
Voormalig Europarlementariër Paul van Buitenen beschuldigt het TNO ervan wetenschapsfraude te hebben gepleegd in de nasleep van de Enschedese vuurwerkramp. Op basis van een intensieve studie concludeert de voormalig klokkenluider dat het onderzoeksinstituut medeverantwoordelijkheid draagt voor de strafrechtelijke veroordeling van de directie van vuurwerkbedrijf SE Fireworks. Ook zou het handelen van het TNO brandweerlieden in gevaar hebben gebracht.
- Bijna twee decennia na de vuurwerkramp in Enschede levert het immense onderzoeksdossier nog altijd nieuwe inzichten op.
- Volgens nieuw review-onderzoek van 2014 tot 2018, uitgevoerd in opdracht van de Expertgroep Klokkenluiders in Utrecht, heeft het onafhankelijke onderzoeksinstituut TNO een dubieuze rol gespeeld in technische onderzoeken van de ramp.
- Hierdoor bestaat tot nu toe een vertekend beeld over de werkelijke oorzaak van de ramp en de betrokkenheid van de Fireworks-directie. Ook is er nog altijd discussie tot op hoog niveau of vuurwerkbranden met water moeten worden geblust.
Het is dinsdag 11 oktober 2005. Het militair oefenterrein dichtbij de stad Stalowa Wola in het zuidoosten van Polen ligt er vredig bij, maar dat zal spoedig veranderen. Het onafhankelijke onderzoeksinstituut TNO heeft het terrein namelijk afgehuurd voor een grote vuurwerkproef. Het betreft de voorlaatste reeks testexplosies van evenementenvuurwerk in een grootschalig Europees onderzoek, het zogeheten Chaf-project, dat wordt gehouden naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede. Hierbij wordt onder meer gekeken naar een betere methode om vuurwerk te classificeren. Behalve medewerkers van het TNO en de brandweer, is er ook een delegatie ambtenaren van het ministerie van Binnenlandse Zaken en het RIVM aanwezig.
De Poolse proef krijgt een bizarre wending wanneer een partij van 5000 kilo licht evenementenvuurwerk (vuurpijltjes zonder stok, klasse 1.4), die verpakt zit in een hermetisch afgesloten container, op afstand via een elektronische ontsteker in brand wordt gestoken. Na seconden voltrekt zich een gigantische explosie. Brokstukken van de ontplofte container komen 500 meter verderop terecht. Op filmbeelden is te zien dat de explosie zich manifesteert als een rood-oranje paddestoel, omringd door grijze stofwolken.
De brokstukken vliegen de TNO-medewerkers, pyrotechnici, brandweerdeskundigen en beleidsmakers om de oren. In de omgeving sneuvelen zelfs ruiten van huizen. De overlast voor de buurt is dermate groot dat de proef niet mag worden herhaald. Een proef met mortierbommen van 6 inch, die veel zwaarder zijn – klasse 1.1 – dan de vuurpijltjes zonder stok, wordt echter driemaal gedaan. Elke keer is de reactie veel minder heftig dan bij die ene proef met het lichte vuurwerk in de container. De verbazing bij de aanwezigen is groot. Niemand had verwacht dat licht geclassificeerd evenementenvuurwerk met zo’n enorme kracht zou exploderen.
Herinneringen aan Enschede
Het Europese Chaf-project, waarvan de proef in Polen deel uitmaakt, is opgezet naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede. En inderdaad roepen de beelden van de Poolse ontploffing herinneringen op aan die zaterdag in mei 2000, waarop zich in Enschede een van de grootste naoorlogse rampen van ons land voordoet. Het begint met een brand bij opslagbedrijf SE Fireworks, gevestigd aan de Tollensstraat in de woonwijk Roombeek. De brandhaard bevindt zich in een grote bunker, die zeventien compartimenten voor vuurwerkopslag bevat.
De Enschedese brandweer, met 22 man uitgerukt, blust de brand in één van de compartimenten van de bunker met water. Na twintig minuten lijkt het vuur onder controle, maar korte tijd later ontwikkelt zich boven een van de andere compartimenten een vuurtong. Daarna gaat het snel mis. Na enkele minuten volgen er met korte tussenpozen drie enorme explosies die de omgeving in een inferno veranderen. Vier brandweerlieden en 19 omwonenden komen om. Er zijn bijna duizend gewonden. Honderden huizen vliegen in brand of raken ontzet, en vele bewoners verliezen huis en haard. De financiële schade bedraagt in totaal 430 miljoen euro.
De dag na de ramp begint het zogenoemde Tolteam van de recherche – vernoemd naar de Tollensstraat, waar het bedrijf gevestigd is – te speuren naar informatie over de toedracht van de ramp en wie ervoor verantwoordelijk zijn. Heel Nederland leeft mee en het kabinet installeert een regeringscommissie onder leiding van oud-ombudsman Marten Oosting.
De eigenaren van SE Fireworks, Rudi Bakker en Willy Pater, worden direct verantwoordelijk gehouden voor de catastrofe en zitten binnen een week achter de tralies. Ruim een half jaar later wordt Enschedeër André de Vries opgepakt op verdenking van brandstichting bij SE Fireworks.
In 2002 volgen de strafprocessen. De beide directeuren krijgen een celstraf van een half jaar voor overtreding van de milieuvergunning. André de Vries wordt veroordeeld tot 15 jaar. De beelden van zijn veroordeling, gemaakt door RTV Oost, krijgen landelijke bekendheid doordat de Enschedeër tijdens het voorlezen van het vonnis opspringt en in alle toonaarden zijn schuld ontkent.
In 2003 wordt De Vries in hoger beroep vrijgesproken, mede door verklaringen van twee kritische rechercheurs van het Tolteam: Jan Paalman en Charl de Roy van Zuydewijn. Ook de Fireworks-directeuren gaan in hoger beroep, maar voor hen loopt dat minder goed af: hun celstraf wordt met een half jaar verzwaard. Volgens de rechters kan het duo dood door schuld worden verweten door de opslag van te veel en te zwaar vuurwerk. De gevangenisstraf van één jaar wordt bekrachtigd door de Hoge Raad.
De ramp in Enschede, en de lange nasleep ervan, is onderwerp van een recent onderzoek door Paul van Buitenen (Breda, 28 mei 1957). Deze gewezen EU-ambtenaar verwerft internationale bekendheid als hij in 1999 als klokkenluider een doorslaggevende rol speelt bij het aftreden van de Europese Commissie. Later haalt hij met zijn politieke partij Europa Transparant twee zetels in het Europees parlement met een programma dat vooral is gericht op het bestrijden van fraude, corruptie en vriendjespolitiek binnen de Europese overheidsinstellingen.
