Water is steeds meer een product dat op de markt wordt verhandeld. Van wie is het 'blauwe goud'? Lees meer

Onderzoek naar de problematiek rond PFAS in ons drinkwater zette ons aan het denken over de kwetsbaarheid en de eindigheid van schone drinkwaterbronnen. Dit is immers geen geïsoleerd probleem. Allerlei fenomenen die onze landsgrenzen overstijgen bedreigen de kwaliteit van het drinkwater, overal ter wereld. De stijging van de zeespiegel, verwoestijning, verzilting en vervuiling door industrie. Niet voor niets wordt drinkbaar water ook wel aangeduid als ‘het blauwe goud’ en is water op veel plekken meer waard dan olie.

Wat zijn de gevolgen? Van wie is het drinkwater eigenlijk? Van ons allemaal, zou je zeggen. Maar in toenemende mate is water een product dat op de markt verhandeld wordt door private partijen. Wat betekent dat? En wie verdienen daaraan? Dat zijn vragen die Follow the Money gaat onderzoeken.

20 artikelen

In dit dossier onderzoeken we hoe vervuilende stoffen in de bodem terechtkomen, wie hier verantwoordelijk voor is en wie voor de kosten van sanering opdraait. Lees meer

Asbest, niet-biologisch afbreekbare PFAS, giftige metalen en andere schadelijke stoffen hopen zich op in onze grond en ons drinkwater. Voor veel gemeentes is verontreinigde grond een dure erfenis uit het verleden. Maar voor anderen kleeft aan diezelfde grond soms een lucratief verdienmodel.

In dit dossier onderzoeken wij hoe vervuilende stoffen in de bodem terechtkomen, wie hier verantwoordelijk voor is en wie voor de kosten van sanering opdraait.

41 artikelen

© Sabine Rovers

Toxicoloog Jacob de Boer: ‘Chemicaliën moeten net zo streng worden getest als medicijnen’

6 Connecties
15 Bijdragen

PFAS, een reeks van duizenden chemicaliën, zijn overal ter wereld een reden tot zorg, want hormoonverstorend, milieuvervuilend en onverwoestbaar. Na een recent schandaal rond de Antwerpse 3M-fabriek, die veel PFAS-vervuiling veroorzaakte, ziet toxicoloog Jacob de Boer ook de volgende giftigestoffencrisis al aan de horizon.

‘Maak laweit voor een proper ontbijt,’ staat op een van de talloze protestborden op een mars tegen PFAS-vervuiling begin juli in Antwerpen. Aan die mars doen meer dan 400 boeren, omwonenden, milieuorganisaties en bezorgde werknemers uit de chemische industrie mee. Het bord verwijst naar de omvangrijke PFAS-vervuiling in de omgeving van chemische fabriek 3M in Antwerpen. De fabriek stoot al jarenlang enorm veel giftige stoffen uit, waardoor mensen uit de buurt nu wordt afgeraden om eieren uit de tuin te eten.

Twee klokkenluiders onthulden het probleem, dat inmiddels als een steen op de maag ligt van het Vlaamse Parlement. Het Parlement heeft zelfs een onderzoekscommissie ingesteld om te kijken hoe het in Antwerpen zo mis kon gaan met de vervuiling (zie dit FTM-verhaal over de Antwerpse situatie).

Om meer te weten te komen over PFAS en de bijkomende risico’s, vroeg het Vlaamse Parlement de Nederlandse toxicoloog Jacob de Boer om inlichtingen. In een commissievergadering op 2 juli vertelt de VU-toxicoloog liefst twee uur lang over de hoed en de rand van PFAS. Logisch, want als er iemand in Nederland veel van PFAS weet, is het Jacob de Boer wel. Hij wijdt al 40 jaar van zijn leven aan onderzoek naar soortgelijke giftige stoffen. 

Zijn eerste grote ontdekking deed hij in 1998, als researcher voor het Rijksinstituut voor Visserijonderzoek – ‘dat was eigenlijk meer in een keukentje dan een labo’. Samen met een collega vond hij grote concentraties brandvertragers in dolfijnen, zeehonden en potvissen die bij het Nederlandse strand aanspoelden. De vondst toonde aan dat vervuiling met brandvertragers – die rommelen met de hormonen van zeedieren – was doorgedrongen tot grote diepten van oceanen. Het leverde hem een publicatie in het prestigieuze blad Nature op, en interviews van The New York Times tot The Guardian. Hij was even de Ab Osterhaus van de giftige stoffen.

