
Over de winnaars en verliezers van globalisering. Lees meer
Internationale handels- en investeringsverdragen als TTIP en CETA bevorderen de vrije handel tussen burgers, landen en continenten, leveren nieuwe banen op en geven het bedrijfsleven een impuls. Althans, dat is het idee. In werkelijkheid vinden de onderhandelingen achter gesloten deuren plaats en werken lobbygroepen hard om hun belangen veilig te stellen.
Er bestaan dan ook grote zorgen dat de verdragen niet de belangen van (EU-)burgers dienen, maar vooral die van grote ondernemingen. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen voor de kwaliteit van ons voedsel? Ons energiebeleid? Gaat de belastingbetaler straks opdraaien voor claims van Amerikaanse multinationals als we chloorkippen en -eieren uit onze schappen weren? Of als we kerncentrales sluiten? Follow the Money zoekt het antwoord op die vragen.
De Eerste Kamer stemt over handelsverdrag CETA: wat staat er op het spel?
Nationale Nederlanden eist half miljard van Argentiniƫ om nationalisering pensioenstelsel
Hoe Canada de Europese voedselveiligheid verwatert
De wereld bespreekt ISDS, critici vrezen betekenisloze hervormingen
Europese vrijhandelsverdragen: werk als wisselgeld
5 Vragen over het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Japan
Tweede Kamer bepaalt: TTIP en CETA zijn geen controversiƫle onderwerpen
De econoom die het waagde aan TTIP te tornen
Hoe een halve huilbui ons aan CETA hielp
Trump stopt met handelsverdrag TPP, bedrijven bieden banen aan
TTIP kwam in stroomversnelling door verhullend beleid demissionair kabinet
Uit documenten die FTM via een Wob-procedure in handen heeft gekregen, blijkt dat de Nederlandse regering de Tweede Kamer vier jaar geleden onvolledig heeft ingelicht over haar beleid inzake de voorloper van vrijhandelsverdrag TTIP. Extra opmerkelijk is dat dit beleid in gang werd gezet door een demissionair kabinet dat het verdrag plotseling tot prioriteit had bestempeld. Een reconstructie.
April 2012. Crisis in het Catshuis. Het eerste kabinet-Rutte, bestaande uit VVD en CDA, komt er met gedoogpartner PVV niet uit over de begroting voor het nieuwe jaar. PVV-leider Geert Wilders waagt zich niet aan verdere bezuinigingen. Hij trekt de stekker uit het Catshuis-overleg en daarop ook uit het kabinet. Het kabinet verliest haar (gedoog)meerderheid in de Tweede Kamer en premier Mark Rutte biedt op 21 april het ontslag aan van zijn regering bij koningin Beatrix. Vanaf dat moment is het kabinet demissionair, hetgeen in de praktijk betekent dat er geen nieuw beleid kan worden gemaakt omdat daar immers geen politieke steun voor is. De Tweede Kamer moet een lijst opstellen met ‘controversieel verklaarde onderwerpen’ waarover pas door een volgend kabinet mag worden beslist.
Drie dagen na de val van het kabinet stellen ambtenaren van het ministerie van Economische Zaken een document op over TAFTA, het concept-vrijhandelsverdrag dat later onder de naam TTIP grote bekendheid zal krijgen. Het document van de ambtenaren betreft de ‘handleiding’ voor de Nederlandse delegatie die op 27 april een overleg in Brussel bijwoont waar de Europese lidstaten worden bijgepraat over de voortgang van de High Level Working Group on Jobs and Growth (HLWG). In die werkgroep praten afgevaardigden van de Europese Commissie en de Amerikaanse regering met elkaar over de ‘mogelijkheden voor het versterken van de economische relatie’. Een handelsverdrag is zo’n mogelijkheid. Het demissionaire kabinet-Rutte ziet dat wel zitten, zo valt te lezen in de handleiding: ‘Nederland is voorstander — zoals reeds eerder aangegeven — van een Transatlantic Free Trade Agreement (TAFTA), mits deze veelomvattend en ambitieus is.’
TTIP is de afkorting voor het Transatlantic Trade and Investment Partnerschip. Over dit vrijhandels- en investeringsverdrag onderhandelen Europa en de Verenigde Staten (VS) sinds juni 2013. Het doel van TTIP is het vergemakkelijken van de handel. Met name de zogenaamde non-tarifaire barrières tussen Europa en de VS moeten daartoe het veld ruimen. Hiermee worden wetten en regels bedoeld die nu nog per gebied verschillen en daardoor handel in de weg staan. Tegenstanders van TTIP wijzen echter op het verlies van het democratisch recht op het maken van wetten en regels, de verregaande invloed van het bedrijfsleven op het verdrag en het gebrek aan transparantie bij de onderhandelingen.
Follow the Money houdt een TTIP-dossier bij.