Tien jaar na de vuurwerkramp in Enschede, 2010, is een kantelpunt in de historie van de catastrofe. Begin 2010 besteedde ik met RTV Oost-collega Frans Strikker nog eens aandacht aan de merkwaardige rol van politie, justitie en de rijksoverheid tijdens en na de ramp. De nieuwe inzichten die door ons graafwerk naar boven komen, vormen aanleiding voor Justitie om in mei 2010 een nieuw feitenonderzoek aan te kondigen. Een team nieuwe rechercheurs gaat aan de slag, maar hun speurtocht loopt in 2012 uit op een deceptie. Twee ontslagen rechercheurs, Jan Paalman en Charl de Roy van Zuydewijn, ontdekken met mij dat cruciale getuigen en documenten die opheldering zouden kunnen verschaffen over onbeantwoorde kwesties, niet zijn geraadpleegd. Voormalig rechercheur Paalman ziet zelfs een complot: ‘De vuurwerkramp kan wel opgelost worden, maar dat mag niet van hogerhand.’ In een poging om de waarheid alsnog boven water te krijgen, schakelt hij de Expertgroep Klokkenluiders in. Die geeft voormalig europarlementariër Paul van Buitenen opdracht om nog één keer grondig onderzoek te doen. Zijn rapport is onlangs verschenen, maar alleen in kleine kring bekend. Dankzij onder meer de aanklacht tegen het onderzoeksinstituut TNO, krijgt het vuurwerkrampdossier, 18 jaar na dato, een nieuwe wending.
Ik heb het dossier van de vuurwerkramp altijd intensief gevolgd en vanaf 2010 research gedaan aan de hand van gesprekken met hoofdrolspelers. Omdat politie, justitie en het Rijk na 2012 niets meer deden, maar er nog veel vragen onbeantwoord bleven, ben ik in het rapport van Van Buitenen gedoken. Het lijkt een oude kwestie, maar niets is minder waar. Op basis van de bevindingen van Van Buitenen heb ik dit artikel geschreven. In zijn onderzoek, dat vier jaar heeft geduurd, legt hij zaken bloot die politie en justitie – al dan niet bewust – hebben laten liggen. De slachtoffers van de ramp in Enschede hebben recht op openheid van zaken.
Sinds 2010 is Van Buitenen, die de politiek in 2009 de rug heeft toegekeerd, verbonden aan de stichting Expertgroep Klokkenluiders, die is opgericht om klokkenluiders te helpen en justitiële dwalingen aan de kaak te stellen. De Expertgroep raakt betrokken bij de vuurwerkramp als oud-rechercheur Paalman van het Tolteam zich als klokkenluider meldt met twijfels over de waarheidsvinding in het onderzoek rond de vuurwerkramp. Van Buitenen start namens de Expertgroep in 2014 een onderzoek naar de strafrechtelijke vervolging in dezen, en naar het handelen van de overheid.
Tijdens het bestuderen van de verschillende onderzoeken, rapportages en documenten, valt Van Buitenen naar eigen zeggen van de ene verbazing in de andere. Op 9 oktober van dit jaar legt hij de laatste hand aan zijn onderzoek. Het rapport telt meer dan duizend pagina’s.
Van Buitenen bestudeert in de loop van zijn onderzoek duizenden pagina’s strafdossiers, het onderzoek van de regeringscommissie-Oosting en de resultaten van technisch onderzoek door het TNO en het Nederlands Forensisch Instituut. Hij bekijkt het vergunningentraject van de gemeente, de verslagen van de controles bij SE Fireworks, rapporten van de diverse veiligheidsinspecties en een Europees onderzoek naar de oorzaak van massa-explosies en classificatie van vuurwerk. Daarnaast voert hij tientallen gesprekken met hoofdrolspelers en deskundigen. Zijn ervaringen deelt hij met enkele Tweede-Kamerfracties, en hij geeft een lezing achter gesloten deuren aan de gemeenteraad van Enschede.
Dubieus
De oud-Europarlementariër zegt een reeks misstanden te hebben ontdekt waarbij diverse overheden volgens hem een kwalijke rol hebben gespeeld. Voor één van die misstanden is, zo beweert hij, het onafhankelijke onderzoeksinstituut TNO verantwoordelijk.
Van Buitenen rapporteert dat het TNO zichzelf tegenspreekt over de oorzaak van de vuurwerkramp in Enschede. Zo meldt het onderzoeksinstituut enerzijds in 2001 aan Justitie dat er bij SE Fireworks op de rampdag te veel en te zwaar vuurwerk opgeslagen is geweest, en dat dit de oorzaak is geweest van de ramp. Anderzijds doet het onderzoeksinstituut een aanvraag bij de Europese Unie voor financiering van een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede omdat de oorzaak daarvan niet te achterhalen is en de gigantische explosies onverklaarbaar zijn.
Van Buitenen rapporteert dat het TNO zichzelf tegenspreekt
Van Buitenen: ‘Het optreden van het TNO in 2001 is dubieus. Enerzijds laat het onafhankelijke onderzoeksinstituut hier de oren hangen naar het OM en anderzijds verklaart het het haaks daarop in een verzoek voor Europese subsidie.’
Een jaar na de veroordeling van de Fireworks-directie, krijgt het TNO inderdaad het gevraagde Europese gemeenschapsgeld om meerdere proeven met evenementenvuurwerk te kunnen doen. Het doel is de oorzaak van de vuurwerkramp vast te stellen en de heftigheid en invloed van de explosies te kunnen verklaren.
Intussen bereidt Justitie zich in 2002 voor op het hoger beroep tegen de SE Fireworks-directie, gewapend met de TNO-rapportage die stelt dat er bij het bedrijf op de rampdag te veel en te zwaar vuurwerk heeft gelegen en dat dit de oorzaak is geweest van de vuurwerkramp. In het hoger beroep tegen de twee directeuren van SE Fireworks, in 2003, tillen de rechters zwaar aan de door het TNO onderschreven beschuldiging van Justitie.
In zijn rapport reconstrueert Van Buitenen hoe het TNO Justitie te hulp is geschoten bij het scenario van ‘te veel en te zwaar’ vuurwerk op de rampdag. Die reconstructie begint al op de eerste dag na de vuurwerkramp, als een groep milieu-rechercheurs van het Tolteam naar informatie speurt over de hoeveelheid vuurwerk die op de rampdag bij het bedrijf opgeslagen is geweest, en over de gevarenklassen daarvan.
Bestellijsten, facturen en filmbeelden
Doordat het terrein oogt als oorlogsgebied waar bijna geen steen meer op de andere staat, gaan de rechercheurs, samen met specialisten van het TNO en het NFI, bij internationale leveranciers op zoek naar voorraadlijsten, documenten met bestellingen en facturen voor SE Fireworks uit mei 2000.
Die onderzoekslijn vergt geduld, maar de politiek en de samenleving willen snel antwoorden. De druk op de onderzoekers is dus groot. Bij diverse landen moeten echter eerst rechtshulpverzoeken worden gedaan, 177 in totaal, voordat de informatie binnenkomt.
Het Tolteam, het TNO en het NFI bekijken ook filmbeelden die gemaakt zijn van de ramp. Zo heeft RTV-Oost-medewerker Danny de Vries de explosies gefilmd vanuit de Tollensstraat en Roomweg, en Jack Huijgens en Gerrit Poort van de andere kant, vanaf het dak van het huidige Balengebouw. Die beelden worden frame voor frame bekeken. Ook wordt tijdens de politieverhoren beide directeuren naar de voorraden gevraagd. SE Fireworks mede-eigenaar Rudi Bakker praat honderduit en beweert stellig dat er alleen vuurwerk aanwezig is geweest van de lichtste gevarenklasse: 1.4. Zijn compaan Willy Pater kiest een andere strategie: hij zwijgt vooral.
Begin 2001 raakt het geduld in politiek Den Haag op. De commissie-Oosting moet nu toch eens met z’n onderzoeksrapport komen. Het land wil antwoorden. Oosting presenteert op donderdag 28 februari het langverwachte rapport. De conclusie is dat bij het vuurwerkbedrijf op de rampdag te veel en te zwaar vuurwerk heeft gelegen en dat de overheid tekort is geschoten in het toezicht en de handhaving. Die conclusie neemt Oosting één op één over van de bevindingen van Justitie, gerapporteerd door het TNO.
