In de afgelopen jaren kwam bij verschillende woningcorporaties het ene schandaal na het andere naar boven. Lees meer

Het bekendste geval is Vestia, dat door gerommel met derivaten voor bijna 2 miljard euro moest afboeken. De overige corporaties draaiden op voor de schade en berekenden de kosten door aan de huurders. Ook het Rotterdamse Woonbron en het Amsterdamse Rochdale kwamen in het nieuws door schandalen omtrent risicovolle investeringen en graaiende bestuurders. Peter Hendriks volgt het dossier en doet op FTM regelmatig verslag van de ontwikkelingen in deze sector.

178 artikelen

Topman Servatius was teveel ondernemer

3 Connecties
4 Bijdragen

Leks Verzijlbergh zocht als corporatiebestuurder van Servatius voortdurend de grenzen op. Al zijn bijzondere projecten werden afgebroken en hebben veel geld gekost.

Van sommige corporatiedirecteuren vraag je je af of ze niet veel liever projectontwikkelaar waren geworden. Leks Verzijlbergh, de voormalige directeur/bestuurder van de Maastrichtse corporatie Servatius, is zo'n man. Hij omschreef Servatius ooit als 'een eigenwijze corporatie'. Daarmee omschreef hij waarschijnlijk vooral zichzelf. Zijn visie was dat woningcorporaties er niet zijn om overheidsbeleid uit te voeren. Ze moeten opereren als zelfstandige maatschappelijke ondernemingen, die een eigen koers varen.

De man die voor de commissie plaatsneemt in de ‘beklaagdenbank’, heeft de uitstraling van iemand die graag dingen voor elkaar krijgt. Je ziet dat daar één blok dadendrang zit: een bulldozer. De commissie kondigde aan zich op drie zaken te richten: het Luikse bouwproject, de uit de hand gelopen Maastrichtse studentencampus en de doorzakoperatie, waarbij niet-sociaal vastgoed in een aparte bv werd gestopt. Die bv diende als onderpand voor een lening van ING.

Leks Verzijlbergh heeft de uitstraling van iemand die graag dingen voor elkaar krijgt. Je ziet dat daar één blok dadendrang zit: een bulldozer

Het Luikse project doet iedereen die ervan hoort meteen fronsen. ‘Waarom wil een Nederlandse woningcorporatie - die als kerntaak heeft sociale woningen te bouwen en te verhuren in Nederland - aan de slag in een Franstalige, Belgische stad’, vroeg commissielid Hachchi? Verzijlbergh verklaarde het desgevraagd graag aan de commissie. ‘Maastricht ligt in de Euregio, net als Aken en Luik. Grenzen spelen hier minder. Het was net de tijd dat de euro werd ingevoerd en volgens de Europese Unie moet kapitaal binnen de Unie onbelemmerd kunnen stromen. In die omgeving was zo’n plan heel logisch.’

Volgens Verzijlbergh viel het plan goed bij staatssecretaris Remkes. ‘Hij vond het een spannend idee.’ Maar al snel werd duidelijk dat er belemmeringen waren. Roland van der Post, de grote baas van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), liet Verzijlbergh weten dat er geen cent geborgd kapitaal over de grens mocht. Het WSW was bang dat zo’n precedent tot gevolg zou hebben dat Nederlands maatschappelijk-gebonden kapitaal door heel Europa zou gaan zwerven.

Sjekkie

In 2003, twee jaar na zijn enthousiaste eerste reactie, deelde Remkes Verzijlbergh ‘tijdens een rookpauze, onder het genot van een sjekkie,’ mee, dat zijn plan toch niet kon, ‘Het is een bom onder het bestel.’ Voor Verzijlbergh was daarmee de kous niet af. Volgens hem betekende dit dat het bestel niet Europa-proof was. Hij begon een reeks rechtszaken en ging door tot het Europese hof. ‘Uiteindelijk hebben we ze allemaal gewonnen.’ Dat laatste zegt hij met een zekere verbeten triomfantelijkheid.

Omdat borging ontbrak, kon hij alleen duurdere huurwoningen, koopwoningen en winkels neerzetten. Commissielid Mulder wilde graag weten waarom een corporatie zich bezighoudt met dergelijke niet-sociale projecten. Verzijlberghs antwoord was dat Servatius geld wilde verdienen om onrendabele toppen in de sociale huisvesting in Nederland te bestrijden. Verzijlbergh: ‘We bouwden in de omgeving van het Luikse TGV-station. Die stationomgevingen zijn uitstekende locaties. Gaat u maar eens in Lille kijken.’

Verzijlbergh dacht dat het Luikse project op termijn 1 tot 2 miljoen euro per jaar kon opleveren. Het project werd na zij ontslag in 2009 gestaakt. Dat betekende een verliespost van 5 miljoen euro. Maar de voormalige bestuurder is er nog steeds van overtuigd dat als hij het project had kunnen afronden het nu succesvol zou zijn.

Campus

Het tweede project was de Maastrichtse studentencampus. Het geldt als een van de grote drama’s in de sector. Het plan was deels commercieel en deels sociaal en bestond uit studentenhuisvesting, een sporthal en ruimtes voor startende ondernemers. De sporthal en de bedrijfjes moesten geld opleveren en daarmee zou de onrendabele top van de studentenhuisvesting worden bestreden. De beroemde Spaanse architect Calatrava werd aangezocht een ontwerp te maken. ‘Je zou verwachten dat een woningcorporatie eerder gaat voor sober en goedkoop,' merkte commissielid Oskam op. Verzijlbergh kon het allemaal verklaren. ‘We hebben gekozen voor iets hoogwaardigs. Het beleid van Maastricht is om voor toparchitectuur te gaan en we wilden graag een open uitstraling geven aan het project.’

