
Gemeenten zouden de jeugdzorg goedkoper en beter regelen. Het tegenovergestelde is gebeurd. Wat ging er mis? Lees meer
De gemeenten zouden jeugdzorg dichterbij, efficiënter en uiteindelijk ook goedkoper gaan regelen. Het tegenovergestelde gebeurde: het aantal zorgaanbieders is gestegen van 120 in 2014, naar zo’n 6.000 nu. En inmiddels ontvangt één op de tien Nederlandse kinderen een vorm van jeugdzorg.
Maar is geld het enige probleem? Onder de werktitel "Jeugdzorg in het Rood” doet Follow the Money onderzoek naar de geldstromen in de jeugdzorg. In deze gids loodsen we je langs de belangrijkste bevindingen.
Jeugdzorgmanagers verdienen bij met handeltje in zzp’ers bij hun eigen werkgever
Anderhalf jaar strijd om één Excelsheet: hoe gemeenten onderzoek naar jeugdzorg frustreren
Hoe kindvriendelijke jeugdzorg moest wijken voor hekken en sloten op de deur
Bij de jeugdbescherming is het wachten op de volgende meltdown
Lelystad versus Pluryn: in het gevecht om de rekening delft de gemeente het onderspit
Opvanghuis voor kinderen krijgt dikke onvoldoende, maar blijft voorlopig open
Staatssecretaris Van Ooijen over het repareren van de jeugdzorg: ‘Het is een enorm praatcircus’
Minister Franc Weerwind: ‘Herwinnen van vertrouwen, dat is mijn belangrijkste opdracht’
Terugkijken | Beslissen in een failliete jeugdzorg: het verhaal van drie kinderrechters
In het hart van een zorginfarct: de rechter kan in een kinderleven het keerpunt zijn
© Rosa Snijders
Top verdienen aan jeugdzorg in Tilburg
Terwijl de gemeenten rode cijfers schrijven, draaien zorgbedrijven goed. Vooral commerciële jeugdzorgbedrijven maken flinke omzetten en dito winsten. Volgens enkele ondernemers zijn de tarieven te hoog en kunnen zij best voor minder even goede zorg leveren. Follow the Money en het Brabants Dagblad legden de jaarrekeningen van zorgaanbieders uit een hele regio onder de loep.
-
Op zoek naar een verklaring voor de groeiende tekorten onderzocht Follow the Money voor het eerst alle gecontracteerde zorgaanbieders in één regio: de regio Hart van Brabant, met als grootste gemeente Tilburg. Met 13,6 miljoen had Tilburg het grootste tekort van de provincie Brabant.
-
Van de 228 aanbieders met een contract deponeerden 121 zorgbedrijven een jaarrekening over 2018. Van 61 bedrijven en zestig stichtingen onderzochten we die jaarrekening. Deze aanbieders bieden jeugdhulp en begeleiding en beschermd wonen via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
-
Waar winstmarges van 2 tot 3 procent gewoonlijk al heel netjes zijn, kwamen we in dit onderzoek 24 bedrijven tegen met een winstmarge van boven de 10 procent. Van de commerciële jeugdzorgbedrijven maakt 40 procent meer dan 10 procent winst. Daarvan levert de helft onder andere dyslexiezorg.
-
Jeugdzorgbedrijf AMO Actieve Opvang maakte tussen 2015 en 2020 1,1 miljoen euro winst. AMO zegt al jaren tegen de gemeente Tilburg dat een deel van zijn zorg goedkoper kan, maar de gemeente kan deze tarieven niet zomaar aanpassen. ‘Als we dat voor de ene aanbieder doen, geeft dat een andere aanbieder de gelegenheid om ook in onderhandeling te gaan over de tarieven. En die wil dan wellicht hogere tarieven.’
-
De onderzochte bedrijven leveren vaak niet alleen zorg in de regio Tilburg, maar ook in andere regio’s verspreid over het land. Dit onderzoek toont aan dat bij 121 zorgaanbieders bijna 100 miljoen euro overblijft, terwijl gemeenten miljoenen tekort komen. Deze scheefgroei beperkt zich niet tot Brabant, maar is een landelijke tendens.
-
De resultaten van het onderzoek publiceren we samen met het Brabants Dagblad, met wie we verder onderzoek deden.
Op een voormalig boerenerf aan de rand van Loon op Zand is het op een woensdagmiddag in september 2020 een komen en gaan van busjes. De begeleiders van AMO Actieve Opvang brengen ruim zestig kinderen uit het speciaal onderwijs naar het terrein voor de buitenschoolse opvang. In dit ‘AMO-land’ brengen zij spelend hun vrije tijd door: op het sportveld met tribune, de trampolines, jeu-de-boulesbaan, boogschietbaan, kampvuurplek, in het klimbos en de logeeropvang met kookruimtes. Een paar groepen vertrekken al snel weer en rijden richting sporthal en maisdoolhof. Zij vermaken zich vanmiddag daar.
Zowel de kinderen als de tien begeleiders hebben het zichtbaar naar hun zin. Directeur Alexander van den Akker kijkt het allemaal tevreden aan. Hij is van ver gekomen met zijn buitenschoolse opvang voor kinderen uit het speciaal onderwijs. Twaalf jaar geleden zag hij hoe weinig aansluiting deze kinderen na schooltijd in hun eigen woonwijk konden vinden. Van den Akker wilde ze leren hoe ze samen konden spelen, en ging in een van zijn vader geleende auto met vier kinderen op de achterbank op pad. Dat bleek een gat in de markt. Nu verdient hij met zijn AMO Actieve Opvang een goede boterham. Misschien iets té goed, vindt hij zelf.
