
Korps Mariniers oefent in Den Helder, 22 June 2013 © Elly Waterman, Wikimedia [https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Bestand:Korps_Mariniers_in_rubberboten_Sail_Den_Helder_22_juni_2013.JPG]
Tweede Kamer wist van risico’s marinierskazerne Vlissingen
De Tweede Kamer is gewaarschuwd voor de risico’s van de verhuizing van het Korps Mariniers naar Vlissingen. Dat blijkt uit een intern gespreksmemo dat in handen is van Follow the Money. Zo werden Kamerleden eind 2011 al gewezen op toekomstige problemen omtrent de haalbaarheid van ‘gratis bouwrijpe grond’, de trainingsfaciliteiten, de exploitatiekosten en de impact op het gezinsleven van de mariniers. Kortom: alles waardoor de marinierskazerne nu op losse schroeven staat, was bekend.
Eind 2011 bracht de gemeente Utrechtse Heuvelrug een werkbezoek aan de marinierskazerne in Doorn. Op de agenda stond een gevoelig onderwerp: de voorgenomen verhuizing van de kazerne van het Korps Mariniers van Doorn naar Vlissingen. Uit het gespreksverslag van dit werkbezoek blijkt dat de gemeente op basis van gesprekken met ‘vertegenwoordigers van het Korps Mariniers, ministerie van Defensie en politieke partijen’ op 25 november 2011 een factsheet had samengesteld. Dat is gedeeld met de leden van de Tweede Kamer (via de Vaste commissie voor Defensie), zo blijkt uit het memo.
De inhoud van dit factsheet is zowel interessant als brisant, omdat hierin feilloos de risico’s in kaart zijn gebracht die nu, zeven jaar later, de verhuizing van de marinierskazerne naar Vlissingen op losse schroeven zetten. Saillant detail: de gemeente maakte dit factsheet nota bene op verzoek van Tweede Kamerleden.
Vandaag, maandag 5 november, debatteert de Tweede Kamer over de ‘stand van zaken’ inzake de verhuizing van de mariniers naar Vlissingen. We publiceren integraal zowel het memo als het bijgevoegde factsheet, waarin de bezwaren en risico’s op een rij zijn gezet die in 2011 al bekend waren in politiek Den Haag. Dit zijn de belangrijkste conclusies:
1. Het besluit stond al vast voordat het formeel genomen werd
Te lezen is dat ‘de aanpassingen in het bestemmingsplan op verzoek van Defensie zijn aangevraagd en door de gemeenteraad gehonoreerd.’ Tot eenzelfde conclusie kwam Follow the Money eerder in een reconstructie. Want hoewel minister Hillen van Defensie altijd heeft volgehouden dat de gemeente pas na het besluit om te verhuizen toestemming verleende voor aanpassingen, was dit niet het geval. De gemeenteraad had op 30 mei toestemming gegeven en er waren geen bezwaren wat betreft de marinierskazerne: het bestemmingsplan trad hiermee 6 weken na publicatie – op 28 augustus – in werking. Desondanks maakte minister Hillen op 31 augustus 2011 bekend dat de marinierskazerne in Doorn op de lijst stond van mogelijk te sluiten kazernes.
In het memo beklaagt de gemeente zich over afspraken die door de minister niet worden nagekomen. Want waar minister Hillen op 17 november zei dat er opnieuw zou worden gekeken naar de toekomstbestendigheid van Doorn, werd dit in het algemeen overleg in de Tweede Kamer van 22 november ontkend. Er zou volgens de minister helemaal geen sprake zijn van een vergelijking tussen Vlissingen en Doorn. Deze constatering van de minister leidde bij de gemeente tot ‘verbijstering en ongenoegen’.
2. Negeren financiële risico’s
In een nieuwe marinierskazerne zou rekening moeten worden gehouden met ‘boordplaatsers’ (binnenslapers) en ‘walplaatsers’ (thuisslapers). Hoe kleiner deze verhouding (en hoe minder bedjes), hoe lager de exploitatiekosten. Vlissingen liet in 2011 al weten de oplossing voor deze kosten te zien in een zogeheten ‘PPS-constructie of particulier initiatief’. Dat houdt in dat de overheid zich niet bemoeit met de inhoud, maar alleen met het einddoel. De marktpartijen zouden dit einddoel vervolgens naar eigen inzicht mogen uitvoeren en invullen.