De conclusies van Oosting – feitelijk de conclusies van Justitie en het TNO, aldus Van Buitenen – zijn ingegeven door inschattingen van de opslaghoeveelheid (177 ton evenementenvuurwerk van klasse 1.4 en 1.3) en de aanname, op basis van de filmbeelden van Danny de Vries, Jack Huijgens en Gerrit Poort, dat er klasse 1.1 vuurwerk (massa-explosief, zoals bovengenoemde 6 inch mortierbommen) moet hebben gelegen. De hoeveelheid massa-explosief vuurwerk wordt later geschat op 800 kg. Deze gegevens staan in de tenlastelegging en dagvaarding van beide directeuren en worden genoemd door de commissie-Oosting, die op 28 februari 2001 haar rapport presenteert.
Paul van Buitenen: ‘Op basis van inschattingen en een aanname is dus de hoeveelheid vuurwerk berekend, maar die cijfers kloppen niet. Ik heb de gegevens vergeleken met de bedrijfsadministratie van SE Fireworks, die is bijgehouden tot vrijdag 12 mei 2000. Hierin staat dat bij het bedrijf op de rampdag 120 ton evenementenvuurwerk lag uit de lichtste gevarenklasse: 1.4. Vuurwerk uit de zwaardere gevarenklasse lag er niet, hoewel Fireworks ook een vergunning had voor de opslag van enkele tonnen 1.3. Van de opslag van het zwaarste vuurwerk, 1.1 en dus massa-explosief, was geen sprake.’
‘Wat wod hier verzweeg’n?! Alles plat!’
Vuurwerk of munitie?
Al direct na de ramp doen er, gevoed door de heftigheid van de explosies, allerlei wilde speculaties de ronde dat er ander materiaal bij SE Fireworks heeft gelegen dan vuurwerk. Veel Enschedeërs zijn en blijven ervan overtuigd dat er munitie van Defensie opgeslagen moet zijn geweest. Ook doet er een hardnekkig gerucht de ronde dat de opslagplaats een dekmantel is voor een geheim NAVO-wapendepot in de ultra-geheime Gladio-operatie. Voor beide theorieën is geen enkel bewijs gevonden. Van Buitenen stelt dat er wel degelijk onderzoek is uitgevoerd. Hij gelooft dan ook niet in de aanwezigheid van munitie van Defensie bij SE Fireworks.
Wie daar nadrukkelijk wél in gelooft, of in elk geval duistere vermoedens koestert, is de Enschedeër Frits Pril. Enkele dagen na de ramp rijdt hij voor de camera’s van RTV Oost met z’n auto dwars door de omheining van het afgesloten gebied. Na een korte rit keert hij terug aan de Lasondersingel en schreeuwt in Twents dialect: ‘Wat wod hier verzweeg’n?!’ En vervolgens: ‘Alles plat.’
Deze uitspraken echoën na 18 jaar nog na in dit dossier. Op internet circuleert nog steeds het relaas van Pril, die in een interview beweert zeker te zijn dat er munitie op het terrein heeft gelegen. Politie en justitie reageren er niet op, maar lijken soms creatief met de waarheid om te gaan. Zo beweren beide instanties openlijk dat de bedrijfsadministratie van SE Fireworks bij de ramp in rook is opgegaan, maar volgens Van Buitenen heeft Justitie financiele boekhouding in beslag genomen bij de huisaccountant van het bedrijf, De Jong en Laan in Enschede.
‘Ik heb van eigenaar Rudi Bakker een kopie gekregen en de cijfers verwerkt in het rapport,’ zegt Van Buitenen. Hij vermoedt dat de boekhouding buiten het strafdossier is gehouden omdat de werkelijke vuurwerk voorraad bij Fireworks kleiner was dan Justitie beweerde. Dat zou ontlastend zijn geweest voor de beide directeuren in hun strafproces.
Eerdere ramp
In het strafrechtelijk onderzoek naar beide SE Fireworks-bazen ontbreekt behalve de actuele bedrijfsadministratie nog een document dat politie en justitie meer duidelijkheid had kunnen verschaffen over de oorzaak van de vuurwerkramp: een TNO-onderzoek naar een eerdere vuurwerkramp in Nederland.
Die ramp doet zich voor in Culemborg, waar op 14 februari 1991 de opslagplaats van het bedrijf MS Vuurwerk ontploft. Er vallen twee doden: de dochter en schoonzoon van de eigenaar van de onderneming. De oorzaak is een bedrijfsongeval.

Het TNO Prins Maurits Laboratorium publiceert twee maanden later, in april 1991, een rapport over deze ramp. De belangrijkste conclusie is dat licht geclassificeerd vuurwerk in grote hoeveelheden een onverwacht grote explosie kan veroorzaken. Het TNO schrijft letterlijk dat opsluiting van vuurwerk explosie versterkende effecten heeft. Ook doet het onderzoeksinstituut aanbevelingen aan de vier betrokken ministeries om de veiligheid te verbeteren, maar daar wordt niets mee gedaan. Negen jaar later, na de vuurwerkramp in Enschede, komt het Culemborg-rapport alsnog tevoorschijn.
De regeringscommissie-Oosting refereert tijdens haar presentatie op donderdag 28 februari aan de vuurwerkramp in Culemborg, maar laat buiten beschouwing dat opsluiting van het vuurwerk de kracht van de explosies in Enschede kan hebben veroorzaakt. Met het Culemborg-rapport kan Oosting de heftigheid van de ramp in Enschede verklaren, maar dat laat hij na.
Politie en justitie gebruiken het Culemborg-rapport niet in hun strafrechtelijk onderzoek, hoewel ze er wel van op de hoogte zijn. Een maand na de ramp in Enschede ligt er een exemplaar van het onderzoeksrapport op het bureau van de rechercheurs van het Tolteam. Projectleidster Isabel Mensink van het milieuteam zegt daarover in 2004 in het boek Op zoek naar de onderste steen: ‘Als je het rapport leest, wordt de ramp van 13 mei eigenlijk al voorspeld. De kracht van de vuurwerkexplosie, de twijfel over de classificatie en de veiligheidsafstanden. Het is allemaal al bekend.’
Topje van de ijsberg
In het strafdossier dat wordt aangelegd tegen de twee directeuren van SE Fireworks worden de boekhouding van het bedrijf en het Culemborg-rapport buiten beschouwing gelaten, terwijl beide documenten van essentieel belang zijn voor de waarheidsvinding. Met deze onthullingen laat Van Buitenen een duistere kant zien van het strafrechtelijk onderzoek naar de vuurwerkramp.
Waarom wordt de opgeslagen hoeveelheid vuurwerk bij Fireworks gebaseerd op inschattingen en een aanname, en waarom is het rapport van de ramp in Culemborg, dat een verklaring biedt voor de kracht van de explosies, niet toegevoegd aan het strafdossier?
Leidinggevende Hans Kamperman van het Tolteam belooft te zullen doorgaan met speurwerk wanneer exact drie jaar na de vuurwerkramp, op dinsdag 13 mei 2003, Enschedeër André de Vries in hoger beroep wordt vrijgesproken van brandstichting. Zijn verklaringen zijn zo onsamenhangend dat het Hof er niets mee kan. Ook in dit geval blijkt waarheidsvinding echter niet het hoogste doel. Het Tolteam bekijkt nog enkele onderzoekslijnen, maar er is geen sprake van een doorstart van het fanatieke speurwerk door rechercheurs.
