
Follow the Money onderzoekt de schade die winning van zout in Noordoost-Nederland veroorzaakt en de belangen die ermee zijn gemoeid. Lees meer
Zout wordt in Nederland gewonnen in Twente, diverse plaatsen in Groningen, bij Harlingen in Friesland, zowel onder de zeebodem als op land.
Het meeste zout is gewoon keukenzout, maar op de grens van Groningen en Drenthe wordt door het bedrijf Nedmag magnesiumzout gewonnen. Dat heeft andere toepassingen en wordt als een 'speciaal zout' gezien. Het wordt gebruikt voor onder meer de productie van vuurvast materiaal, kunstmest en cosmetica (badzouten).
Alle zoutbedrijven in Nederland zijn in buitenlandse handen. Alleen Nedmag is voor de helft eigendom van de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM). De zoutwinning is omstreden: ze veroorzaakt bodemdaling en milieuschade. Daar staat tegenover dat ze zorgt voor banen in regio's waar weinig andere werkgelegenheid is.
In onze Noordoostpitch – waarbij FTM-lezers en het publiek van Omroep Fryslân, RTV Noord, RTV Drenthe en RTV Oost zelf onderzoeksvoorstellen konden indienen en op hun favoriete voorstel stemmen – kreeg het voorstel om de belangenverstrengeling rond de zoutwinning in Groningen de meeste stemmen. We hebben dit onderzoeksvoorstel uitgebreid naar zoutwinning in geheel Noord-Oost Nederland.
Zoutbedrijf gebruikt listige truc om te boren waar dat eigenlijk nog niet mag
Rechter fluit ministerie EZK terug: veiligheid gaat bij zoutwinning voor economisch belang
Podcast | Ook schade zoutwinning wordt ontkend (maar wel betaald)
NAM draait op voor schaderekening die zoutwinner niet wil betalen
Ondanks risico’s mag omstreden zoutwinner van ministerie tot 2045 doorgaan
Bodemdaling gevaarlijk? In Groningen mag de zoutwinning gewoon doorgaan
Zout is werk en banen gaan in Groningen voor alles
Zoutwinning: de winst vloeit naar het buitenland, maar de provincies blijven met de brokken zitten
Met de noodvoorraad diesel in Twentse zoutholtes kán het niet misgaan
Tientallen zoutgaten met kans op kraters in Twente: ze vullen duurt meer dan honderd jaar
De Nedmag fabriek in Veendam © Marieke Kijk in de Vegte
Ondanks risico’s mag omstreden zoutwinner van ministerie tot 2045 doorgaan
Scheuren in de ondergrond, weglekkende diesel en een bodem die langzaam wegzakt – de risico’s van zoutwinning in Groningen zijn niet alleen groter dan gedacht, ze zijn ook al meer dan twintig jaar bekend. Zelfs na een grote lekkage krijgt zoutbedrijf Nedmag opnieuw een vergunning om door te gaan met winnen. Risico’s en onzekerheden worden door ministerie van EZK terzijde geschoven.
‘Het is een mooi spel met woorden,’ zegt Dineke Pot, wanneer ze bladert door de verschillende plannen die Nedmag tussen 1995 en nu heeft ingediend. Die winningsplannen zijn iedere keer weer het fundament voor de toekomst van de zoutwinning in de Groningse Veenkoloniën. Pot vertelt erover in het flink beschadigde huis van haar moeder in Borgercompagnie, pal bovenop de zoutholtes. Zelf is ze inmiddels vertrokken uit het gebied, maar ze weet er als mijnbouwkundig ingenieur alles van. Haar conclusie: de plannen spreken elkaar tegen.
Hoewel Nedmag sinds 2018 beweert overvallen te zijn door een grote scheur in de ondergrond, blijkt uit onderzoek van Follow the Money en RTV Noord dat men al jarenlang rekening had kunnen houden met een lek.
Op 20 april 2018 scheurde plotseling het zoutdak open in een van de zoutholtes op 1800 meter diepte, precies onder het dorpje Tripscompagnie. In het gebied rondom het dorp en aanpalende dorpen Borgercompagnie en Veendam wint zoutbedrijf Nedmag al sinds 1972 magnesiumzout. Dit zeldzame zout komt in deze zuivere vorm maar op dertig plekken in de wereld voor.