In de factsheet waarschuwde de gemeente ervoor dat ‘dit niet zozeer vanuit ruimtebehoefte’ gebeurt, maar ‘om het noodzakelijke investeringsbedrag van een nieuwe locatie te verlagen. Dat lijkt weinig zinvol omdat een dergelijke oplossing wel de investering verlaagt, maar tegelijkertijd de exploitatiekosten onevenredig verhoogt. Op de langere termijn is dit een exploitatierisico.’
Dat dit inderdaad een groot risico was waarmee rekening gehouden moest worden, wist ook de Tweede Kamer. In antwoord op Kamervragen liet minister Hillen in december 2012 weten dat ‘de meeste risico’s beheersbaar zijn, met uitzondering van die m.b.t. de ontwikkeling van de verhouding tussen boord- en walplaatsers. Dit financiële risico kan Defensie niet of nauwelijks beïnvloeden, maar slechts monitoren’.
3. ‘Gratis grond’ blijkt peperduur
Een van de argumenten om te kiezen voor een verhuizing naar Vlissingen, was de toezegging van de provincie Zeeland dat de grond ‘gratis en bouwrijp’ zou worden geleverd. Deze belofte zou de kosten voor de hele nieuwe kazerne flink drukken.
Zeven jaar later blijkt dat het niet goed beantwoorden van deze vraag de belastingbetaler 160 miljoen euro heeft gekost
Toch wordt in dit memo opgemerkt dat de kosten wel heel laag worden ingeschat. Hoewel in een eerder stadium de kosten van de verhuizing naar Vlissingen werden geraamd op in totaal 250 miljoen euro, sprak Defensie eind 2011 van 150 miljoen euro. ‘Deze aanzienlijke verlaging verontrust ons enigszins,’ aldus de gemeente, ‘omdat er geen transparantie is in de doorberekening terwijl de voorkeur van de minister voor Zeeland ons genoegzaam bekend is’. De gemeente vroeg zich af: ‘Zijn de kosten van de grondverwerving en bouwrijp maken wel mee begrepen?’
Zeven jaar later blijkt dat het niet goed beantwoorden van deze vraag de belastingbetaler 160 miljoen euro heeft gekost. Zoals is gebleken uit interne documenten in handen van Follow the Money, moest het ministerie van Defensie grond bijkopen. De beloofde 70 hectare bleken er namelijk maar 60 te zijn omdat de grond wel ‘was bekeken maar niet opgemeten’. In 2014 kraakte de toenmalige Commandant der Strijdkrachten, Tom Middendorp, enkele harde noten over de ‘verkeerde inschattingen’. Het is nog niet bekend wie de kosten zal dragen voor de sanering van de vervuilde grond waarop de marinierskazerne in Vlissingen moet komen.
4. Infanteristen horen aan zee
De gemeente zette vraagtekens bij het adagium dat ‘mariniers aan zee horen’. Het betreft namelijk infanteristen. Wat hen onderscheidt van bijvoorbeeld het Korps Commandotroepen, is dat zij kunnen worden ingezet op de grens van zee en land. ‘Mariniers horen niet noodzakelijkerwijs bij de kust, het zijn zeesoldaten met een duidelijke taak op het land. De trainingsprogramma’s zijn dienovereenkomstig. De amfibische training gebeurt nu op Texel of in het buitenland, in de nabijheid van de grote amfibische schepen en met een eenvoudige toegang tot de open zee. De infanteristische training vergt het grootste deel van de opleidingstijd.’ Met name dat laatste maakt ook de bereikbaarheid van trainingsfaciliteiten belangrijk.
5. Trainingsfaciliteiten
Een van de bezwaren is dat een kazerne in Vlissingen ervoor zorgt dat mariniers alsnog op en neer moeten reizen naar trainingslocaties in het midden van het land, om de infanterietrainingen te kunnen draaien. Ook is er slechts beperkt oefenterrein beschikbaar om met voertuigen en helikopters te trainen, zoals nu (relatief dichtbij) mogelijk is in Oirschot, Budel of Ede. Wederom een bezwaar waarop politiek Den Haag eind 2011 al is gewezen: ‘Vlissingen heeft geen oefenterreinen in de omgeving, de dichtstbijzijnde oefenterreinen liggen op 85 respectievelijk 135 km afstand. Hiervoor is niet alleen transportsteun nodig, ook gaat 2x 2 uur aan trainingstijd verloren aan reistijd en daarnaast wordt flexibiliteit door aanvraag- en toewijzing procedures teniet gedaan.’ Deze hogere kosten vormen tevens een extra exploitatierisico.