Brandweer tegenover beleidsmakers
Het onderzoek naar de vuurwerkramp verschuift zodoende van het domein van politie en justitie naar het domein van de wetenschap. Het TNO start in 2003 met zijn door de EU gesubsidieerde Europese onderzoek naar het gedrag en de effecten van laag geclassificeerd evenementenvuurwerk. Het onderzoek richt zich op de massa-explosies in onder meer Culemborg en Enschede, die gezien de lage classificatie van het aanwezige vuurwerk, 1.4 en 1.3, niet lijken te kunnen worden verklaard.
Ook in dit geval blijkt waarheidsvinding niet het hoogste doel
De studie bevindt zich in de afrondende fase als medio 2005 de voorlaatste test wordt gehouden in Polen. Het resultaat is oorverdovend en verwoestend. En dat met slechts 5000 kilo vuurwerk van de lichte klasse 1.4.
Terug in Nederland komen de deskundigen en de brandweer direct in actie. In een brief aan het ministerie van Binnenlandse Zaken eisen zij dat de blusregels in Nederland zo snel mogelijk worden aangescherpt. In Nederland mag brandend vuurwerk van de lichtste gevarenklasse (1.4) namelijk met water worden geblust. Meerdere brandweercommandanten uiten links en rechts hun zorg over de veiligheid van hun manschappen. De ervaren brandweerofficier Rein Hulst beschrijft de dreigende crisis tussen de veiligheidsregio’s en het ministerie van Binnenlandse Zaken een aantal jaren later in zijn scriptie Een andere kijk op vuurwerk, die hij maakt voor de leergang Master of Crisis and Disaster Development.
De beroepsgroep komt lijnrecht tegenover de beleidsmakers van het verantwoordelijke ministerie van Binnenlandse Zaken te staan, waardoor een crisis ophanden is. Achter de schermen is er, buiten het zicht van pers en publiek, voortdurend overleg. Medio november 2005, een maand na de omstreden test, zitten brandweereenheden, deskundigen en ambtenaren van het ministerie bij elkaar om de kwestie te bespreken. Tot een crisis komt het niet, maar de blusregels worden ook niet aangescherpt. Verantwoordelijk minister Johan Remkes schrijft na de bijeenkomst een officiële circulaire aan gemeenten en brandweerkorpsen waarin hij volhoudt dat het lichtste evenementenvuurwerk (1.4) gewoon met water kan worden geblust. De grote vraag is uiteraard waarom de beroepsgroep accepteert dat de blusinstructies niet worden aangescherpt. Volgens Van Buitenen speelt het onderzoeksinstituut TNO bij het beantwoorden van die vraag wederom een voorname en dubieuze rol, net als in 2001.
In zijn brief weet Remkes de onrust en crisis te beteugelen door te melden dat in de Poolse container wel degelijk vuurwerk heeft gezeten uit de zwaarste gevarenklasse 1.1 – massa-explosief – en dus niet een partij licht geclassificeerd vuurwerk, 1.4. Het TNO komt in maart 2006 met een verklaring die in diverse media verschijnt. Woordvoerder Maarten Lörtzer: ‘Ooggetuigen van de proef hebben van tevoren te horen gekregen dat het evenementenvuurwerk is geclassificeerd als 1.4, maar dit klopt niet want er lag wel degelijk massa-explosief vuurwerk.’ De rust keert terug en iedereen gaat over tot de orde van de dag.
Na de vuurwerkramp in Enschede zegt de overheid de regels voor het blussen van vuurwerk te hebben aangepast, maar in feite zijn er alleen grotere afstanden voor de opslag van evenementenvuurwerk van toepassing. De praktijk is dat Nederlandse vuurwerkhandelaren ervoor kiezen dit vuurwerk in het buitenland op te slaan. De blusregels zijn gebaseerd op de gevaarsindicatie van de subklasse-indeling, overeenkomstig de instructies in onderstaand inzetprotocol:
- Vuurwerk gevarenklasse 1.1: hulpverleners in uitgangsstelling op 1000 meter; hulpverleners op 400 meter onder voorwaarde dekking; omgeving afzetten tot 1000 meter.
- Vuurwerk gevarenklasse 1.2: hulpverleners in uitgangsstelling op 1000 meter; hulpverleners op 400 meter onder voorwaarde dekking; omgeving afzetten tot 1000 meter; secundaire branden tot op 250 meter onder dekking blussen; object uit laten branden.
- Vuurwerk gevarenklasse 1.3: opstellen voertuigen op 100 meter; scherfinslag mogelijk tot op 50 meter; op 100 meter omgeving afzetten; blussing geen zin, concentreren op branduitbreiding.
- Vuurwerk gevarenklasse 1.4; opstellen voertuigen op 50 meter; op 50 meter omgeving afzetten; behandelen als gewone brand; rekening houden met kleine explosies.
Voor de subklasse 1.4 geldt dat deze zelfs benaderd en bestreden kan worden als een gewone brand. Dit is het uitgangspunt voor de brandweer bij bestrijding van vuurwerkbranden.
Bron: Rein Hulst, scriptie ‘Andere kijk op vuurwerk’, mei 2009
Wetenschapsfraude
Ruim twaalf jaar na de verklaring van TNO-woordvoerder Lörtzer krijgt Van Buitenen, na de presentatie van zijn voorlopige onderzoeksresultaten aan een delegatie Tweede-Kamerleden, de tip om de rol van het TNO in de vuurwerkramp na te trekken. Dat doet hij. Hij reconstrueert de gang van zaken in Polen, spreekt met ooggetuigen en krijgt fotomateriaal toegespeeld. Het onderzoeksresultaat voegt Van Buitenen in september 2018 toe aan zijn meer dan duizend pagina’s tellende onderzoek. Hij trekt een keiharde conclusie: ‘Het TNO heeft met de uitleg van herclassificatie van 1.4 naar 1.1 wetenschapsfraude gepleegd.’ De Brabander bereidt een aangifte voor tegen het instituut. In zijn rapport staat fotomateriaal dat volgens hem bewijst dat er in de container in Polen geen massa-explosief vuurwerk van gevarenklasse 1.1 zat, maar licht vuurwerk van klasse 1.4. Het TNO zou de toedracht van de enorme explosie willens en wetens hebben verdraaid om de overheid buiten schot te houden.
Dat roept de vraag op waarom een onafhankelijk instituut als het TNO in 2001 de oren zou laten hangen naar het OM en in 2005 zou sjoemelen met de etikettering. Van Buitenen redeneert dat het TNO Justitie in 2001 te hulp schiet zodat het OM, met de beschuldiging van de opslag van teveel en te zwaar vuurwerk, een stevige aanklacht kan formuleren tegen SE Fireworks-directeuren Bakker en Pater. Als de tenlastelegging beperkt was gebleven tot overtreding van de milieuvergunning, zou dat volgens Van Buitenen geen recht hebben gedaan aan de geschokte rechtsorde.
Volgens de onderzoeker is het motief van het TNO voor de herclassificatie van het ontplofte vuurwerk in Polen geweest de onrust bij de brandweer te beteugelen en de dreigende crisis te bezweren. Het gevolg, volgens Van Buitenen: ‘Licht geclassificeerd vuurwerk, 1.4, mag nog altijd met water worden geblust. Buitengewoon gevaarlijk voor brandweerlieden. Dat heeft Enschede wel geleerd.’