Door het zout in de bodem op te lossen en naar boven te pompen, zijn er holtes, ook wel cavernes genoemd, met diameters tot tweehonderd meter ontstaan. Doordat de holtes door winning van dit zout in de breedte groeien, wordt ook het dak van zo’n holte steeds groter. Het dak van een caverne was uiteindelijk zo groot geworden dat het ging doorhangen en barstte. Miljoenen liters zoutwater en een onbekende hoeveelheid diesel lekten weg.
FTM schreef hier eerder dit verhaal over.
In 1995 constateert zoutwinner Nedmag al dat er een risico is van lekkages op het moment dat een zoutbron wordt verlaten. Dat verlaten gebeurt wanneer er niet meer voldoende zout aanwezig is voor een rendabele exploitatie van de bron. Nedmag sluit zo’n put dan af. ‘Een zeer bescheiden pekellek door het halietdak boven de caverne is op langere termijn niet uitgesloten,’ schrijft Nedmag in zijn toenmalige winningsplan. Volgens het bedrijf zal dat echter ‘geen meetbare invloed op de bovengrond hebben’.
De informatie uit 1995 geeft aanleiding om rekening te houden met een lek
Waar in 1995 al voor werd gewaarschuwd, gebeurt in 2018 (zie kader). De winning bij het dorp Tripscompagnie wordt nog niet afgebouwd. Toch ontstaat er plotseling een scheur in een van de cavernes. Volgens zoutwinner Nedmag en toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) gaat dit om een andere situatie dan beschreven in het winningsplan van 1995, maar mijnbouwkundig ingenieur Dineke Pot en bodemdalingexpert Adriaan Houtenbos betwijfelen dit. Volgens hen gaf de informatie uit 1995 weldegelijk aanleiding om rekening te houden met een lek.
Ondanks kritiek van toezichthouder SodM, gemeente Midden-Groningen, provincie Groningen en waterschap Hunze en Aa’s krijgt Nedmag van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat groen licht om tot 2045 door te gaan met het winnen van zout. Dat terwijl de oorzaak van het lek in de bodem nooit helemaal is opgehelderd.
Oorzaak ligt in 1995
De scheur in het zoutdak hangt samen met een nieuwe productiemethode die 28 jaar geleden is geïntroduceerd. Tot 1993 haalt Nedmag zout uit de bodem met de zogeheten ‘room and pillar’-techniek, de traditionele manier van zoutwinning.
De omslag komt in 1995. Na twee jaar testen stapt Nedmag over op een nieuwe methode. Die maakt gebruik van het fenomeen salt squeeze, ook wel zoutkruip genoemd. Hierbij wordt zout niet onder hoge druk opgelost, maar wordt gebruik gemaakt van de eigenschappen van het zout zelf.
Water wordt geïnjecteerd in een caverne. Doordat het magnesiumzout sterk hygroscopisch is – dus door water wordt aangetrokken – kruipt het zout naar het water en lost daarin op. Als het magnesiumzout de cavernes bereikt, lost het helemaal op en kan gemakkelijk worden opgepompt. In het ideale geval stroomt de pekel gewoon uit de put wanneer men de kraan opendraait. Bovengronds hoeft het dan alleen nog maar te worden gedroogd en blijft het zout over.
Nedmag zegt overgestapt te zijn op salt squeeze omdat het de juiste winningsmethode is voor magnesiumzout. Iets wat het bedrijf voorheen niet wist. In de testfase bleek dat er op die manier veel sneller meer zout te winnen valt, dus economische motieven spelen ook een rol.

De overstap naar deze methode heeft vergaande gevolgen. Nedmag kan haar productie verhogen met een factor tien en daarmee de omzet opschroeven. Tegelijkertijd nemen de risico’s toe. In tegenstelling tot de klassieke zoutwinningsmethode kan men bij salt squeeze-winning de druk in de zoutholtes minder goed controleren.