Staatssecretaris Henk Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie brengt in een brief van 16 mei de Tweede Kamer op de hoogte van deze TAFTA-beslommeringen: ‘Hoewel Nederland van mening is dat alle mogelijke opties in overweging moeten worden genomen, heeft Nederland reeds te kennen gegeven voorstander te zijn van een ambitieus en veelomvattend trans Atlantisch vrijhandelsakkoord.’
TAFTA krijgt prioriteit
Op Blekers ministerie is men op dat moment echter niet zo in andere ‘mogelijke opties’ geïnteresseerd, blijkens een ander document. Dit betreft de spreekpunten van Nederland voor de Raad Buitenlandse Zaken over handelspolitiek, die bijeenkomt op 31 mei in Brussel. In de Raad zitten alle Europese ministers van Buitenlandse Zaken bij elkaar. Uit een persverklaring blijkt dat voor Nederland ambassadeur Pieter de Gooijer aanwezig is in plaats de minister of staatssecretaris. De Raad spreekt die dag over verschillende handelszaken, waaronder TAFTA. In het document staat: ‘Nederland heeft in het voortraject vorig jaar al gepleit voor een transatlantisch vrijhandelsakkoord. Dit is en blijft voor Nederland prioriteit. Nederland steunt de insteek van de Commissie daarom ten volle.’
Naast het geven van prioriteit aan TAFTA, staat in het document ook een niet eerder uitgesproken stellingname over TAFTA: ‘Voorwaarde voor Nederland is wel dat een dergelijk akkoord ambitieus en veelomvattend is: als we het doen, moeten we het goed doen! Dit betekent niet alleen dat alle sectoren moeten worden meegenomen in de onderhandelingen, maar ook dat de inzet volledige liberalisering moet zijn [uitroepteken en onderstreping door ministerie, red].’
Grote ambities van het kabinet, maar wat betekent het? ‘Nederland is een groot cheerleader als het gaat om TTIP, dit soort ambities zijn dan te verwachten,’ zegt de Brits Gabriel Siles-Brügge tegen Follow the Money. Siles-Brügge is politicoloog aan de Universiteit van Manchester en samen met de Belgische politicoloog Ferdi De Ville auteur van het boek TTIP: The Truth about the Transatlantic Trade and Investment Partnership.
Controversiële onderwerpen
De Tweede Kamer weet niets af van de prioritering en de ambities van het kabinet en neemt op 5 juni de lijst met ‘controversieel verklaarde onderwerpen’ aan. Over deze onderwerpen mag het demissionaire kabinet niet meer beslissen. TAFTA staat niet op de lijst en het kabinet kan dus verder met de gesprekken.
‘Het komt mij niet vreemd voor,’ zegt Josine Wiskerke daarover. Ze is de adjunct-griffier en EU-adviseur bij de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van de Tweede Kamer. Wiskerke: ‘Ten eerste omdat het handelsverdrag destijds nog niet zo omstreden was en ten tweede omdat er op dat moment ook geen politieke besluitvorming aan de orde was.’
Geen ruchtbaarheid
Er heeft geen besluitvorming rond TAFTA plaatsgevonden, maar wel beleidsvorming. Het demissionaire kabinet heeft bovendien het document met de spreekpunten niet met de Tweede Kamer gedeeld. Zaken als ‘het meenemen van alle sectoren,’ ‘volledige liberalisering’ en TAFTA als ‘prioriteit’ blijven daardoor binnenskamers.
Over de bijeenkomst van 31 mei in Brussel gaat op 29 juni nog wel een brief naar de Kamer. Daarin schrijft staatssecretaris Bleker over TAFTA: ‘EU en VS zijn het erover eens dat moet worden ingezet op een realistisch en ambitieus akkoord, dat binnen 18 maanden uit onderhandeld zou moeten worden. (...) De Raad [bestaande uit de meeste Europese ministers van Buitenlandse Zaken en voor Nederland ambassadeur De Gooijer, red.] was vrijwel unaniem in zijn steun voor een ambitieus akkoord met de VS en onderstreepte het belang van de trans-Atlantische relatie en het economisch potentieel van een eventueel akkoord.’
Volgens politicoloog Siles-Brügge kan deze omtrekkende beweging te maken hebben met de gevoeligheid van TAFTA: ‘Europese overheden zoals die van Nederland wilden destijds niet te veel ruchtbaarheid geven aan de TAFTA-onderhandelingen. Zo’n vrijhandelsverdrag werd als controversieel beschouwd en dat kan verklaren waarom de Nederlandse overheid publiekelijk het ene vertelt en intern het andere. Overheden verklaren trouwens wel vaker zaken in het openbaar die intern heel anders liggen.’