Calatrava greeg 10,25 procent van de bouwsom. Het project werd geborgd door het WSW, die in die tijd een veel ruimere borgingsnormen hanteerde. In 2005 klaagde het ministerie en verklaarde een deel van het project tot nevenactiviteit. Verzijlbergh besloot het nevenactiviteitgedeelte in de bv Campus onder te brengen. ‘De universiteit en de gemeente zouden later instappen. Maar de gemeente kreeg twijfels en wilde niet meer meedoen.’

In 2009 werd Verzijlbergh ontslagen en het plan in Maastricht afgeblazen. Kosten: 66 miljoen euro

Slecht begroot

Die twijfels hadden ook te maken met de uit de hand lopende kosten van het toch al peperdure project. Calatrava’s projecten hadden sowieso de reputatie slecht begroot te zijn. Bovendien werden er voortdurend veranderingen aan het ontwerp doorgevoerd. In 2009 werd Verzijlbergh ontslagen en  het plan afgeblazen. Kosten: 66 miljoen euro. Calatrava verdiende meer dan 14 miljoen euro aan het ontwerp. Verder dan een fundament is het nooit gekomen met de Campus. 

Verzijlbergh gelooft nog steeds in zijn plan. ‘Er is nu een tekort van 1000 kamers in Maastricht, die 500 kamers van de Campus waren dus hard nodig. Na mijn schorsing is de financiering gestopt.’

Finale kwijting

Commissielid Groot benadrukte dat de Campus-zaak alleen maar verliezers kent: ‘U bent zelf aansprakelijk gesteld voor 10 miljoen euro.’ Verzijlbergh stelde dat dit bedrag staat in een tussenvonnis en dat hij het volste vertrouwen heeft dat het allemaal nog goed komt. ‘Ik heb bij mijn ontslag finale kwijting gekregen.’

Naast interesse in commerciële projectontwikkeling vertoonde Verzijlbergh ook belangstelling voor creatief financieren. Commissielid Oskam wilde graag weten hoe de beruchte doorzak-operatie van 2007 in elkaar zat. ‘We hebben toen besloten om 4.500 woningen met een huur van boven de 550 euro in een aparte bv te stoppen en tegen dat bezit te lenen. ING was bereid om ons met dat onderpand 200 miljoen euro te lenen.’ Omdat Verzijlbergh met deze operatie weer de grenzen van het toelaatbare opzocht, kwamen er al snel reacties van het ministerie en het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV). Ze waren beide tegen. Het WSW had er minder moeite mee, om dat er voor 100 miljoen euro aan leningen werd afgelost door Servatius.

Verzijlbergh: ‘Wij wisten absoluut zeker dat het mocht. We hebben het door specialisten laten uitzoeken en ook ING heeft dat gedaan.’ De opbrengst moest ten goede komen aan de financiering van het niet-commerciële deel van de Campus.

Verzijlbergh is een voorbeeld van het type corporatiedirecteur dat na de verzelfstandiging van de sector ontstond: geen bestuurder, maar ondernemer

Strijdlustig

De drie zaken wekken de indruk dat Verzijlbergh een creatieve, strijdlustige, ondernemende  man is. Hij lijkt bovendien niet bereid om zo maar ‘nee’ te accepteren. Commissielid Mulder vroeg Verzijlbergh of het klopte dat hij twijfels heeft bij de wet. ‘Ja dat kun je zeggen. Ik vind de wet bijvoorbeeld niet Europa-proof. Ook in het BBSH (de set van regels die aangeven wat mag en niet mag in de volkshuisvesting) staan allerlei bepalingen die voor meerdere interpretaties vatbaar zijn. '

Verzijlbergh is een voorbeeld van het type corporatiedirecteur dat na de verzelfstandiging van de sector ontstond. Deze mannen voelden zich niet meer bestuurder van een maatschappelijke onderneming, maar ondernemer. De parlementaire enquête gaat juist over dit soort mannen.

Managers die volop toegang hebben tot goedkoop, geborgd kapitaal en opereren in een sector die niet is ingericht op dergelijke heren. Bij corporaties ontbreekt het weerwerk van gelijkwaardige collega’s meestal. Het interne toezicht is regelmatig ondermaats. Het externe toezicht, lees het CFV, heeft geen tanden. Het borgingsinstituut (WSW) heeft toch vaak te gemakkelijk ingestemd met allerlei projecten. De bedoeling is dat deze enquête bijdraagt aan het ingang zetten van de noodzakelijke veranderingen.


Opmerking

De volgende twee verhoren van 23 juni waren met de oud-voorzitter van Aedes, Willem van Leeuwen en Marc Calon, de huidige voorzitter. Omdat ik een verleden heb bij Aedes, vind ik het lastig om objectief verslag te doen van deze twee verhoren. Daarom laat ik dat achterwege.

Peter Hendriks is gastauteur van Follow the Money. Hij is als zelfstandig consultant gespecialiseerd in het doorlichten van woningcorporaties in opdracht van Raden van Toezicht. De komende maanden zal hij voor Follow the Money de parlementaire enquete naar de woningcorporaties volgen en van commentaar voorzien.

Email: P.Hendriks.Senior@Gmail.com