Bovendien groeien de cavernes in de breedte, hoe snel is lastig te controleren. Het is immers juist de bedoeling dat het zout vanaf de randen richting het water kruipt. Het mogelijke gevolg: zoutholtes worden zo groot dat het dak niet meer stabiel is.
Die risico’s zijn in 1995 al bekend. In het winningsplan is sprake van een mogelijk lek in het zoutdak bij het verlaten van de putten. Toch stemmen zowel het ministerie als de regionale overheden in met de overstap naar de nieuwe methode, hoewel er nog weinig over bekend is.
Zowel Nedmag als toezichthouder SodM zeggen nu dat de zinsnede in het winningsplan van 1995 dat een bescheiden lek in het zoutdak niet kon worden uitgesloten, betrekking had op het verlaten van een put en niet op het actieve winningsproces. De scheur in het zoutdak in 2018 was volgens hen onvoorspelbaar.
Directeur Bert Jan Bruning van Nedmag: ‘In het winningsplan werden scheurtjes beschreven, dat noemen we zweten. Dat was zonder zoutwinning misschien ook gebeurd. 2018 was van een andere orde, dat was een open wond.’ Mijnbouwkundig ingenieur Dineke Pot betwijfelt dit. Zij geeft aan dat het samenvloeien van meerdere zoutputten geleid heeft tot grotere risico’s.
‘De Nedmag-productie is onverantwoord vanwege het ongecontroleerde van de zoutproductie en het laten samenvloeien van cavernes tot zo’n groot volume,’ zegt ze. ‘Ervaring heeft geleerd dat het dak in 2018 niet sterk genoeg was. Was dit te verwachten? Mijns inziens wel. Er is niet goed over de consequenties nagedacht en de verleiding van meer winst door grotere zoutvolumes uit de bestaande putten was groot.’
Ook andere deskundigen bevestigen haar lezing: de risico’s zijn voor lief genomen om het productieniveau te verhogen. ‘De productiesnelheid stond voorop, daarvoor hebben ze bewust risico’s genomen. Het idee dat je een put gewoon kunt sluiten en dan is het klaar, was de makkelijkste en goedkoopste aanname. Ze konden toen al niet met zekerheid uitsluiten dat een lek zou ontstaan,’ zegt Adriaan Houtenbos, oud NAM-medewerker en sinds 2000 onafhankelijk specialist op het gebied van bodemdaling.
‘Zelfs als er nog een lek ontstaat, zal het nooit meer zo groot zijn als in 2018’
Nedmag ontkent dit risico desgevraagd. Volgens het bedrijf kan een lekkage van die grootte in de toekomst niet meer voorkomen. Directeur Bruning: ‘De cavernes krimpen nu al, dus zelfs als er nog een lek ontstaat, zal het nooit meer zo groot zijn als in 2018.’
Leegloop
Vergunninghouder Nedmag is intussen al bezig putten te verlaten. Vanaf het moment van de lekkage is het bedrijf namelijk overgestapt op het aflaten van de pekel uit het cavernecluster. Dat leeglopen kan vijf tot twintig jaar duren. Het is echter juist op het moment van het verlaten van de putten, dat er de meeste pekel wordt gewonnen. Alles moet er immers uit. Dus die in 1995 beschreven risicovolle periode is allang aangebroken: de cavernes worden kleiner, waardoor de druk kan oplopen.
In de risicobeoordeling van het nieuwe winningsplan (in opdracht van Nedmag) benoemt ingenieursbureau Royal Haskoning het risico van nieuwe lekkages in deze fase dan ook expliciet: ‘In een aantal situaties is er een verhoogd risico gescoord voor het optreden van olie- en/of pekellekkage in de diepe ondergrond door scheurvorming in het zoutdak.’ Namelijk tijdens het laten leeglopen van het hele cavernecluster onder Tripscompagnie en enkele putten bij Veendam. Maar ook tijdens het verlaten van de toekomstige cavernes, die nu nog in ontwikkeling zijn.

Ook Nedmag benoemt de mogelijkheid van nieuwe lekkages in het winningsplan van 2018: ‘Op enig moment in de tijd (1 tot 4 jaar) wordt als gevolg van de toename van de pekeldruk de maximale trekspanning in het zoutdak overschreden, waardoor er scheuren in het zoutdak zullen ontstaan. Dit betekent dat er pekel zal wegstromen naar de lagen boven het zout.’ Dit is volgens het bedrijf echter niet vergelijkbaar met de grote calamiteit in 2018. De schaal zal veel kleiner zijn.
