Het kantoor van Loyens & Loeff in Eindhoven. Beeld door Wikimedia-uploader Rosemoon.

Het kantoor van Loyens & Loeff in Eindhoven. Beeld door Wikimedia-uploader Rosemoon. © CC BY SA

De val van een topfiscalist

Loyens & Loeff, een van de grootste advocaten- en fiscalistenkantoren van Nederland, verdiende vele miljoenen met dienstverlening aan een aantal goede doelen. Maar toen eerst de Belastingdienst vragen begon te stellen en later de opsporingsdienst Fiod een strafrechtelijk onderzoek startte, moest de betrokken topfiscalist vertrekken en betaalde Loyens & Loeff 10 miljoen euro terug aan de goede doelen. De kwestie roept vragen op over de gang van zaken binnen het kantoor.

De rechtbank Den Bosch, afgelopen woensdag en donderdag. De houten banken van een zaal van de meervoudige kamer zijn goed bezet. Aan de muren hangen enkele abstracte foto’s. Achter de rechters een met een plastic scherm bedekte foto van de koning.

In het verdachtenbankje zit een gewezen koning. Zijn naam: Rene V. Topfiscalist, een absolute deskundige op het terrein van belastingregels rond goede doelen. En tot enkele jaren geleden vennoot van Loyens & Loeff (L&L) alsmede directeur van de Eindhovense vestiging.

De gewezen topfiscalist ziet er voor zijn zestig jaar goed uit. Lang, slank, een bruin gelaat; zijn hoofd bedekt met korte, blonde krulletjes. Hij heeft iets weg van Jean-Marie Pfaff, de gewezen doelman van het Belgische nationale voetbalteam. Rene V. draagt een donkerblauw pak met grote ruiten. Zijn taps toelopende bruine schoenen met een gesp hebben betere dagen gekend.

In 1983 begon V. als fiscalist bij L&L. Zijn loopbaan verliep vlot: in 1991 werd hij benoemd tot vennoot, de jongste ooit. Uiteindelijk schopte hij het tot directeur van het kantoor in Eindhoven. De laatste periode verdiende hij rond een miljoen euro per jaar. Hij reed een Maserati, kocht in Oisterwijk (Noord-Brabant) een fraaie, vrijstaande villa en in het Zeeuwse Zoutelande een vakantiewoning. Succes was zijn middle name.

Maar zijn baan is hij inmiddels kwijt, op zijn huizen ligt beslag. En zijn reputatie als fiscalist heeft een flinke deuk opgelopen omdat hij na een civiele procedure, aangespannen door het Openbaar Ministerie, in mei 2013 als bestuurder bij ‘zijn’ goede doelen moest vertrekken.

Alle partijen hebben de kwestie jaren buiten de publiciteit weten te houden

En nu staat hij nota bene voor het hekje. V. en zijn advocaat hebben er alles aan gedaan om dit te voorkomen. Er is – achter gesloten deuren – zelfs een procedure tegen de dagvaarding van justitie gevoerd. Tevergeefs: V. staat in het openbaar terecht. Tussen 2008 en 2012 zou hij bij vier goede doelen vele miljoenen hebben verduisterd. V. ontkent alles.

Alle partijen hebben de kwestie jaren buiten de publiciteit weten te houden. Ook de goede doelen en L&L hebben de kwestie verzwegen. Maar in april 2017, vier jaar na het gedwongen vertrek van hun vennoot, kwam de zaak via Het Financieele Dagbladtoch naar buiten. In het kadaster ontdekte de krant dat het Openbaar Ministerie voor bijna 6 miljoen euro beslag had gelegd op V.’s woningen. Er bleek een verdenking te zijn dat hij 6,6 mln euro had verduisterd van vier stichtingen waarvan hij voorzitter en adviseur was. 

In het FD zeiden de stichtingen dat de kwestie ‘naar tevredenheid was opgelost’ doordat L&L het verduisterde geld had terugbetaald. Over de hoogte van dat terugbetaalde bedrag wilden zowel L&L als de stichtingen evenwel niets zeggen. Pas op de zitting afgelopen week werd duidelijk dat L&L 10 miljoen euro (inclusief btw) heeft betaald. Wat is er gebeurd?

Verkeerde keuze

In 1993 kreeg topfiscalist Rene V. het verzoek om een Nederlands familiebedrijf naar de beurs te brengen. In april 2011 vertelde hij aan NRC Handelsblad dat daar wel een voorwaarde aan was verbonden: de naam van de ondernemer moest geheim blijven. Dat lukte; en de beursgang leverde de ondernemer een fors bedrag op.