De stoffen die De Boer sindsdien onderzoekt hebben steeds een iets andere naam, steeds een iets andere werking, maar de problematiek blijft eigenlijk vrijwel dezelfde. Ze zijn allemaal hormoonverstorend en milieuvervuilend. De nieuwste probleemgevallen waar hij zich op richt: PFAS. 

Bij Jacob de Boer thuis, onder de rook van de staalfabriek van Tata Steel in Velsen-Zuid, praten we over de PFAS-vervuiling, en over de aanpak van giftige stoffen op wereldschaal. De hoogleraar spreekt in heldere bewoordingen en op neutrale toon, ideaal voor in een collegezaal. 

Droom je inmiddels al over PFAS?

‘Nee dat niet. Natuurlijk ben ik me wel altijd bewust van chemische achtergronden van alles om me heen: voedsel, computers, barbecue, open haard, pannen, enzovoort. Maar dat is eerder prettig dan lastig. Het gaat altijd om de goede afweging van de voor- en nadelen van het gebruik of de consumptie van iets.’

Even ter herinnering: wat zijn PFAS ook alweer precies, en waar zitten ze in?

‘PFAS zijn een groep van duizenden hele sterke fluorkoolstofverbindingen die vrijwel niet stuk te krijgen zijn. Het zijn eigenlijk ideale stoffen. Ze hebben heel veel nuttige toepassingen, niet als minste brandblussers. Met name rond vliegvelden is overal ter wereld geoefend met PFAS om branden te blussen. Voor oliebranden bestaat er zelfs nog geen alternatief.’ 

De stoffen hebben ook ontzettend veel andere toepassingen, legt hij uit. Ze zitten als teflon in de antiaanbaklaag van heel veel koekenpannen, in regenkleding, skiwax, bouwmaterialen, flosdraden, fastfoodverpakkingen, tapijten, sprays, cosmetica en ga zo maar door.

‘PFAS hebben echter ook minder leuke kanten. Ze hopen zich op in het lichaam en in het milieu, verplaatsen zich snel en zijn al bij lage waarden giftig. Mensen kunnen de stoffen binnenkrijgen via de huid, ademhaling of voeding. Een manier om ervan af te komen, is eigenlijk nog niet gevonden.’

‘Er zitten nog steeds heel veel PFAS in bijvoorbeeld lipstick, foundation en mascara’

Hoe kan je weten of ze in je eigen spullen zitten?

‘Voor make-up geldt: als er waterproof op staat weet je bijna zeker dat er PFAS in zitten. 

Er is net een Amerikaanse publicatie uitgekomen over PFAS in cosmetica, en eerder ook al een Deense studie. En wat blijkt: er zitten nog steeds heel veel PFAS in bijvoorbeeld lipstick, foundation en mascara. Zo veel zelfs, dat je als je het gaat uitrekenen beter op de linkeroever in Antwerpen [PFAS-hotspot, red.] kan wonen dan dat je iedere dag een beetje lipstick opdoet van het verkeerde merk. Het gekste is nog dat vrijwel nergens op de verpakking staat dat er PFAS in zitten.

Bij pannen geldt dat er bijna altijd Teflon in zit. Een kennis van me die niet op zat te letten en zat te schrijven, had een pannetje met wat vet opgezet. Dat vatte vlam en er kwam op een gegeven moment witte rook vandaan, het stonk ontzettend. Ze heeft het uitgekregen, maar als je witte rook ziet, is dat de verkeerde witte rook. Dat is echt levensgevaarlijk. Krasjes in pannen zijn ook een risico.’ 

Aan het kopen van pannen met PFAS kleven ook morele bezwaren: je draagt bij aan extra teflonproductie. Alternatieven zijn bijvoorbeeld keramieken pannen. De Boer waarschuwt echter voor de trucs van handige fabrikanten: ‘Op de labels van sommige koekenpannen staat dat ze PFOA-vrij zijn, maar dat zegt niks, want dan kan het alsnog met GenX-stoffen [andere soorten PFAS, red.] gemaakt worden. Dat is echt greenwashing. Het is puur teflon allemaal.’

‘Ik viel bijna van mijn stoel bij de aankondiging van de nieuwe normen’

Hoe gevaarlijk zijn deze stoffen nu eigenlijk?

Iedere stof is in potentie giftig, zegt De Boer. Het hangt af van de hoeveelheid die je van een stof binnenkrijgt. PFAS zijn echter al bij hele lage waarden slecht voor de gezondheid. Al bij hele kleine beetjes tasten ze het immuunsysteem aan. Zo kunnen mensen bijvoorbeeld slechter reageren op vaccinaties.

Het effect op het immuunsysteem is een recent ontdekt probleem. Daarom heeft de EU zijn normen voor PFAS in tien jaar tijd veel strenger gemaakt. 