6. Sociale aspecten
Eind 2011 werd gewaarschuwd dat elke marinier bij een verhuizing naar Vlissingen ‘gedwongen wordt een keuze te maken voor een van de locaties. Bij overplaatsing staat hij voor een enorme reistijd of alsnog boordplaatser (binnenslaper, red.) worden. Dit heeft een enorme impact op de marinier en zijn gezin, waarvan de gezinsleden wellicht een lokale betrekking/baan c.q. een sociaal leven hebben opgebouwd. Vele mariniers in Doorn hebben geen behoefte om te verhuizen naar Vlissingen. (...) De vraag of men wel bereid is bij de mariniers eenheden te willen blijven leeft met name in de leeftijdsklasse van 35-45 jaar, waarbij dus sprake is van verlies van ervaren kaderleden en een verlies van geïnvesteerde training van 12 jaar of meer. Tenslotte wordt vanuit de mariniers de vrees uitgesproken dat met een dergelijke spreiding aan standplaatsen de aantrekkelijkheid van het korps zal inboeten, waardoor wervingskracht zal afnemen.’
Politieke belangen overrulen professionaliteit
Uit de memo’s blijkt dat zowel inhoudelijke bezwaren vanaf de werkvloer als valide vragen zijn genegeerd. Niet alleen door minister Hillen, ook door Tweede Kamerleden. Er zijn vragen gesteld en rondetafelgesprekken gehouden, maar onder de streep hebben de volksvertegenwoordigers willens en wetens ingestemd met een verhuizing waarvan de financiële risico’s mogelijk onbeheersbaar waren en waarbij, bovenal, te makkelijk over de professionele en sociale zorgen is heengestapt.
Deze houding van de Tweede Kamer is een constante in het dossier Vlissingen. Ook al is de Tweede Kamer – zij het vertrouwelijk – geïnformeerd over de verkeerde inschattingen, de stijgende kosten en de 160 miljoen euro kostende ‘gratis grond’, toch doet zij tijdens Kamerdebatten of haar neus bloed. Hiermee zitten de Kamerleden in het zelfde schuitje als staatssecretaris Visser, wat de vraag opwerpt in hoeverre zij hun controlerende taak uitvoeren.
Tegelijkertijd etaleert het memo het onvermogen van de ambtelijke en politieke top van Defensie om militaire professionele kennis maximaal te benutten en zodoende goed afgewogen besluiten te kunnen nemen. Defensie is een uitvoerende organisatie en gaat vanzelfsprekend met een politiek besluit aan de slag. Waar het momenteel spaak loopt in de organisatie, is de transparantie in dit besluitvormingsproces. Of het nu gaat om een missie of om een kazerne: professionele adviezen vanuit de militaire organisatie moeten duidelijk maken wat de gevolgen zijn van een politiek besluit. Het moet niet zo zijn dat het politieke besluit bepalend is voor het inhoudelijke professionele inzicht.
Windvaantje
De professionele inhoud waait echter wel degelijk mee met de politiek. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de juichende woorden van toenmalig korpscommandant Richard Oppelaar in een column. In het tweede kwartaal van 2012 enthousiasmeerde hij de mariniers voor de aanstaande verhuizing in QPO, het magazine van het Korps Mariniers. Want in Vlissingen is, aldus Oppelaar, tenminste ‘voldoende ruimte voor amfibische oefeningen’ en ‘hierdoor zijn wij beter in staat om onze Corps-business te beoefenen en trainen.’ Deze woorden staan in schril contrast met de professionele bezwaren en kanttekeningen die enkele maanden eerder vanuit het Korps Mariniers waren aangedragen. Dit werpt de vraag op, of de marinetop zichzelf niet te snel dienstbaar heeft gemaakt aan het politieke besluit en het militaire doel (namelijk een toekomstbestendige marinierskazerne) uit het oog is verloren.
Niemand wil dat militairen politiseren, maar nu ontstaat het risico dat Defensie meewaait met de politieke wind
Het dossier Vlissingen is symptomatisch voor twee onderliggende problemen bij zowel de politiek als Defensie. Enerzijds staat de Tweede Kamer toe dat politieke (partij)belangen prevaleren boven inhoudelijke, professionele bezwaren. Hierdoor is het mogelijk dat een minister zijn voorkeur – zelfs bij gebrek aan inhoudelijke onderbouwing – relatief makkelijk door de Kamer kan drukken. Anderzijds staat Defensie het (vooral zichzelf) niet toe dat inhoudelijke, professionele bezwaren worden geuit over reeds genomen of nog lopende politieke besluiten. Zeker: niemand zit erop te wachten dat militairen politiseren, maar wanneer te strikt wordt vastgehouden aan de uitvoering van eenmaal voorgenomen plannen, ontstaat het risico dat Defensie meewaait met de politieke wind. Dit terwijl de organisatie (en met name de werkvloer) is gebaat bij een goed onderbouwde, inhoudelijke professionele kijk op zaken die niet afhangt van de politiek, maar van kennis en ervaring.