‘Stevige beschuldigingen’
‘De beschuldigingen van malversaties en fraude door het TNO zijn zeer ernstig – als ze waar zijn. Maar of dat zo is, moet eerst goed worden uitgezocht.’ Dat zegt Lex Bouter, hoogleraar Methodologie en integriteit aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Hij heeft op verzoek van Follow the Money naar de beschuldigingen van wetenschapsfraude gekeken. In een reactie per mail stelt hij: ‘Het zijn nogal stevige beschuldigingen en ik kan op deze korte termijn geen inschatting maken hoe plausibel ze zijn. Bovendien gaat dit veel verder dan een aantijging van een schending van de wetenschappelijke integriteit door TNO-onderzoekers.’
‘Eenmaal brandend vuurwerk kan inderdaad niet meer worden geblust met water’
Het onderzoeksinstituut TNO is in de gelegenheid gesteld inhoudelijk te reageren op de beschuldigingen van Paul van Buitenen. Via woordvoerder Maarten Lörtzer volgt een formele toelichting. ‘Wij hebben nog niets gehoord van de beschuldigingen en aangifte. Als de beschuldigingen tot een klacht leiden die bij het TNO wordt ingediend, zullen wij daar zorgvuldig op reageren volgens de daarvoor geldende procedures. Daarop nu via de media te reageren of vooruitlopen, is geen onderdeel daarvan.’
Paul van Buitenen informeert dit voorjaar Tweede-Kamerleden, onder wie Ronald van Raak van de SP, over de gevaren van het blussen van als licht geclassificeerd vuurwerk met water. Volgens de Brabander hebben de vuurwerkramp in Culemborg (1991), de vuurwerkramp in Enschede (2000), de vuurwerkramp in het Deense Kolding (2004) en de Poolse vuurwerkproef (2005) aangetoond dat niet de classificatie, maar de manier van opslag van evenementenvuurwerk cruciaal is voor de heftigheid van de reactie bij brand.
De SP-parlementariër eist opheldering van de verantwoordelijke minister, Ferdinand Grapperhaus van Veiligheid en Justitie. Die antwoordt op Kamervragen over blusinstructies op 6 juni 2018: ‘Eenmaal brandend vuurwerk kan inderdaad niet meer worden geblust met water, zelfs niet bij onderdompeling.’
Van Buitenen is blij met het antwoord van minister Grapperhaus. Hij zucht: ‘Eindelijk zien ze – na 18 jaar – in politiek Den Haag dat ook licht evenementenvuurwerk niet langer met water mag worden geblust. Dat gebeurt trouwens nog wel. Een ander SP-kamerlid, Jasper van Dijk, heeft in september Grapperhaus gevraagd waarom de blusregel op dat punt nog niet is aangepast. Grapperhaus antwoordt binnenkort.’
Het vier jaar durende onderzoek van Paul van Buitenen kan een beslissende aanzet zijn tot herschrijving van de historie van de Enschedese vuurwerkramp. Officieel wordt nog altijd beweerd dat die het gevolg was van de opslag van te veel en te zwaar vuurwerk. Het onderzoek van Van Buitenen laat zien dat hierover nu – op z’n minst – gerede twijfels zijn. Voor directeur Rudi Bakker van SE Fireworks is het rapport aanleiding om opnieuw naar de Hoge Raad te stappen voor herziening van zijn zaak.
Follow the Money publiceert binnenkort meer artikelen in dit dossier.
57 Bijdragen
Edward 2 4
ScienceNerd 8
De foto (ik weet niet of er meer zijn, maar in dit artikel is het er maar 1) is duidelijk te zien dat er categorie 1.4 vuurwerk in de container zit. Het is echter niet duidelijk wat er verder achterin voor vuurwerk ligt. Een goede advocaat van de duivel kan hier verwarring zaaien de bewijsvoering.
Het tweede wat mij erg tegenstaat is een gebrekkige wetenschappelijk aanpak in al deze discussies: falsificatie. De proef die TNO in polen met categorie 1.4 vuurwerk heeft uitgevoerd is welgeteld 1 x gedaan. Vanwege het resultaat was de locatie duidelijk niet geschikt voor een vervolgproef. Wetenschap is gebouwd rondom het falsificeren: het herhalen van de proef onder dezelfde omstandigheden.
Met andere woorden, waarom heeft niemand, TNO, overheid, brandweer, onderzoeksjournalistiek of wie dan ook, een geschikte locatie afgehuurd en hier een container met categorie 1.4 vuurwerk ontstoken, bij voorkeur meerdere malen?
De hele discussie draait nu om 1 experiment waarvan niet duidelijk is op welke wijze deze is uitgevoerd.
't Haasje 5
ScienceNerdScienceNerd 8
't HaasjeDe brandstichter wordt in hoger beroep vrijgesproken, de beide eigenaren zitten (slechts) een jaar vast. Vraag is of de uitkomst anders geweest was als het rapport van TNO niet bestaan had, of een andere wending had gehad.
In andere woorden, welk gewicht heeft de rechter toegekend aan het rapport van TNO ten opzichte van ander bewijs?
Het rapport van TNO en de discussie eromheen lijkt meer te gaan over blusprotocollen. En dan kom ik weer terug op de originele vraag: waarom heeft de bezorgde brandweer de proef niet zelf herhaald?
Dat alles doet niet af van de plicht van TNO om nauwkeurig en feitelijk onderzoeksmethoden en resultaten te rapporten. Ik heb het TNO rapport zelf niet kunnen vinden en ben wel benieuwd naar eventuele nuance in het rapport.
Jan-Marten Spit 9
ScienceNerd"In andere woorden, welk gewicht heeft de rechter toegekend aan het rapport van TNO ten opzichte van ander bewijs?"
het artikel stelt:
"In het hoger beroep tegen de twee directeuren van SE Fireworks, in 2003, tillen de rechters zwaar aan de door het TNO onderschreven beschuldiging van Justitie. "
ik neem even aan dat FTM hier zoals gewoonlijk feitelijk correct weergeeft.
je zegt ook:
"Het is de taak van de rechter om te oordelen of ingebracht bewijs of expertiseoordeel voldoende van gewicht en kwaliteit is voor een veroordeling."
Maar de rechter moet er wel op vertrouwen dat het expertise oordeel inhoudelijk deugt, waarbij hij of zij de reputatie van TNO mee zal hebben gewogen - rechters zijn geen explosievenexperts. Het is niet voor niets dat meineed als zwaar misdrijf wordt gezien.
Jan-Marten Spit 9
ScienceNerdJe stelt het echter voor alsof de officiële versie van de ramp de default waarheid is die alleen met gedegen experiment kan worden ontkracht maar niet met gedegen experiment hoeft worden bevestigd. Die argumentatie is, anders dan je beweert, precies niet in lijn met wetenschappelijke mores - wie beweert draagt de bewijslast. Bovendien is het volstrekt incompatibel met het principe dat schuld wettig en overtuigend moet worden aangetoond.
Berend Pijlman 13
ScienceNerdDe hypothese is namelijk: Vuurwerk met categorie 1.4 kan slechts tot brand leiden welke met water kan worden geblust en er kunnen meerdere kleine explosie voorkomen.
