de Europese Commissie gelanceerd werden, lieten de Amerikanen een hoge gezant invliegen om direct zijn beklag te doen. Volgens de Verenigde Staten zijn de voorstellen niets minder dan een directe aanval op Amerikaanse bedrijven.

De kans dat het OESO-project in zijn geheel gerealiseerd wordt, lijkt dan ook klein. De horde die moet worden genomen is dan ook groot en fundamenteel: landen moeten afstappen van het tot nu toe heersende uitgangspunt dat je met je belastingstelsel mag concurreren en moeten hun belastingpolitiek juist gaan coördineren. Dat beperkt echter de soevereiniteit van een staat, en dat ligt politiek uiterst gevoelig. Ierland, China en de VS hebben al expliciet aangegeven daar niet voor te voelen.

Diep verborgen zaken

Uitwisseling van gegevens lijkt iets makkelijker te liggen. Binnen Europa zijn al veel maatregelen genomen die spontane informatieuitwisseling verplicht stellen en grote bedrijven moeten straks per land aangeven hoeveel winst ze maken en hoeveel belasting ze daar betalen. De Verenigde Staten willen op dit punt ook graag haar belastingverdragen aanpassen en meer informatieuitwisseling verplicht stellen. Maar dat wordt binnen de Verenigde Staten geblokkeerd, door één senator, Rand Paul, die is verbonden met de Tea Party-beweging. Paul weet in zijn eentje de ratificatie van wijzigingen van belastingverdragen tegen te houden. Sinds 2010 is er in de VS geen verdrag meer goedgekeurd.

Waarom doet Rand Paul dit? Hij is tegen de in deze belastingverdragen opgenomen bepaling die landen verplicht automatisch informatie uit te wisselen en mee te werken aan rechtshulpverzoeken. Bepalingen die zwart geld moeten helpen opsporen, maar die in de ogen van Rand Paul een niet te verdedigen aantasting van de privacy van de Amerikaanse burger met zich meebrengen. Hij stelt de privacy van burgers boven het belang van een juiste belastingheffing.

Zijn het dan toch de miljardairs en de multinationals die de wereld runnen?

Dat helpt superrijken, dictatoriale regimes, multinationals, criminele organisaties en internationaal werkende adviseurs om zaken blijvend diep verborgen te houden. Gesteund door meerdere staten waar het geheimhouden van vermogen nog steeds mogelijk is, zoals Zwitserland, Panama en een hele trits belastingparadijzen, vertoeven ze het liefst in een afgezonderde schil om onze aarde. In deze op geheimen gebouwde schil, waarbinnen een eigen moraal lijkt te gelden, kunnen ze hun maatschappelijke verantwoordelijkheid ontlopen en hoeft niemand fiscaal kleur te bekennen. Dat is moreel verwerpelijk en we moeten ze daar op aanspreken. Maar het is ook beangstigend, want het versluiert de ware macht in de wereld. Zijn het dan toch de miljardairs en de multinationals die de wereld runnen? De schaal waarop dit alles gebeurt, laat dan ook vooral het falen zien van de terugtrekkende overheid, waarbij de prioriteit van politici ligt bij de individuele vrijheid ten koste van het gemeenschappelijk belang. Het wordt tijd dat staten daar een eind aan maken en hun kerntaak serieus nemen. De maatschappij moet beschermd worden.