© CC0 (Publiek domein)

Het is (nu echt) tijd voor een suikertaks

Herman Lelieveldt droomt al tijden van een belasting op suikerhoudende frisdrank. Nu in het Verenigd Koninkrijk de bal aan het rollen is gebracht, heeft hij goede hoop dat zijn droom uitkomt.

‘Geachte leden van de Tweede Kamer, dit is waarschijnlijk de eerste Prinsjesdag waarop u een minister van Financiën ziet die juist blij is dat een belasting niet méér maar minder geld in het laatje brengt. We hebben het natuurlijk over de frisdrankbelasting die dit kabinet met ingang van 1 mei 2019 zal invoeren. We weten dat deze belasting de fabrikanten ertoe zal aansporen minder suiker in hun frisdrank te doen, om zo de taks te ontlopen. Dat levert de staatskas weliswaar minder geld op, maar het is goed nieuws voor onze kinderen, die maar liefst 30 procent van hun suikerinname uit frisdranken halen.’

Nee, helaas is dit (nog) geen letterlijk citaat. Maar ik ben een koppige optimist, en daarom durf ik er in te geloven dat onze minister van Financiën Wopke Hoekstra aankomende derde dinsdag van september een speech als deze houdt. Hij zou daarmee in de voetsporen treden van zijn Engelse collega Philip Lamond, die in maart 2017 een vergelijkbaar betoog hield in het Britse House of Commons. Het resultaat: sinds begin april van dit jaar kosten alle frisdranken in het Verenigd Koninkrijk met meer dan 5 gram suiker per liter tussen de 18 en 24 pence extra — per liter, welteverstaan.

Ben ik aan het dagdromen? Of zal Nederland inderdaad binnen afzienbare tijd het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk volgen? Ik denk toch echt het laatste.

De reden daarvoor is dat we de politiek een beetje met een stuwmeer kunnen vergelijken. Wie daar langsrijdt, ziet op het eerste gezicht een vlakke plas water. Ongemerkt loopt het waterpeil echter stukje bij beetje op. Zo gaat het ook met de discussies over overgewicht en suikertaks: de argumenten van de voorstanders om ook in Nederland iets te doen, worden langzaam maar zeker sterker.

Ga het maar na: ook in Nederland neemt overgewicht toe. Tegelijkertijd laten steeds meer studies zien dat een sodataks effectief is en dat de huidige aanpak van zelfregulering nauwelijks werkt. Vorige maand nog concludeerde het RIVM dat afspraken in het Akkoord Verbetering Productsamenstelling slechts tot ‘kleine stappen’ in de verlaging van de suikerconsumptie leiden. 

Ook in Nederland begint de discussie over een suikertaks fundamenteel te kantelen

De tegenstanders van de suikertaks zijn er lang in geslaagd de dam gesloten te houden en de druk te weerstaan. Liberalen wijzen steeds weer op de eigen verantwoordelijkheid van burgers en zeggen dat zo’n belasting betuttelend is. Fiscalisten noemen een belasting op alleen frisdranken willekeurig: waarom niet ook op koek, snoep en chocola? Frisdrankfabrikanten zullen zeggen dat het veel banen gaat kosten en mensen gewoon de grens overgaan om daar hun boodschappen te doen.

Met deze zo op het eerste oog onwrikbare argumenten wisten de tegenstanders heel lang de status quo in stand te houden. Verandering is immers altijd moeilijker dan stilstand. Maar toch begint ook in Nederland de discussie fundamenteel te kantelen. Dat komt omdat het frame over de suikertaks dramatisch aan het verschuiven is, als gevolg van wat er in Engeland gebeurd is. 

Allereerst laat de Britse suikertaks zien dat zelfs een oerconservatieve regering er niet voor hoeft terug te deinzen harde maatregelen te nemen als de volksgezondheid in het geding is. Daarmee is het argument van de betutteling meteen uit handen van de tegenstanders geslagen. Het gaat niet om een nanny state die zich onnodig opdringt aan mondige burgers, maar om een overheid die weigert nog langer de maatschappelijke kosten van het onverantwoorde gedrag van frisdrankproducenten op zich te nemen. Als de Conservatieve Partij in het VK dat kan, dan moet ons conservatief-liberaal-christelijke kabinet dat toch zeker ook kunnen.

Dat brengt ons bij het tweede punt: het frame van de suikertaks is gekanteld. De belasting wordt niet meer beleefd als een paternalistische maatregel tegen burgers, maar als een broodnodige interventie tegen op winst beluste bedrijven. Dat frame doet het goed een tijd waarin grote bedrijven — denk aan big pharma, big tech (Facebook) en big food (Coca Cola) — steeds meer onder vuur liggen omdat ze zich te weinig maatschappelijk verantwoord opstellen. 

Zelfs voor de VVD-achterban moet deze belasting goed te verteren zijn

Het invoeren van een suikertaks biedt de politiek de mogelijkheid te laten zien dat ze wel degelijk keihard tegen het bedrijfsleven durft op te treden als het maatschappelijk belang erom vraagt. Juist dit kabinet heeft daar nu — na de beschamende discussie over de dividendbelasting — grote behoefte aan.

Het is vooral belangrijk voor de gezinspartijen CDA en CU, die allebei flink moeite hadden met het cadeau van 1,6 miljard aan de grote bedrijven (waaronder Unilever, dat een groot aantal frisdranken produceert). Het is dan ook geen toeval dat staatsecretaris van Volksgezondheid Paul Blokhuis (CU) al heeft laten doorschemeren een suikertaks niet langer uit te sluiten. Hij kan dat met gerust hart doen, omdat hij zich verzekerd weet van de steun van het CDA. Die partij had deze belasting immers eerder al in het concept-verkiezingsprogramma staan. Na de meloen van de dividendbelasting die deze partijen hebben moeten doorslikken, mogen zij nu hun achterban laten zien dat ze zich niet volledig aan de VVD hebben uitgeleverd. 

Maar zelfs voor de VVD-achterban moet deze belasting goed te verteren zijn, want het ziet er helemaal niet naar uit dat frisdrankfabrikanten erdoor op de fles gaan. Meteen na de aankondiging van de Britse regering maart 2017 herformuleerden bedrijven als de wiedeweerga de receptuur van hun dranken, om zo onder de belasting uit te komen. Het resultaat: er zit nu al 30.000 ton suiker minder in de Britse frisdranken. Daarmee kan het argument van de negatieve economische effecten ook van tafel. Door het suikergehalte te verlagen, worden de productiekosten lager en kunnen bedrijven zelfs meer winst maken dan vroeger. En zelfs Coca-Cola — dat het vertikt zijn magische recept te wijzigen — wist er een mouw aan te passen door het formaat van de flesjes en de blikjes te verkleinen en zo de kosten gelijk te houden.

En voor de D66’ers die beweren dat zo’n belasting niet mag van Europa: vorige maand kreeg Ierland desgevraagd het groene licht van  de Europese Commissie voor het invoeren van de Ierse sugar levy. De Commissie stelt vast dat frisdranken anders mogen worden behandeld dan andere producten met suiker, indien daar goede gezondheidsargumenten voor te geven zijn. 

Het heeft even geduurd, maar na Mexico, Zuid Afrika, India, Sri Lanka, Noorwegen, Engeland, Portugal, Frankrijk, Ierland, Saoedi-Arabië en talloze Amerikaanse staten en steden, zal ook Nederland de suikertaks invoeren. Is het niet dit jaar, dan zeker in 2019. Beter laat dan nooit!