AMO Actieve Opvang is één van de 228 zorgbedrijven en stichtingen waarmee de zorgregio Hart van Brabant, met als centrumgemeente Tilburg, een contract heeft gesloten. Van 121 zorgaanbieders vonden Follow the Money en het Brabants Dagblad een uitgebreide jaarrekening over 2018. Alle onderzochte jeugdzorg- en wmo-aanbieders bij elkaar maakten in 2018 een bedrijfswinst van 99,6 miljoen euro. Vooral commerciële jeugdzorgbedrijven verdienen lekker, blijkt na bestudering van deze jaarrekeningen. Eén op de vijf onderzochte bedrijven maakt meer dan 10 procent winst, en in de commerciële jeugdzorghoek zit 40 procent boven dat winstpercentage.
AMO Actieve Opvang zit daar met een winst van 22 procent op een omzet van 2,1 miljoen ruim boven. Niet alleen in 2018 gaat het Van den Akkers bedrijf voor de wind: sinds hij in 2015 een contract met de regio Hart van Brabant sluit, gaat het hosanna met de omzet.
De financiën van de gemeente Tilburg maken juist een tegengestelde beweging. In 2017 steeg het jeugdzorgtekort ineens van 131.450 euro naar 6,3 miljoen euro. In 2018 liep het tekort verder op naar 10,7 miljoen euro. Het jaar daarna gaf Tilburg in totaal 67,4 miljoen euro uit aan jeugdzorg, terwijl de Brabantse stad slechts 53,8 miljoen van het rijk kreeg: een tekort van bijna 14 miljoen euro. De gemeente Tilburg had dat daarmee het grootste tekort van de provincie Brabant.
Als het aan de verantwoordelijke wethouder Marcelle Hendrickx (D66) ligt, past het Rijk dat verschil bij, zo zegt ze op 8 mei 2019 in Nieuwsuur. Want: ‘Het Rijk stelt structureel niet genoeg geld beschikbaar om de tekorten op te lossen. Geef ons geld en middelen en neem ons serieus.’ Hendrickx ondersteunt hiermee de oproep die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten die dag doet aan het Rijk om meer geld beschikbaar te stellen voor gemeenten, zodat zij de stijgende kosten van jeugdzorg kunnen opvangen.
De verliezen die een gemeente boekt, zijn niet één op één toe te schrijven aan de winst die een zorgaanbieder in die stad maakt. De sector is verbrokkeld: sinds de gemeenten in 2015 jeugdzorg op hun bord kregen, nam het aantal jongeren dat gebruik maakt van jeugdzorg met 13 procent toe en stegen de gemeentelijke uitgaven met 42 procent. Tegelijkertijd voelen gemeenteraadsleden zich ‘slecht geïnformeerd’. Gemeenten hebben weinig zicht op de kwaliteit en de werkwijze van zorgaanbieders en het lukt ze slecht om de kosten te monitoren.
Dit zijn de realisatiecijfers van 2019. Veruit het grootste deel van het jeugdzorgbudget van de gemeente Tilburg gaat naar gecontracteerde aanbieders, namelijk 51,8 miljoen. Wel is het totaalbedrag van dit overzicht nog geen eindcijfer. Hier moeten onder andere nog regionale verrekeningen op toegepast worden. Als een gemeente uit de regio Hart van Brabant geld tekort komt, dan dragen gemeenten die minder hard getroffen zijn bij. Hierdoor wijkt het totaalbedrag iets af van de uitgaven van 67,4 miljoen waar het tekort op is gebaseerd.
Tilburg probeert wel meer grip op de stijgende zorgkosten te krijgen. Uit het in mei 2020 gepubliceerde Controleplan 2020 blijkt dat dat een moeizame exercitie is, omdat het inkoopmodel van de gemeente het op meerdere manieren mogelijk maakt om goed geld te verdienen. Tilburg koopt voor een groot deel resultaatgericht en via arrangementen zorg in, waarbij een zorgaanbieder een bepaalde termijn krijgt om aan de doelen van het kind te werken. Vooraf krijgt het bedrijf een gedeelte van het afgesproken bedrag gestort. Pas als de doelen zijn behaald, volgt de rest.
Volgens meerdere zorgaanbieders is het heel gebruikelijk om voor ieder nieuw doel ook een nieuw traject te starten. Dit ‘rijgen’ van arrangementen stelt de gemeente zelf ook vast in het Controleplan. Maar scherp indiceren, zodat de kosten niet de pan uit rijzen, is niet eenvoudig. ‘In de praktijk is het voor de gemeentelijke toegang moeilijk om op basis van een kort contact een compleet beeld te krijgen,’ schrijft het college. En: ‘Bovendien is het structureel en voldoende nauwkeurig meten van resultaten nog niet mogelijk.’