‘Nedmag had meer kennis kunnen hebben, ze hadden dieper kunnen graven’
Naast het risico van lekkages is er het probleem van gebrekkige kennis over de methode en de diepe ondergrond in het algemeen. Ondanks toegenomen belangstelling voor de ondergrond in de afgelopen jaren, heeft Nedmag verzuimd deze kennis op te bouwen. Toezichthouder SodM tikte de zoutwinner hier na het lek voor op de vinger. Wouter van der Zee, bij SodM verantwoordelijk voor de expertise-afdeling over de ondergrond: ‘Nedmag had meer kennis kunnen hebben. Er was wel kennis, maar ze hadden dieper kunnen graven.’
Nedmag geeft het gebrek aan kennis toe, maar kaatst de bal terug. Bert Jan Bruning: ‘Er was in die tijd ook geen goed toezicht. Het was een beetje ons kent ons, dus we hielden elkaar niet scherp.’
Volgens Bruning heeft deze cultuur ertoe geleid dat ze niet kritisch genoeg naar risico’s keken. ‘Toen we voor de nieuwe vergunning weer de modellen gingen bekijken, dachten we wel, verrek, als we de modellen zo hadden ingericht, dan hadden we daar theoretisch achter kunnen komen, maar toen hadden we daar geen zicht op.’
Waar is de diesel gebleven?
En dan is er nog het vraagstuk van de weggelekte diesel. Bij klassieke zoutwinning dient diesel als zogenaamd dakolie. Het is lichter dan water en drijft daardoor op de pekellaag. Het voorkomt dat het dak van de zoutholte, dat ook uit zout bestaat, wordt opgelost. Alleen de zij- en onderkant van de caverne worden opgelost. Ook bij de squeezemethode is diesel nodig, vooral in de beginfase van het winnen.
In totaal heeft Nedmag zo’n 45.000 kubieke meter diesel de grond in gepompt. De diesel drijft altijd boven, daarom is de kans groot dat bij de lekkage in 2018 ook diesel is weggestroomd. Hoeveel, dat is nog steeds onbekend. Ook waar het is gebleven, weet niemand. Nedmag en SodM gaan ervan uit dat de kans verwaarloosbaar is dat deze diesel het grondwater bereikt.
Hoeveel diesel is weggestroomd en waar het is gebleven, weet niemand
Omwonenden zijn er niet zo zeker van en voelen hun twijfels bevestigd door de peilbuizen die overal staan. Waarom wordt er gemeten, als er geen kans is dat iets naar boven lekt, vragen ze zich af. ‘Dat is een catch-22,’ zegt Abel Jan Smit, directeur mijnbouw bij Nedmag. ‘Als we meten verwijt men ons een mogelijk incident, maar als we niet meten, is het ook niet goed. Natuurlijk monitoren we de omgeving.’
Onafhankelijke deskundigen plaatsen daar vraagtekens bij. Bodemdeskundige Houtenbos: ‘Je kunt helemaal niet zo stellig zeggen dat het niet naar boven gaat lekken. In een put zit een stalen buis, die gaat zo’n 1,5 kilometer de diepte in. Door bodemdaling krimpt het gesteente in de bovenlaag, daardoor scheurt het los van de buis. Daar, tussen steen en buis, ontstaat een lekpad. Daar kan de diesel wel doorheen. SodM kan dit niet ontkrachten, want ze hebben er geen onderzoek naar gedaan.’
Toezichthouder SodM achtte het verdere gebruik van diesel onwenselijk. Dat plaatste Nedmag voor een probleem, want bij het slaan van nieuwe putten is het gebruik van een dakolie onvermijdelijk. Het bedrijf wil nieuwe putten ontwikkelen in Borgercompagnie (op zo’n drie kilometer van de put waar het lek ontstond) en heeft daarvoor inmiddels een alternatief voor de diesel gevonden: Surdyne B140. Een geraffineerd aardolieproduct, minder toxisch, maar met dezelfde eigenschappen als diesel, waardoor het geschikt is als dakolie.