‘Ik viel bijna van mijn stoel bij de aankondiging van de nieuwe normen. Voor PFOA is die zo’n tienduizend keer strenger dan in 2008, voor PFOS zo’n duizend keer. Dat is omdat we tien jaar geleden meer focusten op het risico op hoge cholesterol en kanker. Boven de nieuwe norm krijg je dus niet meteen kanker, die kans is klein.’

Je nuanceert, maar voor jouw onderzoeksgeld helpt het dat de stoffen gevaarlijker lijken dan ze zijn.

‘Als iets actueel is, komen er sneller gelden beschikbaar. Maar het wordt actueel doordat er onderzoek naar is gedaan, zoals bij onze ontdekking van broombrandvertragers. Dat is dan een beetje een kip-en-ei-kwestie. 

Wij proberen altijd eerst naar de redenen voor onderzoek te kijken en dan pas naar geld. Maar op dit moment is er bijvoorbeeld veel geld beschikbaar voor onderzoek naar microplastics. Daar profiteren veel onderzoekers van, wij ook. Ik betreur dat soms, omdat ik onderzoek naar andere onderwerpen zoals PFAS belangrijker vindt.

Een paar dingen zijn in die zin positiever dan in het verleden. Onder de ‘Europese Green Deal’ is ook een ‘Sustainable Chemistry Strategy’ opgesteld, waarin PFAS worden opgenomen. Dat maakt wel onderzoeksgeld los. 

Maar het feit dat de bouwsector op het Binnenhof stond in protest tegen streng PFAS-beleid, doet meer dan mijn papers in Nature. Het is de waan van de dag. Het nieuws komt terecht bij de Tweede Kamer en de Kamerleden denken: godver, wat moeten we nou doen?’

Dus die bouwers die heel erg tegen die strenge PFAS-maatregelen waren, hebben jullie researchers alleen maar geholpen?

‘Ja natuurlijk [lacht]. Zo werkt het gewoon. Merkwaardig eigenlijk.’

Is er sindsdien voldoende politieke aandacht voor het onderwerp?

‘In Brussel maakt men echt grote stappen. Tot nu toe deed het chemische agentschap van de EU steeds heel uitgebreid onderzoek naar de hazard van nieuwe stoffen, met bijvoorbeeld dierproeven. Dat duurde erg lang, maanden tot jaren. De industrie drong daar ook op aan, ik denk omdat het dan extra lang duurde voor er resultaat kwam. 

Maar daar wil men bij het chemisch agentschap van af, want men kan de hoeveelheid nieuwe stoffen op de markt niet bijhouden. Daarom wil men vanaf nu alleen nog naar de hazard kijken. Dus je vindt een stof, je kijkt of die op een broertje of zusje lijkt waar al wat over is gezegd, en dan zeg je: oh weer een met broom, die doen we niet. 

Dat is natuurlijk tegen het zere been van de industrie, die over het algemeen buitengewoon creatief is en dan weer een atoompje in het molecuul verlegt waardoor iets net een andere stof wordt. Zoals de ene soort PFAS vervangen door een andere. Dan begint het hele circus weer opnieuw. Daarom ben ik ook heel blij met het initiatief vanuit de Nederlandse regering en vanuit een aantal andere EU-lidstaten om PFAS als groep uit te bannen.’

‘Tegen de tijd dat we het eindelijk voor elkaar hebben om een schadelijke stof te verbieden, is er alweer een ander’

Vanaf nu hoeven we ons dus geen zorgen meer te maken over PFAS?

‘We zijn er nog niet. PFAS worden nu in Europa wel als groep bekeken, maar in Amerika nog niet. Misschien komt daar nog wel verandering in, maar China, mijn hemel, gebruikt en produceert ze nog op grote schaal. Zo komen ze ook weer hier terecht, want ze verplaatsen zich via de bodem, het water en de lucht.

Vaak heerst na een verbod de houding: we hebben het opgelost. Maar we hebben het helemaal niet opgelost. Na de ene crisis volgt weer een andere. Eerst was er DDT – dat hele nuttige toepassingen kende voor malaria – daarna hebben we dioxines over het hoofd gezien, dat was ook niet best, en nu weer PFAS. Het zijn echt experimenten op wereldschaal.’

En de volgende crisis zit er misschien alweer aan te komen, vreest De Boer. Twee jaar geleden verscheen een rapport van de Verenigde Naties, de Global Chemicals Outlook II. Daarin staat dat binnen tien jaar de grootte van de chemische industrie wereldwijd verdubbelt. ‘En dat zijn niet alleen maar veilige stoffen, daar zitten heel veel akelige stoffen bij. Dat is waanzinnig veel.’