Op de kosten van de kinderen die huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten doorverwijzen zegt de gemeente Tilburg geen grip te hebben. Bij een verwijzing van de artsen bepaalt een zorgaanbieder welk arrangement (met bijbehorend prijskaartje) het beste past bij een kind. Met als risico dat aanbieders te hoge, dus duurdere, arrangementen kiezen, waardoor de totale uitgaven jeugdzorg stijgen. Bijna driekwart van de Tilburgse kinderen krijgt via artsen een verwijzing. Het gaat hierbij vaak om lichtere zorg.
Dossier
Dossier: Jeugdzorg in het rood
In 2015 kregen gemeenten de taak jeugdzorg dichterbij, efficiënter en uiteindelijk ook goedkoper te regelen. Het tegenovergestelde is gebeurd. Wat ging er mis?
Ook bij een verwijzing via de gemeentelijke toegang geeft de zorgaanbieder een advies voor de keuze van een arrangement. De keuze van het arrangement bepaalt hoeveel uur zorg je in kunt zetten. Het uurtarief voor de arrangementen is bepaald aan de hand van één tarief voor specialistische hulp, voor zowel lichte als zware hulp. Als je lichtere hulp biedt, kun je deze niet goedkoper leveren.
Helpende hand met hbo-opleiding
Dat heeft ook Van den Akker ervaren. In de sporthal wijst hij op begeleider Thijs, die moeiteloos 21 kinderen met een verstandelijke handicap bezighoudt met apenkooien. Thijs heeft een mbo-opleiding sport en bewegen gedaan. Voor deze doelgroep moet hij eigenlijk een SKJ-registratie hebben, met als minimum vereiste een hbo-opleiding. Van den Akker vindt dat te rigide: ‘Moet je voor deze groep in de sporthal hbo-geschoolde mensen neerzetten? Niet per se, denk ik. Ervaring en de juiste afstudeerrichting vind ik belangrijker. Thijs is al elf jaar een gouden kracht, die deze kinderen de helpende hand geeft die ze nodig hebben.’
Voor Thijs’ helpende hand krijgt Van den Akker wel het hoge tarief voor specialistische jeugdhulp betaald. Daar levert AMO ook de afgesproken zorg voor, zegt Van den Akker: ‘We rapporteren via formulieren elke dag over vijftig tot negentig kinderen hoe we aan hun doelen hebben gewerkt.’ Hoe zinvol dat is voor een buitenschoolse opvang, vraagt hij zich weleens af. ‘Hier moeten kinderen het vooral leuk hebben. We stellen doelen als samen leren spelen, niet boos worden en tegen je verlies kunnen. Moet je dat elke dag opnieuw vastleggen?’
Het is Van den Akker al jaren een doorn in het oog. Daarom diende hij in 2017 een plan voor gespecialiseerde opvang in bij de zorgregio Hart van Brabant, waarin hij een goedkopere tussenvorm tussen de duurdere groepsbegeleiding en de reguliere opvang voorstelt. ‘Sommige ouders hebben namelijk niet zozeer behoefte aan doelgerichte zorg, maar ze willen een zinvolle vrijetijdsbesteding voor hun kind binnen een gespecialiseerde opvang, waarmee ze thuis ook even op adem kunnen komen,’ zegt Van den Akker. Minder gespecialiseerde zorg, minder rapportages schrijven, grotere groepen, waardoor er minder begeleiding nodig is. ‘De zorg blijft net zo goed.’
Van den Akker besprak het plan met de contractmanager van de gemeente, zo blijkt uit mailwisselingen. Ondanks meerdere gesprekken gaan de tarieven tot op de dag van vandaag niet omlaag. ‘Blijkbaar kunnen ze voor een tussenvorm van jeugdzorg en kinderopvang nog geen tarief bepalen, omdat ze ook nog niet goed weten aan welke eisen deze tussenvorm moet voldoen,’ concludeert Van den Akker.
Wel moest de AMO-directeur in 2019 vanwege zijn hoge winstpercentage op het matje komen op het stadskantoor in Tilburg. Aanleiding was zijn notering in de zorgcowboylijst van Follow the Money, Pointer en Reporter Radio. In die lijst staan zorgbedrijven die structureel meer dan 10 procent winst maken. ‘Toen heb ik weer uitgelegd dat ongeveer een kwart van onze cliënten goedkopere zorg kan krijgen,’ zegt Van den Akker. Hij stelde voor de nachtzorg uit het pakket van de weekendopvang te halen. ‘Dat scheelt logeer- en personeelskosten. Maar dat kon niet, omdat de gemeente één lijn moest trekken met andere aanbieders en ze voor ons geen uitzondering kon maken.’
Desgevraagd herhaalt wethouder Hendrickx dat standpunt, al spreekt ze hierbij wel in algemene termen. Hendrickx: ‘Als we dat voor de ene aanbieder doen, geeft dat een andere aanbieder de gelegenheid om ook in onderhandeling te gaan over de tarieven. En die wil dan wellicht hogere tarieven. En elke aanbieder mag natuurlijk zelf de tarieven naar beneden brengen. Het zou mooi zijn als een aanbieder zegt: ik lever wel in.’
Maar dat gaat Van den Akker ook weer te ver: ‘Dat tarief hangt samen met de hoge eisen die eraan worden gesteld. Het is niet aan ons om het tarief te bepalen.’