Maar ook hier kleven risico’s aan. Of de olie daadwerkelijk afbreekbaar is, moet nog maar blijken. Ook hoe Surdyne B140 zich onder de specifieke omstandigheden in een caverne zal gedragen, is niet bekend. Mijnbouwadviesbureau Well Engineering Partners onderzocht in opdracht van Nedmag alle mogelijke alternatieven voor diesel en adviseert er eerst langdurig mee te testen, maar Nedmag wil het meteen gaan gebruiken bij het slaan van de nieuwe putten. Directeur mijnbouw Smit: ‘We hebben onderzoeken gedaan naar de mogelijke alternatieven en achten deze risico’s als acceptabel. SodM heeft er mee ingestemd.’

Toezicht alleen op afstand
Het controlerende orgaan dat zijn oog richt op Nedmag is het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). Inspecteur-generaal Theodor Kockelkoren zei in 2018 nog dat Nedmag ‘grote uitdagingen’ heeft om haar toekomst veilig te stellen.
Maar een kleine drie jaar later bijt het SodM niet door, wanneer het ministerie van Economische Zaken en Klimaat Nedmag een nieuwe termijn van een kleine 25 jaar gunt. EZK laat enkele adviezen van SodM vallen, maar volgens Wouter van der Zee van SodM komt hiermee de veiligheid niet in het geding.
Dat SodM niet altijd grip heeft op de situatie, wordt duidelijk in de periode na het incident in 2018. Het Staatstoezicht is volledig afhankelijk van de data die Nedmag aanlevert, voert weliswaar gesprekken met de directie van Nedmag, maar is niet langere tijd aanwezig in Veendam om het incident zelf te monitoren.
‘Ik zie niet in hoe ik er meer informatie uit had kunnen halen als ik op kantoor bij Nedmag zou zitten’
‘Ik zie niet in hoe ik er meer informatie uit had kunnen halen als ik op kantoor bij Nedmag zou zitten,’ zegt Van der Zee nu. Het bestuderen van de aangeleverde data door Nedmag is in zijn ogen afdoende voor een goede controle. Duidelijke verschillen tussen winningsplannen of bepaalde cavernes wel of niet zijn uitgemijnd doet SodM af als een ‘slordigheid in de publieksversie’ van het plan.
Nedmag ziet het als blijk van vertrouwen dat SodM niet persoonlijk kwam toezichthouden. ‘Als ze dachten dat we niet transparant waren of het niet goed deden, waren ze wel gekomen,’ zegt directeur mijnbouw Smit.
In de nasleep van het lek is SodM nog streng voor Nedmag. Het bedrijf zegt zelf dat er geen gevaar dreigt voor mens en milieu, SodM is daarin voorzichtiger. Ook laat SodM weten dat Nedmag geen nieuwe zoutputten mag slaan, maar dat er een nieuw winningsplan moet komen.
In deze periode vindt er ook een gesprek plaats tussen de directie van Nedmag en SodM. Nedmag voert de druk op. Tijdens een gesprek op 14 augustus 2018 laat Nedmag weten dat de door Staatstoezicht aan het ministerie doorgespeelde standpunten ‘bedreigend zijn voor Nedmag’.
Van der Zee laat daarop weten dat SodM niet gevoelig is geweest voor deze druk. ‘We nemen dat alleen voor kennisgeving aan.’
Ook nu herhaalt Nedmag-directeur Bruning tegen FTM de urgentie: ‘Tot nu toe viel het omzetverlies gelukkig mee. We konden aflaten en hadden geluk door corona, waardoor de vraag inzakte. Dat heeft de boel een beetje gerekt, maar de rek is er nu uit. Na dit jaar kom je onder een bepaald kritisch volume, dan heb je de nieuwe putten nodig.’
Dit onderzoek is een vervolg van de Noordoostpitch die Follow the Money samen met RTVNoord, RTVOost, Omrop Frieslan en RTV Drenthe organiseerde. Lezers konden tijdens de Pitch ideeën indienen voor journalistiek onderzoek en op hun favoriete voorstel stemmen.