Kort daarna werd Rene V.  benaderd door twee dames, van wie er een familie was van de ondernemer. De vrouwen beschikten over een vermogen van honderden miljoenen euro’s. Een deel daarvan, ruim 200 miljoen, wilden zij aan goede doelen geven. Hiertoe werden vier stichtingen opgericht. Ontwikkelingssamenwerking werd ondergebracht in de stichting Liberty, voor kunst werden de stichtingen Dioraphte en Continuendo MusartE in het leven geroepen. De afgelopen jaren ging geld naar onder andere De Lakenhal in Leiden, museum Singer in Laren en het Holland Festival. De zorg voor lichamelijke en geestelijke gehandicapten kreeg een plaats in de stichting Dijkverzwaring. Zelf wilden de dames, die nog steeds alle publiciteit mijden, de stichtingen niet besturen. Of V. ze niet wilde leiden?

Reizen naar Afrika, Milaan, Malta of de Autosalon in Genève factureerde V. als ‘hoog gekwalificeerd advieswerk’

Maar de keuze voor V. als bestuursvoorzitter pakte verkeerd uit. De eerste signalen dat er iets fout zat, kwamen najaar 2011. Op 19 oktober kregen de stichtingen bezoek van leden van het ANBI-team van de Belastingdienst. De stichtingen genoten immers een ANBI-status, een speciale fiscale status waardoor ze minder belasting hoefden te betalen over ontvangen giften. Maar aan die status zijn wel bepaalde voorwaarden verbonden. Zo wordt van bestuurders van goededoelenstichtingen verwacht dat ze zich niet laten betalen; ze krijgen hooguit onkosten vergoed. Het ANBI-team constateerde echter dat V. via L&L vele uren declareerde, tegen een uurtarief dat opliep tot 690 euro. 

Uiteindelijk leidde dit alles in mei 2013 tot de start van een strafrechtelijk onderzoek door de Fiod, onder de codenaam Monviso. De fiscale rechercheurs vonden in totaal 186 facturen die door L&L bij de vier stichtingen waren ingediend. Bovendien bleek de penningmeester van de stichtingen, de 68-jarige Peter G., ook nog eens 75 facturen namens zijn management bv te hebben gestuurd. De waarde van al die facturen tezamen: 8,7 miljoen euro.

Krokodillentranen

Op de zitting voert V.’s advocaat aan dat de fiscalist letterlijk dag in dag uit, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat met de stichtingen bezig was: ‘Dat zag hij niet als opoffering, hij genoot daarvan.’ Het beeld van ‘een gehaaide belastingadviseur die stichtingen leegroofde’, zoals het OM dat schetste, klopt volgens hem niet

Maar het Openbaar Ministerie twijfelt over de aard van V.’s  werkzaamheden. Reizen naar Afrika, Milaan, Malta of de Autosalon in Genève factureerde hij als ‘hoog gekwalificeerd advieswerk’. Controle op deze facturen door penningmeester Peter G. was er niet: hij is zelf ook verdachte.

Welke werkzaamheden V. nu precies voor de stichtingen heeft verricht komt ook op de zitting niet uit de verf. Werkte hij als fiscalist? Als adviseur? Als bestuurder? Uit de facturen was dat niet op te maken. Die waren volgens het OM ‘opzettelijk vaag zonder enige specificaties m.b.t. het tarief, aantal uren en soort werkzaamheden’.  Een effectieve controle door de Belastingdienst of V. zich wel aan de ANBI-regels had gehouden, werd ‘hierdoor belemmerd’.

Al in 2002 werden vragen gesteld over de declaraties van V.

De vraag is wat L&L van de facturen en de werkzaamheden van hun voormalige vennoot heeft geweten. Rene V. stuurde zijn urenstaten naar het kantoor, waar de facturen werden opgemaakt en verstuurd. L&L was dan ook van alles op de hoogte, stelt V.’s advocaat. ‘Pas toen het Openbaar Ministerie zich met de zaak ging bemoeien, kwamen de krokodillentranen.’

Belofte niet ingelost

Uit het strafdossier blijkt dat binnen L&L al in 2002 vragen werden gesteld over V. ‘s declaraties. Een speciale commissie die het werk van de partners moest beoordelen, constateerde toen al dat hij veel uren schreef op een gering aantal klanten en dat hij heel weinig ondersteunend personeel had.

In 2004 kwamen er vanuit de leiding opnieuw vragen aan V. Hij werkt bij L&L als fiscalist, maar zijn werkzaamheden bestonden hoofdzakelijk uit niet fiscaal-juridisch werk voor de vier stichtingen. Toenmalig bestuursvoorzitter Philip van Hilten geeft V. in ‘meerdere gesprekken’ te kennen dat hij zijn bestuurswerkzaamheden moet afbouwen en dat hij een echte fiscale praktijk moet opbouwen. V. belooft dat.