Wat is dan wel de oplossing?

‘Dat we dit soort chemicaliën niet zomaar de markt op brengen. We zouden bulkchemicaliën net zo moeten testen als medicijnen. Eerst naar de bijwerkingen kijken, in het geval van bulkchemicaliën onderzoeken of de stoffen zich opstapelen in levende organismen, enzovoort.

In Europa mogen producenten nu gewoon met tientallen tonnen per jaar beginnen, waardoor je lokaal al problemen kan krijgen met verhoogde waarden. Pas als de productie bij 100 ton is, begint het Europese chemische agentschap wat te doen, maar dan zijn de stoffen misschien al jaren op de markt. En tegen de tijd dat we het eindelijk voor elkaar hebben om een schadelijke stof te verbieden, is er alweer een ander.’ 

Dossier

Dossier: de slag om het drinkwater

Water is in toenemende mate een product dat op de markt wordt verhandeld. Van wie is het 'blauwe goud'?

Volg dit dossier

Toch heerst in Nederland, maar ook elders, het idee dat de markt zichzelf wel kan controleren.

‘Dat zie je inderdaad heel veel. Toezichthouders controleren niet, of vragen aan een bedrijf: hoeveel stoten jullie nu eigenlijk uit? Dat was bij Dupont al zo. Daar zei de toezichthouder: “Oké, jullie hebben een vergunning, hoeveel heb je dit jaar geloosd? Oh, precies volgens de vergunning, nou dat is mooi.”’

‘Dat zijn gewoon pure leugens, 3M weet precies wat ze hebben geloosd!’

In België mag PFAS-producent 3M ook nu nog middels eigen onderzoek vaststellen of er aanvullend bodemonderzoek nodig is.

‘Je geloof het toch niet! Zeer merkwaardig. En het is erg om te zeggen, maar ik zeg nu toch: geloof ze niet. In Antwerpen doet 3M alsof ze niet weten wat er uit de schoorsteen is gekomen, dan denk ik: dat zijn gewoon pure leugens, ze weten precies wat ze hebben geloosd!

Het is altijd hetzelfde riedeltje. Dan blijkt uit onderzoek dat een stof problematisch is, en komt er eerst de ontkenning: de onderzoekers hebben iets fout gedaan. Vervolgens is het niet de fout van de producent, maar misschien wel van degenen die hun spul gebruiken, die hebben er geen verstand van. Dan is het: ja maar er is geen alternatief. Dan is er misschien wel een alternatief, maar is dat veel te duur. Uiteindelijk wordt het product verboden.

En net als het verboden is, dit is letterlijk een keer gebeurd met een stof die ik onderzocht, komt er een persbericht: “Wij nemen onze verantwoordelijkheid, wij hebben een veel betere stof ontdekt.” En dan begint heel het verhaal van voren af aan. Zo frustrerend.’

Die nieuwe schadelijke stoffen komen dan weer op grote schaal in het milieu terecht.

‘Of je nou een particulier bent of een fabriek: je zorgt voor je eigen afval’

‘Ja, daarom zeg ik ook tegen de Vlaamse en voorheen de Nederlandse overheid: wat gebeurd is, is gebeurd. Daar moeten we natuurlijk naar kijken, maar laten we vooral vooruitblikken: wat gebeurt er nu nog? Elke dag gaat er nog zoveel kilogram aan schadelijke stoffen het water en de lucht in. Ook veel vergund, bijvoorbeeld nieuwe soorten PFAS in Antwerpen. Pas je vergunningen aan, doe er wat aan!

Ik hoop dat wij in z’n algemeenheid als mensheid naar een tijd gaan waarin we nog eens zullen terugkijken en zeggen: vroeger kon je lozingsvergunningen krijgen. Dat moet afgelopen zijn, dat moet niet meer.

Of je nou een particulier bent of een fabriek: je zorgt voor je eigen afval. Maar daarvoor hebben we nog een lange weg te gaan. Daarom ben ik best wel bezorgd over de voorspelde verdubbeling van de chemische industrie de komende tien jaar, uit het rapport van de Verenigde Naties. Dat gaan we met z’n allen merken.

Je ziet namelijk dat van de huidige totale hoeveelheid chemicaliën er nu nog steeds een flink deel behoorlijk toxisch is en vaak ook moeilijk afbreekbaar en bioaccumulatief. Als dat deel niet flink kleiner wordt, worden we met veel meer PFAS-achtige problemen opgezadeld in de toekomst.’