Deze hypothese kan worden weerlegd doordat is gebleken dat een opstelling met enkel categorie 1.4 vuurwerk tot een enorme explosie heeft geleid in de testopstelling in Polen. TNO heeft de hypothese blijkbaar niet willen weerleggen. Gezien TNO zelf de onderzoeker is, is het ook aan hen om meer bewijs te verzamelen waarom het vasthouden aan de hypothese verantwoord is terwijl de hypothese is gefalsifieerd.
Het kan niet zo zijn dat de explosie van Enschede in Polen werd getracht te reconstrueren want dan zouden de onderzoekers meer afstand hebben gehouden en zou er meer afstand tussen de locatie en woningen aangehouden zijn. Dat maakt het heel onwaarschijnlijk dat er categorie 1.1 vuurwerk in de container zat.
Immers dan zou de hypothese zijn: hermetisch afgesloten container met mix 1.1 en 1.4 vuurwerk zorgt voor een enorme explosie. En dan houd je daar met je testopstelling ook rekening mee.
Dus waarschijnlijk heeft TNO aanvankelijk wel een goede onderzoeksopzet gehad maar is deze achteraf aangepast waardoor er van het hele onderzoek geen steek meer klopt. Niet van de onderzoeksopzet, niet van de verslaglegging en dus ook niet van de resultaten.
ScienceNerd 8
Berend PijlmanDie onwaarschijnlijkheid is er niet op basis van uw argumenten. Het artikel stelt namelijk:
"Een proef met mortierbommen van 6 inch, die veel zwaarder zijn – klasse 1.1 – dan de vuurpijltjes zonder stok, wordt echter driemaal gedaan."
Op dezelfde locatie werden er dus ook proeven met klasse 1.1 vuurwerk uitgevoerd.
De onduidelijkheid over wat er nu daadwerkelijk in de container staat (en welke hypothese er dus getest werd) komt omdat TNO aanwezigen heeft gezegd dat er alleen klasse 1.4 vuurwerk in zat, maar kennelijk later in haar rapportage aangeeft dat er ook klasse 1.1 vuurwerk in de container zat.
Uit de ene foto kan ik in ieder geval niet uitmaken wie de waarheid spreekt. Feit is dus dat er een experiment is uitgevoerd waarover twijfel bestaat of TNO deze daadwerkelijk heeft getest zoals uiteindelijk vastgelegd in de rapporten. Je zou dus kunnen stellen dat hypothese en experiment niet bij elkaar horen en daarmee is het geheel falsifieerbaar. De enige manier om erachter te komen of alleen klasse 1.4 vuurwerk in een container een veel groter impact heeft dan men zou verwachten is om de proef opnieuw te doen. De vraag is dus waarom dit niet gebeurd is?
Berend Pijlman 13
ScienceNerdAanname 1. TNO gaat er vanuit dat bij Enschede de zware explosie is veroorzaakt door opslag van zowel categorie 1.1 als 1.4 vuurwerk.
Aanname 2. De testlocatie was niet berekend op een explosie zoals in Enschede.
Aanname 3. TNO neemt niet bewust het risico op een explosie van een formaat waar de testlocatie niet op is berekend.
Door achteraf te stellen dat de grote explosie in Polen niet heel vreemd is want combinatie van vuurwerkklassen, valt niet te rijmen met aanname 3. Dan zou TNO namelijk bewust risico hebben opgezocht.
Enige logische andere verklaring die ik kan bedenken, waarbij de aannames overeind blijven, is dat TNO alleen 1.4 vuurwerk in de container gebruikte waarvan zij dachten dat dit verantwoord was want slechts kleine explosies mogelijk. En dat TNO dit dus later verkeerd heeft gerapporteerd. Daar heb je dus niet per se een foto voor nodig.
Waarom niet herhaald? Die locatie was niet geschikt want woningen. In Nederland ga je ook weinig (geen?) locatie vinden waar in een straal van 2 a 3 kilometer geen woningen of andere gevoelige objecten staan. Laat staan wat er allemaal voor milieuaspecten spelen en gevolgen voor natuur. Zelfs in Polen staan ze niet op dergelijke proeven te wachten (hebben gelukkig namelijk ook regels vanuit de EU).
Rob Vorkink 1
ScienceNerdJan Timmerman
Rob VorkinkIets dat niet is gemaakt om te knallen, normaal gesproken dus ook niet knalt, gedraagt zich als een super-strijker.
Rob Vorkink 1
ScienceNerdUitgerekend deze proef mocht niet worden herhaald, hoewel daar door brandweerexperts wel om was gevraagd. TNO was bang voor nieuwe massaexplosie. Uitgerekend een proef met titanium-shells 6 inch, zwaar vuurwerk mocht wel worden herhaald. Deze proeven verliepen vlekkeloos en zonder massa-explosie.
Het gaat erom dat totale op-of afsluiting van vuurwerk massa-explosie veroorzaakt ongeacht de classificatie
Rob Vorkink
ScienceNerd 8
Rob VorkinkDat stond nergens zo expliciet in het artikel. Is de tweede vraag hoe betrouwbaar deze informatie is. TNO geeft immers aan dat zij alle aanwezigen hadden verteld dat het alleen om klasse 1.4 ging. Wat is er na al die jaren bij deze getuigen blijven hangen qua informatie en van wie kwam die informatie?
"Uitgerekend deze proef mocht niet worden herhaald"
Volgens het artikel omdat de lokale bewoners geen zin hadden in nog meer kapotte ramen. Het artikel rept nergens over voorstellen voor experimenten op een andere locatie.
"hoewel daar door brandweerexperts wel om was gevraagd"
Nieuwe (en relevante) informatie die niet in het artikel staat.
Ik krijg het idee dat er veel meer (relevante) informatie is die niet ten faveure van TNO en OM zijn, maar die om onbekende redenen uit het artikel zijn gelaten. Misschien een idee voor een vervolg of verdieping op dit artikel?
Rob Vorkink 1
ScienceNerdmarcel 7
Rob Vorkink't Haasje 5
Het leven van de twee directeuren is toch zeer aangetast en mocht er na nader onderzoek blijken dat TNO en het rechercheteam bewust het onderzoek beïnvloed hebben, dan vindt ik een zware straf op zijn plaats.
Jan-Marten Spit 9
't Haasje't Haasje 5
Jan-Marten Spit[Verwijderd]
Jan-Marten SpitMarco Roepers 6
Jan-Marten SpitJan-Marten Spit 9
Marco RoepersDe personificatie van bliksem in Thor, de pest als het werk van de duivel (en minderheden) , de diepe wens om een sturende hand te zien in alles.
Zou het stillen van wraakgevoelens veroorzaakt door verlies daar iets mee te maken hebben? Immers, als je boos bent, moet je wel een dader hebben om boos tegen te zijn. Het is wellicht simpeler een dader te maken waar ze er niet is dan emotie weg te rationaliseren.
[Verwijderd]
Lara Oude Alink 3
[Verwijderd]Ongeacht wie er schuldig is aan rampen in het verleden, is het toch van groot belang dat we goed weten wat verschillende soorten vuurwerk doen en hoeveel schade ze kunnen aanrichten? Vuurwerk wordt gewoon gekocht door consumenten, zelfs zwaar vuurwerk is eenvoudig verkrijgbaar over de grens, maar we weten niet hoe het precies werkt?
Rene 105
[Verwijderd]
Nog nooit in de menselijke geschiedenis - zelfs niet bij de oude Grieken en Romeinen - zijn (semie)instituties of wetenschap misbruikt door de politieke lieden. Nog nooit.