Follow the Money heeft de bovenstaande bevindingen voorgelegd aan de fracties die hebben ingestemd met de verhuizing - namelijk CDA, PvdA en VVD - en gevraagd op basis van welke informatie er destijds binnen de fractie is besloten om alsnog in te stemmen met de verhuizing.
Hierop volgde geen reactie.
[aanhef]
In verband met een artikel voor Follow the Money over de marinierskazerne in Vlissingen had ik enkele vragen.
Uit een interne gespreksmemo van de gemeente Utrechtse Heuvelrug met het Korps Mariniers uit eind 2011 blijkt dat na het voorstel van minister Hans Hillen om de mariniers naar Vlissingen te verhuizen enkele risico’s zijn geïdentificeerd. Hieruit blijkt het volgende:
(1) Het bestemmingsplan op aanvraag van Defensie voor uitbreiding was al goedgekeurd voordat de minister zijn verhuisplannen bekend maakte. Gewezen wordt in deze memo op het ontkennen en het intrekken van eerdere toezeggingen die destijds door de minister waren gedaan.
(2) Er worden vraagtekens gezet bij de belofte van het leveren van ‘gratis bouwrijp grond’
(3) Er worden vraagtekens gezet bij de belofte van toegevoegde waarde van trainingsfaciliteiten
(4) Er worden vraagtekens gezet bij de exploitatiekosten
(5) Er worden vraagtekens gezet bij het sociale aspect en de impact op het gezinsleven van de mariniers
Kortom: deze memo vat in een notendop de kritiek anno 2018 samen.
Uit het bijgevoegde afschrift van deze interne memo blijkt dat de Vaste Defensiecommisie van de Tweede Kamer hier zes jaar eerder over is geïnformeerd, en dus reeds voor het besluit kennis heeft genomen van de risico’s.
Dit werpt de volgende vraag op:
Op basis van welke informatie binnen de fractie is er destijds – ondanks bovenstaande bekende risico’s die anno 2018 weer op tafel liggen – besloten om alsnog in te stemmen met de verhuizing?
Graag vernemen wij het antwoord voor vrijdagmiddag 17:00 zodat wij kunnen verzekeren de reactie in het artikel te kunnen verwerken.
Vast dank en groeten,
27 Bijdragen
Marla Singer 7
Eer deze kazerne in gebruik wordt genomen is 2/3 van de mariniers al afgezwaaid dus scheelt dat flink in de kosten. Ook een manier om te bezuinigen.
Nico Janssen 7
marcel 7
Nico Janssen"Een door loting samengestelde Eerste Kamer kan wellicht beter beoordelen of de wetsvoorstellen die hem vanuit de Tweede Kamer bereiken de belangen van het volk in al zijn diversiteit dienen."
Zie voor de volledige tekst: https://www.montesquieu-institute.eu/id/vj5dojue3spe/democratie_via_loting
MaartenH 10
marcel*) https://nl.wikipedia.org/wiki/Juryplicht
marcel 7
MaartenH"Een burger die hiervoor ingeloot wordt, zou om de representativiteit niet te verstoren slechts onder bepaalde voorwaarden de zetel mogen weigeren."
Hij geeft naar mijn mening terecht aan dat de soep in de praktijk wellicht niet zo heet gegeten hoeft te worden:
"Het werk van een Eerste Kamerlid kan met een baan gecombineerd worden, zo blijkt uit de praktijk. Het lidmaatschap is eervol en brengt ook een aardige vergoeding met zich mee. "
Daarbij staat het huidige systeem er ook niet best voor.
"De huidige methode van indirecte verkiezing door Statenleden is wel een heel zwakke vorm van afspiegeling van de volkswil en stuit dan ook op toenemende weerstand. "
Noot: het artikel van Lucardie is van december 2012. De integriteitskwesties rondom Loek Hermans (De facultatieve) en Anne Wil Duthler (advisering minister vanuit eigen bedrijf) moesten toen nog aan het licht komen.
MaartenH 10
marcelEen aantal dingen blijven overeind: recht op zelfbeschikking en het risico dat mensen er met de pet naar gooien, of nog erger, hun stem aan de hoogst biedende verkopen.
Het blijft mijns inziens een mooi studeerkamer idee, dat geen rekening houdt met de praktijk en met dingen die mis kunnen gaan.
marcel 7
MaartenHHet risico op met de pet er naar gooien is nu ook aanwezig. Denk aan het voormalige 2e kamerlid Ybeltje Berckmoes.