Om inzichtelijk te krijgen hoeveel geld zorgaanbieders overhouden, hebben we de winstpercentages bepaald aan de hand van het bedrijfsresultaat. De bedrijfswinst, vóór verrekeningen van financiële baten en lasten en voor aftrek van belastingen. 60 procent van de onderzochte bedrijven en stichtingen in de regio Tilburg komt boven de 3 procent winst uit. Een op de vijf aanbieders maakt meer dan 10 procent bedrijfswinst.
Tilburg of zelfs de regio Hart van Brabant is niet één op één verantwoordelijk voor de winsten en omzetten van deze aanbieders. Jeugdzorgaanbieders sluiten met meerdere gemeenten of regio’s contracten af en leveren niet overal evenveel zorg. Het geld dat zij overhouden, komt dus uit meerdere gemeenten. Inzicht in hun verdiensten maakt zo tevens duidelijk hoe verbrokkeld (jeugd-)zorg inmiddels is.
Om een beeld te schetsen van de bedrijven waar de regio Tilburg zaken mee doet, lichten we de top 10 van meest winstgevende bedrijven eruit. De volledige lijst staat hier.
1. Praktijk van de Wiel B.V. uit Herpt: winst 42,4 procent
Eigenaar: René van de Wiel
Plaats: Herpt
Zorg: Orthopedagogie- en psychologiepraktijk
Omzet 2018: 1.247.511 euro
Winst 2018: 529.004 euro
‘Wat mij betreft kunnen de tarieven gerust naar beneden. Zoals wij het bedrijf hebben ingericht zijn de tarieven voor ons meer dan voldoende. Wij gaan heel efficiënt om met de beschikbare mankracht en middelen. Wij zijn een platte organisatie en ik werk bijna alleen met net afgestudeerde studenten. Ik werk zelf zestig uur per week, we hebben geen managementlagen en ik maak zelf de wc schoon. Winst maken is voor mij van ondergeschikt belang. Ik ben er trots op dat we met veel enthousiasme met ons werk bezig zijn. Het heeft mij en mijn partner sinds 2005 veel inspanningen gekost om tot dit resultaat te komen. We zijn een opleidingsplek voor GZ-psychologen en bieden hoogwaardige zorg aan kinderen en volwassenen.’ Een derde van de zorg die Van de Wiel levert, is dyslexiezorg. Het bedrijf keerde de afgelopen vijf jaar 1,4 miljoen euro aan winst uit. De winst is bestemd voor het afbetalen van het bedrijfspand en voor zijn oude dag.
2. Xperto B.V. uit Eindhoven - winst 39,3 procent
Eigenaar: Tjalling Brouwer
Plaats: Eindhoven
Omzet 2018: 176.474 euro
Winst 2018: 69.427 euro
Het winstpercentage is volgens de eigenaar vertekend, omdat hij zichzelf als bestuurder niet heeft uitbetaald. ‘In 2017 maakten we verlies. In de jaren ervoor waren er onvoldoende financiële middelen voor het uitbetalen van een bestuurderssalaris. Daarom is in 2018 en 2019 ingezet op een financiële buffer. Nu de reserves toereikend zijn om financiële tegenvallers op te kunnen vangen, wordt in 2020 voor het eerst sinds de oprichting een bestuurderssalaris uitgekeerd.’ Brouwer heeft naast het dyslexiebedrijf nog een eenmanszaak.
3. EPI Zorg B.V. uit Eindhoven - winst 37,5 procent
Eigenaar: Bob van Nunen
Plaats: Eindhoven
Omzet 2018: 3.215.804 euro
Winst 2018: 1.206.013 euro
‘Ik ben niet blij met jullie artikelen. Jullie schilderen ons af als zorgcowboys. Dat vind ik schandalig. Ik hoef aan jullie geen verantwoording af te leggen. Dat doe ik wel aan de overheid,’ zegt Van Nunen als we hem vragen om een reactie. EPI Zorg B.V. kwam eerder al twee keer voor op de zorgcowboylijst van Follow the Money, Pointer en Reporter Radio. Voor die lijst zijn zorgbedrijven onderzocht die structureel meer dan 10 procent winst maken. Zijn andere zorgbedrijf, Psychologisch Instituut Tilburg, staat in onze ranglijst op nummer 14. Dat bedrijf maakte een bedrijfswinst van 18,4 procent. Beide bedrijven samen keerden in 2016 een winst uit van 2,2 miljoen euro.
4. BuroJIJ B.V. uit Loon op Zand - winst 36,9 procent
Eigenaar: Willem Peters-Schrama
Plaats: Loon op Zand
Omzet 2018: 744.875 euro
Winst 2018: 274.823 euro
Directeur Bram Peters verklaart de hoge winst door onder andere de lage huisvestingskosten en de vele uren die hij en zijn partner, die de eigenaar van het bedrijf is, er zelf in hebben gestoken. Het bedrijf keerde in totaal 340.000 euro aan winst uit in 2018 en 2019. Hier kochten ze via de holding van de eigenaar een bedrijfspand van. De eigenaar van BuroJIJ heeft in totaal drie bv’s en een eenmanszaak. Bram Peters vertelde onlangs uitgebreid over de groei van BuroJIJ bij Follow the Money en het Brabants Dagblad.