Wat voor soort - in psychiatrie en overlappend in criminologie te duiden - menstypes doen dat dus niet?
(Knipoog?)
Jeroen Kooij
Jan Ooms 10
hans 521
Rob Vorkink 1
hans 521hans 521
Rob Vorkinkwim de kort 8
f. van Dam 6
Wat is die man goed.
Nu kijken wat Grapperhuis doet.
Jan Smid 8
f. van DamJan Willem de Hoop 12
Lekker technocratisch / bureacratisch. Hoezo zou beschuldiging fraude of vermoeden fraude als deze gedegen onderbouwd wordt pas serieus genomen hoeven te worden als deze via klachtenprocedure wordt gemeld?
Klachten daar probeer je samen uit te komen, bij fraude is dit (hopelijk) niet het geval.
Je bent er als overheidsorganisatie niet voor jezelf, maar voor algemeen belang / belang burgers. Als er onderbowd wordt aangetoond dat je je werk doelbewust niet goed hebt gedaan, je hebt gefraudeerd, dan hoor je te reageren. En je dus niet achter procedureel geneuzel te verschuilen.
Voor moord / mishandeling met bewijs / onderbouwing dien je tooch ook geen klacht in bij OM of politie.
maarten lörtzer
Jan Willem de HoopHieronder de antwoorden op uw vragen
1) Bent u bekend met dit nieuwe rapport over de vuurwerkramp van Paul van Buitenen van juni 2018?
We hebben gehoord van de persconferentie, maar kennen het rapport niet.
2) Bent u bekend met de beschuldigingen van wetenschapsfraude?
Bij TNO is zo’n beschuldiging (nog) niet ingediend of formeel kenbaar gemaakt.
3) Wat vindt u van de beschuldiging?
Zie antwoord 2
4) Kan TNO die beschuldiging weerleggen? Zo ja, op grond waarvan?
Zie antwoord 2. Als de beschuldiging tot een klacht leidt die bij TNO wordt ingediend, zullen we daar zorgvuldig op reageren volgens de daarvoor geldende procedures. Daar nu via de media op reageren of vooruitlopen is geen onderdeel daarvan.
Jan Willem de Hoop 12
maarten lörtzerHet verwijt aan TNO wordt in dit artikel volgens mij wel concreet aangegeven. Verwijt fraude is in mijn optiek meer dan een gewone klacht. Het verwijt wordt hier onderbouwd en als ik in schoenen TNO zou staan zou ik er wel op reageren.
Rob Vorkink 1
maarten lörtzerDe enige vragen die ik per mail heb gesteld en die u binnen een dag beantwoordde, waarvoor dank, vormen de essentie. Mijns inziens heb ik het verweer van TNO juist verwerkt in het artikel.
Volgens mij heb ik geen belofte gedaan om het conceptartikel ter inzage te krijgen. Dat dhr Va Buitenen het gehele rapport niet openbaart, laat ik voor zijn verantwoordelijkheid.
Groeten, Rob Vorkink
maarten lörtzer
Rob Vorkinkik zeg ook niet dat die belofte er was. Ik constateer alleen dat TNO een reactie werd gevraagd zonder dat de onderbouwing en onderliggende rapport integraal beschikbaar was en is. Als de beschuldiging tot een aangifte of klacht leidt die bij TNO wordt ingediend, zullen we daar zorgvuldig op reageren en kunnen reageren volgens de daarvoor geldende procedures. Daar via de media op reageren of vooruitlopen is geen onderdeel daarvan.
Maarten
marc popijus
https://youtu.be/ZeqRSu_TYF0
Waterfalls 8661 kg , dit is gelijk aan een ijs fontein maar hangen op zijn kop aan een touwtje en geven mooie vonkjes:
https://youtu.be/1cBrB9T8BTY
5789 kg 6 inch shells (deze worden via een ontsteking !!! tegelijk ontbrand)
https://youtu.be/xi4wNq5c8rQ
Ik heb bij deze beelden ook erg veel vragen over de geloofwaardigheid van de conclusies die men trekt over vuurwerk en wat er in Enschede is gebeurt.
line 5
Ik ben nieuwsgierig hoe dat afgehandeld wordt, want ruiten gesneuveld en een knal. Was wel op militaire oefenterrein. De TNO, brandweer, delegatie en RIVM was aanwezig. Hoe wordt zoiets afgehandeld? Kreeg Polen geld toe.
Of heeft Polen iets aan gezwengeld, b.v. rechtszaak?
Voor de rest wacht ik even af. Maar ben wel benieuwd.Hoe dit zich gaat uitvouwen. En heeft Polen er zelf er iets aan gehad. Hoe werd daar erop gereageerd?Met hun eigen kennis van vuurwerk? Het lijkt mijn dat er ook iemand van Polen bij was. Of was dat niet zo, soort van geheimzinnigheid. Je laat niet iets zomaar op je oefenterrein toe. lijkt mijn.
Paul 371
1. Ik ga een klacht indienen bij de Europese Commissie in Brussel tegen de rapportage van TNO aan 'Brussel' over de door 'Brussel' gefinancierde proeven. Deze rapportages zijn beïnvloed door politieke wensen in Nederland. Bovendien zal ik de Commissie erop wijzen dat de subsidieaanvraag tegengesteld is gemotiveerd in vergelijking met de conclusies die TNO tegelijkertijd aanleverde in het strafonderzoek van het OM. Ik neem aan dat TNO daar dan opheldering over moet gaan geven.
2. Uit het door mij opgestelde reviewrapport volgt dat het OM sturend is geweest en dat TNO kennelijk een daarbij passende uitkomst heeft opgeleverd. Dit doet TNO vaker. Het blijkt zelfs uit stukken van het dossier. TNO blijkt zeer afhankelijk te zijn van overheidsopdrachten. In dat geval heeft aangifte bij het OM (als opdrachtgever van een misdraging) uiteraard geen zin. Echter theoretisch gesproken is het zo dat TNO technische expertise levert en dat het OM daarop blind moet kunnen varen. Dus ik kan overwegen, voor de vorm, om toch bij het OM aangifte te doen vanwege het feit dat TNO een aantoonbaar foutieve uitkomst heeft aangeleverd waardoor de strafklacht van het OM op foutieve gegevens was gebaseerd. Het OM zou deze strafklacht in behandeling moeten nemen, maar de kans daarop is natuurlijk nihil.
Paul van Buitenen
hans 521
Paul 371Jan Willem de Hoop 12
Paul 371Hans 350 3
Paul 371Paul 371
4. Wat kan ik nog bereiken? De enige serieuze mogelijkheid om de waarheid boven water te krijgen is een interventie van de Tweede Kamer. Vele Kamerleden staan echter, om begrijpelijke redenen, niet te springen om mijn (op het eerste gezicht zeer ongeloofwaardige) conclusies te onderzoeken, dus dat moet met kleine stapjes. De eerste stap in april jl. waren Kamervragen door SP-Kamerlid Ronald van Raak. Deze zijn op 6 juni op vreemde wijze beantwoord door minister Grapperhaus. De tweede stap, die gisteren is gedaan, vormt de aanvraag gedaan door de kamerleden Ronald van Raak (SP), Kees van der Staaij (SGP) en Henk Krol (50plus), aan de Kamercommissie Justitie en Veiligheid, om een besloten hoorzitting te houden, om te beoordelen of er überhaupt grond is voor een vervolgprocedure in de Tweede Kamer.