Ook het risico op je stem aan de hoogste bieder verkopen is nu aanwezig. De huidige leden van de 1e kamer blijken nu immers ook niet altijd gepaste afstand te bewaren tot hun eigen werkterrein.
Ik vermoed dat we het niet eens worden. Het idee als studeerkameridee afdoen vind ik echter niet fair, aangezien het weldoordacht is.
MaartenH 10
marcelDat ben ik dus niet met je eens. Ik vind het niet weldoordacht. Hoe bepaal je of een idee weldoordacht is?
MaartenH 10
marcel[Verwijderd]
MaartenHmarcel 7
[Verwijderd]"Ernstig geestelijk of lichamelijk zieken en gedetineerden komen niet in aanmerking."
[Verwijderd]
marcelmarcel 7
[Verwijderd]Voor de minder succesvolle winkelier kan deze dag wel eens een flinke inkomensstimulans geven. De meer succesvolle winkelier zal niet alleen staan in de zaak. 1 dag per week afwezig, moet lukken.
Daarnaast kunnen beide winkeliers het belang van het MKB over het voetlicht brengen, wat op de termijn gunstig is voor de eigen winkel. In het huidige politieke klimaat is vooral het (internationale) grootbedrijf goed vertegenwoordigd.
MaartenH 10
marcelVoor mensen die de dienstplicht hebben meegemaakt is de motivatie van de gemiddelde soldaat bijna spreekwoordelijk, namelijk behoorlijk pover. Wat verwacht je dan van mensen die bezig zijn met carrière maken of een eigen bedrijf hebben?
Ik blijf erbij, het is een slecht doordacht idee van studeerkamer geleerden.
MaartenH 10
Nico JanssenBron: Wikipedia.
Aansluitend wordt hij Minister van Defensie in een VVD-CDA kabinet met gedoogsteun van de PVV.
Hillen is verslaggever, leraar maatschappijleer, voorlichter en Tweede Kamerlid geweest. Je zou zeggen, een man die het van woorden moet hebben, maar het daar niet al te nauw mee nam. Integriteit en capaciteit spelen dus geen rol in 'de politiek'. 'De politiek', dat zijn de partijen en daarbinnen kun je onderscheid maken tussen partijen die nog ergens voor staan - meestal de jongere partijen - en de partijen die verworden zijn tot machts- en baantjesmachines - VVD, CDA, PvdA, en daarnaast, upcoming, D66 en Groenlinks. Aangezien die partijen zowel bewindslieden als kamerleden leveren, is het logisch dat de controlerende functie van de Tweede Kamer een wassen neus is en dat onze democratie een nepdemocratie is. Het enige wat onze democratie nog doet is voorkomen dat er al te gekke dingen gebeuren, want dan zou 'de kiezer' toch wel van zich laten horen. Maar er is een groot, grijs speelveld. De kiezer krijgt heel veel niet mee, zeker als hij/zij weinig moeite neemt om zich op de hoogte te stellen. Met de essentiële rol van de pers hierbij is het droevig gesteld. Dat geldt ook voor de onafhankelijkheid van de pers.
Kortom, van democratie is al langere tijd geen sprake meer. Het jammere is dat de gemiddelde burger/kiezer dat niet of nauwelijks beseft en denkt dat een vierjaarlijkse gang naar de stembus hetzelfde is als democratie.
Marla Singer 7
MaartenHDenk ook dat dit geen solo van Hillen was maar dat hij in samenwerking met diverse anderen dit beleid heeft uitgestippeld. In hoeverre was hij zich hier bewust van of was hij te goedgelovig? Hetzelfde geld voor de anderen die hierbij betrokken zijn geweest.
Pieter Ahsmann 5
MaartenHhttps://www.truthdig.com/articles/scum-vs-scum/
Nico Janssen 7
Pieter AhsmannMaartenH 10
Pieter AhsmannMaartenH 10
Pieter Ahsmannhttps://www.youtube.com/watch?v=rsL6mKxtOlQ
Bert Bakker 4
FTM onderzoekt en de rest van de media?
Johannes Lijnse
Bert Bakker[Verwijderd]
wim de kort 8
[Verwijderd]Het is maar net wat je verwacht van schapen en papegaaien.
[Verwijderd]
wim de kortBob Lagaaij 5
We gaan door omdat we doorgaan en omdat het anders (veel) geld kost.
Nederlandse democratie ten voeten uit.
Nico Janssen 7
Bob Lagaaij