5. Bundelzorg B.V. uit Helmond - winst 26,8 procent
Eigenaren: Arthur Martens en Mark Kreijveld
Plaats: Helmond
Omzet 2018: 1.230.540 euro
Winst 2018: 329.742 euro
Bundelzorg uit Helmond heeft een contract met Tilburg voor Wmo-zorg, maar levert eigenlijk vooral jeugdzorg. Ondanks hun contract hebben ze tot nu toe nog nooit zorg geleverd in de regio Tilburg. Het bedrijf werkt vooral in Helmond, de Peelgemeenten en de Dommelvallei. Eigenaar Mark Kreijveld is duidelijk hoe hij zoveel winst kon maken. ‘De tarieven waren gewoon veel te hoog. De gemeente Helmond heeft onze administratie gecontroleerd en alles klopte. De zorg is gewoon geleverd. Ik heb gezegd dat er veel geld overblijft doordat de gemeente te veel voor de zorg betaalt. Er was een uurtarief van 80 euro voor specialistische begeleiding. Dat is gewoon te veel. Daar waren mijn collega’s niet blij mee dat ik dat zei, maar dat was wel de reden van onze winst. Daarna zijn de tarieven naar beneden bijgesteld. In 2019 hebben we nog 5 procent nettowinst overgehouden.’ Het bedrijf keerde in 2018 een winst uit van 210.000 euro.
6. Buro T3 B.V. uit Tilburg- winst 25,4 procent
Directie: Anique de Beyn en Wendy van Disseldorp
Plaats: Tilburg
Omzet 2018: 1.113.342 euro
Winst 2018: 288.300 euro
Buro T3 stond ook eerder in onze zorgcowboylijst. Naar aanleiding daarvan moest het bedrijf zijn hoge winsten uitleggen aan zorgverzekeraars en gemeente. ‘Dit hebben we allemaal gedaan omdat we het zeer belangrijk vinden dat onze bedrijfsvoering en zorg door hen als integer en professioneel gezien en erkend wordt. Daarnaast zijn er jaarlijks controles op al onze werkzaamheden. Daaruit zijn geen onrechtmatigheden naar voren gekomen.’
7. Praktijk Barend Spijkers B.V. uit Hilvarenbeek - winst 24,9 procent
Eigenaar: Barend Spijkers en Frédérique Spijkers
Plaats: Hilvarenbeek
Omzet 2018: 1.086.220 euro
Winst 2018: 270.551 euro
Dit bedrijf is gespecialiseerd in dyslexiezorg. Op de vraag hoe het kan dat hij zoveel winst over kan houden, wijst Barend Spijkers naar zijn accountant. ‘Ik heb verstand van zorg, maar niet van cijfers.’ Volgens zijn accountant is één van de redenen dat de eigenaren zelf te veel uren hebben gedraaid. ‘Dat was niet meer vol te houden, dus zijn er maatregelen genomen.’ Spijkers wijst erop dat de kwaliteit van de zorg voorop staat bij hem. ‘Wij scoren hoog in evaluaties die we van ouders terugkrijgen. Er zijn ook veel ouders die zelf de zorg bekostigen, omdat ze goede zorg wensen. Als praktijk zijn wij met ons gehele team bezig de juiste zorg te bieden voor kinderen en jongeren.’ In 2016, 2018 en 2019 keerde het bedrijf een winst uit van in totaal bijna 220.000 euro.
8. Stichting Motorcycle Support Nederland uit Goirle - winst 24,8 procent
Directie: Ruud van Gorp
Plaats: Goirle
Omzet 2018: 1.260.922 euro
Winst 2018: 312.142 euro
Deze stichting helpt mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt door onder andere te sleutelen aan fietsen, brommers en motoren. De stichting heeft ook vestigingen in Nijmegen, Oss, Waalwijk en Son. In 2013 bezocht koning Willem-Alexander namens het Oranje Fonds de werkplaats. De stichting leunde de eerste drieënhalf jaar op subsidie, zodat zij de sociale onderneming kon ontwikkelen. Inmiddels maakt Motorcycle Support een aardige winst, mede mogelijk gemaakt door de lage personeelskosten van 51 procent en het hoge aantal vrijwilligers. Vorig jaar kocht de stichting voor 920.000 euro een pand. ‘Kopen was goedkoper dan huren,’ zegt bestuurder Ruud van Gorp. Zijn stichting stopt de winst in het opbouwen van buffers. ‘In de coronatijd zijn deze hard nodig gebleken en zijn we erin geslaagd zorg te blijven verlenen en trajecten uit te voeren.’
9. Praktijk voor PMT B.V. uit Someren - winst 24,6 procent
Eigenaar: Frank Thijssen
Plaats: Someren
Omzet 2018: 809.417
Winst 2018: 198.721
Eigenaar Frank Thijssen gaf eind van de zomer aan geen tijd te hebben voor een reactie in verband met drukte door de herstart na corona. ‘Ik kan niet beloven dat ik ga reageren. Dat is niet onze prioriteit nu.’ In oktober is hij opnieuw benaderd, opnieuw reageerde hij niet. De omzet van dit bedrijf steeg tussen 2015 en 2018 met ruim 3 ton. In 2018 keerde het bedrijf een dividend uit van 360.000 euro.