Voorzichtigheid
Aan de voorzichtige uitspraken van de Nederlandse regering met betrekking tot TAFTA was ook intern echter een periode van grote voorzichtigheid vooraf gegaan. In een handleiding uit februari 2012 voor de Nederlandse delegatie bij een HLWG-overleg staat bijvoorbeeld: ‘Nederland onderstreept het belang van nauwere economische integratie met de VS’. En: ‘Nederland heeft in een eerder stadium aangegeven dat ook de mogelijkheden van een Transatlantic Free Trade Agreement (TAFTA) zouden moeten worden onderzocht.’ Drie maanden later is deze voorzichtige toon volkomen verdwenen en is TAFTA prioriteit geworden.
De ambtenaren die het document hebben opgesteld, hebben duidelijk een slag om de arm gehouden
De ambtenaren die het document hebben opgesteld, hebben duidelijk een slag om de arm gehouden: ‘Gezien de gevoeligheid van een mogelijke TAFTA is het echter wel van belang om zorgvuldig en nauwkeurig te werk te gaan. De voor- en nadelen van een dergelijk initiatief moeten daarom worden onderzocht en afgewogen. Ook zal moeten worden nagedacht over de effecten op wereldwijde liberalisering.’
In een andere handleiding voor een HLWG-overleg, gedateerd op 27 maart, lezen we veelal dezelfde bewoordingen. Nieuw is wel dat in het document nu ook iets staat over de opstelling van de Europese Commissie (aangeduid met ‘Cie’): ‘Cie blijft onderstrepen dat alle opties op tafel liggen, maar heeft reeds een verrassend optimistisch betoog gehouden voor een volledig vrijhandelsakkoord.’ De omzichtigheid van Nederland ten aanzien van TAFTA heeft plaatsgemaakt voor daadkracht en prioritering, rond dezelfde tijd waarin zich de val van het kabinet-Rutte I heeft voltrokken.
Falen is geen optie
Na de val in april volgen in september verkiezingen. Op 5 november 2012 mag Mark Rutte door met een nieuw kabinet, en met een nieuw team aan ministers. Henk Bleker zit daar niet bij, en verdwijnt zelfs geheel uit de politieke arena. Op dit moment is hij onder andere bestuurslid van Zeehondencrèche Pieterburen. Bleker antwoordt op vragen van Follow the Money dat hij ‘niet aan dit artikel kan meewerken’.
Na het aantreden van het kabinet-Rutte II verhuist het TTIP/TAFTA-dossier van Economische Zaken naar Buitenlandse Zaken, waar het op het bordje komt van Lilianne Ploumen, de gloednieuwe minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Op 27 november, drie weken na haar aantreden, heeft Ploumen een algemeen overleg (AO) met Tweede-Kamerleden over handelszaken. Op de agenda staat ook het bespreken van de brief van Bleker van 29 juni. Rijkelijk laat misschien, maar de Tweede-Kamerleden hebben geen vragen over de brief. Ze weten niet dat TAFTA al een half jaar eerder als ‘prioriteit’ is aangemerkt, dat ‘alle sectoren moeten worden meegenomen’ en ‘de inzet volledige liberalisering’ behelst.
De Kamerleden zijn ook onwetend over een andere memo die Ploumen in haar mapje heeft voor bij het overleg. In die memo staat een geheugensteuntje voor de minister over het dan nog vrijwel onbekende vrijhandelsverdrag tussen Europa en de Verenigde Staten dat even later TTIP zal gaan heten. In de memo, waarover Follow the Money eerder dit jaar publiceerde, staat geschreven: ‘EU en VS hebben in ieder geval aangegeven dat als onderhandelingen worden geopend, mislukking niet tot de mogelijkheid (sic) behoort.’
Het Nederlandse TTIP-beleid dat niet mag falen, staat op dat moment al lange tijd vast, zo blijkt nu.
Follow the Money zoekt sinds begin 2016 naar een antwoord op de vraag hoe TTIP tot stand is gekomen en welke overwegingen het Nederlandse TTIP-beleid hebben bepaald. In maart 2016 legde Follow the Money die vragen neer bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat op 9 juni 2016 antwoordde in de vorm van twee dikke zwarte multomappen. Daarin zitten 421 overheidsdocumenten, vooral interne memo’s van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Economische Zaken. De documenten, waarvan sommige onleesbaar zijn gemaakt, zijn vrijgegeven na een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur. Momenteel is Follow the Money bezig met het bestuderen van de documenten.
De vier documenten die aan bod komen in het bovenstaande artikel zijn hier te downloaden.
4 Bijdragen
Mitchell 2
Update: de documenten zijn nu toegankelijk via een Dropbox link:
https://www.dropbox.com/sh/isv0rx0i9fv7z19/AADUVW2FKB-x7Qc0iylTCSCta?dl=0
Mitchell 2
https://www.tweedekamer.nl/nieuws/kamernieuws/vragenuur-dinsdag-21-juni
Fer da Silva 1
Diny Pubben 9
Fer da SilvaWat zou de vraag van ons Kamerlid moeten / kunnen zijn?
Lacht Brussel in zijn vuistje met de WOB procedures die per definitie altijd achteraf zijn?