126 lezers stuurden een onderwerp in. De pitch met de meeste stemmen ging over de zoutwinning in Groningen. Omdat er op meer plekken in Nederland zout wordt gewonnen, hebben we het onderzoek uitgebreid naar zoutwinning in het hele land.
Deze artikelen zijn eerder voortgekomen uit dit onderzoek:
Zoutwinning: de winst vloeit naar het buitenland, maar de provincies blijven met de brokken zitten;
Deze vrouw vecht al decennia tegen de winning van zout;
Zuiver zout is een unique selling point voor Veendam;
Zout is werk en banen gaan in Groningen voor alles;
Bodemdaling gevaarlijk? In Groningen mag de zoutwinning gewoon doorgaan;
Economisch belang geeft doorslag
Ondanks alle onzekerheden heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat besloten een nieuwe vergunning af te geven aan Nedmag. Bezwaren van regionale overheden zijn terzijde geschoven en ook het advies van SodM is slechts gedeeltelijk meegenomen. Zo mag Nedmag voorlopig doorgaan met het winnen uit een bepaalde put, Tripscompagnie-9, hoewel SodM dit niet wenselijk achtte. De bodemdaling zou daardoor nog groter worden.
Tot nu toe is de bodem met een halve meter gezakt. Nedmag gaat ervan uit dat er nog bijna een halve meter bij komt. Ook zouden cavernes nog meer aan elkaar kunnen groeien, waardoor het dak instabieler wordt. Dat laatste was juist aangewezen als mede-oorzaak van het lek in 2018.
Nedmag mag doorgaan met het winnen uit een bepaalde put, hoewel SodM dit niet wenselijk achtte vanwege bodemdaling
Wouter van der Zee, SodM: ‘Wij kijken puur naar veiligheid. Het ministerie kijkt ook naar andere aspecten.’ Bijvoorbeeld het economisch belang. Nedmags argument dat stoppen met winnen uit de put bedreigend zou zijn voor het voortbestaan van het bedrijf, lijkt ook voor het ministerie van belang.
Niet alleen wordt Nedmag genoemd als belangrijke werkgever voor de regio, maar zoals FTM al eerder onthulde, zijn de winsten van aandeelhouder Noordelijke Investeringsmaatschappij voor een groot deel afhankelijk van dividenduitkeringen van Nedmag.
Ook de staatskas profiteert: Nedmag moet sinds 2004 jaarlijks een bepaald bedrag afdragen over de gewonnen hoeveelheid zout, de zogenaamde cijns. Dat is zo’n 150.000 euro per jaar, afhankelijk van hoeveel zout er dat jaar is gewonnen. Sinds invoering van die regeling heeft Nedmag dus zo’n 2,6 miljoen euro cijns betaald.
Uit het document waarin het ministerie alle zienswijzen en adviezen beoordeelt, blijkt dat het voortbestaan van Nedmag prioriteit heeft. Want ook voor de verdere afhandeling van de zoutputten is Nedmag van groot belang. Het bedrijf is aansprakelijk voor alle schade en waterbeheersmaatregelen die getroffen moeten worden vanwege de bodemdaling. Als het bedrijf failliet is, kan het de rekening daarvoor niet meer betalen.
Zelfs SodM dat puur naar de veiligheid zegt te kijken, zegt dat een gezond bedrijf belangrijk is voor de afhandeling van de zoutwinning. Anders moet de staat en dus de belastingbetaler opdraaien voor de kosten. En dat kan lang duren, want door de bodemdaling moet de waterhuishouding voor lange tijd worden aangepast en bijgestuurd.
Doordat onbekend is wat zich er precies afspeelt in de diepe ondergrond, zijn alle berekeningen gebaseerd op schattingen en aannames. Het is dan niet in het belang van een bedrijf om de risico’s te ver uit te spitten, zegt bodemdalingsdeskundige Houtenbos. ‘Als de overheid bereid is om de inschatting van de risico’s over te nemen – en dat moeten ze wel, want ze hebben zelf geen kennis in huis – waarom zou je als bedrijf dan verder zoeken? Dat is niet in het economisch belang van het bedrijf.’