10. AMO Actieve Opvang B.V. uit Loon op Zand - winst 22,2 procent
Eigenaren: Alexander en Karlijn van den Akker
Plaats: Loon op Zand
Omzet 2018: 2.247.867
Winst 2018: 499.750
Dit bedrijf biedt voornamelijk buitenschoolse opvang voor kinderen uit het speciaal onderwijs en weekend- en logeeropvang. AMO keerde in de afgelopen vijf jaar 1,1 miljoen euro winst uit. Dit resultaat kon het bedrijf behalen door voornamelijk hard en veel werken, weinig overhead en risico’s nemen, zegt eigenaar Van den Akker. ‘Na twaalf jaar kunnen we zeggen dat het goed is gegaan, maar het had ook anders kunnen lopen. En dan had niemand gezegd, wat sneu voor AMO.’
Lage personeelskosten
Mede dankzij de hoge tarieven prijkt AMO Actieve Opvang op de tiende plaats van meest winstgevende zorgbedrijven in de regio Tilburg. Sinds 2016 keerde het een winst uit van 1,1 miljoen euro aan Moleneind Holding B.V., de privéholding van het echtpaar. Ze krijgen in 2019 samen een salaris van 123.750 euro, onderdeel van de totale managementvergoeding van 153.450 euro. Volgens Van den Akker zijn deze verdiensten verklaarbaar. Hij wil graag uitleg geven, onder andere waarom AMO niet meer dan 53 procent van de omzet aan personeel besteedt. ‘Onze personeelskosten zijn laag, omdat we heel veel zelf doen.’ Andere grote kostenposten zijn de huur van 324.000 euro en 126.000 euro aan autokosten, waarmee de begeleiders kinderen halen en brengen.
Ook heeft hij in de jaren voorafgaand aan deze hoge winsten zijn overhead bewust laag gehouden. Voor de activiteiten van de kinderen maakt hij gebruik van gratis of goedkope locaties als zwembaden, speeltuinen en de Loonse en Drunense duinen. Hij onderhoudt zelf de contacten met gemeenten en leveranciers, in zijn kantoor van 14 vierkante meter. ‘Wij hebben geen managers. Als een medewerker ziek is, ben ik achtervang. En op zondag maai ik het gras.’
Follow the Money deed onderzoek naar alle jaarrekeningen van de 228 zorgaanbieders waar de regio Tilburg een contract mee heeft en naar aanbieders die in 2018 meer dan 75.000 euro declareerden in Tilburg.
Van niet meer dan de helft is een jaarrekening te vinden. De belangrijkste oorzaak is dat eenmanszaken geen jaarrekening hoeven te verantwoorden bij het CIBG, een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Volksgezondheid. Dat geldt ook voor aanbieders die alleen Wmo-zorg bieden. Van maar een paar bedrijven die alleen via een persoonsgebonden budget (pgb) zorg leveren via de gemeente Tilburg is een jaarrekening te vinden. Die hebben we ook meegenomen in ons onderzoek. Eenmanszaken, maatschappen en vof’s hebben we buiten beschouwing gelaten.
In totaal vonden we van 61 bedrijven en zestig stichtingen de jaarrekening van 2018. Deze aanbieders bieden jeugdzorg via de Jeugdwet en begeleiding en beschermd wonen via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Uit het onderzoek blijkt dat veruit het grootste deel van het zorgbudget van Tilburg naar stichtingen (die ook onder de gecontracteerde aanbieders vallen) gaat.
Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de financiering van de jeugdzorg en de Wmo. De afgelopen jaren komen heel veel gemeenten miljoenen tekort, vooral door de oplopende kosten in de jeugdzorg. De gemeente Tilburg had vorig jaar het grootste tekort van de provincie Noord-Brabant: 13,6 miljoen euro. Tilburg werkt voor de contractering in de jeugdzorg samen met acht andere gemeenten via de regio Hart van Brabant. Gezamenlijk kwamen deze gemeenten vorig jaar 30,7 miljoen euro tekort. Waar is dit geld gebleven?
Dat hebben wij in dit onderzoek in kaart gebracht. Om een breder beeld te krijgen, hebben we gekeken naar de resultaten van 2015, het eerste jaar van de gemeentelijke zorg, 2018 en 2019 van gecontracteerde zorgaanbieders. Omdat pas op 1 oktober van dit jaar de jaarrekeningen van 2019 hoefden te worden ingediend, hebben we 2018 aangehouden als uitgangspunt. Met welke bedrijven en stichtingen doen gemeenten zaken en hoeveel winst houden zij over aan het verlenen van zorg?
Om dat inzichtelijk te krijgen hebben we de winstpercentages bepaald aan de hand van het bedrijfsresultaat: de bedrijfswinst, vóór verrekeningen van financiële baten en lasten en voor aftrek van belastingen. Omdat niet alleen de winstpercentages van belang zijn, bekeken we ook alle winsten die bedrijven in de afgelopen jaren hebben uitgekeerd, salarissen, de inzet van personeel, management fees, huren en leningen die bedrijven bij verwante bedrijven hebben uitstaan. Dit om te kijken hoe de geldstromen bij de bedrijven lopen.
Uit het onderzoek blijkt verder dat bijna alle aanbieders in meerdere regio’s actief zijn, sommige door het hele land. Daarbij dragen ook zorgverzekeraars en zorgkantoren bij aan de omzet van een aantal van deze bedrijven. De winsten die in het onderzoek naar voren komen, worden dus niet allemaal in de regio Tilburg gemaakt.
Emeritus hoogleraar openbare financiën Harrie Verbon van Tilburg University bestudeerde de uitkomsten van ons onderzoek. ‘Vooropgesteld, dit mag allemaal. Maar het gaat wél om gemeenschapsgeld bedoeld voor zorg. Hoe kan dat gebeuren als gemeenten vele miljoenen tekortkomen?’