Paul van Buitenen
Paul 371
6. Nieuwe vragen? Wanneer iemand nieuwe vragen over het FtM artikel heeft, mail ze naar mijn LinkedIn account en dan kijk ik of ik deze lijst met antwoorden moet aanvullen.
Paul van Buitenen
Lara Oude Alink 3
Hierdoor vraag ik me af met hoe veel andere rampen / incidenten iets soortgelijks gebeurt. Waarom is het bewaren van de rust belangrijker dan de waarheid? Alleen met de waarheid kunnen volgende rampen voorkomen worden, lijkt me. Als de milieuregels niet deugen, dan zijn die toch aan te passen?
[Verwijderd]
Lara Oude AlinkGijs Groen 1
Ook in de chemische industrie gebeuren heel verschrikkelijke ongelukken, zoals bijvoorbeeld die in Bhopal, India. Ook de chemische industrie willen zulke ongelukken niet. Ze voeren onderzoeken uit om gevaren te herkennen en barrières in te bouwen om ze te voorkomen.
Onderzoeken worden gedaan op veilige kleine schaal en de resultaten ervan met grondige kennis opgeschaald naar mogelijke praktische situaties. Experimenten moeten uiteraard zo representatief mogelijk zijn.
Het artikel roept bij mij een aantal vragen op:
Ik zie geen informatie over de drukbestendigheid van die hermetisch afgesloten container. Een metalen container neem ik aan.
In Polen is de test gestart met een ontstekingsmechanisme. Niet duidelijk is of dat mechanisme zich in de container bevond of in brandbaar materiaal er omheen. Het is dus uit het verhaal niet duidelijk in hoeverre de proef voldoende goed de situatie in Enschede benaderde. Ik kan me namelijk voorstellen, dat in Enschede door de brand het reactieve materiaal binnen in het vuurwerk is gaan smeulen, waardoor de temperatuur binnenin het vuurwerk steeds verder is gaan oplopen en er mogelijk ook al allerlei brandbare gassen zijn ontstaan, waardoor behalve lokaal de temperatuur ook de druk binnen zo'n container oploopt zonder dat uitwendig aan zo'n container al iets te zien is. Met de zuurstof van de lucht in de container kunnen er explosieve gasmengsels ontstaan. Vervolgens breekt de zwakste schakel het eerste, welke is op voorhand zonder kennis van het kleine schaalwerk moeilijk te beoordelen.
Ik vind, dat met een ramp van een dergelijke omvang en impact de vaktechnische aspecten niet alleen door één bedrijf beoordeeld dienen te worden, maar met open vizier breed besproken moet worden binnen het totale kader van dit soort gevaren binnen de chemische industrie.
Het verhaal maakt niet duidelijk of dat gebeurd is.
Gijs Groen, gepens. scheikundig ir.
Ary van de Water 1
Direct na de ramp heb ik gelezen ??/gehoord via radio ?? dat vochtig magnesium poeder te drogen gezet was voor een verwarming. Voor een chemicus is dat een veel logischere oorzaak.
Eveline Bernard 6
Als ex-TNO werknemer weet ik: TNO staat zwak tegenover druk van haar grootste financier (het rijk). Dit geldt bij uitstek voor het Prins Maurits lab (was toen onderdeel van het instituut FEL, dat veel werkt(e) voor het leger).
In dit artikel komt nog een feit naar voren, dat wel eens flink aan de kaak gesteld mag worden: de manier waarop het OM met dossiers omgaat werkt corruptie in de hand.
Let op:
> In het strafrechtelijk onderzoek naar beide SE Fireworks-bazen ontbreekt behalve de actuele bedrijfsadministratie nog een document dat politie en justitie meer duidelijkheid had kunnen verschaffen.
Voor zover ik weet (ik werkte eind jaren tachtig voor een berucht automatiseringsproject voor het OM) houdt het OM geen inhoudsopgave bij van haar dossiers. Daardoor kunnen bewijsstukken, gespreksverslagen e.d. in het dossier opduiken of verdwijnen als en wanneer het de Officier van justitie (of een willekeurige ambtenaar bij het OM..) dit uitkomt. Zowel voor beklaagde belastende als ontlastende documenten kunnen 'per ongeluk' of opzettelijk 'verdwijnen'.
Kortom: alle ruimte voor willekeur, handjeklap (.. corruptie..) en wat daar in de regel op volgt: rechtsonzekerheid voor zowel slachtoffers als beklaagde.
Het zou goed zijn als FTM eens aandacht besteedde aan deze kwalijke omissie in de protocollen van het OM (gesteld dat het OM nog steeds geen verifieerbare, traceerbare, raadpleegbare inhoudsopgave van de dossiers bijhoudt).
Rob Vorkink 1
Eveline BernardIk ben bezig met enkele vervolgartikelen waarbij ook wordt ingezoomd op de handelswijze van het OM in dit dossier
Eveline Bernard 6
Rob VorkinkBedankt voor uw reactie. Goed dat u het OM het vuur aan de schenen gaat leggen!
Maar het blijft nodig te eisen dat het OM een volledig integere index op het dossier bijhoudt!
Het is beroerd gesteld met het recht in Nederland, vind ik.
Dan heb ik het niet alleen over de afbraak van het procesrecht voor particulieren, die momenteel aan de orde is. We hebben al te maken met afbraak van financiering van rechtshulp voor minder vermogenden. Maar er is meer.
Zowel de 'zittende magistratuur' (de rechters) als de 'staande magistratuur' (het Openbaar Ministerie) worden afgeknepen, in salaris en faciliteiten. Kijk eens rond bij een OM: het lijkt wel een kantoormuseum. De gebouwen zien er vaak niet uit, achterstallig onderhoud, versleten meubilair..
Een talentvol jurist met een ego wordt 'natuurlijk' geen rechter of officier van justitie: schandalig laag salarisje (vergeleken met wat er - voor iemand met dezelfde opleiding en capaciteiten - te halen is bij een groot advocatenkantoor).
Vandaar dat er bij de magistratuur plaats is voor vrouwen (die immers meer moeite hebben met het beklimmen van de apenrotsen). Waarmee ik helemaal niets wil afdoen aan de kwaliteiten van die vrouwen!
Het bewust afknijpen van de magistratuur en de faciliteiten door de regeringen van de laatste pakweg 40 jaar maakt sommige leden ervan gevoeliger voor druk van bovenaf: wiens brood men eet, diens woord men spreekt..
Ook bij de politie speelt het probleem van financieel afknijpen door de regering. Wanneer de politie openlijk faalt roepen de nieuwsberichten telkens weer 'de landelijke reorganisatie' als oorzaak, maar de chronische onderbezetting (vaak tientallen procenten van de formatie onbezet, en dat al jaren!) komt te weinig naar voren. De onderbezetting is zeker deels te wijten aan het schandalig lage basissalaris van agenten. Niet voor niets kiest zo'n kanjer als woordvoerder Ellie Lust van politie Amsterdam tenslotte voor TV als ze voor het blok gezet wordt.
cecile graven 3
Ik ben bij die 2 zaken persoonlijk betrokken geweest. Bij de coupépolder eerst als lid van de saneringswerkgroep en later als milieuwoordvoerder van mijn fractie ( GroenLinks). Bij bodemsanering Leiden doordat de jurist Paul Ruijs mij vroeg hem te helpen de fraude boven water te krijgen.
Frank EnStein