Begin 2006 was van die belofte echter nog weinig ingelost. Uit een verslag dat Van Hilten maakte, bleek dat V. in 2005 1850 uren had gedeclareerd; daarvan hadden er 1500 betrekking op de vier stichtingen. 1850 declarabele uren is veel: normaliter declareert een partner van L&L er maar 1200 tot 1500. V. verklaarde het hoge aantal uren door het vele fiscale werk dat de stichtingen met zich meebrachten.

Eind 2006 kwam V. opnieuw ter sprake, dit maal in de al eerder aangehaalde commissie die het werk van de partners beoordeelt. Weer viel het de commissie op dat V. bijna fulltime voor de stichtingen werkte. V. antwoordde dat hij zijn niet-fiscale werkzaamheden aan het afbouwen was en dat hij heel veel fiscale werkzaamheden voor de stichtingen deed. In een brief aan V. schreef de commissie vervolgens ‘te hopen en te verwachten dat de positieve lijn zich doorzet.’

Maar die lijn zet zich niet door. Integendeel. Op de zitting zeggen de officieren: ‘Maar wat zien we nu in de praktijk van de drukke werkzaamheden van V.? Eigenlijk vrij weinig. Er is nauwelijks output gevonden van fiscale werkzaamheden bij de stichtingen. Niet bij L&L en niet bij de stichtingen zelf. Ook niet bij V. thuis, hoewel er specifiek door de Fiod naar is gezocht. Nee, V. was gewoon bijna full-time bezig met zijn bestuurswerk, zijn zoektocht naar nieuwe projecten en zijn reisjes. Hij zocht naarstig naar een manier waarop hij zijn stichtingenwerk kon blijven combineren met zijn partnerschap bij L&L.’

Uit het strafdossier blijkt dat L&L al jaren wist wat er speelde

In mei 2013 dwong de leiding van L&L V. te vertrekken. Op staande voet. Afscheid nemen van zijn collega’s was er niet bij. V.’s raadsman verwijt L&L dat het kantoor zo hard tegen zijn topfiscalist is opgetreden om het eigen hachie te redden. Volgens V. wilde L&L hem eigenlijk niet kwijt omdat hij zoveel geld in het laatje bracht: ‘De leiding draaide zich om en liet het gebeuren.’ 

De rol van L&L

Tijdens zijn pleidooi wijst Frans Sijbers, de advocaat van V., op een tuchtzaak die door de Belastingdienst was aangespannen bij de tuchtrechtinstantie van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB). Van de vier klachten tegen V. werden er twee gegrond verklaard. Een daarvan luidde dat V. een dubbele pet had gedragen: als belastingadviseur had hij adviesdiensten verleend aan een stichting waarvan hij tevens bestuurder was. En dat is in strijd met de regels. De tuchtrechter oordeelde ook dat de facturering te hoog was.

Uit het strafdossier blijkt dat L&L al jaren wist dat een van hun vennoten bij vier stichtingen zowel fiscale als niet-fiscale werkzaamheden verrichtte voor vier stichtingen waarvan hij nota bene voorzitter was. Dit was in strijd met de regels van de NOB. Maar ingegrepen had L&L al die jaren nooit.

Follow the Money stuurde donderdag na afloop van de zitting een uitgebreide mail met vragen aan L&L over de rol van het bedrijf in de kwestie. Vrijdagmiddag volgde een kort antwoord: ‘L&L heeft zelf geen rol in deze strafzaak en is ook nooit als verdachte aangemerkt, zoals het OM ter zitting heeft bevestigd. Het oordeel over het handelen van Rene V. is nu aan de strafrechter. Het is dan ook niet gepast dat wij ons hierover uitspreken en we zullen dan ook niet ingaan op de door jou aan ons voorgelegde vragen.’ 

Donderdag eiste het OM tegen V. wegens valsheid in geschrifte en verduistering een gevangenisstraf van vijf jaar. Als het aan het OM ligt, moet hij het geld dat hij teveel factureerde, terugbetalen. Tegen penningmeester Peter G. werd een celstraf van twee jaar geëist; ook hij moet geld terugbetalen. Verder wil het OM dat de rechter beide mannen voor jaren een bestuursverbod op legt.

‘Door dit soort affaires wordt het publieke vertrouwen in goede doelen-stichtingen ernstig aangetast. De besturen en stichtingen waar alles wel volgens de regels gaat, lijden onder de negatieve aandacht die uitgaat van dit soort malafide bestuurders.’

De rechtbank Den Bosch doet 28 september uitspraak.