Verbon onderzocht met hoogleraar financial accounting Jeroen Suijs van de Erasmus Universiteit eerder de verdienmodellen binnen de zorg. Toen kwamen zij tot de conclusie dat binnen deze arbeidsintensieve sector een nettowinst van 3 procent gebruikelijk is.
AMO Actieve Opvang is niet het enige bedrijf dat de personeelskosten laag kan houden. Bijna een kwart van de onderzochte bedrijven en stichtingen heeft minder dan 65 procent personeelskosten. Dat is bijzonder, legt bestuurskundige Menno Fenger uit: ‘In een zorgintensieve sector mag je verwachten dat 65 tot 70 procent van de omzet aan personeel wordt besteed. Hoe kan het dat bijna een kwart van de gecontracteerde zorgaanbieders in deze regio daar onder zit?’
Niet alleen de lage personeelskosten werpen vragen op. Nadat Fenger onze onderzoeksresultaten heeft bekeken, valt hem op dat veel zorgbedrijven meerdere bv’s hebben, met soms complexe bedrijfsstructuren. Dat baart de bestuurskundige zorgen. ‘Ik vind dat onwenselijk, omdat het er op lijkt dat aanbieders via deze structuren informatie in de jaarrekening kunnen maskeren. De overheid moet zich afvragen of zij dat wel wil.’ Het is tijd dat gemeenten serieus toezicht gaan houden, vindt Fenger. ‘Gemeenten moeten zelf jaarrekeningen door gaan spitten. Laten zij dat na, dan hebben ze hun tekorten óók aan zichzelf te danken.’
Winst is een politieke keuze
Gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor het toezicht op de aanbieders. De gemeente Tilburg startte de eerste fraudecontrole echter pas in 2018. Anno 2020 heeft Tilburg in totaal zeven uitgebreide kwaliteitsonderzoeken gedaan, in combinatie met rechtmatigheidsonderzoeken. Daarnaast zijn er ook een aantal kleinere onderzoeken geweest naar zzp’ers en familieleden die pgb-hulp bieden. Het team dat toezicht houdt op de Wmo en de Jeugdwet is uitgebreid naar 5,6 fte en onderzoekt op het moment van schrijven (oktober 2020) tien bedrijven.
Vijf aanbieders zijn sinds 2018 gestopt na onderzoek. Bij één bedrijf, CoJoTo, is 452.000 euro teruggevorderd. Op dit moment loopt een rechtszaak tegen zorgbedrijf Blue-Care, een pgb-bedrijf met tien cliënten. Daarnaast maakt de gemeente op basis van de jaarrekeningen ook risicoanalyses. In 2020 is een externe partij ingeschakeld om hier meer onderzoek naar te doen.
Op dit moment voert elke gemeente een eigen toezichtsbeleid. Omdat zorgaanbieders in meerdere regio’s zorg bieden, vindt wethouder Hendrickx dat er een bovenregionaal toezichtsteam moet komen. Volgens de wethouder triggert het diepte-onderzoek van Follow the Money en het Brabants Dagblad ‘om bij een aantal aanbieders scherper toe te zien op de rechtmatigheid en kwaliteit van zorg’.
‘De minister moet zich uitspreken in hoeverre we marktwerking toestaan. Als de kwaliteit op orde is, heb ik er geen problemen mee als bedrijven winst maken’
Hendrickx tekent aan dat een te sterke focus op hoge winsten veel organisaties tekort doet. ‘Hoeveel winst een bedrijf mag maken is een politieke keuze. Je mag winst maken, dus waarom zou ik daar dan tegenin gaan?’ Hendrickx vindt dat de discussie hierover niet alleen in gemeenten gevoerd moet worden. ‘De minister moet zich uitspreken in hoeverre we marktwerking toestaan. Als de kwaliteit op orde is, heb ik er in principe geen problemen mee als bedrijven winst maken.´
Zonder die duidelijkheid blijft er een groot grijs gebied bestaan, zegt Hendrickx. ‘Voor een aantal partijen steek ik mijn handen in het vuur dat ze vanuit goede intenties werken. Bij hen is hoogstens sprake van naïviteit of onhandigheid.’ De gemeente Tilburg onderzoekt op dit moment de juridische mogelijkheden om dividenduitkering slechts onder bepaalde voorwaarden toe te staan, mede in relatie tot managementvergoedingen en inkoop van eigen aandelen. ‘Daarbij zijn wij van mening dat de sector hier ook haar verantwoordelijkheid moet nemen. Ook in het belang van deze organisaties zelf,’ stelt de wethouder.
Eind 2020 hebben burgemeester en wethouders een voorstel gedaan om vanaf 2022 de inkoop van zorg te veranderen, zodat aan de openeindfinanciering een eind komt. Per zorgsegment wil de gemeente mogelijk voortaan jaarlijkse budgetplafonds afspreken. ‘We dachten met ambulante hulp de kosten van zwaardere zorg terug te kunnen dringen. Maar het tegendeel is gebleken. Juist in die lichtere hulp zien we de grootste stijging aan kosten. We dachten de zorg op deze manier zo dichtbij in de omgeving van de gezinnen te leveren als mogelijk, maar dat blijkt onbetaalbaar,’ zegt wethouder Hendrickx.