Huizen verzakken
Ondertussen heeft de bodemdaling rondom Veendam al bijna een meter bereikt. Ter vergelijking: bij de gaswinning in het Groningen-veld is de bodemdaling op het diepste punt 40 centimeter. Dineke Pot weet er alles van. Bij familie Pot komt alle kennis over de diepe ondergrond samen. Ze is namelijk niet alleen mijnbouwkundig ingenieur met een geoloog als man, ook de gevolgen van de zoutwinning maakt ze van dichtbij mee. Het huis van haar moeder staat in Borgercompagnie pal boven een zoutcaverne. Sinds 2018 vertoont de negentiende eeuwse boerderij ineens scheuren. Scheuren zo breed dat je er een hand in kunt steken.
Sinds 2018 scheuren zo breed dat je er een hand in kunt steken
Zoutwinner Nedmag wordt niet moe te benadrukken dat de zoutwinning geen schade aan huizen veroorzaakt. Dat beweert het bedrijf al jarenlang en ook nu zegt directeur Bruning: ‘Er is wel schade, maar die komt niet door de diepe bodemdaling die onze zoutwinning veroorzaakt.’ Ook de schade van Pot is volgens het bedrijf niet gerelateerd aan de zoutwinning. Pot is niet de enige die van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Over hoe moeilijk het is voor gedupeerden om schade door zoutwinning vergoed te krijgen, gaat ons volgende artikel.
Dit onderzoek is tot stand gekomen met medewerking van Sam Gerrits.
Ook RTV Drenthe en RTV Noord publiceerden over deze kwestie: ‘Nedmag had risico op lekkage in bodem door zoutwinning kunnen weten’
In een schriftelijke reactie laat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat het volgende weten:
De precieze afweging van destijds is gezien de verstreken tijd (26 jaar) moeilijk te achterhalen. Een afweging bestaat altijd uit meerdere onderdelen:
1. De kans dat een gebeurtenis zich voordoet;
2. De effecten van die gebeurtenis;
3. De mate waarin er maatregelen getroffen kunnen worden om de gevolgen te beperken.
Bij de scheur die in 2018 is ontstaan heeft toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen direct opdracht gegeven de druk af te laten uit de caverne zodat de scheur zou sluiten. In hoeverre de scheur ook gevolgen in de ondergrond heeft, wordt gemonitord. Er zijn tot op heden geen gevolgen meetbaar. De huidige besluiten zijn zodanig dat Nedmag geen pekel in de ondergrond mag achterlaten waardoor het risico van scheurvorming bij het verlaten van de cavernes is weggenomen.
SodM beschrijft dat voorkomen moet worden dat de caverne TR-9 (Tripscompanie-9, waar het lek ontstond, red.) aan het cluster vastgroeit en adviseert om die reden winning uit TR-9 niet toe te staan. Het ministerie is het met SodM eens dat voorkomen moet worden dat de caverne TR-9 aan het cluster vast kan groeien en heeft om die reden de winning beperkt in tijd en in snelheid. Zo wordt voorkomen dat de caverne te groot wordt en aan het cluster groeit.
Het ministerie heeft in het instemmingsbesluit uitgebreid per onderdeel afgewogen of er op grond van de wet redenen zijn om de instemming te weigeren. De integrale (eind)beoordeling is dat de winning veilig kan plaatsvinden, met inachtneming van de (aanvullende) voorwaarden die de minister daaraan stelt in het instemmingsbesluit. Het economisch belang is geen onderdeel van de afweging.
13 Bijdragen
ben wellerdieck 4
(Ministerie van Comerciele Belangen en Klimaat Verpesting is een betere naam)
Niek Jansen 9
ben wellerdieckben wellerdieck 4
Niek JansenNiek Jansen 9
ben wellerdieckWietze van der Meulen 6
Niek JansenMaar, ik zie onder het artikel staan dat het mede met samenwerking van Sam Gerrits tot stand is gekomen. In het verleden heb ik meerdere artikelen van hem bij FTM gelezen. Deze artikelen, als over het bijmengen van geïmporteerd hoogcalorisch buitenlands gas (m.n. Russisch gas) met N2 (stikstof) om het zoveel mogelijk aan de eigenschappen van G-gas (het gas uit het Slochteren-veld) te laten voldoen, vond ik technisch altijd indrukwekkend (technisch goed onderbouwde verhalen). Blij dat Sam nu weer (weliswaar nog aan de zijlijn) terug is.
