Farmaceutische bedrijven betaalden vorig jaar 51,6 miljoen euro aan artsen en zorgorganisaties, zo blijkt uit gegevens van het Transparantieregister Zorg. Een flink bedrag, maar toch is er twijfel of dit register de sponsoring door farmaceuten en andere bedrijven wel in zijn volledige omvang zichtbaar maakt. Hoe bruikbaar is dit register?

‘Veel meer sponsoring door farmaceuten’, kopte de Volkskrant van gisteren. In totaal ontvingen 3814 artsen vorig jaar 8,6 miljoen euro. 1129 zorgorganisaties kregen samen 43 miljoen euro vanuit de farmaceutische industrie. Onder die organisaties bevinden zich ook 50 patiëntenorganisaties. Namen en rugnummers noemt krant niet, om de privacy van de betrokkenen te beschermen. Zo kreeg een zorginstelling betaald voor 148 diensten en voerde een arts in een jaar tijd 46 betaalde klussen uit voor bedrijven in de farmasector.

Ieder jaar meer sponsorgelden

Het Transparantieregister Zorg is sinds 2013 voor het publiek openbaar. Tot nu toe stijgt het totaalbedrag aan sponsorgelden ieder jaar, en in 2015 is het bedrag met 36 procent toegenomen ten opzichte van 2014. Volgens het Transparantieregister Zorg komt de toename niet doordat de farmaceuten meer betalen, maar omdat er steeds meer informatie vermeld wordt. Naast patiëntenorganisaties zijn dit jaar ook producenten van medische hulpmiddelen voor het eerst in het register opgenomen.

Op dit moment wordt het verlenen van diensten — zoals het schrijven van een medisch-wetenschappelijk stuk, het geven van een presentatie, het sponsoren van projecten en onderzoeken en vergoeding voor deelname aan bijeenkomsten en reizen — genoteerd in het register. Bedragen onder de 500 euro staan niet vermeld.

Met grote interesse kijken landen als Zweden en het Verenigd Koninkrijk naar het Nederlandse register

De openbaarmaking van de financiële banden tussen zorgverleners en de farmaceutische industrie is vrij uniek. Met grote interesse kijken landen als Zweden en Engeland naar het Nederlandse register. Toch is Nederland niet de eerste die dergelijke gegevens bekend maakt. Een Amerikaans initiatief in 2011 om de financiële relaties in kaart te brengen is in Nederland aanleiding geweest voor het optuigen van een register.

Geen wetgeving maar zelfregulering

Achter het Transparantieregister Zorg zit de stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR). Deze stichting bestaat uit belangenverenigingen van de farmaceutische industrie en van artsen en apotheken. Onderling hebben zij afspraken gemaakt over wat wel en niet toegestaan is in de relatie tussen zorgverlener en leveranciers van medicijnen en medische hulpmiddelen. Het idee voor het register ontstond op het tienjarig jubileum van de stichting in 2009.

Op dit jubileum was ook Ab Klink aanwezig, de toenmalig minister van Volksgezondheid. Klink was geïnspireerd door de voorgestelde Sunshine Act uit de Verenigde Staten. Deze wet zorgde er in de VS voor dat alle geld- en goederenstromen tussen de farmacie en zorgverleners openbaar werden. Dit leverde soms verbijsterende resultaten op. Zo kwam aan het licht dat er in 2013 maar liefst 2,3 miljoen transacties plaatsvonden tussen zorgaanbieders en farmaceuten, die in totaal een waarde vertegenwoordigden van 825 miljoen dollar. Klink vroeg de stichting te komen tot een soortgelijke transparantieregeling, om financiële relaties tussen beroepsbeoefenaren in de zorg en farmaceutische bedrijven inzichtelijk te maken.

In de VS vertegenwoordigden de transacties tussen zorgaanbieders en farmaceuten in 2013 een waarde van 825 miljoen dollar 

In tegenstelling tot de wettelijke regeling in de VS, werd in Nederland gekozen voor zelfregulering binnen de zorgsector. Buiten voorzitter en oud-VVD politicus Benk Korthals bestaat het CGR-bestuur uit leden van de verschillende belangenverenigingen. Ook het toezicht op de Stichting Transparantieregister Zorg wordt uitgevoerd door deze verenigingen. Vanuit het ministerie ontvangt het register jaarlijks een subsidie.

Gegevens doorspitten

Patiënten kunnen op de website van het register inzicht krijgen over de financiële banden van hun zorgverlener. Dat kan op twee manieren: door invullen van het BIG-nummer van de zorgverlener of het noteren van de achternaam en woonplaats. Over een zorginstelling kan informatie worden vergaard door het invoeren van het registratienummer bij de Kamer van Koophandel. Gegevens worden drie jaar lang weergegeven. Na die periode worden ze van de site gehaald

Het is niet mogelijk om grote hoeveelheden informatie in één muisklik te verzamelen. Alleen per zorgverlener of per instelling kunnen gegevens opgevraagd worden. Daarnaast is het niet mogelijk om informatie over de leveranciers op te vragen. Welke bedragen grote farmaceutische bedrijven in totaal uitgeven is enkel te achterhalen via het doorspitten van de gegevens van duizenden zorgverleners en instellingen.

Als er een geldbedrag in het register staat vermeld, wil dat  niet altijd zeggen dat de zorgverlener de begunstigde is. In veel gevallen wordt het geld direct overgemaakt naar het ziekenhuis waar de zorgverlener werkt. Het register voert de bedragen terug op degene die de tegenprestatie heeft geleverd. Daarmee bieden de bedragen in het register met name informatie over de intensiteit van de relatie die een individuele arts onderhoudt met de farmasector.

Onvolledig

Hoewel er veel enthousiasme is over deze unieke vorm van transparantie, blijken de gegevens niet altijd volledig. Het Transparantieregister Zorg vermeldt niet alle betalingen van farmaceutische bedrijven aan ziekenhuizen en artsen, zo concludeerde het VPRO-programma Argos vorig jaar. In veel gevallen zou het enkele tonnen schelen. Bij het Universitair Medisch Centrum Groningen was dat verschil nog veel groter: in het register stond een miljoen aan inkomsten uit de farmacie vermeld, terwijl het in werkelijkheid om bijna vijf miljoen euro ging.

Artsen die liever niet alle betalingen openbaar maken, kunnen relatief gemakkelijk een sluiproute bewandelen

Artsen die liever niet alle betalingen openbaar maken, kunnen relatief gemakkelijk een sluiproute bewandelen. Om inkomsten aan het zicht van de buitenwereld te onttrekken, wordt het geld overgemaakt naar bv’s, medische uitgeverijen of communicatiebureaus. Deze organisaties komen niet voor in het register, met als gevolg dat de geldstromen onzichtbaar blijven.

Het Transparantieregister Zorg biedt de mogelijkheid om de relaties tussen zorgverlener en farmaceut in kaart te brengen. Vanwege de zelfregulering is toezicht op het volledig melden van alle gegevens echter onvoldoende gewaarborgd. Ook de wijze waarop de informatie is ontsloten, doet vermoeden dat belangen van de farmaceuten van invloed zijn op de manier waarop het register is opgezet. De mogelijkheid om uitsluitend per individuele zorgverlener of per zorginstelling informatie op te vragen, maakt het erg lastig om een goed inzicht en overzicht te krijgen in de relatie tussen de farmaceutische industrie en zorgaanbieders.

Dit artikel kwam tot stand met hulp van Pieter van der Lugt