Voor Van den Akker van AMO Actieve Opvang telt maar één ding: de kwaliteit van zorg. ‘Wij krijgen regelmatig de vraag: "maken jullie die zorg niet wat te leuk?" Mag het leuk zijn? Wij bieden de zorg zoals het moet. Als we niet aan de eisen voldoen, mag je ons daar op afrekenen.’
Natuurlijk hebben we ook naar de salarissen van de bestuurders van de 121 bedrijven gekeken. Opvallend is dat van de helft van de bedrijven uit de top 10 geen openbare salarisgegevens te vinden zijn. Dit geldt ook voor 20 procent van de 121 onderzochte bedrijven. Maar net als winst zegt salaris ook niet alles. Als je een zorgbedrijf begint, mag je jezelf volgens de regels als bestuurder meteen in het eerste jaar een maximaal salaris van 111.000 euro toekennen. Je mag in plaats daarvan of erbij ook een managementvergoeding uitkeren naar je holding. Niet inzichtelijk is wat daar uiteindelijk van naar de eigenaar gaat. Soms stijgen deze managementvergoedingen aanzienlijk. Zo keerde zorgbedrijf De GezinsManager vorig jaar bijna een ton meer uit dan het jaar ervoor, in totaal 250.000 euro, terwijl het salaris van de twee directeuren volgens de WNT-verklaring lang niet zo hard meesteeg. Door het uitkeren van management fees of beheervergoedingen is de winst wel meteen een stuk lager.
Het salaris van bestuurders kan ook bij de gewone salariskosten zijn opgeteld. Als er geen WNT-verklaring is te vinden dan is niet duidelijk wat naar hen toegaat. Naast een salaris en een managementvergoeding kan de eigenaar ook nog winst uitkeren. De WNT-verklaring zoals deze voor veel bedrijven verplicht is, zegt daarom weinig over de werkelijke inkomsten van zorgondernemers. In 2018 kon een kleine ondernemer als Amare Zorgcoaching B.V. uit Drunen bijvoorbeeld 180.000 euro aan managementvergoeding en dividend aan de privéholding van de bestuurder uitkeren. En dat is meer dan het salaris van 170.910 euro van minister-president Rutte.
Uit ons onderzoek blijkt dat 32 bestuurders van de 121 instellingen meer verdienen dan premier Rutte. 31 verdienen meer dan maximaal is toegestaan door de Wet Normering Topinkomens. Volgens de verantwoording vallen de salarissen allemaal binnen de afgesproken overgangsregeling. Alleen bestuurder Bob van Nunen van EPI Zorg B.V. moest een klein bedrag terugbetalen.
Dit artikel is in samenwerking met journalist Stephan Jongerius van het Brabants Dagblad geschreven.
Dit onderzoek kwam mede tot stand dankzij subsidie van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek en het Tilburgs Mediafonds.
17 Bijdragen
Gerard van Dijk 6
Jullie informatie voorziening zweeft tussen nieuws en educatie in. Hoe kijken jullie daar zelf naar?
Judith Spanjers 2
Gerard van DijkEveline Bernard 6
Judith SpanjersJudith Spanjers 2
Eveline BernardKarin Deijlen 2
Judith Spanjers 2
Karin DeijlenKarin Deijlen 2
Judith SpanjersJudith Spanjers 2
Karin DeijlenKarin Deijlen 2
Judith SpanjersSimone Te 1
Rik van Dongen 4
Simone Te"Het is tijd dat gemeenten serieus toezicht gaan houden, vindt Fenger. ‘Gemeenten moeten zelf jaarrekeningen door gaan spitten. Laten zij dat na, dan hebben ze hun tekorten óók aan zichzelf te danken.’ "
Philippine Tjalma
Ik ben een nieuwkomer in de jeugdzorg. Jullie zetten me aan het denken en houden mij scherp over de noodzaak van mijn eigen aanbod en over mijn verdienmodel. Mijn uurtarief is 15% lager dan het uurtarief van mijn collega's die voor de 'oude' grotere instellingen werken. Toch houd ik geld over itt. de instellingen die al decennia in de provincie jeugdzorg bieden. Deze 'oude' instellingen hebben gelobbyd voor de tarieven. Groningen heeft maxiale tarieven vastgesteld. Bijna alle zorgaanbieders, de nieuwe en de oude, zijn voor dezelfde maximale tarieven gegaan.
Niet alleen de winst is interessant, maar ook waar een organisatie het geld precies aan uitgeeft. Waarom houden de nieuwkomers geld over en de instellingen die al decennia bestaan niet?
G. Verbaas 3
Philippine TjalmaEen andere punt vind ik het toestaan van contructies met management bv die personeel en eigen panden voor waarschijnlijk leuke prijzen verhuren aan de zorgverlener; een punt wat direct kan worden aangepakt.
Lijkt mij ook eens goed om naar doelen jeigszorg te kijken. Is nu wel heel veel jeugd die zorg nodig heeft. Zo rot is het toch niet. Jeugdzorg genereert zo een eigen businessmodel lijkt het, met winst voor ondernemers en falende overheid, incl. Gemeente die met tekorten zit en de belastingbetaler er voor op laat draaien.
Eveline Bernard 6
Judith Spanjers 2
Eveline BernardAnja van der Leij
alex lambregts