Onderstaand nog wat info over de Arendsee in de Altmark (Noord Sachsen-Alhalt). Dit meer in ontstaan door het instorten van een saltdome of Salzstock. Dit meer van een 5 km2 is echter wel 50 meter diep.
Nu wil ik niet zeggen dat dit ook in Groningen zal gebeuren maar wel dat je op moet passen met het te veel uitlogen van de ondergrond.....
https://en.wikipedia.org/wiki/Arendsee_(lake) (ik krijg de koppeling niet werkend, voor aanvullende informatie moet je even doorklikken).
Met nog wat aanvullende info.
https://www-docs.b-tu.de/fg-gewaesserschutz/public/projekte/uba_2/07_sachs_anh.pdf
Eveline Bernard 6
Vincent Huijbers 9
Eveline BernardCor Broeders 4
Een meetpunt LEK2 noemen is niet echt geruststellend. Maar als je 36.000ton (45000x0,8) gasolie over de grond laat lopen valt de hele wereld over je heen. Want dat is een leuk tankertje vol. Blijkbaar hoeven ze dat niet op te ruimen als het werk gedaan is.
Gelukkig heeft de overheid toestemming gegeven; die zijn dus aansprakelijk voor de schade. Want dat bedrijf gaat gewoon failliet als er aanvragen voor schadeloosstelling komen.
Jan Ooms 10
“Bert Jan Bruning: ‘Er was in die tijd ook geen goed toezicht. Het was een beetje ons kent ons, dus we hielden elkaar niet scherp.’”
Het bedrijf vráágt dus om toezicht. De enige conclusie kan dan slechts zijn: ‘De situatie SCHREEUWT om toezicht!’
Onvoorstelbaar hoe na welk debacle ook, dit ministerie toch telkens weer kiest voor enkel de economische ‘afwegingen’.
Afwegingen bewust tussen aanhalingstekens omdat ik me afvraag of er überhaupt iets wordt afgewogen binnen dit VVD bolwerk, anders dan winst, winst, winst ten koste van wat dan ook.
Nan 1
Jan OomsVincent Huijbers 9
Gaat het collectieve belang boven dat van enkele gedupeerden? Of aandeelhoudersbelang voor het collectief belang? Werkgelegheid? En hoe hoog mogen de baten zijn om de lasten (beide in de breedtste zin) te rechtvaardigen.
Bij mij ontstaat het beeld dat economische belangen door de overheid zwaarder worden gewogen dan die van het milieu of gezondheid van burgers. Ook het bagatelliseren van risico's lijkt bij deze belangenafweging gericht op economisch gewin in plaats van het beschermen van burgers en het milieu.
Inzicht hierin is nuttig en interessant voor een juiste (her)overweging en om te anticiperen op toekomstige claims/inrichting openbare ruimte.
Niek Jansen 9
Vincent Huijbershttps://joop.bnnvara.nl/nieuws/cda-blokkeert-onverwachts-verbod-op-tabakslobby-in-parlement
Ik wil eraan herinneren dat oud-EU parlementariër van het CDA in de EVP Wim van de Camp volgens interne documenten van Philip Morris behoorde tot de 10 ‘tabakvriendelijkste’ EU parlementariërs.
Nooit is hij in onze media daarop afgerekend, zoals dat wel gebeurde met oud-minister Edith Schippers en Hans Hillen, oud-Tweede Kamer lid.
Vincent Huijbers 9
Niek JansenBij aardgas kun je misschien stellen dat we er als hele maatschappij de vruchten van hebben geplukt en de welvaartstaat mee hebben opgebouwd. Des te ontechtvaardiger is dat we de Groningers met de schade laten zitten.
In dit dossier stelt Eveline start Eveline al met het ontrafelen van de baten: werkgelegeheid, zeldzaam product, cijns. Hoeveel baten rechtvaardigen de lasten? Nu en in de toekomst?